Inloggen
DOLPHIJN - ID 12127


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1815-04-21 / 1850-03-06 | Reden uitgevlagd: Sloop, afgekeurd

Identification Data

Bouwjaar: 1816
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Kof
Material Hull: Wood
Construction Data

Scheepsbouwer: Johannes & Pier Dirks Alta, Workum, Friesland, Netherlands
Date Laid Down: 1815-03-06
Launch Date: 1815-10-01
Delivery Date: 1816-00-00
Technical Data

Net Tonnage: 31.00 lasts
Net Tonnage 2: 59.00 tons (oude meting)
 
Length 1: 18.13 Meters Registered
Beam: 3.76 Meters Registered
Depth: 1.92 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1816
Datum agenda: 1816-10-07
Register nr: 18150122
Scheepsnaam: DOLPHIJN
Type: Kof
Lasten: 31
Gebouwd in provincie:
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Visser & Zoon, Barend
Plaats: Harlingen
Kapitein op moment van verzoek: Ruurds, Remmert
Opmerkingen: Eerste zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1816-10-01 DOLPHIJN
Manager: Firma Barend Visser & Zoon, Harlingen, Friesland, Netherlands
Eigenaar: Firma Barend Visser & Zoon, Harlingen, Friesland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Harlingen / Netherlands
Additional info: Prijs: NLG 3.500,-

Date/Name Ship 1837-01-11 WILHELMINA
Manager: Firma Braams & Schaafsma (Philippe A. Braam en Pier Sjoerds Schaafsma), Harlingen, Friesland, Netherlands
Eigenaar: Firma Braams & Schaafsma (Philippe A. Braam en Pier Sjoerds Schaafsma), Harlingen, Friesland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Harlingen / Netherlands

Ship Events Data

1837-01-11: Sold at auction
Advertentie. De notaris Wijma, te Harlingen, zal aldaar, op woensdag den 11 januari 1837, des namiddags ten 4 ure precies, bij de beschrijving, en des avonds ten 8 ure finaal, in het Heeren Logement, in het openbaar veilen een extra ordinair welbezeild Nederlands kofschip, genaamd DOLFIJN, lang 18 el 13 duim, wijd 3 el 76 duim, hol 1 el 92 duim, groot 59 ton of 31 last, en dat met al zijn rondhout, opstaand en lopend want, ankers en touwen, zeil en treil en verdere daarbij zijnde goederen en gereedschappen, volgens inventaris daarvan zijnde, en zodanig is liggende en voor een ieder is te bezichtigen in de Zuiderhaven te Harlingen, gevoerd door kapitein Albert Sluik, junior. Nader onderricht ten kantore van den heren Barend Visser en Zoon, ten voornoemde stede, bij wien voorschreven schip ook uit de hand te koop is. (opm: de DOLPHIJN, bouwjaar 1816, werd binnen Harlingen verkocht en kreeg de naam WILHELMINA, kapt. R.K. Visser)
1850-03-06: Final Fate: Broken up

Advertentie. De notaris Wijma, te Harlingen, zal, aldaar op woensdag den 6 maart 1850, des voormiddags ten 9 ure precies, op de Noorderhaven, publiek verkopen:
De gehele fleet van het Kofschip, genaamd WILHELMINA, gevoerd geweest bij Jan Zwaal, als: 19 diverse zeilen, twee zware ankers, twee werpankers en een dreg, twee ankertouwen, van 77 en 110 vadem, kabeltros, 40 vadem, 11 – 10½ en 7 duims, en kettingen, masten en verder rondhout, opstaand en lopend want, trossen en ander touwwerk, en verdere scheepsgoederen. En des avonds ten 7 ure precies, in het Heeren Logement van D. Minnema, het hol van voorschreven schip, metende 132 ton, om te slopen.
(opm: reeds op 20 maart werd de zeebrief van de WILHELMINA naar Den Haag teruggezonden met de vermelding ‘schip gesloopt’; men had met dit uit 1816 daterende schip korte metten gemaakt)

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt R.Ruurds als gezagvoerder van/in:

*   1820 van de kof Dolphijn”, geen gegevens over bouw, thuishaven en eigenaar. Het schip werd 1 maal te Harlingen geregistreerd komend van Antwerpen

 

Het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a bevat monsterrollen op naam van kapitein Remmert Ruurds op de:

“Dolfijn”, dd 25 oktober 1816; 26 juni 1817; 21 april 1818; 25 september 1818; 14 maart 1819 en 27 septemberr 1819

 

Overige bijzonderheden

Leeuwarderr Courant 05 september 1814114

Advertentie. De vendumeester bij het departement der convooijen en licenten te Harlingen, zal, ten overstaan van de heer commissaris bij voorgeschreven departement, op dinsdag den 27 september 1814, des namiddags te 3 uren, te Delfzijl, ten huize van de weduwe Helperi, publiek verkopen:

- Een Schonerschip, gebouwd in den jare 1810, lang over de steven 64 voet, wijd 15 voet 1½ duim, hol 7 voet 2 duim.

