Familiegegevens en opleiding
Jacob Cordia werd geboren op 11 januari 1824 te Maassluis.
Hij trouwde te Maassluis op 17 december 1850 met Maria Kerkhof, geboren te Maassluis op 16 november 1830 als dochter van Jan Kerkhof en Neeltje Ruiten. Na het overlijden van Jacob Cordia trouwde zij voor de tweede maal met Adrianus Huizer.
Van Jacob Cordia wordt vermeld: ”zeeman (1840), schipper ter zee ‘ter bevissing’ (1850), kapitein ter koopvaardij (1850, 1859) vertrokken naar Rotterdam 14 december 1850, overl. Rotterdam 16-1-1859.”
Ontleend aan: “Fragmentgenealogie Cordia” door L.M. van der Hoeven, Gens Nostra 58(12): 641-649, 2003.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.Cordia was met vlagnummer R316 in de periode 1851 t/m 1859 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de Jaarverslagen 1858 en 1859 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij een ondersteuning kreeg van f200,- ’s jaars vanwege ouderdom en/of behoeftigheid058.
In het Jaarverslag 1859 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1859 is overleden. In hetzelfde Jaarverslag wordt vermeld dat aan zijn weduwe een uitkering is verstrekt van f 160,75 voor haar en haar kind voor een periode van 11½ maand. Hieruit is te concluderen dat kapitein J.Cordia half januari 1859 is overleden058.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van het College staat kapitein J.Cordia met vlagnummer R316 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1851 van de kotter “Argus” 20 last varend voor de Gebr. van Rossem te Rotterdam
* 1855 van de sch. “Argus” 93 last varend voor de Gebr. van Rossem te Rotterdam
* 1858 geen vermelding van schip en reeder
Bouma025 vermeldt J.Cordia als gezagvoerder gedurende:
* 1852 t/m 1854 van de 2/mSch. “Hollander”, gebouwd in 1852 te Elshout, 130 ton o.m., varend voor de Gebr. van Rossem te Rotterdam;
* 1852 t/m 1855 van de sloep “Argus”, gebouwd in 1846 te Rotterdam, 32 ton o.m., varend voor J.Rahder & Co te Rotterdam;
beide voorgaande perioden overlappen elkaar. Bouma geeft alleen initialen en geen vóórnamen. Het kan dus zijn dat de “Hollander” onder Jillis Cordia heeft gevaren.
* 1856 t/m 1857 van de sch.brik “Argus”, gebouwd in 1854 te Elshout, 173 ton o.m., vaend voor de Gebr. van Rossem te Rotterdam;
* 1857 van de sch.brik “Ceres”, gebouwd in 1856 te Elshout, 163 ton o.m., varend voor de Gebr. van Rossem te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
NRC 30 november 1850
Rotterdam, 29 november. De Nederlandse schepen WILHELMINA, kapt. Valkenier, van Vlaardingen naar Lissabon, en ARGUS, kapt. Cordia, van hier naar Nantes bestemd, zijn beide de 26e te Torbay-Brixton binnengelopen, de laatste met verlies van boegspriet, zeilen en meer andere schade.
NRC 11 oktober 1852
Rotterdam, 10 oktober. Volgens een van Zr.Ms. consul-generaal te Smirna (opm: Izmir), onder dagtekening van de 27e september jl. ontvangen bericht, zijn aldaar de navolgende Nederlandse schepen aangekomen: …..
van Rotterdam en Genua de schoener HOLLANDER, kapt. Cordia; …..
NRC 25 oktober 1852
Rotterdam, 24 oktober. Onder dagtekening van de 7e oktober jl. wordt door Zr Ms. consul generaal te Smirna (opm: Izmir) bericht, …. De 7e oktober j.l. waren van Smirna naar Rotterdam vertrokken: de Nederlandse schoener HOLLANDER, kapt. J. Cordia; ….
NRC 03 januari 1853
Cowes, 30 december. De Nederlandse schoener HOLLANDER, kapt. Cordia, van Newcastle naar Smirna (opm: Izmir), is hier heden met verlies van steng, boegspriet, verschansingen enz. binnen gelopen.
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
C.Manneken was met vlagnummer R416 in de periode 1857 t/m 1863 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1863 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaarty (Maritiem Museum, Rotterdam) wordt opgegeven dat hij is “vermist of verongelukt”058.
