Familiegegevens en opleiding
Klaas Schenk werd geboren op 19 april 1841 te Oude Pekela als zoon van schipper en collegelid Willem Fredrik Schenk en Rachelina Boeles de Weerd. Klaas was de broer van de kapiteins Boele (1827), vlagnummer van “Voorzorg”met 87 en Willem (1829) met vlagnummer 183 van hetzelfde college.
Klaas trouwde te Nieuwe Pekela op 18 april 1867 als schipper met Annechien Huisman, geboren op 21 juli 1846 te Nieuwe Pekela als dochter van de rustend schipper Pieter Rentes Huisman en Hinderika Jans Dik. Annechien overleed op 10 januari 1893 in de Wijttenbachstraat 51 te Amsterdam.
Klaas Schenk overleed te Amsterdam op 22 december 1910, weduwnaar.
Kinderen
- Henderika
- Martha Elizabeth
- Wilhelmina Frederika
- Cornelia Wilhelmina
De Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen vermelden Klaas Schenk als schipper/koopvaardijkapitein in 1867, 1868, 1872, 1873, 1876, 1884.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
K.W.Schenk was effectief lid van het zeemanscollege “De Trouw” uit Oude Pekela met vlagnummer 24 uit de periode 1873 t/m 1899.
K.W.Schenk was effectief lid van het zeemanscollege “Voorzorg” te Nieuwe Pekela met vlagnummer 24 in de periode 1869 t/m 1906.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
K.W.Schenk was van 1883-1893 kapitein van de composiet clipperbark “Smeroe”, gebouwd in 1876/78 door W.& H.Meursing, op de werf “De Nachtegaal”, te Amsterdam, 1000 ton, varende voor rederij A.Hendrichs & Co te Amsterdam. Het schip werd op 24 juli 1893 verkocht aan Leif Gundersen, Porsgrunn, Noorwegen052
K.W.Schenk was van 1895-1901 kapitein van het stalen fregat “Hugo Molenaar”, in 1893/94 gebouwd door J.Smit Cn te Alblasserdam, varend voor rederij Zeilvaart Maatschappij “Neptunus”, G. van der Gevel te Rotterdam052
Bouma025 vermeldt K.W.Schenk als gezagvoerder gedurende:
-
* 1868 t/m 1869 van de schoenerbrik “Elisabeth & Johanna”, gebouwd in 1854 te Amsterdam; 216 ton o.m., varend voor H.Hattink te Amsterdam. Het schip was in 1870 herdoopt in “Triest”;
* 1870 t/m 1873 van de brik “Triëst” ex Elisabeth & Johanna”, gebouwd in 1854 te Amsterdam, 216 ton o.m., varend voor H.T.Kranenborg te Pekela. Het schip werd in 1873 verkocht naar Zweden;
-
* 1884 t/m 1893 van de composietbark “Smeroe”, gebouwd in 1878 te Amsterdam, 1000 ton n.m., varend voor A.Hendrichs & Co te Amsterdam. Het schip werd in 1893 verkocht naar Porsgrunn;
* 1896 t/m 1905 van het 3-mastschip “Hugo Molenaar”, gebouwd in 1895 te Alblasserdam, 1735 ton n.m., varend voor de Zeilvaart Maatschappij “Neptunus”te Rotterdam (1891) Dir. G. v/d Gevel. Daarna herdoopt in “Emanuel”.
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaart museum vermeldt:
08 maart 1859, schip “Ida en Cornelia”, kapitein Willem Schenk, matroos Klaas Schenk uit Oude Pekela.
16 maart 1864, kof “Ida en Cornelia”, kapitein Willem W.Schenk, stuurman Klaas W.Schenk, 22 jaar uit Oude Pekela.
07 februari 1874, schoener “Triëst”, kapitein Klaas Willems Schenk uit Oude Pekela.
