Inloggen
HARMONIE - ID 13825


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1846-08-15 / 1880-10-00 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1846
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Schoenerkof
Masten: Two masts
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: Gebr. D. & L. Alta, werf 'Welgelegen', Harlingen, Friesland, Netherlands
Date Laid Down: 1845-00-00
Launch Date: 1846-07-18
Technical Data

Net Tonnage: 174.00 tons (oude meting)
Net Tonnage 2: 92.00 lasts
 
Length 1: 26.84 Meters Registered
Beam: 5.49 Meters Registered
Depth: 2.67 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1846
Datum agenda: 1846-08-15
Register nr: 18460478
Scheepsnaam: HARMONIE
Type: Schooner Kof
Lasten: 92
Gebouwd in provincie: Vriesland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Visser & Zn., B.
Plaats: Harlingen
Kapitein op moment van verzoek: Mulder, T.K.
Opmerkingen: nieuwe zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1846-08-00 HARMONIE
Manager: Firma Barend Visser & Zoon, Harlingen, Friesland, Netherlands
Eigenaar: Firma Barend Visser & Zoon, Harlingen, Friesland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Harlingen / Netherlands

Ship Events Data

1880-10-00: Final Fate:
14 januari 1881 NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing
Winschoten, 11 januari. Van het te Pekela te huis behorende schoenerschip HARMONIE, kapt. J.A. Oldenburger, de 8e oktober 1880 van Riga naar Delfzijl vertrokken, heeft men sedert niets vernomen. Genoemde bodem was met de hevige sneeuwstorm die daar op die tijd woedde, pas uit de haven vertrokken en men vreest dat het schip met man en muis is verongelukt.
(opm: schip dus hoogstwaarschijnlijk in de Oostzee vergaan)

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Tekke werd geboren/gedoopt ca  1802 te Nieuwe Pekela als zoon van de schipper Kornelius Tekkes Mulder en (later) landbouwerske Arentje Hindriks Naatje.

Teko trouwde op 08 december 1825 te Nieuwe Pekela als zeeman met Elizabeth Harms de Weerd geboren/gedoopt op 07/ 10 maart 1805 te Nieuwe Pekela als dochter van de schipper Harm Harms de Weerd en Jantje Alberts Huber. Elisabeth overleed op 31 januari 1851, 47 jaar

Teko overleed op 13 juni 1861 te Nieuwe Pekela, 58 jaar, schipper, weduwnaar.

 

Burgerlijke Stand gegevens uit de provincie Groningen vermelden Tekke/Teko als zeeman in 1825, 1826 en als schipper in 1829, 1832, 1835, 1838, 1840, 1841, 1843, 1844, 1848, 1855, 1861,

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

T.K.Mulder werd met vlagnummer 341 effectief lid van Zeemanshoop per 23 februari 1836 op voordracht van H.van Veen. Zijn schip was de "Margaretha"002.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 16/23 februari 1836 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Teko Kornelius Mulder, oud 34 jaar, voerend de kof “Margaretha”, afkomstig uit Nw. PekelA, met als adres de heer F.Smit te Amsterdam, op voordracht van H.van Veen023.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 03 november 1859 vraagt T.K.Mulder om onderstand. Deze wordt afgewezen “als niet vallende in de termen van onderstand.”. Hij herhaald dit verzoek in de vergadering van 28 juni 1860, maar dit wordt weer afgewezen, als niet vallend binnen de tekst van art. 19 van het Reglement.042.

Art. 19 beperkt uitkeringen alleen tot ongevallen die bij de uitoefening van het beroep zijn overkomen.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van 06 december 1859 staat een verzoek om onderstand van kapitein T.K.Mulder, hetgeen echter werd afgewezen. Hij verzoekt om herziening van dit besluit in de vergadering van 06 november 1860. In de vergadering dd 10 juli 1860 doet hij wederom een verzoek om onderstand, maar ook deze keer wordt het afgewezen023.