- Een Chaloupschip, genaamd de EEMS, gebouwd in den jare 1811, lang over de steven 64 voet, wijd 12 voet, en hol 6 voeten.

- Een Logger, genaamd de ZWALUW, gebouwd in den jare 1809, groot veertien ton.

Alle met hun staande en lopend want, kanon, ankers en touwen, zeilen en verdere scheepsbehoeften; breder op den inventaris gespecificeerd, en zoals dezelven zijn liggende in de haven van Delfzijl, daags voor en op de verkoopdag te zien.

Iemand nadere onderrichting begerende, die adressere zich aan den Vendumeester Van Nooten, te Harlingen, of bij den burgemeester J.J. Vos, te Delfzijl.

(opm: van de schoener en de sloep konden nog geen nieuwe eigenaar worden vastgesteld;

van de logger de ZWALUW was de firma Barend Visser & Zonen te Harlingen de boekhouder; de op 29 december 1813 afgegeven zeebrief met als schipper [en waarschijnlijk eigenaar] Fredrik Dublinga verviel op 12 november 1814, terwijl op diezelfde dag voor de ZWALUW een zeebrief werd afgegeven met als schipper [en eigenaar ?] Remmert Ruurds)

 

Rotterdamsche Courant 05 december 1816

Amsterdam, 3 december. Kaptein R. Ruurds, voerende het schip DOLPHYN, van Amsterdam naar Lissabon gedestineerd, meldt uit Dungeness van den 15 november, dat hij sedert zijn vertrek uit Texel veel contrariewind en storm heeft gehad, echter den 10 dito tot Kaap la Hague genaderd was, toen hem een vliegende storm overviel, die drie dagen aanhield, en hem tot de Singels (opm: ondiepten in de inham bij Winchelsea, westelijk van Dungeness) terugdreef; hij had wel 7 agtste voet slagzijde over stuurboord gekregen, zo dat de bovenste laag kaas aan ene zijde lag, hetwelk hij weder hersteld had; voorts was het schip en de lading in de beste staat, om bij de eerste goede wind de reis voort te zetten.

 

Rotterdamsche Courant 18 november 1819114

Amsterdam, 16 november. Te Genua zijn gearriveerd J.B. Wilderman en J. Varrall van Amsterdam; te Marseille H. Beaussier van Rotterdam; te Cette (opm: Sète) H. Smit, te Barcelona J.S. Rotgans, te Kadix (opm: Cadiz) G.H. de Boer en R.C. Nolles, en te Lissabon R. Ruurds en W. Leeuwrik van Amsterdam; …

 

Leeuwarder Courant 21 maart 1820114

Harlingen. Den 27 februari uitgezeild

….Den 16 dito binnengekomen het kofschip de DOLPHYN, kapt. Remmert Ruurds, met ballast van Antwerpen…..

 

 

 

Datum vanaf: 1816
Kapitein: Ruurds, Remmert
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Geen

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt J(oh.).Brugge als gezagvoerder gedurende:

  • 1823 van de kof Dolphijn”, geen gegevens over bouw, thuishaven en eigenaar. Het schip werd 1 maal te Harlingen geregistreerd komend van Liverpool;
  • 1826 van de kof “Drie Gebroeders”, geen gegevens over bouw, thuishaven en eigenaar. Het schip werd 3 maal te Harlingen geregistreerd komend van Noorwegen.

 

In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Johannes Brugge als gezagvoerder van de:

“Dolfijn”, dd 20 november 1820; 25 april 1821; 04 december 1821; 30 april 1823; 03 december 1823 en 17 juni 1824;

“Hoop”, dd 11 juli 1831.

Overige bijzonderheden

Leeuwarder Courant 20 juni 1820114

Harlingen. Den 11 juni ….…Den 14 dito ..Uitgezeild het kofscheepje de DOLPHYN, kapt. Johannes Brugge, ledig naar Amsterdam…..

 

Rotterdamsche Courant 14 februari 1822114

Amsterdam, 12 februari. Het schip MARGARETH, kapt. W. Simpson, van Batavia naar Antwerpen, is op de hoogte van Anjer zwaar lek geworden en den 24 oktober te Batavia terug gekomen.

Te Batavia is den 15 oktober 1821 gearriveerd C. Neurenberg van Antwerpen; dern 23 dito J. Palm van Sourabaija; te Gibraltar J. Brugge, van Amsterdam.

 

Rotterdamsche Courant 04 mei 1822114

Amsterdam, 2 mei. Het schip de DOLPHIJN, kapt. J. Brugge, van Alicante naar Hamburg, is den 28 april ter hoogte van Texel door een loods gepraaid.

