Familiegegevens en opleiding

Klaas Lammerts werd geboren te Hindelopen op 20 oktober 1825 als zoon van Folkert Annes Lammerts , oud gezagvoerder, burgemeester van Hindelopen en Beitje Klazes Tjibbes. Hiju was de broer van kapitein Sijtje Folkerts Lammerts.^tresoar

Hij trouwde op 28 april 1852 te Dordrecht als stuurman met Margaretha van der Plank, geboren in 1828 te Dordrecht als dochter van Cornelis van der Plank, koopman, en Johanna Crollius. In 1860 woont hij aan de Groenmarkt samet zijn vrouw en kinderen Folkert (1853), Maria Johanna (1856) en Klasina (1857), allen geboren te Dordrecht.

Op 25 november 1853 laat hij een testament opmaken (nr. 1685) bij notaris J. de Koning te Dordrecht.

Klaas overleed op 27 maart 1867 op zee bij Mountsbay Zuid in West Engeland.⁰⁶⁴

 

 

NRC 07 april 1867

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

K.F.Lammerts wonend te Dordrecht werd per 26 augustus 1853 met vlagnummer 83 lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” en wisselde in 1856 naar vlagnummer 19 dat hij behield tot aan zijn overlijden in 1867. Bij zijn intrede in 1853 was hij gezagvoerder van het fregat “Maria Jacoba”.^064a

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In het kasboek van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” staat op 03 september 1853 de storting door K.F.Lammers van f 15,- als entreegeld voor lidmaatschap van het college.^064b

In de notulen van de Bestuursvergadering van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” dd 25 april 1856 staat het verzoek van kapitein K.F.Lammerts om te worden overgeplaatst naar vlagnummer 19. Het bestuur gaat accoord.⁰⁶⁴

 

De schepen van de kapitein

In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat K.F.Lammerts als gezagvoerder^064a:

*    1854 t/m 1857                              bark “Maria Jacoba”           boekhouder J. van Wageningen D^z te Dordrecht

*    1858 t/m 1859; 1861 bark “         Jhr.Mr. van de Wall van Puttershoek”

 

Bouma⁰²⁵ vermeldt K.F.Lammerts als gezagvoerder gedurende:

*    1853 t/m 1857 op de bark “Maria Jacoba”, gebouwd in 1853 op de werf van Cornelis Gips te Dordrecht, 540 ton o.m., varend voor J.van Wageningen D^z te Dordrecht. In 1857 is het schip op weg van Java naar Rotterdam op de Goodwins gestoten en gezonken;

*    1857 t/m 1867 van de bark “Jhr Mr. v/d Wall van Puttershoek”, gebouwd in 1856 op de werf van Cornelis Gips te Dordrecht, 621 ton o.m., varend voor J. van Wageningen D^z te Dordrecht. Het schip is in 1867 kapotgeslagen op de Lizard.

 

Overige bijzonderheden

K.F.Lammerts vertrok op 08 december 1859 vanuit Brouwershaven met de “Jonkheer Mr. van de Wall van Puttershoek” en een detachement van 3 officieren en 100 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 10 maart 1860 na een reis van 93 dagen. Onderweg was 1 manschap overleden⁰⁶⁵.

 

Op 26 oktober 1853 stond er in “De Dordrechtsche Courant” het volgende bericht:

“G.Gips en zonen is voornemens aanstaande 27 oktober voor middag half 12 op hun werf “DE MERWEDE” te water te laten, het barkschip “MARIA JACOBA”, 280 last voor reder J.van Wageningen Dz (te Dordrecht), Kapitein is K.F.Lammertz, … “⁰⁶⁴.

 

In een adres dd 12 december 1855 aan de Tweede Kamer der Staten Generaal drongen 58 gezagvoerders aan op de invoering van een Tuchtwet. Zij meldden dat de uitvoering van hun beroep dagelijks meer en meer werd belemmerd door de onmogelijkheid om aan boord der schepen behoorlijke orde en tucht te bewaren. Een van de ondertekenaars was P.G. Lammerts van de bark “Maria Jacoba”.¹⁰⁴.

