Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt kapitein Obelt (zonder initialen) als gezagvoerder gedurende:
* 1858 van de bark “Johannes Christiaan”, gebouwd in 1858 te Zwolle, 583 ton o.m., varend voor Fraissinet & van Baak te Amsterdam.
deze vermelding is foutief. De kapitein heette Cornelis van Heemstede Obelt. (zie aldaar).
Overige bijzonderheden
Geen
Datum vanaf: |
1859 |
Kapitein: |
Obelt, X.X. |
Overige informatie: |
0 |
Familiegegevens en opleiding
Jan Kooy werd geboren te Monnikendam op 31 december 1807.
Hij was getrouwd met Catharina Theresia Velthuis, geboren te Amsterdam op 15 januari 1806.003
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.Kooy werd per 20 juni 1848 op voordracht van S.Veenstra en met vlagnummer 768 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Bij de inschrijving was zijn schip de "Sara Maria". Toegevoegd is "bedankt"002. Ten tijde van de inschrijving waren Kooy en zijn vrouw 40 resp. 42 jaar. Ingeschreven staan 1 zoon uit 1849 en 1 dochter uit 1844002a.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 13/20 juni 1848 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Jan Kooy, oud 40 jaar, voerend de bark “Sara Maria”, op voordracht van kapitein S.Veenstra.023.
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 27 juni 1848. Bedankt in 1870003.
J.Kooy was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1848 t/m 1870 met de vlagnummers 768 (1848-1854) en 384 (1854-1870).
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
768 1848 bark Sara Maria Gebr.Hartsen
1849 geen vermelding van schip en boekhouder
1850-1853 bark Pollux Gebr.Hartsen
384 1854-1857 bark Magdalena idem
1857-1861 bark Magdalena idem
1862-1863 bark Johannes Martinus Batenburg & Co, Rotterdam
1864-1870 bark Sindbad Pfister, Wurfbain & Co
Bouma025 vermeldt J.Kooy als gezagvoerder gedurende:
* 1848 van de bark “Sara & Maria”, gebouwd in 1835 te Amsterdam, 374 ton o.m., varend voor de Gebr. Hartsen te Amsterdam. Het schip voer in 1849 voor C.F.Kopersmit te Amsterdam en was herdoopt in “Bantam”;
* 1851 t/m 1858 van de bark “Pollux”, gebouwd in 1835 te Amsterdam, 472 ton o.m., varend voor de Gebr. Hartsen te Amsterdam. Het schip werd in 1858 gesloopt;
* 1858 t/m 1862 van de bark “Magdalena”, gebouwd in 1850 te Amsterdam, 377 ton o.m., varend voor de Gebr. Hartsen te Amsterdam. Het schip voer in 1863 voor kapitein/eigenaar P.Flens Jz te Texel en was herdoopt in “Elisabeth & Maria”;
* 1863 t/m 1864 van de bark “Johannes Martinus” ex Per Aspera ad Astra, gebouwd in 1854 te Capelle aan de IJssel, 503 ton o.m., varend voor Batenburg & Co te Rotterdam;
* 1865 t/m 1872 van de bark “Sindbad” ex Johannes Christiaam, gebouwd in 1858 te Zwolle, 482 ton o.m., varend voor Pfister, Wurfbain & Co te Amsterdam. Het schip voer in 1873 voor de Groot, Roelants & Co te Schiedam en was herdoopt in “Professor Simon Thomas”.
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
J.Kooy Magdalena 26 juli 1860 02 juni 1861
Magdalena 20 augustus 1861 21 juli 1862
Magdalena 22 september 1862 09 december 1862
Johannes Martinus geen melding 19 november 1863
Sindbad 07 augustus 1864 18 oktober 1865
Sindbad 20 februari 1866 21 november 1866
Sindbad 03 juni 1867 19 maart 1868
Sindbad 01 juli 1868 geen melding
Overige bijzonderheden
Marten Lucas werd door de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam 2 maal geplaats op de Pollux onder kapitein Kooij. De eerste keer als jongen per 04 april 1851 voor een reis van Amsterdam naar Batavia. Terugkeer niet gemeld. De tweede keer als ligtmatroos per 10 januari 1852 voor een reis van Amsterdam naar Batavia, waarna hij zich weer bij de school meldde op 22 februari 1853004(533/2162).