06 februari 1883, schoener “Triëst”, kapitein Klaas Willems Schenk uit Oude Pekela.
Divere mededelingen
Teunis Pronker monsterde op 12 mei 1883 als matroos op de bark “Smeroe” onder kapitein K.W.Schenk varend voor A.Hendrichs & Co te Amsterdam. Het schip was in 1878 te Amsterdam gebouwd op de werf van “de Nachtegaal” van A.H.Meursing, werd aangeduid als clipper-bark. en mat 1000 ton n.m. Op 22 mei 1883 vertrok het schip uit Amsterdam met een lading stukgoed voor Semarang. Van 26 tot 28 augustus van dat jaar vond de uitbarsting van de Krakatau plaats, ruim 96 dagen na het vertrek van de “Smeroe” uit Amsterdam. Het is niet zeker of zij iets van de verwoesting hebben gezien. In zijn geschreven herinneringen maakt Teunis Pronker van deze gebeurtenis geen melding.
Na bezoeken aan Batavia en Semarang vertrok het schip vanuit de laatste haven op 30 november 1883 en kwam na een niet al te snelle thuisreis op 01 april 1884 te Amsterdam aan. Pronker had veel waardering voor kapitein Schenk, die het schip tot de verkoop in 1893 zou voeren
Op een tentoonstelling van het Noordelijk Scheepvaartmuseum070 hing een schilderij door de schilder Adam, portretschilder te Le Havre, uit 1895 van het fregat “Hugo Molenaar” “op zijn maidentrip naar Soerabaya”. Het schip is gebouwd in 1894 bij J.Smit Cz te Alblasserdam en mat 1801 ton. Van 1895 - 1901 was de schipper Klaas Willems Schenk uit Oude Pekela, toen wonende te Amsterdam en varende voor de Zeilvaart Maatschappij Neptunus te Rotterdam.
In de permanente tentoonstelling van het Kapiteinshuis in Nieuwe Pekela hangt het portret van het fregat “Hugo Molenaar” uit 1895, gevoerd door kapitein K.W.Schenk.
K.W.Schenk was met vlagnummer 24 in de periode 1873 t/m 1892 effectief lid van het zeemanscollege “De Trouw” te Oude Pekela.112.
Melding van het overlijden op 08 februari 1881 van de tweede stuurman Albert Heijerman van de driemastschoener “Triëst”, kapitein Klaas Willems Schenk van Oude Pekela zeilende in de Zuid-Atlantische Oceaan op 3oWL/18o ZB. 115.
Melding van het overlijden op 09 april 1881 van de stuurman Roelf Tunteler van de driemastschoener “Triëst” onder kapitein Klaas Willems Schenk varend in de Noord-Atlantiscche Oceaan op 48o30’NB/12o30’WL.115.
Het fregat “Hugo Molenaar” onder kapitein K.W.Schenk was te Geelong op 06 maart 1905 en werd gesignaleerd op 14 juli op 9oZ/35oW. Position suggests via C.Horn”. Aankomst op 03 augustus te Falmouth.121
In de permanente tentoonstelling van het Kapiteinshuis in Nieuwe Pekela hangt het portret van het fregat “Hugo Molenaar” uit 1895 op zijn maidentrip naar Soerabaya, gevoerd door kapitein K.W.Schenk, geschilderd door de schilder Adam, portretschilder te Le Havre.
Uit: “Reizen rond Kaap Hoorn onder Nederlandse vlag. Overzicht vanaf de ontdekking in 1616 tot het einde van de Nederlandse grote zeilvaart in 1911”. door H.Hazelhoff Roelfzema. Uitgave Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarder, 2010, 88 pp plus Bijlage met een Chronologisch Register van Reizen van 1616 tot 1911
Het fregat “Hugo Molenaar” onder kapitein K.W.Schenk was te Geelong op 06 maart 1905 en werd gesignaleerd op 14 juli op 9oZ/35oW. Position suggests via C.Horn”. Aankomst op 03 augustus te Falmouth.