 

Ontleend aan van Blokland-Visser⁰⁶⁴:

MRD = monsterrol uit het Gemeentearchief van Dordrecht.

Op 01 december 1853 (MRD 1608) is hij de eerste kapitein op de bark “Maria Jacoba” voor een reis naar Londen en door naar Australië.

Op 25 april 1856 was hij gezagvoerder op de als bark getuigde “Maria Jacoba”

Op 13 november 1856 (MRD 1060) is hij de eerste kapitein op de bark “Jhr. van de Wal van Puttershoek” en vertrekt met 22 man naar Cardiff en door naar Adelaide. Het schip vergaat op 27 maart 1867 bij de zuidkust van Engeland op de thuisreis uit Batavia . Kapitein, bemanning en passagiers komen om op een matroos na die aan de wal spoelt en verslag doet.

In een krant dd 30 maart 1867 staat:

        “De bark ,,Jhr v/d Wal v Puttershoek” met kapitein Lammerts voor de kust van Cornwall / Landsend totaal verongelukt op de reis uit Batavia naar Nederland. Op 19 januari 1867 vertrokken uit Sint Helena met een lading koffie suiker en tin. Het schip werd geheel opengebroken. De kapitein, 2 stuurlieden, de bootsman, en 20 bemanningsleden, en de passagiers, 3 vrouwen en 2 mannen verdronken bij Kaap Lizard bij storm op 27 maart 1867 s’morgens om 4 uur op de rotsen van Paljew Cove gedreven. In 20 minuten was het schip in stukken geslagen. De volgende dag zijn 10 verminkte lijken aangespoeld bij Mullion, de andere lijken worden nog vermist.”⁰⁶⁴

 

“347 ZOETHOUT, Gerrit, oud 20 jaren, 3^de stuurman, geboren en wonende te Dordrecht.

  348 EMBLOM, Johan Gustaf, oud 24 jaren, matroos, wonende te Gothenburg.

349. LYON, James, oud 26 jaren, matroos, geboren te Cornwallis.

Deze 3 zijn in Februarij 1857 te Adelaide gedeserteerd van het Ned. schip Jonkheer Mr. van de Wall van Puttershoek, kapitein K.F.Lammerrts.”

Algemeen Politieblad 1858. Collectie CBG.

 

Provinciale Groninger Courant 02 april 1867¹¹⁴

Groningen 1 Apr. Volgens ontvangen berichten is het bij Mulliton, op de kust van Cornwall, totaal verongelukte en verbrijzelde Nederlands schip gebleken te zijn de te Dordrecht thuisbehorende, in 1836 gebouwde en 328 last metende bark JHr. Mr. VAN DER WAL VAN PUTTERSHOEK, gevoerd geweest door kapitein Lammerts, van Java komende, de 16 de januarij van St. Helena vertrokken. Van de lading is een aanzienlijke hoeveelheid koffij geborgen. Van de equipage bestaande uit 22 personen, benevens 2 mannelijke en 3 vrouwelijke passagiers en 1 kind, is slechts 1 matroos, zijnde een Griek gered.

 

Provinciale Groninger Courant 04 april 1867 do.¹¹⁴

Amsterdam 1 Apr. Een de Londense dagbladen, de Morning Star, meldt het feit, dat de Griek, die bij het vergaan van het schip JONKHEER MR. VAN DER WAL VAN PUTTERSHOEK, ( kapitein Lammerts) behouden is gebleven zich de naam van de kapitein niet te binnen kan brengen. Het Londense blad geeft hierbij te kennen, dat men dit de man waarlijk tot geen verwijt mag maken, want dat zulke namen ook voor een vreemdeling niet te onthouden zijn. Met de naam van het schip JONKHEER, zou dit nog wel gaan, maar niet met een naam als die van de kapitein. Mr. Van Der Wal PutterchokLammerts.