Familiegegevens en opleiding
De familienaam wordt in de ledenlijsten van de zeemansalmanakken consequent geschreven als Coole, dus zonder slot-n.
Douwe Coolen werd geboren op 17 november 1839 te Harlingen als zoon van Jan Baptist Coolen en Antje Douwes de Walle.
Hij trouwde op 06 december 1871 te Schiermonnikoog met Geertruida Lammerts Draayer, geboren op 01 april 1845 te Schiermonnikoog als dochter van Harmen Draayer en Agnieta/Angenieta Tijssen Kuiper. Zij overleed te Schiermonnikoog op 18 augustus 1927.
Na het beëindigen van zijn zeemansloopbaan in 1888 om gezondheidsredenen begint Douwe op het eiland met een bakkersknecht als hulp een bakkerij.
Hij overleed te Schiermonnikoog op 07 juli 1891 en zijn zoon Jan Coolen volgde hem op in de bakkerij.
Hij ligt begraven op het kerkhof van Schiermonnikoog in rij 4413. Het graf is eigendom.117.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
D.Coolen was met vlagnummer 35 in de periode 1879 t/m 1888 lid van het Schiermonnikoger zeemanscollege “De Herkenning”.
Hij was met vlagnummer 37 in de periode 1880 t/m 1888 lid van het Helderse zeemanscollege “Goede Bedoeling”.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
D.Coolen was gezagvoerder gedurende025:
* 1873 t/m 1874 van de 2-mast schoener “Zeehond” ex Pröven, gebouwd in 1808, bouwplaats niet vermeld, 160 ton, varend voor van Veen & v/d Meulen te Nieuwediep. Op 08 januari 1874 gestrand op de kust van Jutland bij Hirtshals op reis van Riga naar Amsterdam. De kapitein overleefde dit ongeluk;
* 1877 t/m 1878 van de schoenerbrik “Dolphijn” ex Skjold, gebouwd in 1869 te Drammen, 190 ton, varend voor N.van Neck te Nieuwediep;
* 1879 t/m 1883 van de bark “Vrachtzoeker” ex Willem Daniël, gebouwd in 1854 op de werf “De Boot” van F.F.Groen te Amsterdam, varend voor M.van Neck te Nieuwediep. (volgens Bouma een bark; volgens Sweys een 3-mast schoener);
* 1884 t/m 1887 van de bark “Mercurius” ex Mercur, gebouwd in 1854 te Quebec, 547 ton, varend voor M.van Neck te Nieuwediep.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Marten Ritsma werd geboren op Schiermonnikoog op 16 februari 1847 als zoon van Foppe Wiebes Ritsma en Trijntje Martens Vil.
Hij trouwde te Schiermonnikoog op 14 november 1875 als gezagvoerder met Betje Fokkes Wiersma, geboren op 06 januari 1850 te Schiermonnikoog als dochter van Fokke Johannes Wiersma en Matje Fokkes Wiersma. Betje overleed te Amsterdam op 21 april 1906 ’s morgens half zeven.
Marten hertrouwde op 08 oktober 1918, als caféhouder op de leeftijd van 71 jaar, met Susanna Hillegonda Beijers, 46 jaar, geboren te Winkel op 09 juni 1872 namiddags 04 uur te Lutjewinkel als dochter van Arie Beijers (wagenmaker) en Margaretha Veen. Bij de huwelijksakte “is tevens overgelegd eene geneeskundige verklaring waaruit blijkt, dat de bruidegom wegens ziekte verhinderd is, zich ter voltrekking van zijn huwelijk naar het huis der gemeente te begeven.” De akte besluit met “zijnde dit huwelijk voltrokken in het huis staande Oude Zijds Voorburgwal nummer honderd een en tachtig alhier.”
Marten overleed op 17 november 1918 te Amsterdam, dus slechts een kleine zes weken na zijn tweede huwelijk.
Susanna Beijers werd op 30 januari 1919 ingeschreven als inwoner van Velsen en keerde op 01 juli 1920 weer terug naar de 2e Oosterparkstraat in Amsterdam. Op 19 augustus 1920 hertrouwde zij te Amsterdam met Pieter Cupido, geboren te Terschelling op 19 september 1865 als zoon van Sipke Pieters Cupido (koopvaardijkapitein) en Maamke Reltjes de Zeeuw. Het echtpaar vestigde zich 02 september 1920 te Velsen. Het gezin woonde in de Annastraat 5 te Velsen. Pieter Cupido overleed in Velsen op 20 februari 1925. In het Bevolkingsregister van Velsen staat dat Susanna een invaliditeitsrente ontvangt.
