Familiegegevens en opleiding
Johan Coenraad Berk werd geboren te Kampen op 18 februari 1821.
Hij huwde met Maria Cornelia van Geyt, geboren te Den Haag op 08 maart 1819. Lid van Weldadig Zeemans Fonds op 28 december 1852. 003.
Volgens het Bevolkingsregister 1851-1853 (-1860) van Amsterdam woonde Johan Coernraad Berk, geboren op 18 februari 1821 te Kampen, gehuwd en Evangelisch Luthers op de Nieuwe Herengracht 67 te Amsterdam.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.C.Berk werd met nr.752 effectief lid van Zeemanshoop per 06 juli 1847 op voorspraak van A.van Oosterom. Zijn schip was de “Theodora Sara”002. Ten tijde van de inschrijving waren Berk en zijn vrouw 26 resp. 27 jaar. Ingeschreven staat 1 dochter Johanna Elisabeth Maria (1847). Toegevoegd staat “bedankt” 002a.
In de Algemene Vergaderingen van 29 juni/06 juli 1847 werd als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop voorgedragen/benoemd Johan Coenraad Berk, oud 26 jaar, voerend de bark “Theodora en Sara”, wonend op de Overtoom te Amsterdam, op voordracht van kapitein A.van Oostrom.023.
J.C.Berk was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1847 t/m 1859 met de vlagnummers 752 (1847 t/m 1854) en 373 (1854 t/m 1859).
Hij werd op 28 december 1852 deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop.”Bedankt als doorl.deeln. 1859 naar O.I. vertrokken”003
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 31 maart 1859 staat de mededeling van kapitein J.C.Berk dat hij zich op Java gaat vestigen en bedankt voor het effectieve lidmaatschap. Hij wil honorair lid worden en verzoekt tenslotte om in zijn huidige positie te worden hersteld, wanneer hij weer terug zou keren. Het Bestuur antwoord dat hij het honorair lidmaatschap kan aanvragen als hij zich in Indië heeft gevestigd. Zijn verzoek om eventueel in zijn rechten te worden hersteld, wordt afgewezeen.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 20 februari 1855 staat een: “Missive van het Koninklijk Nederlandsch Metereologisch Instituut te Utrecht dankzeggende voor het door Kapitein J.C.Berk ingezonden Journaal waaraan de meeste lof wordt gegeven.”. Het KNMI had een prijs ingesteld voor het best bijgehouden scheepsjournaal op het gebied van metereologie en hydrografie.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 26 april 1859 wordt vermeld een: “Brief van Kapt. J.C.Berk, berigtende dat hij zich op Java gaat vestigen en bedankende voor het Effectief lidmaatschap, doch verzoekende tot Honorair lid te worden overgeschreven, het 1e aangenomen voor berigt en het 2e betreft, dat hij zich in Oost-Indiën als Honorair lid bij den Correspondent kan aanmelden.”023.
De schepen van de kapitein
Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
752 1848-1851 brik Alida Willemina Wed.B.W.van Starckenborg van Straten
1852 geen opgave van schip en boekhouder
1853 bark Jacoba en Christina G.W.van Barneveld Kooy
373 1854-1858 bark Jacoba en Christina idem
De heer Scholten, Leusden, vatte de kapiteins, hun schepen, het aantal reizen en de deinstjaren samen die werden gevaren in dienst van de rederij van B.W.Starkenborgh van Straten. (september 2008)116
Naam Schip Periode Aantal reizen Diensttijd
J.C.Berk Theodora & Sara (2de) 1848-1852 1
Alida Willemina 1848-1852 4
5 4
Bouma025 vermeldt J.C.Berk als gezagvoerder gedurende:
* 1847 t/m 1848 van de bark “Theodora Sara”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 334 ton, varend voor de we. B.W. van Starckenborgh van Straten;
* 1849 t/m 1852 op de brik “Alida Willemina” ex Prins der Nederlanden, gebouwd in 1827 te Amsterdam, 214 ton o.m., varend voor de wed. van Starckenborg van Straten te Amsterdam;
* 1853 van de bark “Gelderland”, van stapel gelopen op 01 december 1849 te Amsterdam023, 460 ton o.m., varend voor G.W.van Barneveld Kooy te Amsterdam;
* 1854 t/m 1859 van de bark “Jacoba & Christina”, gebouwd in 1852 te Amsterdam, 453 ton o.m., varend voor G.W.van Barneveld Kooy te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
In de “Biografie van Cornelis Abrahamsz Jr” 109 staat vermeld:
Eind oktober 1853:
“gedurende de 2 vorige rijzen had mijn patroon behalve de Azia noch 2 schepen laten bouwen, zijnde de Julie Claire en de Jacoba Christina welke gevoerd werden, door de kapt. de Wijn de eerste en de laatste door Kapt. Berk … terwijl er nu weder een kiel gelegd was, voor een nieuw schip hetwelk de Willemina Clara zoude heten en waarom ik solliciteerde.”
