Familiegegevens en opleiding
Jan Ruth Nicolaas Jozephus Bijl werd geboren te Scheveningen op 29 januari 1819 als zoon van de Nederlands Hervormde Jan Rudolph Bijl en Hendrina Adriana van Duyvenbode. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Leuvehaven nr. 90 en aan de Scheepstimmermanslaan Wijk 15 nr. 736 (nieuw nr. 21). Hij vertrok op 20 januari 1862 naar Alkmaar.
Hij was gehuwd met Guurtje Varkevisser, geboren 21 november 1821 te Scheveningen en overleden op 17 juni 1904
Na zijn loopbaan op zee werd hij havenmeester.
Hij overleed te Rotterdam aan de Leuvehaven op 05 december 1883005.
Jan Ruth Nicolaas Josephus Bijl wordt geboren op 29-1-1819 des s’middags om vier uur te Scheveningen. Zijn geboorte wordt aangegeven door zijn grootvader Jacob van Duijvenbode die bij de geboorte tegenwoordig is geweest. De getuigen zijn Sier van de Pol en Leendert de Mos, beiden vissers van beroep en wonende te Scheveningen. Jan Ruth Nicolaas Josephus wordt zes jaar voor het huwelijk van zijn ouders geboren als een van Duijvenbode. Of hij een kind van Roelof Bijl is, is niet geheel zeker. Zo ja, dan zouden zijn ouders (Roelof Bijl en Hendrina Adriana van Duijvenbode) op 17 en 26 jarige leeftijd een kind hebben gekregen. Wel is dit kind bij het huwelijk erkend als een Bijl. In de huwelijksakte van Jan Ruth Nicolaas Josephus Bijl staat vermeld dat hij een wettige zoon is van Roelof Bijl.
Jan Ruth Nicolaas Josephus Bijl heeft aan de Nationale Militie voldaan. Zijn beroep is in 1849 kapitein der Koopvaardij.
Op 28-12-1848 gaan Jan Ruth Nicolaas Josephus Bijl en de 26 jarige Guurtje Varkevisser te Scheveningen in ondertrouw.
Jan Ruth Nicolaas Josephus Bijl huwt op 29 jarige leeftijd (zijn beroep is dan kapitein der Koopvaardij) op 10-1-1849 te Scheveningen met de 27 jarige Guurtje Varkevisser. Huwelijksgetuigen zijn: de 25 jarige Cornelis van de Zwam, de 23 jarige Nicolaas van de Zwam, de 26 jarige Huibert Vrolijk, de 25 jarige Pieter Vrolijk Tinnekoper van beroep; de laatste getuige woont te ‘s-Gravenhage de anderen te Schevening. De moeder van de bruidegom: Hendrina Adriana van Duijvenbode, de vader van de bruid: Frank Varkevisser (van beroep Reder/Reeder) zijn bij het huwelijk aanwezig.
Guurtje is geboren op 21-11-1821 te Scheveningen en is een dochter van Frank Varkevisser (van beroep reeder, koopman/viskoper) en van Dirkje Groen.
