| 1916-07-31: |
Final Fate: Mined
Op reis met 49 passagiers en post van Vlissingen naar Gravesend, is de ‘KONINGIN WILHELMINA’ op 31 juli 1916 om 09.50 uur des morgens op 2 mijl van het lichtschip ‘NOORD-HINDER’ op een Duitse mijn gelopen. Een hevige ontploffing vond plaats, vermoedelijk onder het voorketelruim. De boten werden gevierd en allen gingen van boord, doch bij gehouden appèl bleken vijf personen vermist, waaronder 4 man, die in het voorketelruim dienst hadden; dit ruim stond intussen vol water en deze 4 personen waren waarschijnlijk al bij de ontploffing omgekomen. De ‘KONINGIN WILHELMINA’ bleef nog een tijd drijven, zodat ook nog post van de 151 zakken mail kon worden geborgen, maar om 10.35 uur des morgens van 31 juli 1916 brak het schip in tweeën en zonk in de diepte. De boten begaven zich naar het lichtschip ‘NOORD-HINDER’ en werden later naar Vlissingen gebracht, waar de volgende dag nog 2 personen aan hun verwondingen overleden. (Naast de 49 passagiers had de ‘KONINGIN WILHELMINA’ nog een bemanning van 52 personen aan boord gehad.). Werd aanvankelijk gemeend, dat het schip op een op 18 maart 1916 door de Duitse onderzeeboot ‘UC.1.’ gelegde mijn was gelopen, later onderzoek wees uit dat het meer waarschijnlijk een mijn, gelegd door de Duitse torpedoboot ‘B.111’, was. |