Begin februari 1859 aankomst te Den Helder met de “Wilhelmina & Clara”:
“Kapt Berk met de Jacoba Christina, die altijd gewoon was vlugger reizen te maken, en daardoor door de patroon ons altijd als voorbeeld was aangewezen, was nu deze keer 14 dagen voor mij van Batavia vertrokken, en kwam 2 dagen na mij binnen.”
Familiegegevens en opleiding
Feije Pieters Jans Jaski ("volgens geboorte & trouwacte Feye Pieters Jaskie”) werd geboren te Schiermonnikoog op 16 juni 1811 en overleed in 1865.
Hij trouwde met Willemina Bart, geboren te Amsterdam 22 oktober 1815 en overleden in januari 1849. Hij trouwde voor een tweede maal met Petronella Elisabeth Kuipers, geboren te Dordrecht op 30 september 1819. Lid van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 22 december 1840003.
Feije Pieter Jaski werd geboren te Schiermonnikoog op 16 juni 1811 als zoon van Jan Johannsz(Jansz) Jaski en Geertruida Feyes Visser.
Hij trouwde voor de eerste maal op 25 oktober 1839 te Amsterdam met Wilhelmina Bart, geboren op 22 oktober 1815 te Amsterdam als dochter van Jacob Jans Bart en Engeltje Simons Kraay. Zij kregen 5 kinderen, 3 zonen en 2 dochters. Wilhelmina Bart overleed op 02 februari 1849 te Amsterdam. Feye Pieter hertrouwde op 17 maart 1850 te Dordrecht met Petronella Elisabeth Kuipers, geboren op 30 september 1819 te Dordrecht. Het gezin woonde o.a. in de Regtboomstraat 353 te Amsterdam. Er werden uit dit huwelijk 2 zonen en 2 dochters geboren. Petronella overleed op 12 april 1887 te Amsterdam. Feije Pieter overleed op 29 juni 1865 op zee van Java naar Nederland aan boord van de bark “Jacoba en Christina” 046
Algemeen Handelsblad, 10 juli 1865114
Heden ontving ik het voor mij en de mijnen hoogst smartelijk berigt, dat mijn geliefde Echtgenoot, FEIJE PIETERS JASKI, Gezagvoerder van het Barkschip Jacoba & Christina, op de reis van Java herwaarts, den 29 Junij jl. in den ouderdom van 54 jaren is overleden. Amsterdam, 6 Julij 1865.
P.E.Jaski, Kuipers. Eenige kennisgeving”.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
F.P.J.Jaski (adres Haarlemmerdijk bij de Brouwersstraat) werd per 01 december 1840 met vlagnummer 568 en op voordracht van kapitein H.Rolff ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege “Zeemanshoop”. Zijn schip ten tijde van de inschrijving was de “Stad Utrecht”. Toegevoegd is de opmerking “overleden”002. Ten tijde van de inschrijving waren Jaski en zijn vrouw 29 resp. 21 jaar. Ingeschreven staat 1 zoon uit 1840002a.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 01/08 december 1840 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Feye Jans Pieters Jaski (vóórnaamvolgorde correct weergegeven), oud 30 jaar, voerend het fregat “Stad Utrecht”, wonende aan de Haarlemmerdijk bij de Brouwerstraat 58, op voorspraak van kapitein H.Rolff. Hij kreeg vlagnummer 568023.