Krantenartikelen
NRC 26 juli 1867114
Ancona, 19 juli. De 14e dezer is alhier om orders van Amsterdam aangekomen het Nederlandse brikschip ELIZABETH JOHANNA, kapt. Schenk, en heeft de 15e de reis voortgezet naar Sinagaglia om te lossen.
NRC 10 september 1869114
Publieke verkoping te Neuzen op woensdag 8 september: het Nederlandse barkschip JEANNETTE EN CORNELIA (opm: JEANETTE CORNELIA), groot 456 tonnen of 256 lasten: opgehouden voor NLG 8550.
NRC 25 augustus 1869114
Advertentie. C. Ament, G.J. Boelen en P. Reineke, makelaars, zullen op maandag de 13e september 1869, des avonds ten 6 ure, te Amsterdam, in de Nieuwe Stads-Herberg, aan het IJ, ten overstaan van een daartoe bevoegd beambte verkopen een extra ordinair welbezeild, gekoperd en kopervast brikschip, varende onder Nederlandse vlag, genaamd: ELISABETH JOHANNA, gevoerd door kapitein K.W. Schenk, volgens meetbrief lang 27,50 ellen; wijd 4,97 ellen; hol 3,56 ellen, en alzo gemeten op 216 tonnen of 106 lasten; liggende in het Oosterdok aan de Dijk. Breder volgens inventaris, en bericht bij bovengemelde makelaars of bij de cargadoors De Vries en Comp.
Provinciale Groninger Courant 16 oktober 1874114
Rio Grande, 1 september. De volgende Nederlandse schepen werden hier bevracht: ALIDA CATHARINA, kapt. Nagel, reeds vertrokken, met beenderenas tot Sh.25/- naar het Kanaal, ZUURDIJK, kapt. Kwint, met huiden etc. tot GBP 295 in eens af naar Vigo, TRIËST, kapt. Schenk, naar de Westkust en terug met meel tot Sh.57/6, en ELISABETH, kapt. Meedendorp, met gezouten huiden naar Falmouth voor order tot Sh.37/6.
NRC 12 oktober 1880114
Saigon, 4 september. Het Nederlandse schip TRIËST, kapt. Schenk, van Bordeaux alhier aangekomen, moet naar Soerabaya of Passaroeang verzeilen.
NRC 17 september1882114
Amsterdam, 16 september. Volgens brief de dato Gorontalo 29 juni van kapt. Schenk, voerende het Nederlandse schip TRIËST, dacht hij 1 juni van daar naar Macassar te vertrekken.
NRC 29 september 1882114
Batavia, 19 augustus. De Nederlandse brik TRIËST, kapt. K.W. Schenk, 13 augustus van Macassar te Soerabaija aangekomen, heeft aan de grond gezeten en moet onderzocht worden.
NRC 02 april 1884114
Rotterdam, 1 april. Het Nederlandse schip SMEROE, kapt. Schenk, van Java naar Amsterdam, is gistermiddag Dover gepasseerd.
NRC 01 september 1884114
Amsterdam, 30 augustus. Het Nederlandse schip SMEROE, kapt. Schenk, is volgens een bij de rederij ontvangen telegram heden van Amsterdam te Soerabaja aangekomen.
NRC 08 november 1885114
Amsterdam, 7 november. Volgens een bij de rederij ontvangen telegram is het Nederlandse schip SMEROE, kapt. Schenk van Soerabaja naar Atjeh vertrokken.
