NRC 060111
Raad voor de Scheepvaart.
De Raad voor de Scheepvaart heeft verder heden uitspraak gedaan in de zaak van het tankstoomschip OCEAN, van de American Petroleum Company te Rotterdam, kapitein H. Bange, uit Oldenburg, welk schip bij de East Goodwin zandbank op de Noordzee in aanvaring is geweest met het Noorse stoomschip HURDA. Bij de behandeling van de zaak had kapitein Bange verterwijl hij bij de duisternis en een mistbank vooruit niets onderscheidde, de telegraaf op attentie had laten zetten, onmiddellijk daarna halve kracht en, toen het schip in de mist liep, langzaam stomen had gecommandeerd. Er werd toen weer een stoot vernomen, waarop de OCEAN stopte en volle kracht achteruit sloeg, doch te laat om de aanvaring te voorkomen. Het onderzoek heeft de Raad tot de overtuiging gebracht, dat de aanvaring te wijten is geweest aan de mist. Dat een der schepen niet de nodige voorzorgsmaatregelen heeft genomen, is niet gebleken.
NRC 070111
Raad voor de Scheepvaart. Bij de uitspraak inzake de aanvaring van het tankstoomschip OCEAN en het stoomschip BURDA, welke in ons Avondblad is medegedeeld, heeft de Raad nog verklaard, dat de kapitein van de OCEAN in overeenstemming met het reglement zou hebben gehandeld, als hij terstond de machine had gestopt. Dat aan dit verzuim de aanvaring te wijten is, is echter niet bewezen.