Ze krijgen in totaal 10 kinderen die op verschillende plaatsen worden geboren:
Jan Ruth Nicolaas Josephus Bijl legt i.v.m. zijn eervolle aftreding in 1862 als gezagvoerder van het Nederlandse Stoomschip Bordeaux zijn functie neer. In verband hiermede verschijnt er op 1-1-1862 een advertentie en een welgemeende dankbetuiging namens de gezamenlijke Equipage voor de goede behandeling die zij gedurende vijf jaren van hun ED (zo noemde zij hem) mochten ontvangen. Jan Ruth Nicolaas Josephus Bijl was lid van het zeemanscollege: Maatschappij “Tot Nut der Zeevaart” Rotterdam en had als kapiteinsvlag nummer 15 (zijn vlag is groen, wit en groen, met de letter R voor het Nummer in het wit). Een kapitein die zich aanmelde bij het zeemanscollege werd voorgedragen bij het bestuur door de reder die hem als kapitein had aangenomen, of door een lidzijnde kapitein, om toe gelaten te worden. Na goedkeuring kreeg de kapitein een nummer toegewezen en een kapiteinsvlag met daarin een letter en een nummer. De naam van de kapitein en zijn nummer, schip en rederij werd bekend gemaakt in de boekjes van alle zeemanscolleges in Nederland. Iedere kapitein had dit boekje aan boord bij zich. Hierdoor wist men, welke kapitein met welk schip men onderweg gezien had. Bij het uit- en invaren van een haven werd er met de kapiteinsvlag gegroet. Ook bij het op zicht passeren van schepen op zee werd de vlag gehesen onder de Nederlandse driekleur en daarna weer binnengehaald. Het voorschrift was om bij vertrek en aankomst bij de haven 21 saluutschoten af te vuren en te groeten met de kapiteinsvlag. Bij overlijden van een van de bemanningsleden hing de Nederlandse vlag halfstok en werden er 7 treurschoten afgevuurd.
Dankbetuiging van het personeel van het schip van Jan Ruth Nicolaas Josephus Bijl.
Kennelijk heeft Jan Ruth Nicolaas Josephus Bijl met zijn gezin tussen 1863 en 1867 ook in Alkmaar gewoond, want daar worden een aantal kinderen geboren en overlijden ook in Alkmaar.
Twee portretten van Jan Ruth Nicolaas Josephus Bijl (Havenmeester van Rotterdam van 1868 tot 1886)
Op 10-1-1874 bereiken Jan Ruth Nicolaas Josephus Bijl en Guurtje Varkevisser hun zilveren huwelijksgeluk en vindt er te Scheveningen een receptie plaats.
Advertenties van het 25 jarig huwelijk van Jan Ruth Nicolaas Josephus Bijl en Guurtje Varkevisser
Jan Ruth Nicolaas Josephus Bijl overlijdt op 64 jarige leeftijd op 5-12-1883 te Rotterdam. Op zijn overlijdensdatum wordt ook zijn “havenmeesterpensioen” stopgezet (pensioenregister overheid).
Links: dankbetuigingRechtsboven en midden advertenties van het overlijden van Jan Ruth Nicolaas Josephus BijlOnder: uittreksel uit het bevolkingsregister van het overlijden
Zijn weduwe Guurtje Varkevisser woont achtereenvolgens te Rotterdam: in 1884 op de Leuvenhaven 245. In 1888 op de Leuvenhaven 90.
Guurtje Varkensvisser overlijdt, 82 jaar oud, op 17-6-1904 nog altijd wonend op de Leuvenhaven 90 te Rotterdam.
Uit: http://home.hetnet.nl/~t.bijlbadweg/hoofdstuk83.html
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.R.N.J. Bijl was met vlagnummer R15 in de periode 1846 t/m 1883 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
J.R.Bijl was permanent commissaris van 1891-1904, vice president in 1904 en president van de Maatschappij van 1905 t/m 1908. In die periode was J.R.Bijl geen effectief lid en kennelijk waren er onder die groep geen effectieve leden beschikbaar om deze bestuursfunktie uit te oefenen058. (ik ga er vanuit dat het hier om dezelfde persoon gaat).
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In het Jaarverslag 1883 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1883 is overleden.