Familiegegevens en opleiding
Frits Pot werd geboren op 29 januari 1836 te Rotterdam als zoon van de Nederlands Hervormde Jacobus Pot, schipper, afkomstig uit Ooltgensplaat, en Cornelis van Rongen. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Coolsingel Wijk 15 nr. 330 (nieuw nr. 90). Hij vertrok in 1866 naar Oost-Indië. Hij trouwde op 26 september 1860 te Rotterdam met Eva Scott, geboren 28 april 1837 te Rotterdam als dochter van de Nederlands Hervormde Jacobus Scott en Jannetje Heyermans005
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
F.Pot was met vlagnummer R243 in de periode 1865 t/m 1872 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein F.Pot met vlagnummer R243 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1865, 1866 van de bark “Lammina Elisabeth” 337 last varend voor Reuchlin & Dutilh te Rotterdam
* 1867 van de bark “Maria Sarah” 337 last varend voor van Overzee & Co te Rotterdam
Bouma025 vermeldt F.Pot als gezagvoerder gedurende:
* 1844 t/m 1867 van de bark “Lamiena Elisabeth”, gebouwd in 1853 te Kinderdijk, 637 ton o.m., varend voor Reuchlin, Moll & Dutilh te Rotterdam. Het schip voer in 1868 voor van Overzee & Co te Rotterdam en was herdoopt in Maria & Sara”;
* 1868 van de bark “Maria & Sarah” ex Lammina Elisabeth, gebouwd in 1853 te Kinderdijk, 637 ton o.m., varend voor van Overzee & Co te Rotterdam;
* 1869 van de bark “Catharina Maria” ex Schouwen, gebouwd in 1848 te Zierikzee, 638 ton o.m., varend voor van Overzee & Co te Rotterdam;
* 1870 t/m 1872 op het 3/m schip “Kortenaar”, gebouwd in 1857 te Alblasserdam, 1020 ton o.m., varend voor E.Suermondt & Zn & Co te Rotterdam;
* 1873 t/m 1876 van de bark “Professor Simon Thomas”, ex Sindbad, ex Johannes Christiaan, gebouwd in 1858 te Zwolle, 481 ton o.m., varend voor de Groot, Roelants & Co te Schiedam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt W.L.Lammers als gezagvoerder gedurende:
* 1877 van de bark “Professor Simon Thomas”, ex Sindbad, ex Johannes Christiaan, gebouwd in 1858 te Zwolle, 481 ton o.m., varend voor de Groot, Roelants & Co te Schiedam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt C.Campbel als gezagvoerder gedurende:
* 1869 t/m 1870 van de bark “Leopold Graaf van Limburg Stirum”, gebouwd in 1865 te Lekkerkerk, 756 ton o.m., varend voor Hartog & Glazener te Rotterdam;
* 1872 t/m 1876 van de brik “Candati”, gebouwd in 1863 te Alblasserdam, 237 ton o.m., varend voor de Groot-Roelants & Co te Schiedam. Het schip werd verkocht naar Batavia als “Mabel”;
* 1878 van de bark “Professor Simon Thomas”, ex Sindbad, ex Johannes Christiaan, gebouwd in 1858 te Zwolle, 481 ton o.m., varend voor de Groot, Roelants & Co te Schiedam.
Uit: Jaarbericht 2014 van Marhisdata
Overige bijzonderheden
C.Campbell vertrok van Brouwershaven op 13 oktober 1869 met de “Graaf Leopold van Limburg Stirum” en 1 landmachtofficier. Hij arriveerde te Batavia op 29 januari 1870 na een reis van 108 dagen065.
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt B.A.Pronk als gezagvoerder gedurende:
* 1879 van de bark “Professor Simon Thomas”, ex Sindbad, ex Johannes Christiaan, gebouwd in 1858 te Zwolle, 481 ton o.m., varend voor de Groot, Roelants & Co te Schiedam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
T.Boon was met vlagnummer R62 in de periode 1879 t/m 1885 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dit betekende dat hij wèl de Maatschappijvlag mocht voeren, maar geen aanspraak kon maken op financiële tegemoetkomingen058.
In de Jaarverslagen 1880 t/m 1883 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein T.Boon met vlagnummer R62 in de ledenlijsten als gezagvoerder maar zonder vermelding van schip en boekhouder058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt T.Boon als gezagvoerder gedurende:
- 1876 t/m 1879 van het 3/mschip “L. J. Enthoven”, gebouwd in 1864 te Alblasserdam, 848 ton o.m., varend voor de Groot Roelants & Co te Schiedam. Het schip werd te Mauritius geabandoneerd en verkocht; (Bouma zegt F.Boon, maar dat is een verwisseling van T. en F.)
- 1880 van de bark “Professor Simon Thomas” ex Sindbad, ex Johannes Christiaan, gebouwd in 1858 te Zwolle, 481 ton o.m., varend voor de Groot, Roelants & Co te Schiedam. Het schip werd in 1880 te Bremerhaven verkocht.
Overige bijzonderheden
Geen
|