zie ook JONGEBLOED
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt H.A.Jongbloed als gezagvoerder gedurende:
* 1828 t/m 1833 van de galjoot “Hermanus”, gebouwd in 1826, bouwlocatie niet vermeld, 100 ton o.m., geen vermelding van reeder en thuishaven;
* 1835 t/m 1836 van de kof “Onderneming”, gebouwd in 1826, bouwplaats niet vermeld, 130 ton o.m., varend voor Hoogebeoom te Rotterdam;
* 1841 t/m 1850 van de schkof “Vrouw Maria”, gebouwd in 1841 te IJlst, 151 ton o.m.., varend als kapitein/eigenaar vanuit Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
A.Hoogendijk Az was met vlagnummer R179 in de periode 1841 t/m 1873 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein A.Hoogendijk Az met vlagnummer R179 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849, 1851 geen vermelding van schip en reedere
* 1855 van de sch.kof “Vrouw Maria” 80 last varend voor N.Gevelmeijer te Rotterdam
* 1858, 1859, 1862 t/m 1867 geen vermelding van schip en reeder
Bouma025 vermeldt A.Hoogendijk als gezagvoerder gedurende:
* 1841 t/m 1850 van de kof “Jonge Jacobus”, gebouwd in 1841 te Woudsend, 140 ton o.m., varend voor A.Hoogendijk Jz te Vlaardingen;
* 1857 van de brik “Abeona”, gebouwd in 1848 te Delfshaven, 229 ton o.m., varend voor J.Ooms JDz te Rotterdam;
* 1858 t/m 1859 van het ijzeren schroefstoomschip “Triëst”, gebouwd in 1856 te Sunderland, 719 ton o.m., varend voor Reuchlin, Mol & Dutilh te Rotterdam;
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Pieter Collenteur, koopvaardijkapitein, geboren rond 1825, wonende te Maassluis. Hij was gehuwd met Teuntje Mus062.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
P.Collenteur was met vlagnummer R366 in de periode 1855 t/m 1873 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein P.Collenteur met vlagnummer R366 als gezagvoerder in de ledenlijsten058:
* 1855 sch.kof “Vrouw Maria” 90 last varend voor Johs Ooms & Co te Rotterdam
* 1858, 1859,
1862, 1863 brik “Johanna Frederica” 107 last varend voor C.van Rossem Pz te Rotterdam
* 1864 geen vermelding van schip en boekhouder
* 1865 sch. “Jonge Arie” 73 last varend voor U.J.Reinders te Hoogezand
* 1866 geen vermelding van schip en boekhouder
* 1867 sch. Anna Maria 108 last varend voor F.U.H.Reiger te Amsterdam
Bouma025 vermeldt P.Collenteur als gezagvoerder gedurende:
* 1854 t/m 1855 van de kof “Wilhelm Jacobus” ex Jonge Pieter, gebouwd in 1840 te Veendam, 65 ton o.m., varend voor W.Kuyper & Co te Rotterdam;
* 1853 t/m 1855 van de kof “Willem Jacobus”, gebouwd in 1840 te Veendam, 65 ton o.m., varend voor W.Kuyper & Zn te Rotterdam. Het schip werd in 1856 overgenomen door kapitein/eigenaar J.J.Legger, die het herdoopte in “Drie Broeders”;
Twee schepen identiek?
* 1856 t/m 1857 van de schkof “Vrouw Maria”, gebouwd in 1840 te IJlst, 65 ton o.m., varend voor W.Kuyper & Zn te Rotterdam;
* 1859 t/m 1864 van de brik “Johanna Frederika”, gebouwd in 1857 te Delfshaven, 203 ton o.m., varend voor C. van Rossen Pz te Rotterdam. Het schip is vergaan in een typhoon in de Chinese zee;
* 1866 van de 2/msch “Jonge Arie” ex Concordia, gebouwd in 1859 te Hoogezand, 138 ton o.m., varend voor U.J.Reinders te Hoogezand. Het schip is in 1866 gestrand en afgekeurd;
* 1868 van de sch.brik “Anna Maria”, gebouwd in 1860 te Amsterdam, 205 ton o.m., varend voor Reiger & Co te Amsterdam;
* 1869 op hetzelfde schip maar nu voor v/d Bey & Co te Amsterdam;
* 1869 t/m 1874 van de sch.brik “Kaapstad Packet”, gebouwd in 1864 te Hoogezand, 200 ton o.m., varend voor F.U.H.Reiger & Co te Amsterdam. Het schip werd in 1874 te Rio de la Hache afgekeurd.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Jan Petrus Oldenburger werd per 27 november 1857 met vlagnummer 57 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege “Zeemansvoorzorg”. Zijn schip was “De Hoop”, boekhouders J.& S.Wiarda. De contributie werd voldaan door zijn vrouw Hielkje Holsten, geboren op 07 oktober 1834.