F.P.J.Jaski wonend te Amsterdam was in de periode 07 december 1849 t/m zijn overlijden op 29 juni 1865 met vlagnummer 68 lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart”. Ten tijde van de inschrijving was hij gezagvoerder van de “Stad Utrecht”.111 en 064
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 03 augustus 1865 vraagt de wed. F.P.J.Jaski geb. Kuipers om de reglementaire uitkering welke haar in de vergadering van 31 augustus 1865 wordt toegekend ingaande 01 augustus 1865 voor haar en 3 kinderen.042
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 26 september 1865 staat vermeld dat per 01 augustus 1865 een uitkering in de 1e klasse is toegekend aan de wed. F.P.J.Jaski geb. Kuipers voor haar en 3 kinderen.023.
In het kasboek van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” staat op 31 december 1849 de storting van f 15,- als entreegeld voor lidmaatschap van het college.064b
De schepen van de kapitein
Hij was gezagvoerder op de "Stad Utrecht" (1841-1859) en de "Jacoba Christina" (1860-1865)046.
lidmaaschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
568 1841-1853 fregat Stad Utrecht Tra Kranen & Co
240 1854-1858 fregat Stad Utrecht idem
1859-1864 bark Jacoba en Christina G.W.van Barneveld Kooij
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
F.P.J.Jaski Jacoba Christina 08 december 1859 21 februari 1861
Jacoba Christina 21 mei 1861 12 maart 1862
Jacoba (&) Christina 23 juni 1862 13 mei 1863
Jacoba & Christina 01 juli 1863 19 april 1864
Jacoba & Christina 27 juli 1864 07 juli 1865
thuis met kap. Sorgdrager qq
Bouma025 vermeldt kapitein F.P.J.Jaski als gezagvoerder van de volgende schepen:
* het 3/m schip “Stad Utrecht” (gebouwd in 1836 te Amsterdam, 673 ton o.m.) van 1842 t/m 1858 varend voor Trakranen & Co te Amsterdam. Het schip werd in 1859 gesloopt;
* de bark “Jacoba en Christina” (gebouwd in 1852 te Amsterdam, 453 ton o.m.) van 1860-1866, varend voor G.W.van Barneveld Kooy te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Op 11 maart 1844 wordt Adriaan Dirk Brinkhorst door de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam geplaatst op de "Stad Utrecht" onder kapitein Jaski voor een reis naar Batavia vanuit Amsterdam010(533-1926).
In Maart 1844 monsterde J.G.de Roever als lichtmatroos aan op het fregat “Stad Utrecht” onder kapitein F.P.J.Jaski om met dit schip naar Java te gaan. “Hij maakte de reis vandaar (d.i.Nieuwe Diep) naar Batavia (112 dagen), Tegal, terug naar Batavia en weder naar Amsterdam. Toen de “Stad Utrecht” in Januari 1845 in het Nieuwe Diep binnenkwam was het N.H.Kanaal dichtgevroren, zoodat de bemanning te N.D. werd afgemonsterd en per diligence naar Amsterdam gebracht.”
Uit: “Eenige voorvallen uit mijn zeemansloopbaan” door J.C.de Roever. Ons zeewezen, 32, p. 255, 1933.
In het dagboek van Johan Gerrit de Roever (1841-1878) wordt verslag gedaan van zijn reizen. Dit dagboek is in bezit van mevr. J.H.A.de Graaf-de Roever, Ravellaan 20, Heemstede terwijl een transcriptie zich bevindt bij de Vereniging Nederlandse Kaaphoornvaarders te Hoorn.
De volgende reizen werden door de Roever gemaakt op het fregat “Stad Utrecht” onder kapitein F.P.J.Jaski
* Amsterdam - Batavia - Tagal - Samarang - Batavia - Amsterdam.
02 maart 1844 - 23 januari 1845. Lichtmatroos, 19 jaar.