In de notulen dd 12 maart 1861 van de Algemene Vergadering wordt gemeld een: “Brief van Kapt. K.K.Hagedoorn en verdere acht effectieve leden van het College, verklaring doende, wegens de toestand van Kapt. T.K.Mulder en hem aanbevelende, welke brief buiten deliberatie is gehouden.”023

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                   jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

        341                      1836-1846     kof                   Margaretha                                           B.Visser & Zn te Harlingen

                                      1847-1853     kof                   Harmonie                                              idem

         113                      1854-1862     kof                   Harmonie                                              idem

                                      1863-1872     geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt T.K.Mulder als gezagvoerder gedurende:

*    1829 t/m 1841 van de kof “Margaretha”, gebouwd in 1818 te Lemmer, 133 ton o.m., varend voor Barend Visser & Zn te Harlingen;

*    1847 t/m 1860 van de schoenerkof “Harmonie”, gebouwd in 1846 te Harlingen, 175 ton o.m., varend voor Barend Visser & Zn te Harlingen.

 

De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:

01 februari 1823, smak “Vrouw Janna”, kapitein Arend H.Breeland, stuurman Teke Kornelius Mulder uit Nieuwe Pekela.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

 

Datum vanaf: 1846
Kapitein: Mulder, Tekke/Teko Korneliusz
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Ontleend aan: “Trying-0ut. An Anatomy of Dutch Whaling and Sealing in de Nineteenth Century, 1815-1885”

Joost C.A.Schokkenbroek, Aksant, Amsterdam, 2008, 366 pp

In Appendix 5, p.323 staat een “Overview of Pupils of the Nautical College in Harlingen (1842-1864) en kennelijk degenen die aan de walvisvaart hebben deelgenomen waaronder:

Johann Both, oud 18 jaar, geboren te Seestermühe, opleiding gedurende 3 winters rond 1844-1845. Maakte een reis naar Groenland na het behalen van het diploma voor 1ste stuurman. Zijn gedrag werd omschreven als ´bescheiden en zeer vlijtig” en zijn berip als “vatbaar” (= 2 op een schaal van 5). Voorts is vermeld: “Has received sufficient theoretical training in navigation. Calculates longitude at sea by lunar distances in various ways.”

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Johan Both werd per 01 augustus 1854 ingeschreven als lid tweede klasse van het Harlinger zeemanscollege “Zeemansvoorzorg”. Hij was toen stuurman op de schooner “Johannes Hermanus”. De contributie werd voldaan door zijn vrouw Wilhelmina Henriette Mulder. Hij werd overgeschreven als gezagvoerder in de eerste klasse029-fol.017.

Johan Both werd vermoedelijk december 1857) met vlagnummer 60 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege “Zeemansvoorzorg”. Zijn schip was de “Barend”, boekhouder Barend Visser & Zn. Over de wijze van contributiebetaling is geen mededeling gedaan. Hij was gehuwd met H.W.Mulder, geboren 20 oktober 1823. Het echtpaar had ten tijde van de inschrijving drie kinderen: Johan, Martha en Frans (geen geboortedata)028-fol.070.

Johan Both was van 1858-1873 lid van het College “Zeemansvoorzorg”034.

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

De schepen van de kapitein

lid van het Harlinger zeemanscollege Zeemansvoorzorg036

vlagnummer    periode      type                     naam van het schip                       boekhouder/reder

       H60           1857-1859 sch.kof                Barend                                           Barend Visser & Zn, Harlingen

                                                                             in september verongelukt bij Lemvig

                           1861-1864 sch.kof                Harmonie                                       Barend Visser & Zn, Harlingen

                           1865-1869 brik                      Mercurius                                       Barend Visser & Zn, Harlingen

 

Bouma025 vermeldt J.Both als gezagvoerder gedurende:

  • 1841 t/m 1849 van de brik “‘Spitsbergen”, gebouwd in 1829 te Harlingen, 250 ton o.m., geen vermelding van eigenaar en thuishaven;
  • 1858 t/m 1860 van de sch.kof “Barend”, gebouwd in 1844 te Harlingen, 176 ton o.m., varend voor Barend Visser & Zn te Harlingen. Het schip is in september 1860 verongelukt bij Lemvig en verongelukt;
  • 1862 t/m 1865 van de sch.kof “Harmonie”, gebouwd in 1846 te Harlingen, 175 ton o.m., varend voor Barend Visser & Zn te Harlingen;
  • 1866 t/m 1870 van de brik “Mercurius”, gebouwd in 1850 te Harlingen, 264 ton o.m., varend voor Barend Visser & Zn te Harlingen.

