1816
MCO 230116
Vlissingen, 22 januari. Ter rede is gekomen APOLLO, kapt. Quedens (opm: fregat, thuishaven Oostende; kapt. G.H. Quedens), naar Amerika, met stukgoederen.
BDC 281017
Antwerpen. Tussen 2 en 15 oktober zijn te Antwerpen aangekomen de APOLLON (opm: fregat APOLLO), kapt. G. Quedens, van Archangel met rogge; VROUW MARGARETHA, kapt. E.H. Pot, van Kiel met raapzaad.
1817
Op 6 juni 1817 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de APOLLON, aangevraagd door Jacques Serruys & Cie, Antwerpen, voor kapt. G.H. Quedens.
1818
Op 19 januari 1818 werd een Turkse Pas verstrekt voor de APOLLON, aangevraagd door Jacques Serruys & Cie, Antwerpen, voor kapt. G.H. Quedens, voor een reis naar Rio de Janeiro en Rio de la Plata.
OHC 170318
Den 28ste februari is met verlies van de grote ra te Plymouth binnen gelopen het schip (opm: fregat) APOLLO, kapt. G.H. Quedens, van Antwerpen naar Rio de Janeiro.
JAG 121118
Antwerpen, 10 november. Aangekomen het Belgische schip l’APOLLON, kapt. Quedens, van Rio-Janeiro aan het adres van de firma Jacques Serruys & Cie, geladen met koffie, huiden, suiker en ebbehout,
1820
OHC 300320
Advertentie. De Scheepsmakelaars Anton Giese, Ch. Bréquigny en Ch. Grisar zullen ten verzoeke van de Heeren Jaques Serruys en Comp., negotianten binnen Antwerpen, op woensdag den 12 april 1820, 's namiddags ten 2 uren precies, op de Makelaars-Zaal, boven de Beurs binnen Antwerpen, in publieke veiling stellen: Het sterk snelzeilend en van eikenhout gebouwd driemast tweedeks schip, genaamd APOLLO, laatst gevoerd door kapt. G.H. Quedens, lang over steven 110 voet, breed 26 voet 10 duim, hol in het ruim onder de balken 10 voet 3 duim, diep tussen deks 5 voet 6½ duim Amsterdamse maat, groot volgens meetbrief 173 Lasten, met masten, stengen, raas, staande en lopend wand (het groot- en fokke-want uitgezonderd), ingevolge de inventaris, zo en gelijk gemeld schip thans in het tweede Dok alhier is liggende, alwaar hetzelve 4 dagen voor de verkoping kan bezichtigd worden. De Verkoop voorwaarden en inventaris berusten zo ten kantore van de Heren verkopers, als bij de scheepsmakelaars voorschreven.
Op 7 juli 1820 werd een nieuwe zeebrief afgegeven voor de APOLLO, aangevraagd door Jacques Serruys & Cie, Antwerpen, voor kapt. G.H. Quedens. Tevens werd een Turkse Pas voor een reis naar Batavia verstrekt.
1821
RC 160621
Bataviase berigten tot den 24 februari behelzen:
Den 10 februari is te Batavia gearriveerd Zr.Ms. brik SIRENE, kapt.-luitenant W. Tieman, uit Texel, laatst van Rio-Janeiro, en het schip de SELIMA (opm: driemaster, thuishaven Brugge), F. Wens, van Ostende; den 13 APOLLO (opm: driemaster, thuishaven Oostende), G.H. Quedens, van Antwerpen.
BC 031121
Vertrokken van Sourabaija:
22 Okt. Ned. schip APOLLO, G.H. Quedens, naar Batavia, passagier kapt.luit.t.zee Toussaint en Zr.Ms. troepen; dito brik SEMBOE SARIE, Mohamat Miera Lebee, naar Sumanap.
BC 031121
Aangekomen te Batavia:
28 Okt. Ned. schip APOLLO, G.H. Quedens, van Sourabaija den 22 oktober;.
1822
RC 160322
Rotterdam, 15 maart. Met Bataviasche berichten, tot den 24 november 1821 heeft men de volgende benoemingen ontvangen: tot tweede commies bij de hoofd-directie van financiën H.G. Wittenrood, adjunct-schrijver van ’s konings fregat VAN DER WERFF.