NRC 25 juni 1886114
Amsterdam, 24 juni. Volgens een brief van kapt. Schenk, voerende het Nederlandse schip SMEROE, 4 dezer van Bassein (Burma) te St. Helena aangekomen had hij 18 april op 27º Z.B 67º O.L. een hevige orkaan doorstaan, waarin het schip zwaar werkte en op zijde viel, zodat het water op de luiken stond, zeilen scheurden en verloren gingen, stengen braken en het tuig veel te lijden had. Alles wat los aan dek was sloeg overboord, en de lading ging over, zodat het schip slagzij bekwam. Nadat de orkaan, die van 14.00 uur tot 18.00 uur aanhield, bedaard was, richtte zich het schip en bevond men 9” water bij de pomp, die, in werking gebracht, water met rijst vermengd opgaf. De geleden schade werd zo goed mogelijk uit eigen middelen hersteld
NRC 22 juni 1887114
Amsterdam, 21 juni. Volgens bij de rederij ontvangen telegram is het Nederlandse schip SMEROE, kapt. Schenk, heden van Amsterdam te Soerabaja aangekomen.
NRC 11 december 1887114
Rotterdam, 10 december. Volgens telegram uit Londen arriveerde het Nederlandse barkschip SMEROE, kapt. Schenk, van Probolingo naar het Kanaal vóór 28 november te St. Helena.
NRC 15 januari 1888114
Rotterdam, 14 januari. De lading suiker van het schip SMEROE, kapt. Schenk, van Java te Falmouth, en die van het schip THORBECKE, kapt. Kuiper, van Java te Queenstown, zijn beide verkocht naar Havre.
NRC 22 januari 1888114
Rotterdam, 21 januari. Heden vertrokken van Falmouth het Nederlandse barkschip AMICITIA, kapt Walberg, van Java naar Leith, het Nederlandse fregat BATAVIER, kapt. Wiebenga, van Java naar Londen, het Nederlandse barkschip SMEROE, kapt. Schenk, van Java naar Havre en het Nederlandse barkschip THORBECKE VII, kapt. Höper, van Java naar Liverpool, terwijl het Nederlandse schip THORBECKE VI, kapt. Van der Meij, van Kraksaan (opm: positie 07º46’ ZB 113º24’ OL), alhier binnen, order bekomen heeft naar Bristol.
NRC 25 januari 1888114
Amsterdam, 22 januari. Volgens bij de rederij ontvangen bericht is het Nederlandse schip SMEROE, kapt. Schenk, heden van Java, laatst van Falmouth, te Havre aangekomen.
NRC 27 februari 1888114
Amsterdam, 25 februari. Volgens bij de rederij ontvangen bericht is het Nederlandse schip SMEROE, kapt. Schenk, heden van Cardiff te Havre aangekomen.
NRC 07 maart 1888114
Amsterdam, 6 maart. Volgens bij de reder ontvangen bericht is het Nederlandse schip SMEROE, kapt. Schenk, heden van Cardiff naar Amboina vertrokken.
NRC 11 september 1888114
Amsterdam, 10 september. Volgens van de rederij ontvangen bericht is het Nederlandse schip SMEROE, kapt. Schenk, 8 september van Timor te Probolingo aangekomen
Algemeen Handelsblad 16 februari 1894114
Alblasserdam, 15 februari. Heden is van de werf van de heer Jan Smit Czn alhier te water gelaten het stalen fregatschip HUGO MOLENAAR, gebouwd voor rekening der Zeilvaart Maatschappij Neptunus te Rotterdam. Het schip heeft een lengte van 240, een breedte van 38 en een diepte van 25 Engelse voet. De grootte bedraagt circa 1740 ton register en het draagvermogen ongeveer 2800 ton dood gewicht. Het schip zal worden gevoerd door kapt. K.W. Schenk en is bestemd om 31 maart van Rotterdam naar Samarang en Soerabaija te vertrekken.