 

Overige bijzonderheden

In de Harlinger Courant van 17 oktober 1860 staat in de rubriek BINNENLANDSCHE BERIGTEN het volgende096:

“HARLINGEN, 16 October

In den storm van 6 dezer is het kofschip Barend, van de firma Barend Visser & Zoon, kapt. J.Both. geladen met lijnzaad, van Petersburg naar hier bestemd op de kust van Denemarken, in de nabijheid van het stadje Lemvig op het strand geraakt. De bijzondere berigten , daaromtrent ingekomen, beschrijven den storm van dien dag buitengewoon hevig. In het gezigt van de Barend zaten nog acht schepen op het strand, waaronder eene stoomboot, die zijne ankers had uitgworpen op verdere afstand van het strand. Toen nu de storm in volle woede opstak, werd het onmogelijk haar hulp te verleenen, en ’s Vrijdags morgens was het vaartuig gezonken; de equipage zat in de masten en riep om hulp. Door de Deensche regering zijn langs de kust overal reddingstoestellen aangebragt, bestaan in eene soort van mandewerk, dat door touwen wordt geregeerd en waarmede men de menschen van gestrande schepen redt. Tot dat einde weet men met werpgeschut eene lijn aan boord te brengen van het hulp vragende vaartuig. Op deze wijze is ook de manschap der Barend gered. Het was wel te wenschen, dat ook bij ons te lande, waar de Noordzeekust zoveel overeenstemming heeft met de Deensche, zulke reddingstoestellen werden geplaatst. Wel hebben wij in der tijd aan den Hoek van Holland bij mooi weder zien manouvreren met werp geschut om in tijd van nood te dienen, maar wij hebben er niet van gehoord, dat men de toen aangevangen pogingen tot gewenschte uitvoering heeft gebragt, of dat er ooit van de machine werkelijk gebruik gemaakt is.”

 

Amsterdamsche Courant 15 juni 1844114

Amsterdam, 14 juni. Volgens bericht van de Groenlandsche Visserij, had het Harlinger schip SPITSBERGEN, kommandeur Both, de 3e mei 3 robben geslagen, de DIRKJE ADAMA, kommandeur Mehlen, was op die datum nog ledig.

 

Algemeen Handelsblad 00 juli 1844114

Uit een provinciaal verslag over 1843 waren de visserij uitkomsten over dat jaar niet slecht. Beide schepen van Harlingen, DIRKJE ADEMA had aangebracht 4536 stuks robben en 5 walvissen, zijnde de hoogste vangst van al de naar Groenland uitgezonden bodems. Met de SPITSBERGEN zijn aangebracht 3189 stuks en 1 walvis, hetwelk een middelmatige reis wordt genoemd.

 

Amsterdamsche Courant 23 juli 1845114

Harlingen, 19 juli. De alhier te huis behorende Groenlandvaarders DIRKJE ADAMA, kommandeur Mehlen, en SPITSBERGEN, kommandeur Both, hadden ieder, volgens bericht van het blad De Visscherij, een vis (opm: walvis) gevangen en 2000 robben geslagen.

 

NRC 01 augustus 1849114

Rotterdam, 31 juli. De Harlinger Groenlandsvaarder SPITSBERGEN, commandant J. Both, is l.l. vrijdag (opm: 27 juli) van Groenland in het Vlie binnengekomen, hebbende 850 robben geslagen. (opm: vergelijk het aantal geslagen robben met het in Kroniek 1847 in dato 2 augustus, genoemde aantal)

 

 

Ontleend aan: “Trying-0ut. An Anatomy of Dutch Whaling and Sealing in de Nineteenth Century, 1815-1885”

Joost C.A.Schokkenbroek, Aksant, Amsterdam, 2008, 366 pp

p.130         “In 1841, Captain Hinrich Braren Rickmers was succeeded by Otto Mehlen, who left Harlingen harbour on 9 March on board Dirkje Adema , in company with the Spitsbergen (II), which was under the newly appointed Captain Johan Both, who in turn had succeeded Hendrick Rickmers.