Te Batavia liggen ter rede Zr.Ms. wachtschip TROMP, kanonneerboot No. 2, DIANA, EMERENTIA (opm: deze driemast hoeker, thuishaven Antwerpen, kapt. W. Schipman, werd op 21 november 1821 voor de sloop verkocht; de inventaris op 3 april 1822), ROTTERDAM, BETSIJ EN CAROLINA, FREDRIK HENDRIK, FRANKLIN, ZELIMA, APOLLO, DELPHINE, JACOBA, VROUW MARIA;Bark MENTOR;
BC 261022
Advertentie. Heden overleed alhier in de ouderdom van ruim 58 jaren aan de gevolgen ener zenuwziekte de wel edele heer G.H. Quedens, in leven gezagvoerder aan boord van het schip APOLLO, van Antwerpen. (opm: het fregat werd thuisgevaren door kapt. D.A. Durand)
Batavia, 17 oktober 1822
1823
LC 180223
Advertentie. Heden werd ik den diepsten rouw gedompeld door het ontvangen der treurige tijding, dat mijn hartelijk geliefde man, kapitein George Hendrik Quedens, op den 17 oktober 1822 overleden is te Batavia, na een ziekte van slechts acht dagen. Hij was 58 jaren oud, 30 jaren en 7 maanden mocht ik door enen genoeglijke echt met hem verbonden zijn, en, terwijl ik met verlangen hem t’huis verwachtte van zijne reis naar de Oost-Indiën, voor ruim twee jaren met zijn schip ondernomen, zoo vind ik mij thans bitter in deze verwachting teleurgesteld.
Mijne rouwe is billijk, en ik staat op de deelneming mijner vrienden en bekenden, zonder mij zulks schriftelijk te verzekeren.
Woudsend, den 11 februarij 1823.
Aukjen Gaukes Oosten
OHC 040323
Amsterdam, 1 maart. Na ene reis van 115 dagen is den 22 februari te St. Ives (opm: Cornwall) binnen geloodst het schip APOLLO, kapt. P.A. Durand, van Batavia naar Antwerpen, hetzelve is lek en heeft 3 man van de equipage verloren.
Op 14 mei 1823 werd een Turkse Pas verstrekt voor de APOLLO, aangevraagd door Jacques Serruys & Cie, Antwerpen, voor kapt. B.G. Quedens.
DC 310723
Vlissingen, 22 juli. Gisteren zijn van onze rede naar zee gezeild: Van Antwerpen CHARLES, kapt. O.H. Arends, naar Bristol met boomschors; APOLLO (opm: fregat, thuishaven Antwerpen), kapt. B.G. Quedens naar Batavia met stukgoederen;
1825
DC 130125
Vlissingen, 8 januari. Gisteren zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar hunne bestemming vertrokken: HERMINA, kapt. S.T. Taay, naar Cork, met boomschors; JOHANNA ELISABETH, kapt. M. Mesdagh, en APOLLO, kapt. B.G. Guedens, beide naar Batavia, met troepen.
DC 200125
Vlissingen, den 17 januari. Volgens ingekomen berichten is, in de namiddag van den 13 dezer, zeilende gezien Zr.Ms. fregat DIANA, benevens drie andere vaartuigen, denkelijk de APOLLO, JOHANNA ELISABETH en CONCORDIA, hebbende alle de Nederlandse vlag waaiende en Lezard NNO, zijnde de wind West ten Zuiden.
AC 051025
Texel, 3 oktober. Te Batavia zijn aangekomen: ADMIRAAL BUISKENS, kapt. W. Hodges, van Rotterdam; APOLLO, kapt. B.G. Quedens, van Antwerpen. (opm: kapt. Booye George Quedens overleed te Samarang op 16 september 1825)
BC 051025
Te Batavia ter rede liggende schepen:
Zr.Ms. fregat MELAMPUS, en de schepen HELENA CHRISTINA, de DRIE GEBROEDERS, JADUL KARIEM, BOEROONG, MANSOER, L’ESPÉRANCE, MARZOEK, APOLLO, CAROLINA JACOBA, FATAL RACHMAN, PALEMBANG, CONCORDIA, MAGBAR, de brikken DE HOOP, SARA THEODORA, ANNA, DE DRIE MARIA’S, HARMONIE, MARGARETHA, DOROTHEA, PEKALONGANG, FAVORITE, de schoeners ANNA JACOBA, DINA ALIDA, HAPHIN, ADA en 6 buitenlandse schepen.