De schepen van de kapitein
In het Jaarverslag 1863 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) wordt opgegeven dat hij gezagvoerder is, gedurende:
* 1858, 1859, 1862 van de sch. “Ceres” 86 last varend voor de Gebr. van Rossem te Rotterdam
Bouma025 vermeldt C.Manneken als gezagvoerder gedurende:
* 1858 t/m 1863 van de sch.brik “Ceres”, gebouwd in 1856 te Elshout, 163 ton o.m., varend voor de Gebr. van Rossem te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
C.Boog was met vlagnummer R59 in de periode 1879 t/m 1885 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dit betekende dat hij wèl de Maatschappijvlag mocht voeren, maar geen aanspraak had op financiële tegemoetkomingen058.
C.Boog wonend te Vlaardingen was met vlagnummer 42 in de periode 08 december 1864 t/m zijn royement (vermoedelijk) 1878 lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart”.111.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” dd 07 december 1882 staat een opsomming van geroyeerde leden waaronder:
“Vlag 42. C.Boog. Vlaardingen. Niet betaald sedert 1875/76. Geroyeerd. (geen jaartal vermeld, maar wegens overeenkomstige gevallen wellicht 1878)064a
De schepen van de kapitein
In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat C.Boog als gezagvoerder064:
- 1874 bark “Bravo” boekhouder Gebr. van Rossem te Rotterdam (andere boekhouder dan
hierna
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein C.Boog met vlagnummer R59 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
- 1880 van de bark “Mina” 723 ton n.m. varend voor van Charante & Co te Rotterdam
- 1881 t/m 1883 van het fregat “Salatiga” 1101 ton varend voor van Charante & Co te Rotterdam
Bouma025 vermeldt C.Boog als gezagvoerder gedurende:
- 1864 t/m 1868 van de sch.brik “Ceres”, gebouwd in 1856 te Elshout, 163 ton o.m., varend voor de Gebr. van Rossem te Rotterdam. Het schip werd in 1868 afgekeurd in averij;
- 1869 van de brik “Leda” ex Marianne, gebouwd in 1857 te Papenburg, 173 ton o.m., varend voor Ph. van Ommeren te Rotterdam;
- 1870 t/m 1873 van de bark “Bravo” ex Sir Robbert Peel, gebouwd in 1858 te Zwolle, 377 ton o.m., varend voor Ph.van Ommeren te Rotterdam. Het schip werd in 1873 verkocht naar Noorwegen;
- 1874 t/m 1875 van de bark “Adriana Petronella”, gebouwd in 1856 te Bolnes, 658 ton o.m., varend voor P.Varkevisser & Zn te Rotterdam. Het schip werd in 1875 verkocht naar Noorwegen en herdoopt in “Helena”.
Volgens Verhoeff086 werd het schip in 1875 naar Duitsland verkocht met behoud van de naam “Adriana Petronella” en in 1881 naar Noorwegen met een herdoop in “Helena”.
- 1876 t/m 1881 van de bark “Mina”, gebouwd in 1867 te Rotterdam, 752 ton o.m., varend voor van Charante & Co te Rotterdam;
- 1882 van het 3/mschip “Salatiga”, gebouwd in 1872 te Rotterdam, 1225 ton o.m., varend voor van Charente & Co te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
De bark “Bravo” onder kapitein C.Boog vertrok uit Antwerpen op 17 januari 1869 en kwam, via een Kaap Hoornronding, aan te Valparaiso op 18 februari 1870. Op 21 maart 1870 een melding uit Iquique en op 09 oktober aankomst te Vlissingen, wederom via Kaap Hoorn.121
Hetzelfde schip en kapitein werden gemeld op 24 december 1870 te Antwerpen en op 03 april 1871 te Valparaiso. Op 17 mei te Iquique en vervolgens weer te Antwerpen, zonder datum. Dus op zowel de heen- als de terugreis een Kaap Hoorn ronding.121-
Tenslotte melding van de “Bravo” onder kapitein Boog te Antwerpen op 07 januari 1872, Valparaiso op 30 mei 1872, Pisagua op 01 maart 1873 en terug te Falmouth op 03 juni 1873, dus ook hier twee Kaap Hoorn rondingen.121.