                   In de volgende pagina’s ontleendt Schokkenbroek aan berichten in de Leeuwarder Courant en de Provinciale verslagen gegevens over afvaarten, terugkomsten en vangstresultaten, die hier niet verder zullen worden vermeld.

p.134         “… Johan Both remained employed by Visser & Son until 1849. P.Nagel was his successor for the following three seasons (1850-1852).”

                   “Johan Both pursued a long and successful career. He eventually returned with Barend Visser & Son to sail their ships as Captain between 1858 and 1870. …”

 

 

Datum vanaf: 1861
Kapitein: Both, Johan

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Lid van het Harlinger zeemanscollege “Zeemansvoorzorg maar geen vlagnummer bekend.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036

vlagnummer   periode               type                    naam van het schip             boekhouder/reder

    geen            1865-1869          sch.kof              Harmonie                             Barend Visser & Zn, Harlingen

 

Bouma025 vermeldt J. de Weerd als gezagvoerder gedurende:

*   1866 t/m 1870 van de sch.kof “Harmonie”, gebouwd in 1846 te Harlingen, 175 ton o.m., varend voor Barend Visser & Zn te Harlingen;

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1865
Kapitein: Weerd, J. de

 

Familiegegevens

Gerben werd geboren op 29.05.1830 te Bolsward als z.v. Tjerk Sjoerds Mensonides en Grietje Lolkes de Groot. 

Gerben (25) trouwde op 20.09.1855 te Harlingen met Baukje Klasen de Jong (27) – geb. 08.04.1828 te Terschelling – d.v. Klaas Dirksz de Jong en Stijntje Piers Dijkstra.  

Gerben overleed op 21.04.1897 te Harlingen (66). 

 

Kinderen

-    Jan     – geb. 30-12-1855 te Harlingen.

-    Klaas – geb. 03.01.1859 te Harlingen.

-    Tjerk – geb. 06.08.1861 te Harlingen.

-    Christina – geb. 05.11.1867 te Harlingen.

-    Margretha - geb. 05.11.1867 te Harlingen.

-    Sjoerd  - geb. 17.09.1870 te Harlingen.

 

De schepen van de kapitein

 

*   1869 – 18..  van het kofschip JACOBA LUCRETIA – geb. 1829  

*   1876 – 1877 van de schoener JANTJE MEIER – geb. 1856  

*   1877 – 18.. van het zeilschip ARGO – geb. 1852  

 

 

Hieronder de gegevens van de heer S. Parma:

Familiegegevens en opleiding

Overleen op 21 april 1897 te Harlingen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Gerben Mensonides werd per 24 januari 1870 met vlagnummer 38 ingeschreven als lid van het zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was de "Jacoba Lucretia", boekhouders B.van Loon & Zn. De contributie werd voldaan door zijn vrouw Baukje Klazes de Jong, geboortedatum niet vermeld. Ten tijde van de inschrijving had het echtpaar 5 kinderen.

Hij was met vlagnummer 38 lid van het College in de periode 180-1897034.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Hij overleed te Harlingen op 21 april 1897. Zijn weduwe had recht op een uitkering uit het fonds van ¦1600,- uit te keren in 18 halfjaarlijkse termijnen028-fol.128.