22 september: schip LOUIZA, kapt. C. Stricker, naar Batavia; schip EMILE, kapt. P. Lunel, naar dito; 23 september: schip APOLLO, kapt. J.M. Jongheim (opm: kapt. Jongheim was de opvolger van kapt. B.G. Quedens die op 16 september in Samarang was overleden), naar Batavia; 24 september: schip CALEDONIA, kapt. J. Farrett, naar Soerabaija; schip BUITENZORG, kapt. S. d´Allens, naar Batavia met een passagier; 27 september: brik HELENA, kapt. Said Moeksin bin Abdulla Rachman, naar Cheribon en Batavia; 29 september: schoener KOLONIAL TRADER, kapt. A. Riggs, naar Batavia, schip BONNIJNAN, kapt. C. Etty, naar dito met drie passagiers; Zr.Ms. schoener IRIS, comm. Boedrie, naar een kruistocht.
BC 121025
Advertentie. Batavia. Wordt ter kennis van het publiek gebracht, dat aan het postkantoor te Batavia, paketten voor brieven geopend zijn, om te worden verzonden naar Antwerpen met het Nederlandse schip APOLLO, kapt. J.M. Jongheim.
1826
DC 110326
Vlissingen, 4 maart. Van den 1 dezer tot heden zijn voor Antwerpen bestemd op onze rede aangekomen: LE SAINT-PIERRE, kapt. J. de Potter, van Havre-de-Grace met koffie en rijst; FELIX, kapt. C.M. Dijcke, van Buenos Aires met huiden; APOLLO, kapt. J.M. Jongheim, van Batavia met koffie; HARMONIE, kapt. H.K. Potjewijd, van Londen met stukgoederen; WILHELMINA, kapt. J. Jorgensen, van Batavia met koffie en suiker;
Op 22 mei 1826 werden een nieuwe zeebrief en Turkse Pas verstrekt voor de APOLLO, aangevraagd door Jacques Serruys & Cie, Antwerpen, voor kapt. D. Steur.
DC 030826
Vlissingen, 23 juli.
Voorts zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen, en sedert den 21 dezer van onze rede naar zee gezeild: PRINS FREDERIK DER NEDERLANDEN, kapt. D. Jonkman naar Demerary; DE VROUW HOUWINA, kapt. H.J. Valk naar de Oostzee, met ballast; CAROLUS, kapt. H.A. Nieberding naar Londen met boomschors; SAMUEL, kapt. E. le Blancq, naar Jersey met dakpannen; KAREL EN WILLEM, kapt. J.F. Schulte, JOHANNA MARIA, kapt. J.A. Schonefeld en DE MARIA, kapt. J. Zirck, alle drie naar de Marennes met ballast; LE CESAR, kapt. M. Schalk en DE JUFFROUW JOHANNA, kapt. J.J. Tiddens, beiden naar Penzance met boomschors; MINERVA, kapt. T. Mooy, DE JONGE JOHANNA, kapt. E. Ziffer, DE COMMERCIE, kapt. H.A. de Vries en DE VROUW JANNETJE, kapt. F. Rose, alle vijf naar Londen met boomschors; APOLLO. kapt. D. Steur en DELPHINE, kapt. C. Brandaris, beiden naar Batavia met troepen; L’AUGUST, kapt. J. Thomas, naar Havre-de-Grace, met ballast; DE HERSTELLING, kapt. B.H. Smit en DE JUFVROUW HENDRIKA, kapt. H.H. Scholtens, beiden naar Falmouth met boomschors; HENDRIKA, kapt. T.T. Harding, naar Noirmoutier met ballast; ZEPHYR, kapt. J. Flemming, naar de Havanna met stukgoederen; LE JEAN BAPTISTE, kapt. P. le Breton, naar Duinkerken met krenten; DE TWEE BROEDERS, kapt. S.J. Brouwer en CHRISTINA VOS, kapt. N.A. Smaal, beiden naar Tremblade met ballast.
BC 291126
Den 22 november is ter rede van Batavia gearriveerd het fregat APOLLO, kapt. D. Steur, vertrokken van Antwerpen met Zr.Ms. troepen op 22 juli.
1827
RC 050427
Rotterdam, 4 april. Te Batavia liggen ter rede Zr.Ms. fregat MELAMPUS; korvet LIJNX, brik DE HAAIJ; schoener JOHANNA; Peniche No. 4; de schepen MARCO BOXARIS, TIKSOEN, DELPHINE, KOLONIST,MARIJ, APOLLO, BANTIAR,CAROLINA EN JACOBA, STER, MERCURRIJ, OEMAR, OSMAN, OEIJ SINJO, PEKALONGANG; de brikken PENHOIJ, PRANSFER, DE DRIE MARIA’S, FONFIE, CLEMENTINA, A B C, PENANTEN, EXPERIMENT, DOROTHEA, INDRAMAIJOE, JOHANNA MARIA, GOANLIE; de schoeners HAPHIEN en FALTHALHAIR.