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein J.R.N.J.Bijl vermeld als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
-
1849 van de bark “Celebes” 169 last varend voor H. van Rijckevorsel te Rotterdam
-
1851, 1855 van de bark “Rijswijk” 279 last varend voor van de Kun & van Schelle te Rotterdam
-
1858, 1859 van de ss “Bordeaux” 272 last varend voor J.P. van Hoey Smirh te Rotterdam
-
1862 t/m 1867, 1874, 1877, 1878, 1880, 1881, 1882 geen schip vermeld
Bouma025 vermeldt J.N.R.J.Bijl als gezagvoerder gedurende:
-
1847 t/m 1850 van de bark “Celebes”, gebouwd in 1841 te Rotterdam, 317 ton o.m., varend voor H.van Rijckevorsel te Rotterdam;
-
1851 t/m 1857 van de bark “Rijswijk”, gebouwd in 1850 te Alblasserdam, 525 ton o.m., varend voor v/d Kun & van Schelle te Rotterdam;
-
1858 t/m 1861 van het ijzeren schroefstoomschip “Bordeaux”, gebouwd in 1851 te Glasgow, 516 ton o.m., varend voor J.P.van Hoeij Smith te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
De bark “Rijswijk” onder kapitein J.R.N.J.Bijl vertrok begin januari 1851 van Rotterdam en arriveerde via Kaap Hoorn op 18 oktober 1851 San Francisco. Het voer via de Pacific naar Baravia.121
Familiegegevens en opleiding
Overleden in 1871.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.P.Hessels was met vlagnummer 43 in de periode 1860 t/m 1871 lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart.”
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Johannes Petrus Hessels wonend te Dordrecht was in de periode 31 mei 1860 t/m zijn overlijden in oktober 1871 met vlagnummer D43 lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart”.Ten tijde van de inschrijving was hij gezagvoerder van de bark “Louis” varend voor van der Kun & van Schelle te Rotterdam.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.P.Hessels als gezagvoerder q.q. gedurende:
* 1860 van de bark “Louis”, gebouwd in 1851 te Alblasserdam, 536 ton o.m., varend voor v/d Kun & van Schelle te Rotterdam. J.P.Hessels nam in 1860 het commando over na het overlijden van kapitein P.A.Hövig. Het schip verongelukte in december 1860 in Nederlands Oostindië.
Waarschijnlijk heeft Hessels na deze invalbeurt niet meer als gezagvoerder gevaren, of is hij in december 1860 ook zelf omgekomen?
Bouma025 vermeldt J.P.Hessels als gezagvoerder gedurende:
* 1858 van de bark “Rijswijk”, gebouwd in 1850 te Alblasserdam, 525 ton o.m., varend voor v/d Kun & van Schelle te Rotterdam. Het schip voer in 1859 voor F.Smelt & Zn te Amsterdam en was herdoopt in “Drie Gebroeders”;
* 1863 t/m 1865 van de bark “Pantalon”, gebouwd in 1851 te Dordrecht, 345 ton o.m., varend voor E.Serruijs te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
In het Bevolkingsregister van Amsterdam 1851 staat Hendrik Bernhardus Kramer, geboren op 03 oktober 1808 te Amsterdam, Rooms Katholiek, in 1854 wonend op de Haarlemmerdijk 122 en later op de Oude Waal 81, Amsterdam
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.B.A.Kramer werd per 09 november 1852 op voorspraak van P.Kraay met vlagnummer 902 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Bij de inschrijving was zijn schip de "Christina"002.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd.02/09 november 1852 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Hendrik Bernardus Antonius Kramer, oud 35 jaar, voerend de bark “Christina”, wonend in de Haarlemmerhouttuinen bij de Korte Prinsengracht oostzijde te Amsterdam, op voordracht van kapitein P.Kraay.023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
902 1852-1853 bark Christina F.Smelt & Zn
508 1854-1857 bark Christina idem
1858-1862 bark Drie Gebroeders idem
1863-1872 geen vermelding van schip en boekhouder
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
H.B.A.Kramer Christina 06 september 1857 09 november 1857
Drie Gebroeders 10 juli 1858 15 januari 1862
Drie Gebroeders 08 augustus 1862 06 november 1862
Drie Gebroeders 17 juli 1863 1864 (geen datum vermeld)
Bouma025 vermeldt H.B.A.Kramer als gezagvoerder gedurende:
* 1853 t/m 1858 van de bark “Christina”, gebouwd in 1839 te Middelburg, 348 ton o.m., varend voor F.Smelt & Zn te Amsterdam;
* 1858 t/m 1863 van de bark “Drie Gebroeders” ex Rijswijk, gebouwd in 1850 te Alblasserdam, 525 ton o.m., varend voor F.Smelt & Zn te Amsterdam;
Overige bijzonderheden
H.B.A.Kramer verzorgde per 17 augustus 1862 vanuit Nieuwediep met de “Drie Gebroeders” een troepentransport van 5 officieren en 125 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 06 december 1862 na een reis van 111 dagen065.