* Amsterdam - Batavia - Soerabaja - Passoeroeang - Batavia - Amsterdam
28 april 1845 - 12 april 1846. Zwaar lichtmatroos , 20 jaar.
F.P.J.Jaski verzorgde per 09 april 1843 vanuit Nieuwediep met de “Stad Utrecht” een troepentransport van 3 officieren en 120 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 26 juli 1843 na 108 dagen.
Per 22 mei 1845 vertrok hij vanuit Nieuwediep met de “Stad Utrecht”en een contingent van 3 officieren en 53 manschappen. Hij kwam te Batavia aan op 17 september 1845 na 118 dagen.
En per 25 februari 1858 vertrok hij wederom vanuit Nieuwediep met de “Stad Utrecht” en een troepentransport van 2 officieren en 125 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 16 juni 1858 na 111 dagen. Onderweg was 1 militair overleden065.
Hendrik Sweys begon een reis als 1ste stuurman van Texel op 22 mei 1845 per “Stad Utrecht” onder kapitein F.P.Jaski met een detachement geweermakers en enige passagiers. Het schip arriveerde te Batavia op 10 september 1845. Het vertrok op 01 oktober 1845 naar Soerabaja en kwam aan op de 11de Het schip zeilde door op 16 oktober 1845 naar Passaroeang en kwam daar aan op de 17de. Men vertrok op 09 november om te Batavia op 17 november 1845 aan te komen. Op 23 november aanvaardde men de terugreis en kwam op 20 maart 1846 aan te Nieuwediep.090
In de Harlinger Courant van half maart 1853 (geen datum op de fotokopie van de pagina) staat in de rubriek SCHEEPS-BERIGTEN het volgende096:
“AMSTERDAM, 18 Maart. Volgens brief van kapt. Jaski, voerende het schip Stad Utrecht, in dato Sydney N.Z.W. 27 Dec., was hij toen aldaar bezig met het inladen der Ballast ten einde den 29 dito, de reis naar Batavia aan te nemen: twee matrozen waren gedeserteerd doch overigens alles wel aan boord.”
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
D.Gaaff werd met nr.741 lid van Zeemanshoop per 08 juni 1858 op voorspraak van F.Molenaar. Zijn schip was de "Amicitia"002.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 01/08 juni 1858 staat vermeld dat tot effectief lid is voorgedragen/benoemd Dirk Gaaff, oud 35 jaar, voerend de bark “Amicitia”, voor rekening van G.W. van Barneveld Kooy, op voordracht van kapitein F. Molenaar.023.
D.Gaaff was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1858 t/m (minstens) 1873 met vlagnummer 741.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
741 1858-1860 bark Amicitia G.W.van Barneveld Kooy
1861-1864 bark Gelderland idem
1865-1869 bark Jacoba en Christina idem
1870-1873 fregat Nehalennia F.F.Groen
Bouma025 vermeldt D.Gaaff als gezagvoerder gedurende:
* 1859 t/m 1860 van de bark “Amicitia”, gebouwd in 1849 te Amsterdam, 328 ton o.m., varend voor G.W.van Barneveld Kooy te Amsterdam. Het schip voer in 1861 voor Harmens & Co te Harlingen en was herdooopt in “Macassar”;
* 1862 t/m 1865 van de bark “Gelderland”, van stapel gelopen op 01 december 1849 te Amsterdam023, 460 ton o.m., varend voor G.W.van Barneveld Kooy te Amsterdam;
* 1866 t/m 1870 van de bark “Jacoba & Christina”, gebouwd in 1852 te Amsterdam, 453 ton o.m., varend voor G.W.van Barneveld Kooy te Amsterdam;
* 1871 t/m 1872 van het 3/mschip “Nehalennia”, ex Vicksburg, gebouwd in 1863 te Bath (Maine), 1355 ton o.m., varend voor F.F.Groen te Amsterdam.