Na de dood van Pieter Cupido belandde Susanne in Drachten, waar zij op 09 juni 1943 staat geregistreerd op de Stationsweg 149 en later Vogelzang 6. Op 08 februari 1946 vestigde zij zich te Opsterland met adres Beetsterzwaag 121. Een paar maanden later, op 08 augustus 1946 woonde zij te Tietjerksteradeel, adres Bergum 401. Op 09 december 1846 verhuisde zij voor de laatste maal naar de Zwaanstraat 7 in Beverwijk, alwaar zij op 30 januari 1965 overleed.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
M.Ritsma was met vlagnummer 38 in de periode 1882 t/m 1906 lid van het Schiermonnikoger zeemanscollege “De Herkenning”.
Hij was met vlagnummer 38 in de periode 1880 t/m 1893 lid van het Helderse zeemanscollege “Goede Bedoeling”.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt M.Ritsma als gezagvoerder gedurende:
* 1879 t/m 1881 van de schoenerbrik “Dolphijn” ex Skjold, gebouwd in 1869 te Drammen, 190 ton, varend voor M.van Neck te Nieuwediep;
* 1882 t/m 1887 van de bark “Kijkduin”, ex Helena, ex Jan van Brakel, gebouwd in 1850 bij P.Bakhuysen te Capelle aan de IJssel, 455 ton, varend voor M. van Neck te Nieuwediep. Het schip werd in 1887 verkocht voor de sloop (Bouma);
* 1888 t/m 1889 van de bark “Mercurius” ex Mercur, gebouwd in 1854 te Quebec, 547 ton, varend voor M.van Neck te Nieuwediep. Het schip werd in 1889 gesloopt (Bouma);
* 1890 t/m 1894 van de 3-mastschoener “Adelaar”, ex Allegro, gebouwd in 1859 bij E.Zieske te Stettin, 301 ton, varend voor M.van Neck te Nieuwediep. Het schip werd in 1894 verkocht aan de rederij Kranenburg te Midwolda;
* 1901 van het ijzeren stoomschip “Cyclops”, gebouwd in 1880 bij Scott & Co te Greenock, 2108 ton, varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Oceaan” te Amsterdam. Het schip werd in 1901 voor £ 4.250,- verkocht in Genua.
In de jaren 1902/1903 staat in de Staat der Nederlandsche Zeemacht en Koopvaardij geen kapitein Ritsma meer vermeld.
Overige bijzonderheden
13 maart 1894
Harlingen:
Het thans alhier liggende driemastschoenerschip, de Adelaar, laatst bevaren door kapitein Ritsma, is uit de hand verkocht (prijs geheim) aan de heer N. Kranenborg te Midwolda. Het schip zal bevaren worden door kapitein Middel.
(De Adelaar (ex-Allegro) werd in 1850 gebouwd in het buitenland, in Stettin (het vroegere Szczecin) in Polen. In 1883 kocht M. van Neck te Nieuwediep de driemastschoener. In 1903 strandde het schip bij Warnemünde en werd verkocht
Bron: www grotezeilvaart.nl
NRC 14 maart 1894
Harlingen, 13 maart. Het alhier in winterlaag liggende Nederlandse driemast schoenerschip ADELAAR, in eigendom toebehoord hebbende aan de heer M. van Neck te Nieuwediep (opm: laatst bevaren door kapt. M. Ritsma), is uit de hand verkocht tot geheime prijs aan de heer N. Kranenborg te Midwolda, en zal bevaren worden door kapt. H. Middel.
De Dorpsbode 39(14):1985.Bijdrage 22 veronderstelt dat kapitein Ritsma in de periode 1894-1901 als stuurman op stoomschepen heeft gevaren.
In het kasboek van het pensioenfonds “Goede Voorzorg” wordt in 1908 een “straf” geboekt van 25 cent. Dit duidt op een honorair deelnemerschap van het Fonds.