De Raad voor Tucht bij de koopvaardij deed op 01 april 1862 uitspraak inzake een klacht tegen Bernardus Anthonius Kramer, gezagvoerder van de bark “Drie Gebroeders”, varend voor W.Ruys & Zonen te Rotterdam. Er zijn geen details van deze uitspraak vermeld. 104* (Er zijn discrepanties in opgave van de vóórnamen en de reder.)
In de Harlinger Courant dd begin januari 1853 (geen datum op de fotokopie) staat onder de rubriek GEPRAAIDE SCHEPEN het volgende bericht096:
“Den 19den Januarij, bij de Singels, Cristina, kapt Kramer, van Amsterdam naar Batavia.”
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
A.H.Wehdemeijer werd met vlagnummer 923 per 14 juni 1853 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein J.N.Klint. Als zijn schip is genoemd de “Amsterdams002. Er wordt melding gemaakt van 2 zoons (van 1855 en 1858) en 4 dochters (van 1848, 1849, 1853 en 1860)002a.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd. 07/14 juni 1853 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Andreas Hendrik Wehdemeijer, oud 41 jaar, zullende voeren de in aanbouw zijnde bark “Amsterdam, wonend in de Peperstraat 237 te Amsterdam, op voordracht van kapitein J.N.Klint.023.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 03 december 1863 wordt aan A.H.Wehdemeijer een maand gage uitgekeerd wegens schipbreuk.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 03 augustus 1865 van Zeemanshoop verzoekt. A.H.Wehdemeyer om een uitkering, welke in de vergadering dd 31 augustus 1865 wordt toegekend voor 6 maanden met ingang van 01 november 1865.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 29 maart 1866 vraagt kapitein A.H.Wehdemeijer om vrijstelling van contributie “als zijnde trekkende”. Dit wordt om regelementaire redenen afgewezen.042.
In de Bestuursvergadering dd 03 mei 1866 wordt de uitkering verlengd tot mei 1867, mits hij een bewijs van zijn voortdurende ongesteldheid overlegd. Op 02 mei 1867 verlenging tot 01 mei 1868. Op 30 april 1868 verlenging tot 01 mei 1869. Op 29 april verlenging tot 01 mei 1870. Op 28 april 1870 verlenging tot 01 mei 1871. Op 04 mei 1871 verlenging tot 01 mei 1872. Op 25 april 1872 een verlenging tot 01 mei 1873. Op 07 mei 1874 een verlenging tot 01 mei 1875. Op 29 april 1875 een verlenging tot 01 mei 1876. Op 27 april 1876 verlenging tot 01 mei 1877. Op 25 april 1878 verlenging tot 01 mei 1879. Op 24 april 1879 verlenging tot 01 mei 1880. Op 29 april 1880 verleging tot 01 mei 1881. Op 02 juni 1881 verlenging tot 01 mei 1882. Op 27 april 1882 verlenging tot 01 mei 1883. Op 26 april 1883 vernging tot 01 mei 1884. Op 24 april 1884 verlenging tot 01 mei 1885. Op 30 april 1885 verlenging tot 01 1886. Op 24 april 1886 verlenging tot 01 mei 1887. Op 03 mei 1888 verlenging tot 01 mei 1889. Op 02 mei 1889 verlenging tot 1890. Op 01 mei 1890 verlenging tot 01 mei 1891. Op 30 april verlenging tot 01 mei 1892 mits overleggende een bewijs van ongesteldheid. Op 05 mei 1892 verlenging tot 01 mei 1893. Op 04 mei 1893 vraagt hij om een continuering en het Bestuur stelt de gratificatie op f29,24 per maand Verlenging met 12 maanden op 05 april 1894. 042