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
D.Gaaff Amicitia 21 september 1858 18 maart 1861
Gelderland 05 september 1861 07 augustus 1862
Gelderland 21 november 1862 31 oktober 1863
Gelderland 03 mei 1864 28 februari 1865
Jacoba Christina 21 februari 1866 18 december 1866
Jacoba Christina 18 maart 1868 28 januari 1869
Overige bijzonderheden
D.Gaaff vertrok per 20 februari 1866 van Nieuwediep met de “Jacoba en Christina” en 1 landmachtofficier. Hij arriveerde te Batavia op 14 juni 1866 na een reis van 114 dagen065.
In de “Biografie van Cornelis Abrahamsz Jr” staat de vermelding109:
Amsterdam Mei 1865:
“In de maand Mei was het juist Vijftig jaren geleden dat Mr. Barneveld Kooij in deze stad was gekomen, en wel toen als Kweekeling in de Kweekschool voor de Zeevaart, en daar zijn Ed, zoowel als zijne Echtgenoot nochal van feestvieren hielden zoo wenschte hij dit feestelijk te vieren, en daartoe moest ook medewerken dat hij ons Kapiteins die voor hem voeren wilde verblijden. … Later werden we allen, Kapt.Trappen uitgezonderd, die reeds naar zee was, in wiens plaats Kapt. Gaaf binnen was, met onze vrouwen genodigd op eene Partij in eene der zalen van het park, … “.
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.J.W.Steevert werd met vlagnummer 874 per 09 januari 1872 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein P.Buijs Jr. Als zijn schip is genoemd de “Waterloo” 002. Ten tijde van de inschrijving was Steevert 38 jaar002a.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 02/09 januari 1872 wordt als effectief lid voor de vlag voorgedragen/benoemd J.J.W.Steevert, oud 38 jaar, voerend het fregat “Waterloo”, voor rekening van G.W. van Barneveld Kooy, op voordracht van kapitein C.Abrahamsz.023.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
874 1872-1877 fregat Waterloo G.W.van Barneveld Kooy
1878-1880 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt J.J.W.Steevert als gezagvoerder gedurende:
- * 1871 van de bark “Jacoba & Christina”, gebouwd in 1852 te Amsterdam, 453 ton o.m., varend voor G.W.van Barneveld Kooy te Amsterdam;
- * 1873 t/m 1878 van het fregat “Waterloo, op 13 juni 1865 te Amsterdam te water gelaten023, 756 ton o.m., varend voor G.W. van Barneveld Kooy te Amsterdam. Het schip is in 1878 op Madura gestrand.
Overige bijzonderheden
In een notitie van de Waterschout te Amsterdam dd 26 juni 1878 wordt omtrent dat de “Waterloo” onder kapitein J.J.W.Steevert gemeld: “is op reis van Soerabaya naar Banjoewangi ik verneem nabij Hertenbeesten eiland op een rif geloopen en wrak geworden en vermoed dat genoemd Gezagvoerder nog op Java vertoefd.” (Ingekomen stukken bij de Amsterdamse Waterschout. Archief 391 nr. 5, Rijksarchief te Haarlem)
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
P.J.Mulder werd met vlagnummer 829 effectief lid van Zeemanshoop per 15 augustus 1865 op voordracht van C.Abrahamsz. Zijn schip was de "Gelderland"002. Ten tijde van de inschrijving was Mulder 38 jaar002a.
In de Algemene Vergaderingen van 08/15 augustus 1865 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd tot effectief lid voorgedragen/benoemd Pieter Jan Mulder, oud 38 jaar, voerend de bark “Gelderland”, voor rekening van G.W. van Barneveld Kooij te Amsterdam, wonend op de hoek Langestraat en Korsjespoortsteeg S.S.72, op voordracht van kapitein C.Abrahamsz.023.