Dagblad Scheepvaart 22 februari 1902
Op 20 februari is te Genua aangekomen het s.s. CYCLOPS. (opm: eerste zeetijding na verkoop van dit Nederlandse schip)
Familiegegevens en opleiding
Janneke Jonker werd geboren te Schiermonnikoog op 11 oktober 1838 als zoon van Roelof Bouwes Jonker en Grietje Tjeerds Visser
Hij trouwde op 12 oktober 1864 te Schiermonnikoog met Elisabeth Foppes Ritsma, geboren te Schiermonnikoog op 01 mei 1840 als dochter van Foppe Wybes Ritsma en Trijntje Martens Vil. Zij overleed te Schiermonnikoog op 18 september 1905 als weduwe.
Het echtpaar kreeg zeven kinderen, waaronder Roelof Jonker, die als stuurman omkwam bij het vergaan van de “George Washington” in 1902 onder kapitein Folkert Dobbinga. Het echtpaar woonde aan de Voorstreek nummer 30. Na het overlijden van vader Janneke is de weduwe Jonker-Ritsma aan de Middenstreek nr. 46 te Schiermonnikoog.
Janneke Jonker is als kapitein van de brik “Ster” uit Den Helder in 1885 omgekomen voor de Zweedse kust.
Gegevens ontleend aan Tresoar en aan : De laatste reis van het zeilschip GEORGE WASHINGTON door Douwe M.Homan. Uitgeverij ‘tHeer en Feer te Schiermonnikoog. 2005, 94 pp.
In de collectie overlijdensakten van Den Helder wordt geen Janneke Jonker vermeld.
Ook geen vermelding in de Bevolkingsregisters 1870-1880 en 1880-1917 te Den Helder.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.Jonker was in de periode 1881 t/m 1885 met vlagnummer 30 effectief lid van het Helderse zeemanscollege de “Goede Bedoeling”.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.Jonker als gezagvoerder gedurende:
* 1883 van de sch.brik “Dolphijn” ex Skjold, gebouwd in 1869 te Drammen, 190 ton o.m., varend voor N.van Neck te Nieuwediep;
* 1884 t/m 1885 van de brik “de Ster” ex Pallas, gebouwd in 1861, bouwplaats niet vermeld, 264 ton o.m., varend voor M. van Neck te Nieuwediep. Het schip is te Grasoen gestrand en wrak geraakt.
Overige bijzonderheden
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.Matroos als gezagvoerder gedurende:
* 1884 van de sch.brik “Dolphijn” ex Skjold, gebouwd in 1869 te Drammen, 190 ton o.m., varend voor N.van Neck te Nieuwediep;
* 1889 van de tjalk “Afiena”, gebouwd in 1878, bouwlocatie niet vermeld, 34 ton n.m., varend voor T.Tammes te Groningen.
Overige bijzonderheden
“Op Borkum strandden op 22 december 1894 o.a. de “Afina”, kapitein J.Matroos.120
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt A.de Boer als gezagvoerder gedurende:
* 1886 t/m 1888 van de sch.brik “Dolphijn” ex Skjold, gebouwd in 1869 te Drammen, 190 ton o.m., varend voor N.van Neck te Nieuwediep;
* 1889 van de 3/m sch. “Adelaar”, ex Allegro, gebouwd in 1859 te Stettin, 301 ton o.m., varend voor M.van Neck te Nieuwediep.
Overige bijzonderheden
Geen.
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.Lesstuiver als gezagvoerder gedurende:
* 1820 t/m 1828 van de kof(?) “Zeelust”, 100 ton o.m., geen vermelding van bouwplaats en –jaar, thuishaven en eigenaar.
Overige bijzonderheden
Rotterdamsche Courant 03 maart 1821114
Rotterdam, …...Voorts tot heden de Schelde af en naar zee gezeild VERHILDERSUM, J.C. Visser, de ZEELUST, J. Lissnijder, JOHANNES VAN LETTE, H.J. Spans, LOUISE, D. Guijt, NEPTUNES, H.S. Leedig en de JONGE JAN, J. Petit, naar Londen; de HARMONIE, B.J. Wijgers, naar Noirmoutier; AURORA, S.J. Brouwer, en THERESIA, J.H. Arends, naar Liverpool; VENTROSE, J. ALLE, naar Charlestown; DELPHINE, C.D. Ludwigse, naar Napels; JEANNETTE JOSEPHINE, J. van Haverbeeke, naar Port-au-Prince; le VOLTIGEUR, W. de Ruijter, naar Rio-Janeiro; HORTENSE, J. van der Sweep, naar Havana; de DAME COLLETTE, C. Nierijnk, naar Cette (opm: Sète); WILHELMINA LAURENTIA, J.J. Swart, naar Oleron, en GEORGINE, N.E. Siemsen, naar Lissabon.