Wonende te Amsterdam kreeg hij op 15 februari 1897 toestemming om ¦600,- te ontvangen in acht half-jaarlijkse termijnen028-fol.067.
J.P.Oldenburger was met vlagnummer 57 lid van het College in de periode 1857-1903034.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Op 24 februari 1894 en 22 februari 1895 adresseerde het College brieven aan J.P.Oldenburger, Von Zesenstraat 61 te Amsterdam. In de tweede brief werd hij vrijgesteld van contributie033.
De schepen van de kapitein
lid van het zeemanscollege Zeemansvoorzorg te Harlingen met vlagnummer H47036
periode type naam van het schip boekhouder/reder
1857-1861 sch.kof de Hoop (ex Vrouw Maria) J.& S.Wiarda, Harlingen
april verongelukt op de kust van Portugal
1862-1864 brik Mercurius (ex Hendrik & Anna,
ex Commerce d’Amiens) P.H.Robijn, Harlingen
1865-1866 brik Simon & Martina (ex Mercurius,
ex Hendrik & Anna, ex Commerce d’Amiens) T.Teves & Co, Harlingen
1867-1869 brik Simon & Martina (ex Mercurius, J.Middelhoven, Zaandam
ex Hendrik & Anna, ex Commerce d’Amiens)
1870 bark Delft (ex Wilhelmina Catharina) Wed.Stadlander & Middelhoven,
Zaandam
1871-1873 3/m Henriëtte Maria Wed.Stadlander & Middelhoven,
op Magdalena Eiland (golf van St.Laurens) gestrand Zaandam
1876-1880 bark Arabistan K.Posthumus & Co, Harlingen
Bouma025 vermeldt J.P.Oldenburger als gezagvoerder gedurende:
* 1858 t/m 1862 van de sch.kof “de Hoop” ex Vrouw Maria, gebouwd in 1841 te IJlst, 151 ton o.m., varend voor J.& S.Wiarda te Harlingen;
* 1863 t/m 1865 van de brik “Mercurius” ex Hendrik & Anna, ex Commerce d’Amiens, gebouwd in 1850 te Boulogne, 160 ton o.m., varend voor P.H. Robijn te Harlingen. Het schip voer in 1866 voor T.Teves & Co te Harlingen en was herdoopt in “Simon & Martina”;
* 1865 t/m 1867 van de brik “Simon & Martina” ex Mercurius, ex Hendrik & Anna, ex Commerce d’Amiens, gebouwd in 1850 te Boulogne, 160 ton o.m., varend voor T.Teves & Co te Harlingen
* 1868 t/m 1870 op hetzelfde schip maar nu varend voor J.Middelhoven te Zaandam;
* 1867 t/m 1870 op de bark “Delft”, ex Wilhelmina Catharina, gebouwd in 1850 te Elshout, 735 ton o.m., varend voor de Wed. Stadlander & Middelhoven te Zaandam;
* 1872 t/m 1874 van het fregat “Henriëtte Maria”, gebouwd in 1855 te Vlaardingen, 801 ton o.m., varend voor de wed. Stadlander & Middelhoven te Zaandam. Het schip is in 1874 op Magdalena Island (Golf van St.Laurens) gestrand;
* 1877 t/m 1881 van de bark “”Arabistan”, gebouwd in 1852 te Rye, 295 ton o.m., varend voor K.Posthumus te Harlingen. Het schip werd in 1878 getuigd als 3/mschooner. Het schip voer in 1882 onder W.S.v/d Wetering te Delfshaven en werd herdoopt tot “Broederschap”;
Overige bijzonderheden
In een overzicht uit 2006 meldt Heijboer:
September 1874 op strand gezet te eiland Magdalena in de Golf van St.Laurens wegens ernstige lekkage op weg van Quebec naar Amsterdam. Bij het verlaten van het schip is de sloep omgeslagen en zijn de stuurman en vijf matrozen verdronken. De overige 9 opvarenden ziij door het ss “Mathew City” op 23 september te Londen geland.
In de Harlinger Courant dd 07 mei 1862 staat het volgende bericht096:
“Volgens alhier ontvangen berigten is het te Harlingen te huis behoorende kofschip de Hoop, kapitein Oldenburger, bij de Portugeesche haven Aveiro verongelukt. Schip en lading zijn weg, doch de bemanning is gelukkig gered.”
en in de krant van 21 mei 1862:
“Wij vernemen dat de lading van het onlangs gestrande kofschip de Hoop, kapt.Oldenburger, van Aveiro naar Liverpool bestemd, maar bij de eerste plaats gestrand, - zo gezond als beschadigd is geborgen: ook het tuig en de rondhouten zijn gered.”
|