P.J.Mulder was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1865 t/m 1876 met vlagnummer 829.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
829 1865-1870 bark Gelderland G.W.van Barneveld Kooy
1871-1873 bark Jacoba en Christina idem
1874-1876 geen vermelding van schip en boekhouder
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
Kapitein Schip Vertrek Aankomst
P.J.Mulder Gelderland 05 januari 1867 15 juni 1868
Gelderland 17 april 1868 geen melding
Bouma025 vermeldt P.J.Mulder alsgezagvoerder gedurende:
* 1866 t/m 1871 van de bark “Gelderland”, van stapel gelopen op 01 december 1849 te Amsterdam023, 460 ton o.m., varend voor G.W.van Barneveld Kooy te Amsterdam;
* 1872 t/m 1874 van de bark “Jacoba & Christina”, gebouwd in 1852 te Amsterdam, 453 ton o.m., varend voor G.W.van Barneveld Kooy te Amsterdam. Het schip voer in 1875 voor Burlage & Schumacher te Amsterdam en was herdoopt in “Triplex”.
Overige bijzonderheden
In de “Biografie van Cornelis Abrahamsz Jr” wordt het volgende gemeld080:
- juni 1857 te Amsterdam:
“mijn gewezenen Stuurman (F.Molenaar) (had) het bevel gekregen over de Amicitia zoo kreeg ik een andre zijnde P.J.Mulder, en als 2e eene Witting, beide mij onbekend. … “.06 oktober 1859 te Amsterdam. Aanmonstering op de “Wilhelmina Clara”:
06 oktober 1859 te Amsterdam. Aanmonstering op de “Wilhelmina Clara”:
“Ik had nu als Opperstuurman P.J.Mulder, die de laatste reis met mij op de Azia gedaan had, de 2e stuurman was P.J.Sorgdrager”.
22 april 1861 te Amsterdam met de “Wilhelmina & Clara”:
” Ik … monsterde den 22e April Hebbende als opperstuurman P.J.Mulder en 2e Stuurman P.J.Sorgdrager en als docter J.H.Schoot … “.
08 mei 1862 met de “Wilhelmina & Clara” te Amsterdam:
“Den 8e Mei monsterde ik met het schip “Wilhelmina & Clara hebbende als opperstuurman weder P.Mulder en als Doctor H.Wiegersma … “.
08 mei 1863 te Amsterdam bij begin van reis met “Wilhelmina en Clara”:
“Den 8e Mei (1863) monsterde ik weder voor eene nieuwe reis naar O.I. (met de “Wilhelmina & Clara) en kreeg als Opperstuurman P.Mulder als 2e W.J.K.A. van Attenhoven … “.
27 mei 1864 te Amsterdam voor de uitreis met de “Wilhelmina en Clara”:
“Den 27e Mei (1864) monsterde ik met het schip Wilhelmina & Clara, en had als Opperstuurman weder Mulder, en als 2e Attenhoven, … “
Amsterdam Mei 1865:
“In de maand Mei was het juist Vijftig jaren geleden dat Mr. Barneveld Kooij in deze stad was gekomen, en wel toen als Kweekeling in de Kweekschool voor de Zeevaart, en daar zijn Ed, zoowel als zijne Echtgenoot nochal van feestvieren hielden zoo wenschte hij dit feestelijk te vieren, en daartoe moest ook medewerken dat hij ons Kapiteins die voor hem voeren wilde verblijden. Mij daardoor dat hij mij het bestuur over het nieuwe Schip Waterloo opdroeg … en Stuurman Mulder die zes reizen met mij gedaan had, als Kapitein op de Jacoba Christina aan te stellen. Wij hadden bij die gelegenheid eene feestelijke avond aan boord van de Wilhelmina Clara, … “
Familiegegevens en opleiding
Harm van Wijk werd geboren op 24 januari 1837 te Nieuwe Pekela als zoon van schipper Hindrik Deddes van Wijk en Hinderika Harms de Weerd.
Harm trouwde op 12 november 1863 te Nieuwe Pekela als schipper met Hinderika Enjetta de Boer, geboren te Nieuwe Pekela als dochter van Jurjen Jurjens de Boer en Zwaantje Harrms Koster. Hinderika overleed op 31 januari 1865 te Nieuwe Pekela, 23 jaar.
Harm hertrouwde op 23 februari 1871 te Oude Pekela als schipper met Catharina Lukens, geboren te Grootegast als dochter van de kasssier Harm Wolters Lukens en Meiltje Jans Greven. Catharina overleed op 09 november 1920 te Nieuwe Pekela, 79 jaar, weduwe.