LESTESTUIVER, PIETER
Familiegegevens en opleiding
Pieter LesteStuiver werd geboren op 16 december 1846 te Nieuwe Pekela als zoon van de schipper Pieter Geerts Lestestuiver en Zwaantje Ottes Smid,
Pieter Lestestuiver trouwde op 24 februari 1881 te Nieuwe Pekela als scheepsgezagvoerder met Dorentje Strobos, geboren te Nieuwe Pekela op 20 september 1848 te Nieuwe Pekela als dochter van de zeeman, later landbouwer Hindrik Arents Strobos en Sina Jacobs Witkop. Dorentje overleed op13 augustus 1932 te Rotterdam, 83 jaar.
Pieter overleed op 09 december 1910 te Rotterdam, 63 jaar
Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen vermelden Pieter Lestestuiver als scheepsgezagvoerder/schipper in 1881, 1882, als zeeman in 1889
Lidmaatschp van zeemanscollege(s)
P.G.Lestuiver was effectief lid van het zeemanscollege “Voorzorg” te Nieuwe Pekela met vlagnummer 13 in de pereiode 1880 t/m 1910.
De schepen van de kapitein
In de ledenlijsten van “Voorzorg” in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart wordt in de jaargangen 1881 t/m 1920 scheepsnamen genoermd. Bij P.Lestuiver met vlagnummer 13 wordt genoemd in 1884 t/m 1887 de “Catharina”, in 1888 t/m 1889 de “Adelaar”, in 1893 t/m 1895 de “Vlaanderen” en in 1902 t/m 1911 de “Scheepvaart I”/
Bouma025 vermeldt P.Lesstuiver als gezagvoerder gedurende:
* 1876 t/m 1878 van de schoenerbrik “Catharina” ex Najade, ex Catharina (?), gebouwd in 1857 te Sappemeer, 180 ton o.m., varend voor D.Mulder & Zn te Winschoten;
* 1879 t/m 1880 van hetzelfde schip maar nu varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela;
* 1881 t/m 1882 van hetzelfde schip maar nu varend voor J.J.Koerts & Zn te Pekela.
Bouma025 vermeldt L.Lesstuiver als gezagvoerder gedurende:
* 1888 van de 3-mastschoener. “Adelaar”, ex Allegro, gebouwd in 1859 te Stettin, 301 ton o.m., varend voor M.van Neck te Nieuwediep.
Bouma025 vermeldt P.Lestuiver als gezagvoerder gedurende:
* 1889 van de schoenerbrik “Dolphijn” ex Skjold, gebouwd in 1869 te Drammen, 190 ton o.m., varend voor N.van Neck te Nieuwediep. Het schip werd in 1889 in de Noordzee in zinkende toestand verlaten;
Bouma025 vermeldt P.Lestuiver als gezagvoerder gedurende:
* 1892 t/m 1895 van de brik “Vlaanderen”, ex Deux Amis, gebouwd in 1873 te Sestri, 443 ton o.m., varend voor A.G.A.Standaert te Terneuzen;
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
08 februari 1877, schoener “Catharina”, kapitein P.Lestuiver, 30 jaar uit Nieuwe Pekela.
24 februari 1882, schoener “Catharina”, kapitein P.Lesstuiver, 35 jaar uit Nieuwe Pekela.
16 juli 1886, bark “Kijkduin”, kapitein Marten Ritsema, 1ste stuurman Pieter Lestestuiver, 38 jaar uit Nieuwe Pekela.
18 april 1888, schoener “Dolphijn”, kapitein Pieter Lesstuiver, 40 jaar uit Nieuwe Pekela.
17 oktober 1888, schoener “Dolphijn”, kapitein Pieter Lesstuiver, 40 jaar uit Nieuwe Pekela.
01 juli 1890, schoener “Adelaar”, kapitein Marten Ritsema, 1ste stuurman Pieter Lestestuiver, 43 jaar uit Nieuwe Pekela.
06 september 1890, schoener “Adelaar”, kapitein Marten Ritsema, 1ste stuurman Pieter Lestestuiver, 43 jaar uit Nieuwe Pekela.
23 april 1891 schoener “Adelaar”, kapitein Marten Ritsema, 1ste stuurman Pieter Lestestuiver, 44 jaar uit Nieuwe Pekela.
Overige bijzonderheden
Geen
|