NRC 13 april 1894114
Rotterdam, 12 april. Volgens bericht van 10 dezer van kapt. K.W. Schenk, gezagvoerder van het schip (opm: fregat) HUGO MOLENAAR, van Rotterdam naar Java, uit Dungeness, waar de loods werd geland, had hij in de Noordzee fraai weder met omlopende koelte en heiïg weder. Het schip voldeed in alle opzichten uitstekend. (opm: eerste reis)
NRC 15 september 1895114
Rotterdam, 14 september. Het Nederlandse schip (opm: fregat) HUGO MOLENAAR, kapt. K.W. Schenk, van Cadiz te Montevideo aangekomen, is van zijn ankers gedreven, doch heeft assistentie.
NRC 22 maart 1896114
Rotterdam, 21 maart. Volgens bij de directie der Maatschappij Neptunus ontvangen bericht, arriveerde het fregatschip HUGO MOLENAAR, kapitein Schenk, de 21e dezer des avonds van Hamburg te Shields, gesleept door de sleepboot NOORDZEE.
Provinciale Groninger Courant 07 juli 1896114
Rotterdam, 3 juli. Het Nederlandse schip HUGO MOLENAAR, kapitein Schenk, van Shields naar Soerabaja, is met verhitte lading (opm: broei in de kolen) te Kaapstad binnengelopen.
Provinciale Groninger Courant 20 februari 1899114
Rotterdam, 18 februari. Volgens bij de directie der Maatschappij NEPTUNUS ontvangen bericht vertrok het Nederlandse fregatschip HUGO MOLENAAR, kapitein Schenk, de 18e dezer van Sydney naar Melbourne, om daar naar het Kanaal te laden.
NRC 02 april 1899114
Rotterdam 1 april. Volgens van de directie der Maatschappij Neptunus ontvangen bericht vertrok het Nederlandse fregatschip HUGO MOLENAAR, kapt. Schenk, 1 april van Geelong naar het Kanaal voor orders.
Familiegegevens en opleiding
Cornelis Klaasz Ouwehand werd geboren op 05 maart 1838 te Katwijk als zoon van Klaas Cornelisz Ouwehand en Maria Cornelisd. Haasnoot.
Hij trouwde te Katwijk in 1859 met Hilletje Jansd. Hakker.
Hij overleed te Katwijk op 26 Juli 1886.
Hij was gezagvoerder in 1861 op de Maria & Johanna, van 1869-1878 op de brik Cardena Packet, van 1880-1882 op de Suriname en van 1884-1888 op de Maria054-098.
Foto van de moeder van kapitein C.Ouwehand Dz i.c. Dirkje van de Berg (nr.52) beschikbaar047.
Van der Plas c.s.054 vermelden (onder nummer 242) ene C.Ouwehand zonder nader informatie betreffende geboorte en overlijden. Hij is vermoedelijk gehuwd op 17 januari 1841 met Jaapje van der Plas. Hij zou in 1849 kapitein geweest zijn van de Eduard,, “bij het overlijden van zijn stuurman C.Ouwehand op 12 november 1847 te Nickerie (Suriname)”. Er wordt vermeld dat deze kapitein het vlagnummer 771 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop heeft gevoerd.
In 1982 verscheen een privé-uitgave over de stamboom van het zeevaardersgeslacht Ouwehand onder de titel “The Oldhand and the Sea”, waarin tevens gegevens over de familie Spaanderman.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
C.Ouwehand werd met vlagnummer 771 effectief lid van Zeemanshoop per 22 mei 1860 op voordracht van K.Ouwehand. Zijn schip was de “Maria en Johanna”. Toegevoegd is “bedankt”002. Ten tijde van de inschrijving was Ouwehand 22 jaar002a.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 15/22 mei 1860 staat vermeld dat als effectief lid is voorgedragen/benoemd Cornelis Ouwehand, oud 22 jaar, voerend de brik “Maria en Johanna”, voor rekening van Schrijver & van Rossem, wonend te Katwijk, op voordracht van kapitein K.Ouwehand.023.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 09 april 1861 staat de melding: “Brief van Kapt. C.Ouwehand opgevende het vuur vroeger staande op het eiland Lobos thans is geplaatst op de zuidelijke punt van Goreti en zulks in het belang van hen die de Plata Rivier bevaren.”023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 februari 1861 staat de melding door kapitein C.Ouwehand “wegens verplaatsing van vuur te Buenos Ayros”. 042.