Op 14 juni 1827 werd een Turkse Pas verstrekt voor de APOLLO, aangevraagd door Jacques Serruys & Cie, Antwerpen, voor kapt. D. Steur.
RC 120727Rotterdam, 11 juli. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild THERESIA, kapt. L.J. Besseling en DE JONGE RENTE, kapt. W.R. Huisman, naar Marennes; APOLLO, kapt. D. Steur en VASCO DI GAMA, kapt. Th. Versluijs, naar Batavia; HENDRIKA, kapt. T.T. Harding, naar Oleron; DE JULIA, kapt. J.P. Visser, naar Topsham; DE LEEUW VAN ANTWERPEN, kapt. J. Jansen, naar de West-Indién; DE VROUW HELENA, kapt. D.J. Greeven en DE VROUW ALBERDINA, kapt. P.J. Mooi, naar ……; DE TWEE GEBROEDERS, kapt. J. Wordmaker, naar Tonningen.
1828
AH 070528
Antwerpen, 30 april. LA JOHANNA CORNELIA, kapt. Seeuwen, van Duinkerken; APOLLO, kapt. D. Steur, van Sourabaya; JAVA, kapt. J.H. Hoopen; PROVIDENCE, kapt. J. Potter, van Liverpool; PAULINE, kapt. J. Joozens, van Liverpool; TWEE GEBROEDERS, kapt. D. Thomes, van Hamburg; DIANA EN GEZINA, kapt. Bootman, van Drontheim; VROUW GEZINA, kapt. Lindeboom, van Kiel.
1829
Op 8 januari 1829 werden een nieuwe zeebrief en Turkse Pas verstrekt voor de APOLLO, aangevraagd door Jacques Serruys & Cie, Antwerpen, voor kapt. D. Steur.
RC 290129
Rotterdam, 28 januari. De 22e dezer is aldaar in de voor-dokhaven binnengekomen het Nederlandse driemastschip APOLLO, kapt. D. Steur, van Antwerpen naar Batavia.
RC 030229
Rotterdam, 2 februari. De 23e en 24e januari zijn ter rede van Vlissingen gekomen DE ZEEMEEUW, kapt. D. den Haas, van Yarmouth, naar Rotterdam; APOLLO, kapt. D. Steur, van Antwerpen naar Batavia, met troepen, welke alle wegens het ijs binnen de haven zijn gehaald.
RC 100229
Rotterdam, 9 februari. De 29e januari is van de rede van Vlissingen naar zee gezeild APOLLO, kapt. D. Steur, naar Batavia, met troepen (opm: 250 man).
JC 260529
Den 22 mei is te Batavia gearriveerd het schip APOLLO, kapt. D. Steur, met Zr.Ms. troepen, den 31 januari van Antwerpen vertrokken.
JC 070729
Te Batavia gearriveerde schepen:
4 juli: Ter rede van Batavia liggende schepen: Zr.Ms. korvet ANNA PAULOWNA en de koopvaardijschepen AUGUSTE, DE HOOP VAN ALBLASSERDAM, JAVA, NATHALIE, HELENA, APOLLO, OEMAR OSMAN, FATTOL KAHIER, SUMANAP, HOGOAN, DE SCHELDE, TIKSOEN, de stoomboot VAN DER CAPELLEN, de brikken LE HÉROS, MERCATOR, MERKUS, HARRIET, BENKOELEN, DOROTHEA, GOANLIE, PEANGHOEY en INGSOEN, de barken FELICITAS, ALLIANCE en DIEDERIKA, de schoeners KIM SOENHOAT, SEMANGKA en DOLPHIJN, en tien buitenlandse schepen.
1830
RC 140130
Amsterdam, 12 januari. Het schip APOLLO, kapt. D. Steur, de 26e augustus van Batavia naar Antwerpen vertrokken, de 6e december te Falmouth binnengelopen.