Harm overleed op 20 mei 1913 te Nieuwe Pekela, 76 jaar, zonder beroep.
Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen vermelden Harm als schipper in 1863, 1865, 1871, 1872, 1875, 1876, 1877, 1879, 1882, als zeeman in 1890 en zonder beroep in 1908, 1909, 1913.
Lidmaatschap van zeemanscollege(s)
Harm H. van Wijk was effectief lid van het zeemanscollege “Voorzorg” te Nieuwe Pekela met vlagnummer 92 in de periode 1865 t/m 1913.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt H.H. van Wijk als gezagvoerder gedurende:
* 1863 t/m 1873 van de galjoot “Zeemeeuw”, gebouwd in 1857 te Pekela, 159 ton o.m., varend voor J.C.Masker te Veendam. Gestrand bij Thisted. Bemanning gered;
* 1875 van de 2-mastschoener “Catharina”, gebouwd in 1861 te Hoogezand, 175 ton o.m., varend voor J.A.Hooites te Hoogezand. Het schip is in 1875 gezonken tussen Gotland en Dagö;
* 1875 t/m 1882 van de bark “Triplex” ex Jacoba & Christina, gebouwd in 1852 te Amsterdam, 453 ton o.m., varend voor Burlage & Schumacher te Amsterdam.
In de ledenlijst van het college “Voorzorg” in de “Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart” staan in de jaarberichten uit 1881 t/m 1920 ook de schepen vermeld. Harm H. van Wijk voer in 1881 t/m 1884 de “Triplex”.
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt geeft geen relevante gegevens voor een Harm H.van Wijk uit 1837
Overige bijzonderheden
In het tijdschrift “De Zee”, Jg.1, 1879 (aanwezig in het NSM) staat op de pp.177-189 en 217-227 artikelen onder de titel “Arbitrale uitspraak inzake ‘lenspompen, afwijking van koers en oorzaak van stranding’ van het galjootschip Z., Kapt. W.” (Er zijn alleen initialen van schip en kapitein gegeven die m.b.v. Bouma zijn gelocaliseerd.)
De kapitein doet een beroep op de verzekeringsmaatschappij “De Onderlinge Verzekerings-Maatschappij E.” om zijn aandeel in het schip zijnde f 2000,- uit te betalen. Het schip vertrok in October uit Riga met bestemming Oporto, deed onderwg de rede van Elseneur aan en strandde rond 6 november (geen jaar vermeld) op bank Bragen bij Jutland in het Skagerrak. Het schip ging totaal verloren maar de bemanning werd gered. De verzekeringsmaatschappij wenste niet uit te betalen. Het schip zou al bij vertrek in slechte staat zijn geweest en last hebben gehad van lekkage. Voorts zou de stranding het gevolg zijn geweest van nautische fouten van de gezagvoerder. De arbitragecommissie buigt zich over deze zaak en komt met een meerderheidsstandpunt, zijnde dat de verzekering moet uit betalen. Eén van de commissieleden is het daar niet mee eens en ondertekent de uitspraak niet.
Het artikel geeft zeer uitgebreid de argumenten van beide partijen weer en ook de uiteindelijke uitspraak is in zijn geheel vermeld.
Familiegegevens en opleiding
Reinder Pietersz Rab werd geboren te West-Terschelling op 18 augustus 1834 als zoon van Pieter Maartensz Rab en Antje Claas Molenaar.
Hij trouwde te Terschelling op 17 juni 1858 met Cornelia Jans de Boer, geboren op 28 juli 1836 te Terschelling als dochter van Jan Cornelisz de Boer en Antje Eelkes Koop. Zij overleed te Haarlem op 10 maart 1926 namiddags 10 uur in het Ripperdapark 31.
Reinder staat in diverse akten vermeld als zeeman, kapitein en slager. Het laatste beroep oefende hij uit op Terschelling na zijn zeemansloopbaan.
Reinder overleed (als Rijnder Pieters Rab) te West Terschelling op 06 december 1914. oud 80 jaar en gehuwd.