In de Bijlagen van de Bestuursvergadering dd 27 april 1882 (Stadsarchief Amsterdam 491-38) bevindt zich een verzoek om een gratificatie van A.H.Wehdemeijer met als adres Osten am Deiche, Amt Osten, Prerina(?), Hanover.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 15 december 1863 staat de mededeling dat een maand gage is toegekend aan kapitein A.H.Wehdemeijer wegens schipbreuk.023.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 12 september 1865 staat de mededeling dat per 01 november 1865 een uitkering voor 6 maanden is toegestaan voor kapitein A.H.Wehdemeijer. Verlenging met 12 maanden op 29 mei 1866. Op 26 mei 1868 verlenging tot 01 mei 1869. Idem per 25 mei 1869. Idem per 31 mei 1870. Idem per 04 juni 1872. Idem per 17 juni 1873. Idem per 16 mei 1874. Idem per 25 mei 1875. Idem per 13 juni 1876. Idem per 08 mei 1877 “…onder voorbehoud van het overleggen van een attest van voortdurende ongesteldheid.”. Idem per 04 juni 1878. Idem per 13 mei 1879. Idem per 18 mei 1880. Idem per 29 mei 1883. Idem per 20 mei 1884. Idem per 25 mei 1886. Idem per 31 mei 1887. idem per 19 juni 1888. Idem per 02 juli 1889. Idem per 05 juni 1890. Idem per 04 juni 1891. Idem per 02 juni 1892. Idem per 01 juni 1893. Idem per 10 mei 1894. Idem 04 juni 1895. 023
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 17 april 1866 van de Algemene Vergadering staat een verzoek van kapitein A.H.Wehdemeijer om vrijgesteld te worden van contributiebetaling. Dit wordt geweigerd als zijnde in strijd met de Reglementen.023..
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
923 1853 bark Amsterdam Wed.van Hasselt & Co
529 1854-1863 bark Amsterdam idem
1864 bark Drie Gebroeders F.Smelt & Zn
1865-1895 geen vermelding van schip en boekhouder
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093
Naam kapitein Naam schip Vertrek Terugkomst
A.H.Wehdemeyer Amsterdam 03 april 1860 25 januari 1861
Amsterdam 24 augustus 1861 07 augustus 1862
Amsterdam 21 september 1862 26 januari 1863
Drie Gebroeders 03 mei 1864 01 maart 1865
Bouma025 vermeldt A.H.Wehdemeijer als gezagvoerder gedurende:
* 1854 t/m 1863 van de bark “Amsterdam”, gebouwd in 1853 te Amsterdam, 426 ton o.m., varend voor de wed. van Hasselt & Co te Amsterdam. Het schip is in 1863 gestrand bij Kijkduin en wrak geraakt.
Overige bijzonderheden
Strandingen Marsdiep094. In biografie van Klaas Duit (1820-1891)
Op 03 november 1863 is “de Hollandsche bark ‘Amsterdam’, geladen met koffie, suiker en indigo … 2000 meter ten zuiden van Kijkduin vastgelopen”. De bemanning werd gered door Klaas Duit en zijn bemanning.
In een adres dd 12 december 1855 aan de Tweede Kamer der Staten Generaal drongen 58 gezagvoerders aan op de invoering van een Tuchtwet. Zij meldden dat de uitvoering van hun beroep dagelijks meer en meer werd belemmerd door de onmogelijkheid om aan boord der schepen behoorlijke orde en tucht te bewaren. Een van de ondertekenaars was A.H.Wehdemeyer van de bark “Amsterdam”.104.
|