 

 

Datum vanaf: 1820
Kapitein: Brugge, Johannes
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Hendrik Alberts Sluik werd geboren/gedoopt op 12/19 november 1797 te West-Terschelling als zoon van Albert Hendriks Sluijk, gezagvoerder, en Albertje Jans Swart. Hij huwde op 08 juni 1826 te Harlingen met Baukje Cornelis Lautenbach, geboren 03 september 1801 te Leeuwarden als dochter van Cornelis Dirks Lautenbach, overleden op 10 augustus 1879 te Harlingen. Hendrik A.Sluik overleed 28 februari 1876 te Harlingen. Hij staat vermeld als zeeman en beurtschipper Amsterdam-Harlingen. Bekend is een proces verbaal (dd 25 augustus 1836) als beurtschipper van Amsterdam naar Harlingen, vanwege een overtreding bij de invoer van een vat suiker. Het gewicht was niet in orde en daarbij werd de accijns ontdoken. Dit leidde tot een veroordeling tot een boete van f 183,10, een voor die tijden astronomisch hoog bedrag. Na beroep wordt de vordering “buiten geval gesteld”.

Gegevens verkregen per e-mail dd 04 december 2003 van de heer Fred Reenders te Enschede (fred@reenders.com) die zich bezighoudt met de genealogie van o.a. het geslacht Sluik/Sluijk.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.A.Sluik werd met vlagnummer 202 per 09 januari 1827 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein J.A.Engels. Toegevoegd is “bedankt” 002.

In de Algemene Ledenvergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 02/09 januari 1827 werd Hendrik Albert Sluik voorgesteld/ingeschreven als effectief lid op voordracht van kapitein J.A.Engels. Hij was 29 jaar en had als adres het Harlinger Veerhuis te Amsterdam. Hij voer de kof “Dolphin” en verkreeg vlagnummer 202023.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 mei 1834 staat vermeld dat het effectieve lid H.A.Sluik voor het lidmaatschap heeft bedankt.042.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                 jaren          type                 scheepsnaam                     naam reder/boekhouder

        202                     1827-1831    kof                  Dolphijn                             B.Visser & Zn te Harlingen

                                        1832          geen vermelding van schip en boekhouder

 

In het Archief van de Waterschout te Amsterdam bevindt zich een monsterrol van de kof “Dolfijn” onder kapitein Hendrik Sluik van Terschelling met bestemming Gibraltar dd 05 augustus 1826.

 

Bouma025 vermeldt H.A.Sluik als gezagvoerder gedurende:

  • * 1826 t/m 1832 van de kof “Dolphijn”, gebouwd in 1817, bouwlocatie niet vermeld, 59 ton o.m., varend voor Barend Visser & Zn te Harlingen.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1825
Kapitein: Sluik, Hendrik Alberts
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Albert Alberts Sluik werd geboren/gedoopt op 13/21 juli 1805 te West-Terschelling als zoon van Albert Hendriks Sluijk, koopvaardijkapitein (zie aldaar) en Albertje Jans Swart. Hij huwde te Harlingen op 28 juli 1830 met Dieuwke Scheltes Blok, geboren op 13 maart 1807 te Harlingen en overleden aldaar op 19 oktober 1839. Albert huwde voor de tweede maal te Harlingen op 27 augustus 1840 met Tjietske Jarigs Blokmaker, geboren op 08 mei 1819 te Harlingen als dochter van Jarig Cornelis Blokmaker en Hitje Hendriks de Vries. Na het overlijden van Albert Sluik hertrouwde zij in maart 1846. Zij overleed te Harlingen op 07 januari 1847.

Albert A. Sluik overleed op 14 augustus 1843 aan boord van het schip “Gouverneur Baron van Zuylen van Nijevelt”. Er is een overlijdensacte te Harlingen dd 26 oktober 1843, waarop vermeld is”Uit het journaal van de schoenerkofschip Gouverneur etc. op de reize van Nieckerie naar Amsterdam zeilende op de hoogte van 29o14’noorderbreedte en 59o 31’lengte West van Greenwich op maandag 14 augustus 1843 na een kortstondige ongesteldheid is overleden Albert Sluik Jr.”De genoemde plaats bevindt zich midden op de Atlantische Oceaan, ca 2000 km oostelijk van Florida.

Gegevens verkregen per e-mail dd 04 december 2003 van de heer Fred Reenders te Enschede (fred@reenders.com) die zich bezighoudt met de genealogie van o.a. het geslacht Sluik/Sluijk.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

A.Sluik Jr werd met vlagnummer 443 per 10 november 1835 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein J.J.Dijk. Als zijn schip is vermeld de “Johanna”. Toegevoegd is “overleden” 002.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 27 oktober/03 november 1835 werd als effectief lid voorgedragen Albert Sluik Jr. oud 30 jaar, voerend de kof “Dolphijn”, wonende te Harlingen en met als adres J.A.de Jongh te Amsterdam, op voordracht van kapitein J.J.Dijk023.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 oktober 1843 vraagt de wed. A.Sluik Jr , geb. T.Blokmaker uit Harlingen om een uitkering.Op 30 november 1843 gaat het Bestuur accoord met een uitkering voor haar, 2 kinderen en 4 vóórkinderen ingaande 01 november 1843. De uitkering aan de vóórkinderen zal aan de voogd geschieden.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 januari 1844 staat een brief uit Harlingen van H.A.Sluik, “zich beklagende over het bedrag der uitkeering aan zijne pupillen, de kinderen van wijlen kapit. A.Sluijk Jr toegekend.” In de notulen dd 29 februari 1844 staat een reactie van het Bestuur, die wijst op de relevante artikelen 80 en 83 van het Reglement, die de hoogte van de uitkeringen regelen 042