RC 200230
Rotterdam, 19 februari. Ter rede van Vlissingen zijn gearriveerd de SARA AGATHA, kapt. L.M. Hoffman, van Demerary naar Middelburg; VRIESLAND, kapt. H.J. Drent, van Cette en APOLLO, kapt. D. Steur, van Batavia, beide naar Antwerpen en DIOMEDES, kapt. E. den Duyts, van Batavia naar Gent. De eerste en de laatste zijn in de haven van Breskens binnengebracht.
RC 200230
Amsterdam, 18 februari. De schepen APOLLO, kapt. D. Steur, van Batavia naar Antwerpen en CONCORDIA, kapt. O. Falck, van New York naar Gent, ter rede van Vlissingen aangekomen en de 12e dezer in de haven willende halen, zijn in het ijs bezet geraakt en daarmee naar zee gedreven.
RC 270230
Rotterdam, 26 februari. De schepen CONCORDIA, kapt. R. Falck en APOLLO, kapt. D. Steur, zijn reeds de 12e dezer ter rede van Vlissingen gekomen, doch wegens het ijs genoodzaakt geweest om weer zee te kiezen en eerst de 20e binnen die haven gekomen; alsmede L’AVONTURE, kapt. H.A. Kraay, van de Havanna; DE PRINS VAN ORANJE, kapt. J. de Meire en MARIA MATHILDA, kapt. J. Lofgreen, van Rio-Janeiro, DE VIJF GEBROEDERS, kapt. J.F. Poodts en NATHALIA, kapt. R. Nanning, van Batavia; welke alle naar Antwerpen zijn gedestineerd; benevens nog DE COCK, kapt. J. Joosens, van Batavia naar Gent en DE VROUW JANTINA, kapt. J.O. Kuyper, van Bordeaux naar Brussel.
RC 130330
Rotterdam, 12 maart. Te Antwerpen zijn gearriveerd PRINS VAN ORANJE, kapt. De Meire, van Rio-Janeiro; ADVENTURE, kapt. Kraay, van Havannah; VIJF GEBROEDERS, kapt. Poodts, APOLLO, kapt. Steur en DECOCK, kapt. Joossens, van Batavia; HULL-PACKET, kapt. Kraan, van Hull; JONGE PETRUS, kapt. Berg, van Dantzig; EENSGEZINDHEID, kapt. Kuipe, van Marseille en COLUMBUS, kapt. Drinkwater, van New-York.
JC 061130
Batavia, 4 november. Heden arriveerde alhier het schip APOLLO, kapt. D. Steur, de 1e juli vertrokken van Antwerpen.
België
Na de opstand der Belgen decreteerde de koning bij Koninklijk Besluit van 28 oktober 1830 (Staatsblad No. 73) dat van de schepen welke in de Zuidelijke Provinciën van het Rijk tehuis behoren de Nederlandse zeebrieven moeten worden ingetrokken. Dit betrof 196 schepen waaronder het fregat APOLLO, van J. Serruys en Cie, Antwerpen, kapt. D. Steur. Voorlopig had dit nog geen effect op de APOLLO, die op 1 juli van Antwerpen naar Batavia was vertrokken.
1831
AH 190431
St. Helena, 12 februari. De APOLLO, kapt. Steur, van Batavia, heeft de reis voortgezet.
OHC 170531
Amsterdam, 15 mei. Te Antwerpen is gearriveerd het schip APOLLO, kapt. D. Steur, van Batavia. (opm: met deze aankomst is Oostende bedoeld, waar dit na de Afscheiding van België in 1830 inmiddels ex-Zuid-Nederlandse fregat op 30 april was gearriveerd)
1832
De vaart naar en van Antwerpen werd door Nederland tot eind juni 1833 gefrustreerd, zodat de APOLLO onder kapt. C.M. van Dijcke – na tot maart 1832 in Oostende te zijn opgelegd – vanuit die haven onder Belgische vlag weer aan de vaart ging. In 1832 werden twee ballastreizen uitgevoerd naar Liverpool. De basis van de retourlading bestond uit zout, aangevuld met koper, katoen en/of wol. Daarna een reis naar Havana, waar suiker werd geladen met thuiskomst Oostende op 4 maart 1833.
1833
In 1833 werden drie reizen ondernomen naar Liverpool. De eerste was nog met bestemming Oostende, maar nadat Nederland onder druk van Engeland en Frankrijk voor de Belgische vlag de vaart over de Schelde had vrijgegeven kon de APOLLO haar tweede lading zout in Antwerpen afleveren, waar het schip op 30 juli arriveerde. De derde lading bestond uit zout, koffie, koper, hout en kleurstoffen, waarmee kapt. Van Dijcke op 19 oktober in Antwerpen arriveerde. Eerst op 17 maart 1834 zou de APOLLO weer uitzeilen, naar Vlissingen, om daar te worden gekeurd door Nederlandse instanties alvorens een Nederlandse zeebrief zou worden verstrekt.