 

De schepen van de kapitein

lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036

vlagnummer    periode      type           naam van het schip                                                 boekhouder/reder

       38       1869-1874 kof             Jacoba Lucretia (ex Amicitia, ex Albina)                      B.van Loon & Zn, Harlingen

                   1875-1876 2/m sch.    Zwaluw (ex Jantje Meijer)                                               B.van Loon & Zn, Harlingen

                   1877-1885 sch.brik     Argo                                                                                     B.van Loon & Zn, Harlingen

      in 1886 verlaten op reis van Londen naar Dantzig, Swinemünde binnengesleept

 

Bouma025 vermeldt G.Mensonides als gezagvoerder gedurende:

*    1869 t/m 1876 van de kof “Jacoba Lucretia” ex Amicitia, ex Albina, gebouwd in 1829 te Dordrecht, 151 ton o.m., varend voor B.van Loon te Harlingen;

*    1876 t/m 1877 op de 2/mSch. “Zwaluw” ex Jantje Meijer, gebouwd in 1856 te Groningen, 101 ton o.m., varend voor B.van Loon & Zn te Harlingen;

*    1878 t/m 1886 van de sch.brik “Argo”, gebouwd in 1852 te Nieuwendam, 241 ton o.m., varend voor de B.van Loon & Zn te Harlingen. Het schip werd verlaten op de reis van Londen naar Danzig en te Swinemünde binnengesleept.

 

Overige bijzonderheden

In het Hannemahuis te Harlingen liggen scheepspapieren en de koperen documententrommel van de schoenerbark "Argo" onder gezag van kapitein G.Mensonides. De reder was J.H.W.van Loon (Bouma025 zegt B.van Loon & Zn te Harlingen). (Foto in Lexicondocumentatie.

 

 

Datum vanaf: 1868
Kapitein: Mensonides, Gerben

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Lid van het Harlinger zeemanscollege “Zeemansvoorzorg maar geen vlagnummer bekend.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036

vlagnummer   periode               type                    naam van het schip             boekhouder/reder

    geen            1865-1869          sch.kof              Harmonie                             Barend Visser & Zn, Harlingen

 

Bouma025 vermeldt J. de Weerd als gezagvoerder gedurende:

*   1866 t/m 1870 van de sch.kof “Harmonie”, gebouwd in 1846 te Harlingen, 175 ton o.m., varend voor Barend Visser & Zn te Harlingen;

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1869
Kapitein: Weerd, J. de

Familiegegevens en opleiding

Overleden 30 oktober 1898 te Amsterdam

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Willem van der Meer Jz werd per 28 april 1852 ingeschreven als lid tweede klasse van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Hij was toen 2de stuurman op de galjoot "Vriesland". De contributie werd voldaan door zijn ouders "op de hoek der Ossemarkt over de Harmonie". "Overgeschreven als kapitein"029-fol.007. Het is niet duidelijk welke W(illem) van der Meer nu is overgeschreven naar vlagnummer 061. Vanwege de jaartallen (1852 resp.1856) heb ik aangenomen dat het de stuurman van de "Vriesland" betreft.

W.van der Meer werd vermoedelijk in december 1856 met vlagnummer H61 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was de "Pieter", boekhouders Barend Visser & Zn. De wijze van contributiebetaling is niet vermeld. Hij was gehuwd met Ybeltje Brouwer te Harlingen, geboren 21 december (jaartal ontbreekt).

W.J.van der Meer was met vlagnummer H61 lid eerste klasse van het College in de periode 1858-1898034.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de Algemene Ledenvergadering van 21 februari 1898 van Zeemansvoorzorg wordt een brief behandeld van W.van der Meer te Amsterdam. Hij "... vraagt toepassing van Art.21, hij is 69 jaar. De brief geeft toelichting. v.d.M is in Amst. werkzaam a ¦9,- per week, zoodat hij het niet direct noodig heeft doch hij vreest deze betrekking niet lang meer te behouden. Hoekstra stelt voor het verzoek toe te staan op 1 Jan 1899. Schippers amendeert dit op 1 Juli 1898 als buiten betrekking geraakt, waartoe wordt besloten"035-21 februari 1898.

Hij overleed op 30 oktober 1898 te Amsterdam. Zijn weduwe had recht op een uitkering uit het fonds van ¦1600,- uit te betalen in 10 halfjaarlijkse termijnen028-fol.071.