In de Bestuursvergadering dd 26 maart 1846 staat een bericht van Tjietske Blokmaker, de vroegere weduwe van Albert Alberts Sluik dat zij is hertrouwd met Hendrik Meijer. Zij vraagt een continuering van de uitkering voor haar kinderen, waar mee het Bestuur accoord gaat. 042.

In de Bestuursvergadering dd 28 maart 1847 vraagd de heer H.A.Sluik, de voogd van de kinderen van wijlen Albert Sluik Jr, om een uitkering voor het kind Albertina Sluij op grond van artikel 83 van het Reglement. Op 29 april 1847 gaat het Bestuur accoord.042. (art.83 regelt de uitkering voor kinderen waarvan de vader is overleden en de moeder is hertrouwd.)

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 12 december 1843 wordt aan T.Blokmaker, de weduwe van kapitein A.Sluik Jr, een uitkering toegestaan voor haar en haar 2 kinderen “benevens aan vier vóórkinderen van den overledenen … “023 (hieruit is te concluderen dat kapitein Sluik in de laatste maanden van 1843 is overleden) .

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 07 april 1846 wordt een brief gememoreerd van Tjietske Blokmaker, vroeger weduwe van Albert A.Sluik, waarin ze meldt dat ze is hertrouwd met Hk. Meijer te Harlingen. Zij verzoekt om een uitkering voor kinderen uit haar 1e huwelijk en kinderen uit een eerder huwelijk van kapitein Sluik, hetgeen wordt toegestaan023.

 

De schepen van de kapitein

Reenders (zie hierboven) vermeldt nog twee monsterrollen uit het Amsterdamse Gemeentearchief en wel:

11/juli 1825, kof “de Jonge Juffrouw Sara”, bestemming Dantzig, Albert Sluik, 19 jaar, matroos, gage f 19,-

17 juni 1828, kof “de Jonge Juffrouw Sara”, bestemming avontuur, stuurman, oud 22 jaar, gage f 30,-.

 

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                 jaren          type                 scheepsnaam         naam reder/boekhouder

       443                         1835          kof                  Dolphijn                          Barend Visser & Zn te Harlingen

       330                         1836          geen vermelding van schip en boekhouder

                                     1837-1841    kof                  Johannes                         Barend Visser & Zn te Harlingen

                                        1842          sch.kof           Zuylen van Nyevelt       idem

 

Bouma025 vermeldt A.Sluik Jr als gezagvoerder gedurende:

*     1833 t/m 1836 van de kof “Dolphijn”, gebouwd in 1817, bouwlocatie niet vermeld, 59 ton o.m., varend voor Barend Visser & Zn te Harlingen. Het schip werd in 1837 geveild in Harlingen;

*     1838 t/m 1846 van de kof “Johannes”, gebouwd in 1837 te Harlingen, 96 ton o.m., varend voor Barend Visser & Zn te Harlingen;

*     1843 t/m 1844 van de sch.brik “Gouverneur Baron van Zuylen van Nijevelt”, gebouwd in 1840 te Harlingen, 221 ton o.m., varend voor Barend Visser & Zn te Harlingen;

Het NSM te Amsterdam bezit een schilderij van dit schip door D.A.Teupken uit 1844.

 

Het Archief van de Amsterdamse Waterschout bevat monsterrollen op naam van kapitein Albert Sluik Jr op de:

“Dolphijn”, dd 11 juli 1835 en 11 december 1835

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1832
Kapitein: Sluik Jr, Albert Alberts
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt R.K.Visser als gezagvoerder geddurende:

*   1837 t/m 1843 van de kof “Wilhelmina”, gebouwd in 1820 te Stavoren, 132 ton o.m., geen opgave van thuishaven en eigenaar. Het schip werd 36 keer te Harlingen geregistreerd komend van Noorwegen.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1837
Kapitein: Visser, R.K.

Familiegegevens en opleiding

Geen

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Sybe W.de Boer werd met vlagnummer 24 op 01 juli 1851 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege “Zeemansvoorzorg”. Zijn schip was de “Nepthunus”, boekhouder Harmens & Zonen. Zijn contributie werd betaald door Harmen & Zonen te Harlingen. Hij was getrouwd met Trijntje Jelles de Vries, geboren op 15 mei 1815. Het echtpaar had in 1851 de volgende kinderen: Willem (25 mei 1841), Johanna (10 oktober 1843), Catharina (10 augustus 1845), Jeltje (11 oktober 1847) en Trijntje (02 februari 1850). 028-fol 024

Sybe W.de Boer was van 1852-1857 lid van het College “Zeemansvoorzorg”034.