OHC 080133
Opgave van de nalatenschappen en legaten waarvan de erfgenamen of legatarissen onbekend of uitlandig zijn en welke sedert meer dan vijf jaren bij de boeken van de weeskamer te Samarang zijn voortlopende, en bij die kamer behoren te worden gereclameerd. (opm: bekort)
Naam de erflater: Quedens, (Booy George)
Kwaliteit: Kapt. van het schip APOLLO
Datum en plaats van overlijden Te Samarang 16 september 1825
Wanneer onder beheer der kamer: 23 september 1825
Namen en toenamen erfgenamen: Onbekend
Bedragen der gelden:
Kapitalen: NLG 1122,31
Intresten tot ultimo december 1830: NLG
Totaal: NLG 1122,31
MCO 010833
Vlissingen, 30 juli. Den 24 dezer is alhier ter rede gekomen APOLLO (opm: Belgisch fregat), kapt. C.M. van Dijcke, als bijlegger, van Liverpool, met zout.
1834
Op 17 februari 1834 werd de zeebrief van de APOLLO, kapt. D. Steur, geroyeerd met vermelding ‘ZB vervallen resolutie 10 februari 1834. Deze Nederlandse zeebrief, evenals die van de Zuid-Nederlandse VIJF GEBROEDERS, AVENTURE en JULIANA, was al wel teruggezonden (een datum werd niet vermeld) en werd nu kennelijk ambtshalve geroyeerd. Ongetwijfeld werd deze actie in gang gezet na het bekend worden van concrete stappen van de rederijen van deze vier schepen om hun zetels naar Rotterdam te verplaatsen.
Op 28 maart 1834 werd de ‘eerste’ zeebrief aangevraagd voor de APOLLO door Jacques Serruys & Co, Rotterdam, welke in advies werd gehouden, waarna de gouverneur der provincie werd geraadpleegd; een kapiteinsnaam werd niet vermeld. Na het bericht ‘de gouverneur ziet geen zwarigheden’ werd op 4 april 1834 de ‘eerste’ zeebrief verstrekt voor de APOLLO, aangevraagd door Jacques Serruys & Co, Rotterdam, voor kapt. C.M. van Dijcke.
Zoals een aantal Zuid-Nederlanders had ook Serruys zijn zetel van Oostende naar Noord-Nederland, Rotterdam in dit geval, verplaatst teneinde voor gesubsidieerde vrachten van de Nederlandse Handel-Maatschappij in aanmerking te komen.
DC 180334
Gisteren is ter rede van Vlissingen gearriveerd het koopvaardijschip APOLLO, van Antwerpen, mede om voor Hollandse rekening te varen en eerstdaags ten dien einde naar Rotterdam te vertrekken. (opm: rederij Serruys had haar zetel van Oostende naar Rotterdam verplaatst, om het mogelijk te maken een Nederlandse zeebrief te verkrijgen en daarmee in aanmerking te komen om door de Nederlandse Handel-Maatschappij te vergeven lading tegen gesubsidieerde tarieven te kunnen vervoeren)
RC 220334
Rotterdam, 21 maart. De schepen APOLLO, kapt. C.M. van Dijcke en EUGÉNIE, kapt. A.J. Meulenaar, onlangs van Antwerpen te Vlissingen binnengekomen, zijn thans naar het Nieuwe Diep vertrokken, om voor Hollandse handelhuizen te varen.
DC 220334
Hellevoetsluis, 20 maart. Gisteren namiddag arriveerde uit zee: RESOLUTION, kapt. J.P. Meineke, van Cuxhaven; APOLLO, kapt. C.M. van Dijcke, van Ostende; en zeilde in zee: WILLEM, kapt. H.W. Kiers naar St. Ubes.
DC 120434
Dordrecht, 11 april. Van de 46 Belgische koopvaardijschepen, die, vanaf de uitbarsting der Belgische revolutie tot op heden, de stad Antwerpen voorgoed hebben verlaten, en thans de Nederlandse vlag voeren, varen deze 14 naar Amsterdam:de FELICITAS, de DILIGENCE, de ROSALIE, de SURINAME, de EUGENIE, de MATHILDE, de AUGUSTIN, de JOSEPH, de PRESIDENT SCHIMMELPENNINCK, de DIANA, de GRAAF BAILLET, de NATALIE, de JONGE PIETER, de STAD BRUGGE.