Het College adresseerde op 07 maart 1898 een brief (als antwoord op een verzoek om uitkering) aan W.J.van der Meer, Rechtboomsloot 32 Amsterdam.       033.

 

De schepen van de kapitein

lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036

vlagnummer    periode      type           naam van het schip                                          boekhouder/reder

 

W.B.van der Meer

     H61             1858-1859 kof             Pieter                                                                   Barend Visser & Zn, Harlingen

 

W.J.van der Meer

     H61             1859-1868 sch.brik     Zeemeeuw                                                          Barend Visser & Zn, Harlingen

                           1870-1871 sch.kof      Harmonie                                                          Rodenhuis & Zn, Harlingen

                              1872        sch.kof      Harmonie                                                          Barend Visser & Zn, Harlingen

                           1873-1878 brik            Willem                                                                Barend Visser & Zn, Harlingen

 

W.J.van der Meer

     H61             1874-1878 bark           Delft (ex Wilhelmina Catharina)          Wed.Stadlander & Middelhoven, Zaandam

                1882 brik              De Ster (ex Pallas)                                            M.van Neck, Nieuwediep

De drie opgaven worden in de Sweijs-almanakken steeds opgegeven met het vlagnummer H61. In de inschrijvingsregisters van "Zeemansvoorzorg"034 werd in december 1856 een W.J.van der Meer ingeschreven met als schip de "Pieter". Wellicht is er toch van een tweede persoon sprake. Maar tevens werd in 1872 een Willem van der Meer met H7 als gezagvoerder van de "Harmonie" en in 1876 een W.van der Meer Wz met vlagnummer H7 als gezagvoerder van de "Willem" ingeschreven. Nader onderzoek naar de eventuele familieverhoudingen moet deze verwarring oplossen.

 

W.J.van der Meer was  van 1874-1880 kapitein van de houten topzeilschoener “Willem”, gebouwd als schoenerbrik in 1853 door D.& L.Alta te Harlingen, 194 (171) ton, varend voor Barend Visser & Zoon te Harlingen025.

 

W.B.van der Meer was van 1873-1888 kapitein op de houten bark “Marguérite Louise Regina”, gebouwd in 1863 door O’Brien in Bathurst, New Brunswick onder de naam “Nyanza”, 418/389 ton, varend voor reder J.Foekes te Harlingen. Het schip werd 13 maart 1889 verkocht aan Repko & Co te Harlingen en herdoopt in “Geertruida Albertine”052.

 

Bouma025 vermeldt W.B. v/d Meer als gezagvoerder gedurende:

*    1858 t/m 1860 van de kof “Pieter”, gebouwd in 1837 te Pekela, 141 ton o.m., varend voor Barend Visser & Zn te Harlingen. Het schip voer in 1861 voor Zeilmaker & Co te Harlingen en was herdoopt in “Johanna Elisabeth”.

 

Bouma025 vermeldt W.J. van der Meer  (twee verschillende personen?) als gezagvoerder gedurende:

*    1861 t/m 1869 van de 2/msch “Zeemeeuw”, gebouwd in 1855 te Harlingen, 170 ton o.m., varend voor Barend Visser & Zn te Harlingen;

*    1871 t/m 1872 van de sch.kof “Harmonie”, gebouwd in 1846 te Harlingen, 175 ton o.m., varend voor Rodenhuis & Zn te Harlingen;

*    1873 van de sch.kof “Harmonie”, gebouwd in 1846 te Harlingen, 175 ton o.m., varend voor Barend Visser & Zn te Harlingen;

*    1874 t/m 1879 van de brik “Willem”, gebouwd in 1853 te Harlingen, 191 ton o.m., varend voor Barend Visser & Zn te Harlingen;

*    1873 t/m 1879 op de bark “Delft”, ex Wilhelmina Catharina, gebouwd in 1850 te Elshout, 735 ton o.m., varend voor de wed. Stadlander & Middelhoven te Zaandam. Het schip werd in 1879 verkocht voor de sloop;

*    1883 van de brik “de Ster” ex Pallas, gebouwd in 1861, bouwplaats niet vermeld, 264 ton o.m., varend voor M. van Neck te Nieuwediep.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1869
Kapitein: Meer, W.J. van der

Familiegegevens en opleiding

Jan Alberts Oldenburger werd geboren 15 april 1829 te Nieuwe Pekela als zoon van de landgebruiker Albert Klaassens Oldenburger en Bonna Witkop. Jan was de jongere broer van Jannes Oldenburger, lid van het college “Voorzorg” met vlagnummer 151.