S.W. de Boer was met vlagnummer R251 in de periode 1847/48 t/m 1857 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

“Volgens Certificaat afgegeven door DsC.Jurgensen adj.Predikant bij de Evang.Luth.Gemeente te St.Peterburg en gelegaliseerd door F.Voelkel consul aldaar geblijkt dat Sybe W.de Boer ... laatst gevoerd het Nederlansche kofschip Aeolus ... te St.Petersburg is overleden den 26/14 juni 1857 ...”. Hij liet na zijn weduwe Trijntje Jelles de Vries en zijn kinderen Chatrina (10 oktober 1843), Anna Chatrina (10 augustus 1845), Jeltje (11 oktober 1847), Trijntje (02 februari 1850) en Alida Christina (02 april 1853). De weduwe had recht op een uitkering uit het zeemansfonds van ¦300,- uit te betalen in maandelijkse termijnen in één jaar, met daarbij per kind een uitkering ineens van ¦10,- per kind. Later werd bepaald dat het gehele bedrag in één keer mocht worden uitbetaald028-fol 024

In het Jaarverslag 1858 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart  (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat de weduwe van kapitein S.W. de Boer een uitkering kreeg van f 265,60 voor haar en vijf kinderen incl. schoolgeld. In 1859 was de uitkering f 268,51058.

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart staat kapitein S.W.de Boer met vlagnummer R251 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

  • 1849, 1851 van de kof “Neptunus”                ? last    varend voor Harmens & Zonen te Harlingen
  • 1855 van de kof “Eendracht”       70 last   varend voor Harmens & Zonen te Harlingen

 

Bouma025 vermeldt geen kapitein S.W. de Boer of een kof “Aeolus”. Hij noemt wèl een schoenerkof “Aeolus”, gebouwd in 1853 te Pekela, 136 ton o.m., varend voor Harmens & Zn te Harlingen. In 1857 noemt hij als kapitein A.M.Schaafsma (zie aldaar)

Bouma025 vermeldt S. de Boer als gezagvoerder gedurende:

  • 184 t/m 1845 van de kof “Wilhelmina”, gebouwd in 1820 te Stavoren, 132 ton o.m., geen opgave van thuishaven en eigenaar. Het schip werd 11 keer te Harlingen geregistreerd komend van Noorwegen;
  • 1847 t/m 1851 van de kof “Neptunus”, gebouwd in 1827 te Nieuwendam, 116 ton o.m., varend voor Harmens & Zn te Harlingen;
  • 1853 t/m 1854 van de schkof “Johannes”, gebouwd in 1850 te Lemmer, 130 ton o.m., varend voor Hubert Jans & Co te Harlingen;
  • 1855 t/m 1857 van de kof “Eendragt”, gebouwd in 1834 te Pekela, 139 ton o.m., varend voor Harmens & Zn te Harlingen.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

Datum vanaf: 1844
Kapitein: Boer, Sybe W. de

Familiegegevens en opleiding

Jan werd geboren/gedoopt op 10/25 februari 1810 te Harlingen als zoon van Lolke Sibrands en Jantje Willems.

Jan Lolkes Zwaal huwde te Sneek op 11 mei 1834 met Aaltje Molenaar, geboren/gedoopt te Sneek op 23 maart/09 april 1809 als dochter van Jan Willems en Aaltje Andries.

Jan Zwaal overleed te Harlingen op 01 maart 1863, 53 jaar, gehuwd

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Jan Zwaal werd per 01 juli 1851 met vlagnummer H6 ingeschreven als effectief lid van het Harlinger zeemanscollege “Zeemansvoorzorg”. Zijn schip was de “Gijsbert Jan”, boekhouder Repko & Co te Harlingen. Zijn contributie werd voldaan door zijn vrouw Aaltje Molenaar, geboren 23 maart 1809. Het echtpaar had ten tijde van de inschrijving 3 kinderen: Jan (06 mei 1837), Alieda (26 juli 1842) en Lolke (23 september 1846). 028-fol.006

Jan was met vlagnummer H6 effectief lid van “Zeemansvoorzorg” in de periode 1851-1863.034.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Jan overleed op 01 maart 1863 te Harlingen, laatstelijk gezagvoerder van de kof “Welgelegen”. Zijn weduwe maakte aanspraak op een uitkering uit het fonds van f 600,- uit te betalen in 12 halfjaarlijkse termijnen -028-fol.006

 

De schepen van de kapitein

lid van het zeemanscollege “Zeemansvoorzorrg” te Harlingen001

vlag           periode              type          scheepsnaam                                          reder/boekhouder

H6             1849-1858         kof            Gijsbert Jan                                           Repko & Co, Harlingen

                  1859-1862         kof            Welgelegen                                              idem

 

Bouma025 vermeldt J.Zwaal als gezagvoerder gedurende:

*      1846 t/m 1849 van de kof “Wilhelmina, gebouwd in 1820 te Stavoren, 132 ton o.m., geen opgave van thuishaven en eigenaar. Het schip werd 20 keer te Harlingen geregistreerd komend van Noorwegen. Het werd in 1850 verkocht voor de sloop

*      1850 t/m 1858 van de kof “Gijsbert Jan” ex Jantina Margaretha, gebouwd in 1830 te Hoogezand, 138 ton o.m., varend voor Repko & Co te Harlingen. Het schip is in 1858 gestoten en bij Kronholm op het strand gezet;

*      1860 t/m 1863 van de kof “Welgelegen”, ex Jantina Fennechiena, ex Stad Groningen, gebouwd in 1827 te Groningen, 165 ton o.m., varend voor Repko & Co te Harlingen.

 

Gemeentearchief van Delfzijl

Monsterrol 1860-106 dd 26 juli 1860 van de kof “Welgelegen”, kapitein Jan Zwaal, leeftijd en woonplaats niet vermeld. Voorts 4 bemanningsleden waarvan 2 matrozen en 2 zonder rangvermelding.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

Datum vanaf: 1846
Kapitein: Zwaal, Jan

Monsterrollen

Opgemaakt Amsterdam
Datum: 1816-10-25
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: DOLFIJN
Schipper: Ruurds, Remmert
Scheepstype: kof
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen Bekijk alle monsterrollen
Algemene informatie

1837

LC 060137
Advertentie. De Notaris Wijma, te Harlingen, zal aldaar, op woensdag den 11 januari 1837, des namiddags ten 4 ure precies, bij de beschrijving, en des avond ten 8 ure finaal, in het Heeren Logement, in het openbaar veilen: een extra ordinair welbezeild Nederlands Kofschip, genaamd DOLFIJN, lang 18 el 13 duim, wijd 3 el 76 duim, hol 1 el 92 duim, groot 59 ton of 31 last, en dat met al zijn rondhout, opstaand en lopend want, ankers en touwen, zeil en treil en verdere daarbij zijnde goederen en gereedschappen, volgens inventaris daarvan zijnde, en zodanig is liggende en voor een ieder is te bezigtigen in de Zuiderhaven te Harlingen, gevoerd door kapitein Albert Sluik, Junior. Nader onderrigt ten Kantore van de Heren Barend Visser en Zoon, ten voorm. Stede, bij wie voorschreve schip ook uit de hand te koop is.

Op 06-02-1837 wordt voor de WILHELMINA door C. van Loon uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor kapt. R.K. Visser.


LC 070337
Harlingen. Uitgezeild: Den 28 maart de kofschepen de JONGE DIRK, kapt. W.H. Mulder, WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, beide naar Noorwegen
.
LC 280337
Harlingen. Binnengekomen: Den 23 maart het kofschip WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, van Noorwegen.
LC 230537
Harlingen. Binnengekomen: Den 16 mei het smakschip JETSKE CORNELIA (opm: JETSKA CORNELIA), kapt. K.E. Vos, de kofschepen WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, de JONGE DIRK, kapt. W.H. Mulder en de JONGE JAN, kapt. J.K. Bart, alle van Noorwegen.
LC 300537
Harlingen. Uitgezeild: Den 24 mei de kofschepen de HOUTHANDEL, kapt. D.K. de Groot, ELISABETH MARIA, kapt. J.A. Keun en WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, alle drie naar Noorwegen.
LC 200637
Harlingen. Binnengekomen:
Den 17 juni de kofschepen WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, van Noorwegen.
LC 270637
Harlingen. Uitgezeild: Den 22 juni de kofschepen de VROUW ANTJE, kapt. K.D. de Groot en WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, beide naar Noorwegen.

LC 180737
Harlingen. Binnengekomen: Den 13 juli het kofschip WILHELMINA, kapt. R.K. Visser van Noorwegen.
LC 250737
Harlingen. Uitgezeild: Den 18 juli het kofschip GEZINA, kapt. J.F. de Boer, het smakschip JETSKA CORNELIA, kapt. K.E. Vos, de kofschepen ZELDENRUST, kapt. G.A. Jonkhoff, de VROUW ANTJE, kapt. K.D. de Grooth en WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, alle vijf naar Noorwegen.
LC 220837
Harlingen. Binnengekomen:
Den 14 augustus de kofschepen EGBERTUS, kapt. H.A. Brouwer, GEZINA, kapt. J.F. de Boer, WILHELMINA, kapt. R.K. Visser en het smakschip ALIDA, kapt. J.H. Bondt, alle vier van Noorwegen.
LC 290837
Harlingen. Uitgezeild: Den 21 augustus de kofschepen JOSINA WILHELMINA, kapt. J.C. van der Veer, op avontuur en WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, naar Noorwegen.
LC 260937
Te Harlingen binnengekomen:  Den 22 september het kofschip WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, van Noorwegen.