De schepen van de kapitein
lid van het zeemanscollege “Zeemanshoop” te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
771 1860 brik Maria en Johanna Schrijver & van Rossum
1861-1865 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025vermeldt C.Ouwehand van 1847 t/m 1849 als kapitein op de 2/mschooner “Eduard”, gebouwd in 1846 te Alblasserdam, 127 ton o.m., varend voor Kuyper, van Dam & Smeer te Rotterdam
Er is bij mij verwarring omtrent deze verschillendpersonen onder de naam C.Ouwehand. Nader genealogisch onderzoek gewenst.
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093
C.Ouwehand Maria & Johanna 18 mei 1860 22 januari 1861
Bouma025 vermeldt C.Ouwehand als gezagvoerder gedurende:
* 1861 op de brik “Maria Johanna”, gebouwd in 1856 te Groningen, 172 ton o.m., varend voor Schrijver & van Rossem te Amsterdam. Het schip werd in 1862 verkocht aan F.R.P.Victor te Amsterdam en herdoopt in “Jeannette Marianne”.
* 1869 t/m 1879 van de 2/msch “Cardenas Packet” ex Cassandra, gebouwd in 1853 te Baltimore, 126 ton o.m., varend voor F.Smelt & Zn te Amsterdam;
* 1880 t/m 1883 op de bark “Suriname” ex Vijf Vrienden, ex Graaf van Hoogendorp, gebouwd in 1840 te Rotterdam, 332 ton o.m., varend voor F.Smelt & Zn te Amsterdam. Het schip werd in 1883 verkocht voor de sloop;
* 1884-1887 op de 3/mSch. “Maria” ex Triëst, gebouwd in 1874 te Hoogezand, varend voor F.Smelt & Zn te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Bronne Mulder werd geboren op 19 oktober 1856 te Nieuwe Pekela als zoon van de schipper Albert Mulder en Geertje Hekman.
Bronne trouwde op 11 maart 1886 te Nieuwe Pekela als scheepsgezagvoerder met Jantje Boswijk, geboren op 05 juni 1866 te Nieuwe Pekela als dochter van de schipper Nanne Boswijk en Afien Smit. Jantje overleed op 08 augustus 1940 te Poortugal, 74 jaar. Als echtgenoot wordt Bronne Mulder vermeld, die wellicht toen nog in leven was.
Geen overlijdensgegevens van Bronne in Nederland gevonden, maar wellicht overleden in Brazilië. (zie hierna)
Ook geen gegevens van eventuele kinderen gevonden.
Lidmaatschap van zeemanscollege(s)
B.A. Mulder was effectief lid van het zeemanscollege “Voororg” te Nieuwe Pekela met vlagnummer 167 in de periode 1886 t/m 1900.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt B.A.Mulder als gezagvoerder gedurende:
* 1884 t/m 1886 van de brik “Oldambt” ex Valette, gebouwd in 1863 in Nth Shields, 308 ton o.m., varend voor T.Kloosterboer te Eexta;
* 1887 t/m 1891 van hetzelfde schip maar nu varend voor H.R.Toren te Scheemda. Het schip was getuigd als een 3/mschip;
* 1892 t/m 1897 van de 3-mastschoener “Aurora” ex Maria, ex Triëst, gebouwd in 1874 te Hoogezand, 208 ton o.m., varend voor J.J.Koerts & Zn te Pekela. Het schip werd in 1897 verkocht naar Brazilië.
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
Geen datum, 1872, schoener “Elsina Geertruida”, kapitein Albert B.Mulder, lichtmatroos Bonne A. Mulder, 15 jaar uit Nieuwe Pekela.