Jan Alberts Oldenburger trouwde op 02 maart 1865 te Nieuwe Pekela met Doetje Weerts Eemsinga, geboren te Nieuwe Pekela als dochter van de bakker Weert Eemsinga en Antje Everts Metus. Het echtpaar had 6 dochters en een zoon. De zoon Albert werd geboren te Nieuwe Pekela op 06 oktober 1879 en overleed op zee op 17 januari 1900.

Doetje overleed op 09 oktober 1912 te Nieuwe Pekela, 72 jaar, weduwe.

Jan Alberts Oldenburger kwam om bij het vergaan van zijn schip de “Harmonie” op 09 oktober 1880 bij Rügen op de leeftijd van 51 jaar.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Jan Alberts Oldenburger was lid van het zeemanscollege “Voorzorg” te Nieuwe Pekela met vlagnummer 84 in de periode 1860 t/m 1880.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Jan A.Oldenburger was effectief lid van het zeemanscollege “Voorzorg”te Nieuwe Pekela met vlagnummer 84 in de periode 1861 t/m 1880 (in de ledenlijst wordt hij vermeld t/m 1882).

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt J.A.Oldenburger als gezagvoerder gedurende:

*    1860 t/m 1873 van de kof “Eetina”, gebouwd in 1838 te Wildervank, 102 ton o.m., varend voor H.Meihuizen te Zuidbroek;

*    1874 t/m 1879 van de schoenerkof “Harmonie”, gebouwd in 1846 te Harlingen, 175 ton o.m., varend voor H.Meihuizen te Zuidbroek;

*    1880 op hetzelfde schip maar nu voor de Wed. H.Meihuizen te Zuidbroek. Het schip werd in 1880 vermist tussen Riga en Nederland.

 

De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:

21 februari 1857, kof “Geppina”, kapitein Albert Alberts Oldenburger, stuurman Jan Albertus Oldenburger, 27 jaar uit Nieuwe Pekela.

25 februari 1865, kof “Eltina”, kapitein Jan Alberts Oldenburger, 35 jaar uit Nieuwe Pekela.

02 mart 1870, kof “Eetina”, kapitein Jan Alberts Oldenburger, 41 jaar uit Nieuwe Pekela.

06 maart 1876, schoenerkof “Harmonie”, kapitein J.A,Oldenburger, 47 jaar uit Nieuwe Pekela.

24 februari 1877, schoenerkof “Harmonie”, kapitein J.A,Oldenburger uit Nieuwe Pekela.

06 maart 1878, schoenerkof “Harmonie”, kapitein J.A,Oldenburger, 48 jaar uit Nieuwe Pekela.

17 april 1879, schoenerkof “Harmonie”, kapitein J.A,Oldenburger, 49 jaar uit Nieuwe Pekela.

01 september 1880, kof “Harmonie”, kapitein Jan A.Oldenburger, 50 jaar uit Nieuwe Pekela.

      Voorts stuurman Lubbertus Smith, 36 jaar uit Nieuwe Pekela, 3 matrozen en een dekjongen.

 

Overige bijzonderheden

Op een tentoonstelling in het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen070 hing een portret van de kof “Eetina”, gebouwd te Wildervank in 1838, 102 ton en in de periode 1861 - 1873 met schipper Jan Alberts Oldenburger, lid van het zeemanscollege “Voorzorg” te Nieuwe Pekela met vlagnummer 84, varend voor reeder H.Meihuizen te Zuidbroek. Het portret werd geschilderd door Berend Oldenburger, amateurschilder (geboren Nieuwe Pekela 1849 - overleden 1930 te Veenendaal).