1838

LC 270338
Harlingen. Uitgezeild: Den 19 maart de kofschepen JACOBA HAZEWINKEL, kapt. J.G. Boon, naar Newcastle, GEZIENA, kapt. B.A. Visser, WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, beide naar Noorwegen, COURIER, kapt. N.M. Lindegaard, naar Schotland.
ZP 230438 – 61
Het schip (opm: kof) WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, arriveerde den 21 april van Laurwich (opm: Larvik) in het Vlie. Dezelve heeft zijn kok verloren.
LC 240438
Harlingen. Binnengekomen: Den 20 maart de kofschepen de JONGE HENDRIK, kapt. B.H. Plukker, van Christiaansand, WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, van Laurvig (opm: Larvik)

LC 150538
Harlingen. Uitgezeild: Den 1 mei de kofschepen IJPEUS, kapt. H. de Weerd, jr, op avontuur, ZELDENRUST, kapt. G.A. Jonker, naar Droback, GEZIENA, kapt. B.A. Visser, naar Memel (opm: Klaipeda), de HOUTHANDEL, kapt. D.K. de Grooth, de JONGE HENDRIK, kapt. B.H. Plukker, WILHELMINA, kapt. R.K. Visser en GEZINA JOHANNA, kapt. H.W. Lukens, alle vier naar Noorwegen.
LC 010638
Harlingen. Binnengekomen:
Den 24 mei de kofschepen WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, de JONGE JAN, kapt. J.K. Bart, beide van Oostrisoer
LC 120638
Harlingen. Uitgezeild:
Den 31 april de kofschepen de HUNSE, kapt. H.J. Ketelaar, naar Memel (opm: Klaipeda), WILHELMINA, kapt. R.K. Visser en de JONGE JAN, kapt. J.K. Bart, beide naar Noorwegen.
LC 030738
Harlingen. Binnengekomen: Den 26 juni het kofschip WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, van Christiaansand.
LC 170738
Harlingen. Uitgezeild: den 3 juli de kofschepen JOHANNES, kapt. A. Sluik, jr, naar Petersburg en WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, naar Noorwegen.
LC 310738
Harlingen. Uitgezeild: Den 2 augustus de kofschepen ARENDINA, kapt. H.D. de Grooth, WILLEM, kapt. H.W. Kiers, WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, CONCORDIA, kapt. H.B. Drok en het smakschip JETSKE CORNELIA, kapt. K.E. Vos, alle vijf naar Noorwegen.
LC 210838
Harlingen. Binnengekomen: Den 18 augustus het schonerschip HOPE, kapt. W. Cousins, van Londen, het kofschip WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, van Christiaansand.
LC 040938
Harlingen. Uitgezeild: den 26 augustus de kofschepen de VROUW ANTJE, kapt. K.D. de Grooth, de HOUTHANDEL, kapt. D.K. de Grooth, ARENDINA, kapt. H.D. de Grooth, het smakschip de VROUW ELIZABETH, kapt. J.H. Cappen, de kofschepen WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, ELIZABETH MARIA, kapt. J.A. Keun, GEZINA JOHANNA, kapt. H.W. Lukens, de JONGE DIRK, kapt. W.H. Mulder en HARLINGEN, kapt. J.J. Dijk, alle negen naar Noorwegen.


1839

Op 16-01-1839 wordt voor de WILHELMINA door C. van Loon uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor kapt. R.K. Visser.

LC 050339
Harlingen.
Uitgezeild: den 25 februari de kofschepen EETIENA, kapt. J.J. Mulder, JAN FREDRIK, kapt. H.H. Kok en WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, alle drie naar Noorwegen.
LC 020439
Harlingen.
Binnengekomen: den 25 maart de kofschepen WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, van Oostrisoer, LUKAS WIGHER, kapt. J.J. de Jonge, van Liverpool en de JONGE DIRK, kapt. W.H. Mulder, van Oostrisoer.
LC 300439
Harlingen. Uitgezeild:
Den 16 maart de kofschepen de VREDE, kapt. J.J. Greven, SOPHIA WILHELMINA, kapt. A. Anderson, MARGRETA, kapt. K.F. Harding, WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, alle vier naar Noorwegen.
LC 140539
Harlingen. Binnengekomen: Den 8 mei de kofschepen de JONGE DIRK, kapt. J. Visser, van Mandahl en WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, van Larwig.
LC 210539
Harlingen. Uitgezeild Den 16 mei het kofschip WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, naar Noorwegen.
LC 110639
Harlingen. Binnengekomen:
Den 6 juni de kofschepen WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, van Laurvig. (opm: Larvik)
LC 180639
Harlingen. Uitgezeild Den 11 juni het kofschip WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, naar Noorwegen.
LC 160739
Harlingen. Binnengekomen:
  Den 2 juli de schonerkof SOPHIA WILHELMINA, kapt. A. Anderson, van Oudsoen; de kofschepen NIMPHIA, kapt. H.K. de Weerd, van Droback, WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, van Oostrisoer.
LC 130839
Harlingen. Binnengekomen:
Den 8 augustus de kofschepen EMMA, kapt. S. Thue, van Drammen, WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, van Christiaansand.
LC 270839
Harlingen.
Den 24 augustus de kofschepen de VROUW LUBBEGINA, kapt. T.K. de Weerd, de HOUTHANDEL, kapt. D.K. de Grooth, NIMPHIA, kapt. H.K. de Weerd, ARENDINA, kapt. H.D. de Grooth, LUDOLF THEODORUS, kapt. J.A. Zijl en WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, alle zes naar Noorwegen.
LC 011039

Harlingen. Binnengekomen: den 23 september de kofschepen WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, van Oostrisoer.