En de navolgende 32 naar Rotterdam: de INDIAAN, de JAVA, de PRINS VAN ORANJE, de DE COCK, de ELISA, de VASCO DE GAMA, de EMANUEL, de BATAVIER, de ERASMUS, de MARIA, de MARGARETHA, de MALEYR, de BATAVIER, de PRINS FREDERIK, de MARIA THERESIA, de ANNA HELENA, de STAD ’s-GRAVENHAGE, de GENERAAL CHASSÉ, de SUMATRA, de BELLONA, de ANJER, de RIBBLE, de KOOPHANDEL, de SCHELDE, de APOLLO, de AVENTURE, de JULIANA, de VIJF GEBROEDERS, de PHENOMENE, de MACASSAR, de VAN DER WERVE, de ORTELIUS.
RC 290434
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading naar Batavia, mede voor passagiers:
Het Nederlands gekoperd fregatschip APOLLO, kapt. C.M. van Dijcke; vertrekt de 3e mei.
Het Nederlands gekoperd fregatschip DE KOOPHANDEL, kapt. C. Neurenberg.
Het Nederlands gekoperd fregatschip DE SCHELDE, kapt. D. Steur; vertrekt de 15e mei.
Adres ten kantoren van Hudig & Blokhuyzen en Kuyper, Van Dam & Smeer.
DC 130534
Hellevoetsluis, 9 mei. Van de morgen zeilden naar zee: APOLLO, kapt. C.M. van Dijcke, en MARGARETHA, kapt. W. Bartham, beiden naar Batavia.
JC 270834
Batavia, 23 augustus. Heden zijn alhier aangekomen het schip APOLLO, kapt. C.M. van Dijcke, van Rotterdam vertrokken de 10e mei, het schip DE HOOP VAN ALBLASSERDAM, kapt. M.D. Meijer, van Rotterdam vertrokken de 22e mei, en de brik MALEIJER, kapt. C. van der Hoeven, et een passagier, van Manilla vertrokken de 13e juli.
1835
RC 050335
Rotterdam, 4 maart. De 2e dezer, des namiddags, arriveerden ELIZA, kapt. H. Peters, APOLLO, kapt. C.M. van Dijcke en DE SCHELDE, kapt. D. Steur, van Batavia.
RC 120535
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading naar Batavia, mede voor passagiers:
Het Nederlands gekoperd fregatschip APOLLO, kapt. C.M. van Dijcke; vertrekt de 20e mei.
Het Nederlands gekoperd fregatschip SCHELDE, kapt. D. Steur; vertrekt de 1e juni.
Het Nederlands gekoperd fregatschip KOOPHANDEL, kapt. S. Neurenberg; vertrekt de 15e juni. Adres ten kantoren van Hudig & Blokhuyzen en Kuyper, Van Dam & Sneer.
RC 300535
Rotterdam, 29 mei. De 28e dezer, des namiddags, arriveerden van Helvoetsluis NIJVERHEID, kapt. A. van der Linden, van Jersey; ENGELINA, kapt. R.H. Bok, van Liverpool en JARSKE CORNELIA, kapt. L.K. de Boer, van Lübeck; de 29e, des morgens, ONDERNEMING, kapt. H.G. Hinrichs, van Hull en VROUW MAGDALENA, kapt. M. van der Putten, van Sunderland en zeilde APOLLO, kapt. C.M. van Dijcke, naar Batavia.
JC 260935
Batavia, 22 september. Heden is alhier aangekomen het Nederlandse schip APOLLO, kapt. C.M. van Dijcke, de 1e juni vertrokken van Rotterdam.
JB 031035
Ter rede van Batavia liggende schepen: Zr.Ms. fregat PALEMBANG, Zr.Ms. korvet BOREAS, Zr.Ms. brik SIWA, de civiele schoener HAAI en de Nederlandse koopvaardijschepen STAD AMSTERDAM, ANTHONIUS EN CORNELIA, APOLLO, EMANUEL, JAVA, ROSALIE, MERCURY, BATAVIA, LORD MINTO, ATIKE TORACHMAN, de dito brikken PEENGHOEY, GOANLIE, CHARLOTTA, FARAHILWAHAP, ALIJDA, INDRAMAIJOE, CLEMENTINE, de dito barken JONGE WILHELMINA, RADJA WALIE, CHARLES, BOEROONG, TEK GOAN, de dito schoeners DOLPHIJN, SRIE BANDAN, en de dito kotter GOANEK, benevens zeven buitenlandse schepen.