Op een expositie in het Noordelijk Scheepvaartmuseum070 stond de mededeling dat op 09 oktober 1880 de “Harmonie”bij Riga met man en muis is vergaan. De kapitein was Jan Alberts Oldenburger (1829 - 1880).

Kroniek van Pekela 11 januari  1881 Van de schoenen ‘Harmonie’, kapt J.Oldenburger, is sinds vertrek van Riga op 8 oktober 1880 naar Delfzijl niets meer vernomen. Het schip was pas uit Riga vertrokken toen het in een hevige sneeuwstorm verzeild raakte. Men vreest dat het schip met man en muis is vergaan.115

Een overeenkomstig relaas is opgenomen in “Met de groeten uit Riga” van H.Hachmer, In boekvorm Uitgevers BV, 2007, p.101-105. Daarin de volgende opmerkingen:

“Op 9 oktober 1880 voer kapitein Jan Oldenburger van het kofschip DE HARMONIE de haven van Riga uit. Oldenburger schrijft op 4 oktober nag ‘wij hebben het geluk dat het weer een aankomende maan is’. Uit correspondentie met de gemeente Niuwe Pekela blijkt echter dat hij tijdens een sneeuwstorm was vertrokken. Hoe ver Oldenburger is gekomen, weet niemand, maar tevergeefs werd er door vrouw en kinderen in de haven van Delfzijl gewacht op de aankomst van DE HARMONIE. …To drie maal toe werd er een oproep geplaatst waarbij Jan Albert Oldenburger werd gevraagd om zich te meldenbij de arronsissementrechtbank te Wildervank. Dit was op zich niet ongebruikelijk, maar het is wel opmerkelijk dat de laatste advertentie 34 jaar na zijn dood verscheen.Op 11 december 1914 werd hij voor de laatste maal opgeroepen …”

Het artikel bevat een kleurenprent van de “Harmonie” uit Oude Pekela, een portret van Doetje Oldenburger, de vrouw van de kapitein en een krantenannonce van het overlijden van de kapitein.

 

 

 

Datum vanaf: 1873
Kapitein: Oldenburger, Jan Alberts

Monsterrollen

Opgemaakt Harlingen
Datum: 1860-09-03
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: HARMONIE
Schipper: Mulder, T.K.
Scheepstype: kof
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen Bekijk alle monsterrollen
Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

Tresoar, Leeuwarden Archiefnummer Harlingen, toeg.19-06, inv. 383, no.38

foto P1020804
BIJLBRIEF

Naam schip HARMONIE

plaats en datum akte bijlbrief, Harlingen, 3 augustus 1846

type schip schoener-kof

bouwwerf/verkoper Dirk & Liewe Alta, Werf Welgelegen, Harlingen

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper firma Barend Visser & Zoon, zeehandelaren te Harlingen

te voeren door kapt. Feiko K. Mulder, Pekela

grootte in tonnen 92 lasten of 174 tonnen (meetbrief Harlingen no.5 d.d. 1 augustus 1846)

tuigage / aantal dekken twee masten, een dek

afmetingen 26,84 x 5,49 x 2,67 meter

kiellegging opgezet in den jare 1845

tewaterlating 18 juli 1846

plaats / datum registratie Harlingen, 3 augustus 1846

nummer registratie deel 17, folio 102, recto, vak 6 en 7

notaris bevestigende verklaring burgemeester van Harlingen

prijs

Bijzonderheden:

15.08.1846 nieuwe zeebrief voor de HARMONIE voor kapt. T.K. Mulder. T.K. is een leesfout en moet zijn Feiko K. Mulder.


researcher/datum research: ML / 310517

Naam HARMONIE
Archiefinstelling Tresoar, Leeuwarden
Jaar 1846
Toegang 19-06
Inventaris 383

Bronnen

Jaar: 0000
Bron: Tresoar - Leeuwarden
Omschrijving: Archiefnummer Harlingen, toegang 19-06. invoer 383 no.38