In het Bevolkingsregister 188-1917 te Den Helder staat vermeld:
Reinder Rab, geboren 18 augustus 1834 te Terschelling, Nederd.Hervormd, van beroep kapitein, gevestigd op 02 juni 1881 in huis N112, komend van Terschelling, op 07 augustus 1882 weer vertrokken naar Terschelling.
Tevens zijn vrouw Cornelia de Boer, geboren op 28 juli 1836 te Terschelling, Nederd.Hervormd, overige gevens als haar echtgenoot.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
R.Rab was met vlagnummer 25 in de periode 1877 t/m 1894 lid van het Helderse zeemanscollege “Goede Bedoeling”.
R.Rab was met vlagnummer 64 in de periode 1874-1881 lid eerste klasse van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Hij werd niet in de Registers van het College ingeschreven. De gegevens werden ontleend aan de ledenlijsten van het College in "Sweijs"034.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Het Register van Uitgaande Stukken van het College bevat brieven uit 1877/78/79/80 geadresseerd aan R.Rab te Terschelling033
De schepen van de kapitein
lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
H64 1874-1879 bark Frederik & Theodorus (ex Generaal Michiels) Burlage & Schumacher te Amsterdam
1879 - "aangezeild te Almeria op strand gezet en afgekeurd 9 April (1879)
Bremer094 vermeldt de stranding van de brik “Hercules”, op 09 augustus 1870 op de dijk (in de buurt van het Marsdiep) varend onder kapitein Rapp.
Bouma025 vermeldt R.Rab als gezagvoerder gedurende:
* 1870 van de brik “Hercules”, gebouwd in 1851 te Dordrecht, 165 ton o.m., varend voor L.J.v/d Sande te Amsterdam. Het schip is in 1870 gestrand en verkocht;
* 1872 t/m 1879 van de bark “Frederik & Theodorus”, ex Generaal Michiels, gebouwd in 1850 te Capelle aan de IJssel, 393 ton o.m., varend voor Burlage & Schumacher te Amsterdam. Aangezeild, te Almeria op het strand gezet en verkocht;
* 1883 van de bark “Triplex” ex Jacoba & Christina, gebouwd in 1852 te Amsterdam, 453 ton o.m., varend voor Burlage & Schumacher te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Hendrik de Weerd werd geboren ca. te Hoogkerk als zoon van de schoenmaker Jan Jans de Weerd en Aaltje Alberts Klein.
Hendrik trouwde op 24 mei 1874 te Groningen als schipper met Tjitske van der Veer, geboren te Kollumerland als dochter van de schipper Jelle Hijlkes van der Veer en Jacobje Douwes Walda.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt H.J.de Weerd als gezagvoerder gedurende:
* 1869 t/m 1874 van de galjoot “Anna”, ex Willemina, gebouwd in 1861 te Pekela, 147 ton o.m., varend voor J.J.Koerts te Pekela. Het schip is in 1874 gestrand bij Granton;
* 1881 t/m 1884 van de brik “Onderneming” ex Felicitas, gebouwd in 1857 te Danzig, 189 ton o.m., varend voor H.Rietveld te Amsterdam. Het schip werd in 1884 verkocht;
* 1884 t/m 1882 van de bark “Triplex” ex Jacoba & Christina, gebouwd in 1852 te Amsterdam, 453 ton o.m., varend voor H.Rietveld te Amsterdam. Het schip werd door dezelfde reeder in 1885 herdoopt in “Onderneming”;
* 1884 t/m 1885 van de bark “Onderneming” ex Triplex, ex Jacoba & Christina, gebouwd in 1852 te Amsterdam, 452 ton o.m., varend voor H.Rietveld te Amsterdam. Het schip werd in 1885 gesloopt.
Overige bijzonderheden
De Harlinger Courant dd 04 december 1874 bevat in de rubriek Scheepstijdingen het volgende bericht.096:
“Leith 30 Nov. Het Nederl. schip Anna, kapt. H.J. de Weerd van Harlingen komende, is in de afgeloopen nacht bij Granton op strand geraakt en zal vermoedelijk wrak worden. volk gered.”
|