1836
DC 110236
Hellevoetsluis, 9 februari. Gisteren namiddag arriveerde uit zee: APOLLO, kapt. C.M. van Dijcke, van Batavia, en FANNY, kapt. F.H. Bonjer, van Grevelingen;
RC 090436
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading:
Naar Batavia, het Nederlands barkschip APOLLO, gevoerd bij kapt. C.M. van Dijcke, om de 15e dezer te vertrekken.
Naar Batavia, het Nederlands fregatschip DE SCHELDE, gevoerd bij kapt. D. Steur, om de 1e mei te Hellevoetsluis gereed te liggen.
Adres ten kantoren van Hudig en Blokhuyzen en Kuyper, Van Dam en Smeer.
Op 19 april 1836 werd de nieuwe zeebrief verstrekt voor de APOLLO, aangevraagd door Jacques Serruys & Co, Rotterdam, voor kapt. C.M. van Dijcke. Deze zeebrief werd op 28 april 1837 door de Ontvanger der Inkomende- en Uitgaande Regten en Accijnzen te Rotterdam naar Den Haag geretourneerd, met vermelding ‘zullende hetzelve worden gesloopt’, waarna op 2 mei royement volgde.
DC 300436
Hellevoetsluis, 27 april. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: JONGE JOHAN GEORGE, kapt. L. den Breems, van Messina, en de GOEDE HOOP, kapt. M.J. de Jonge, van Cette. Heden morgen zeilden naar zee: APOLLO, kapt. C.M. van Dijcke, naar Batavia; ALETTA, kapt. F.B. Nepperus, naar New York; de VOS, kapt. G. van der Velden, naar Nantes;
JC 170836
Batavia, 12 augustus. Heden zijn alhier aangekomen de Nederlandse schepen RESOLUTIE, kapt. J.N. Schnijders, van Amsterdam vertrokken de 25e april, en APOLLO, kapt. C.M. van Dijcke, van Rotterdam vertrokken de 27e april.
1837
RC 070137
Rotterdam, 6 januari. Den 9 september 1836 lagen te Batavia ter rede:
Zr.Ms. brik ORESTES, civiele schoeners HAAI en ANADYOMENE,Nederlandse schepen RESOLUTIE, APOLLO, MARIA, JOEDEL BARIE, MEDORA, BOEROONG, WIJNHANDEL, SCHOON VERBOND, PEKALONGAN, GENERAAL CHASSẾ, HANDEL-MAATSCHAPPIJ, ZAANSTROOM, MERCURIUS, BATAVIA, ORTELIUS en JOHANNA CORNELIA;
RC 020237
Rotterdam, 3 februari. Van Batavia wordt den 16 september gemeld dat is gezeild het Nederlandse schip APOLLO naar Samarang. (opm: op 23 september 1836 te Samarang gearriveerd).
RC 140337
Rotterdam, 13 maart. Den 10 dezer arriveerde te Helvoetsluis WIJNHANDEL, Versluys, en APOLLO (opm: fregat), C.M. van Dijcke, van Batavia; de HOOP, D. Guyt, de VROUW NEELTJE, K. Parrel, en ZORG EN VLIJT, E. Berghuis, van Liverpool, en LAETITIA, L.J. Rotgers, van Bordeaux.
RC 200437
Advertentie. H. Montauban van Swijndregt, F. van Dam en F.N. Montauban van Swijndregt, makelaars te Rotterdam, zijn van mening op dinsdag den 25 april 1837, des n.m. ten 4 ure, in het Locaal op de hoek der Scheepmakershaven en Bierstraat, wijk A, No. 458, te veilen en verkopen:
- Ten derde, het Nederlands gekoperd Fregatschip, genaamd APOLLO, laatst gevoerd bij kapt. C.M. van Dijcke, lang 30,40 el, wijd 5,48 el, hol 4,20 el, en alzo groot 311 tonnen, met al deszelfs rondhout, staande en lopend want, ankers touwen, zeilen en verdere inventaris.
Liggende de voorschreve schepen in de Leuvehaven, aan de Westzijde, omstreeks de Posthorensteeg. (opm: het schip, bouwjaar 1813, werd verkocht voor de sloop)