1812
NNO 180512
Delfzijl, 18 mei. Het alhier thuis behorende tjalkschip DRIE GEBROEDERS, schipper Kappen, op reis van Hamburg naar Dortmund, heeft nabij Norderney tijdens een hevige onweersbui averij gekregen aan zeilen en zwaarden. De sleepboot NORDERNEY, die daar juist passeerde, heeft het schip op sleeptouw genomen en alhier binnen gebracht om te repareren.
1916
NNO 130616
Delfzijl, 11 juli. De alhier thuis behorende ijzeren zeetjalk DE DRIE GEBROEDERS, kapitein en eigenaar H. Kappen, is onderhands voor geheime prijs verkocht aan de heer Deen te Groningen. Kapitein Bol alhier zal als gezagvoerder fungeren.
RN 191016
Gotenburg, 14 oktober. De te Groningen thuis behorende tjalk DRIE GEBROEDERS, van Hernösand met planken naar Nederland bestemd, sprong gisteren tijdens een orkaanachtige storm lek en dreef, daar ook de zeilen weggeslagen waren, bij Hamneskär op de hoogte van Marstrand, op het strand. Een van de opvarenden verdronk. De drie overigen werden door personeel van de verlichtingsdienst bij Hamneskär gered. De deklast van de tjalk is overboord gespoeld en het schip zal vermoedelijk totaal wrak worden. Ongeveer 75 à 80 tult van de deklast zijn bij Klöverön aangedreven en geborgen.
RN 231016
Gotenburg, 16 oktober. De Nederlandse tjalk DRIE GEBROEDERS, zoals reeds gemeld bij Hamneskär gestrand, is geheel wrak geworden. Het schip is ten oosten van het Paternoster vuur hoog op het strand gedreven en de bodem is opengescheurd. Het wrak ligt nu rustig en de lading kan geborgen worden. De scheepspapieren en enige andere zaken zijn geborgen.
AH 111116
Raad voor de Scheepvaart. Maandag 13 november, 1.30 uur namiddag, onderzoek naar de oorzaak van het stranden van het tjalkschip DRIE GEBROEDERS op 13 oktober jl. nabij Paternoster-lichttoren; gezagvoerder W. Boll.
AH 141116
Rechtszaken. Raad voor de Scheepvaart. Gisteren stelde de Raad een onderzoek in naar de stranding van het tjalkschip DRIE GEBROEDERS op 13 oktober nabij Paternoster-lichttoren in de Noordzee. De 19-jarige schipper W. Bol uit Delfzijl verklaarde, dat het schip 86 register bruto ton groot was, en vier man equipage voerde. Eerst was het schip van Rotterdam naar Gefle gevaren en van daar naar Hernösand, alwaar de reis naar Veghel (N.B.) aanvaardde. De weg naar Nederland had men over Denemarken genomen. In Denemarken kwam het vaartuig in aanvaring met een Deense stoomboot, waardoor het boven de waterlijn aan bakboord lek werd. Een onderzoek wees uit, dat de schade van geen belang was en geen herstelling behoefde. Op 6 oktober kwam het schip in de Noordzee. Aanvankelijk was het goed weer, doch op 9 oktober werd het stormachtig. Op 10 oktober bemerkte men, dat het schip lek was, wat geen gevolg van de aanvaring kon zijn geweest. De plek waar het schip lek was, kon men niet vinden. Door pompen kon men het schip gelijk houden. Het weer werd intussen al slechter en men dreef steeds meer af. Op 12 oktober werd het weer beter, maar 's middags stak de storm weer op. Op 13 oktober strandde het vaartuig bij Paternoster-lichttoren. De bemanning die zwemvesten aan had, klom in het want en werd met hulp van de wal gered, op een man na, die uit de mast viel en verdronk. Het schip is wrak geworden. De lading, uit hout bestaande, is geborgen. De uitspraak volgt later. (opm: DE DRIE GEBROEDERS, bouwjaar 1909 - 86 brt)
NRC 181116
Raad voor de Scheepvaart. De Raad heeft uitspraak gedaan betreffende de stranding van het tjalkschip DRIE GEBROEDERS. De Raad is van oordeel, dat de oorzaak van de ramp is gelegen in het zware stormachtige weer. Op grond van de verklarlngen van de getuigen acht de Raad het niet aannemelijk, dat het lek is ontstaan door de aanvaring met de Limfjord, vermoedelijk is het lek een gevolg van het zware werken van het schip tijdens de storm. Terecht heeft de schipper getracht, nadat de stagfok de eerste maal was weggeslagen, het schip nlet lens was te krygen en de storm aanhield, Skagen te bereiken; het is hem niet te wijten, dat dlt nlet is gelukt, want toen het voorzeil was weggeslagen, was het schip vrijwel hulpeloos.