20 februari 1873, schoener “Neptunus”, kapitein Brend B.Mulder, lichtmatroos Bronnelt (sic) Mulder, 16 jaar uit Nieuwe Pekela.
27 januari 1874, kof “Elizabeth”, kapitein Cornelis van Wijk, lichtmatroos Bronne Mulder, 17 jaar uit Nieuwe Pekela.
23 februari 1881, bark “Oldampt”, kapitein Albert B.Mulder, 1ste stuurman Bronne A.Mulder, 24 jaar uit Nieuwe Pekela.
03 november 1886, schoener “Oldambt”, kapitein Bronne Mulder, 30 jaar uit Nieuwe Pekela.
Overige bijzonderheden
Uit: Meer dan armoede en rechte lijnen. De Veenkoloniën. H.A.Hachmer, Genealogie, 12:86-91, 2006.
“Onlangs kreeg het Veenkoloniaal Museum het archief van houtzagerij Koerts te Oude Pekela geschonken en ook daaruit blijkt dat men connecties had in Brazilië. Naast de houtzagerije runde Koerts een rederij van twintig schepen waarvan een deel regelmatig koers zette richting Argentinië en Brazilië. Ontroerend is de correspondentie die kapitein B.A.Mulder met rederij Koerts vanuit Rio Grande, Brazilië onderhield.Hij had in 1896 besloten om voor goed ‘in de west’ te blijven. In maar liefst vier kantjes tekst verontschuldigde hij zich tegenover meneer Koerts. Mulder had stuurman H.Molema op persoonlijke titel bevorderd tot kapitein omdat hij deze ten volste vertrouwde en deze goede capaciteiten bezat. Bovendien was het volgens Mulder te kostbaar om een en ander per telegraaf te regelen. B.A.Mulder koos voor een totaal nieuw leven. Hij kon in Rio Grande loods worden en, zo lezen we, zag hij geen toekomst voor de zeevaart in Nederland en de Veenkoloniën in het bijzonder. Volgens hem waren de vooruitzichten in Rio Grande gunstig. Bovendien zagen hij en zijn vrouw het niet meer zitten om in opdracht van Koerts op de vleeshavens als Pernambuco en Bahia te varen. Blijkbaar waren deze ‘vleesreizen’ bepaald niet prettig.”
In de verzameling van het Kapiteinshuis in Nieuwe Pekela bevindt zich een een aantal Reder-cedulen en rederij-contrachten. Daarin de volgende:
“Reder-cedule
voor 4/40ste aandeel in het gekoperd driemast schoonerbrikschip “Aurora”, in 1874 gebouwd te Hoogezand, thans liggende te Amsterdam en bevaren door kapitein B.A.Mulder. Door scheepsmeter Sundeman volgens meetbrief van 11.2.1891 no. 194 gemeten op 208 zeetonnen.
Afgegeven te Oude Pekela op 22.12.1891 aan N.H.Boswijk voor 3/40ste deel kosten en uitrusting à f 12.000,- = f 900,-.
Ondertekend door J.J.Koerts, boekhouder.
Gedrukt op de snelpers van A,Mulder te Oude Pekela.
inv.nr.SW 1998-51.
Reder-cedule
voor 28/40ste aandeel in het gekoperd driemast schoonerbrikschip “Aurora”, in 1874 gebouwd te Hoogezand, thans liggende te Amsterdam en bevaren door kapitein B.A.Mulder. Door scheepsmeter Sundeman volgens meetbrief van 11.2.1891 no 194 gemeten op 208 tonnen.
Afgegeven te Oude Pekela op 22.12.1891 aan B.A.Mulder voor 28/40set deel kosten bouw en uitrusting à f 12.000,- = f 8.400,-.
Ondertekend door J.J.Koerts, boekhouder.
Gedrukt op de snelpers van A.Mulder te Oude Pekela.
inv.nr.SW 1998-51.