1814
MCO 151014
Rotterdam den 8 oktober De rivier de Maas leverde heden weder voor het oog onzer stadgenoten een vertoning op, welke sedert vele jaren hier niet was gezien geworden, en die het hart van elk waar Hollander, met een aandoening van dankbare blijdschap vervulde. Het Hollands gebouwde fraaie fregatschip Maas- en Rottestroom, gevoerd wordende door kapitein Frans Bremer, was namelijk wel uitgerust tot een reis naar Batavia, op eerstgenoemde rivier voor de stad ten anker komen liggen, en de voorheen bij onze rederijen gebruikelijke zogenaamde stokvis-partij stond daar op dezen dag gegeven te worden; dan dit het eerste Hollandse schip zijnde, sedert onze herschepping als Natie, onder de regering van een zo lang terug gewenste Vorst, tot zulk een expeditie uitgerust, waren de heren reders bedacht geweest, die oude gewoonte, op een aan de omstandigheden geëvenredigde luisterrijke wijze, te vieren op deze maaltijd, waar verscheiden personen van rang opgenodigd waren, werden de volgende toasten ingesteld Door den heer admiraal werd ingesteld:
1. Onzen geëerbiedigde Souverein.
2. De Vorstelijke Familie.
3. Alle onze hoge bondgenoten.
4. Alle de hoge ambtenaren van Staat,
5. De regering van Rotterdam,.
De heer president der commercie gaf de volgende toast:
6. Dat het Engels gouvernement deszelfs oprechte vriendschap voor onze beminde Souverein, door de spoedige teruggave onze koloniën moge doen blijken, en alzo ook de achting der Hollanders, hun oude bondgenoten, ten hoogste top moge doen rijzen.
De heer commissaris van het district stelde in:
Terwijl een menigte mensen van allerlei rang, die de kaai van de Boompjes vervulde, dit als een waarlijk nationaal feest, dat hun vele oud vaderlijke gebruiken in vorige dagen van voorspoed herinnerde. Zeker ook, is er niet een enig waar Nederlander, die niet het wel gelukken van deze eerste belangrijke onderneming ter aanmoediging en navolging van verdere wenst, en even zoo, dat de natie zich in de vervulling van die gedronken toasten zal mogen verblijven, op dat ons lieve Vaderland zich daar door, van der zelve geleden rampen, onder het vaderlijk bestuur van den beminden Vorst die ons thans regeert, allezins kan herstellen, en tot des zelfs alom luister terug komen.
1815
JGG 230915
Batavia, 19 september. Aangekomen MAAS EN ROTTESTROOM, Frans Bremer van Rotterdam, 11 februari.
1816
RC 050316
Volgens brieven van Batavia, in dato 31 oktober waren aldaar liggende de Hollandse schepen: MAAS EN ROTTESTROOM, kapitein F. Bremer; ELISABETH JOHANNA, kapitein W. Lucas, en de DOLPHYN, kapitein de Lange, alle van Rotterdam.
JGG 030816
Het Nederlandse schip MAAS en ROTTESTROOM, kapitein F. Bremer van hier vertrokken op 10 februari, is op 5 mei te Simons baai binnengekomen