1840

LC 310340
Harlingen. Binnen gekomen: Den 28 maart de kofschepen WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, van Oostrisoer en de HOUTHANDEL, kapt. H.D. de Grooth, van Christiaansand.
LC 210440
Harlingen. Uitgezeild: Den 10 april de kofschepen WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, NIMPHIA, kapt. H.K. de Weerd en het smakschip de VROUW ELISABETH, kapt. J.H. Cappen, alle drie naar Noorwegen.
LC 190540
Harlingen. Binnen gekomen: Den 6 mei het kofschip WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, van Laurvig.
LC 190540
Harlingen. Uitgezeild:
Den 13 mei de kofschepen WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, naar Noorwegen.
LC 230640
Harlingen. Binnen gekomen: Den 7 juni de kofschepen de JONGE DIRK, kapt. H.E. Vos, van Oostrisoer, de GOEDE WELVAART, kapt. J.G. Vos, van Droback, WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, van Laurvig
. (opm: Larvik)
Uitgezeild: Den 16 juni de kofschepen de JONGE DIRK, kapt. H.E. Vos, de GOEDE WELVAART, kapt. J.G. Vos en WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, alle drie naar Noorwegen.
LC 070740
Harlingen: Binnen gekomen: Den 29 juli de kofschepen WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, van Laurvig
. (opm: Larvik)
LC 110840
Harlingen. Binnen gekomen:
Den 7 augustus het kofschip WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, van Laurvig. (opm: Larvik)
LC 180840
Harlingen. Uitgezeild: Den 14 augustus de kofschepen REINA, kapt. H.S. Vos, de JONGE JAN, kapt. H.J. IJmker, WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, de JONGE HENDRIK, kapt. B.H. Pekelder en de BROEDERS, kapt. H.G. Pott, alle vijf naar Noorwegen.
LC 150940
Harlingen. Binnen gekomen:
Den 7 september de kofschepen CORNELIA, kapt. G.L. Swart, van Liverpool, de JONGE DIRK, kapt. H.E. Vos, van Christiaansand, MARIA, kapt. H.H. Ebes, van Dantzig, GEZINA, kapt. H. Rozema, van Stockton, de JONGE JAN, kapt. H.J. IJmker, van Drammen, WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, van Laurvig. (opm: Larvik)
LC 220940
Harlingen. Uitgezeild: Den 15 september het tjalkschip de OOSTERLING, kapt. B. Obbes, naar de Kleine Oost; de kofschepen de DRIE GEZUSTERS, kapt. P.P. Dijkstra, WILHELMINA, kapt. R.K. Visser en CAROLINE MATHILDE, kapt. N.S. Bjonness, alle drie naar Noorwegen.
LC 201040
Harlingen. Binnen gekomen: Den 14 oktober het kofschip WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, van Laurvig. (opm: Larvik)


1841

Op 26-02-1841 wordt voor de WILHELMINA door C. van Loon uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor kapt. R.K. Visser.
 

LC 230341
Harlingen, 18 maart. Uitgezeild,
het kofschip WILHELMINA, kapt. R.K. Visser naar Noorwegen.
AH 090441
Texel, 7 april. Binnengekomen het kofschip WILHELMINA, kapt. R.K. Visser van Osterrisoer.
LC 200441
Harlingen, 12 april. Uitgezeild WILHELMINA, kapt. R.K. Visser naar Noorwegen.
RC 220541
Amsterdam, 19 mei. Terschelling binnengekomen R.K. Visser van Laurvig. (opm: Larvik)
AH 270541
Uitgezeild: Vlie, 24 mei. WILHELMINA, kapt. R.K. Visser naar Laurvig. (opm: Larvik)
AH 140641
Binnengekomen: Texel, 11 juni. WILHELMINA, kapt. R.K. Visser van Laurvig. (opm: Larvik)
LC 220641
Harlingen, 21 juni.  Uitgezeild: 17 juni WILHELMINA, kapt. R.K. Visser naar Noorwegen.
AH 100741
Het Vlie, 6 juli. Binnengekomen WILHELMINA, kapt. R.K. Visser van Laurvig.
RC 240841
Terschelling binnengekomen R.K. Visser van Laurig. (opm: Larvik)
AH 310841
’t Vlie, 28 augustus uitgezeild WILHELMINA, kapt. R.K. Visser naar Noorwegen.
LC 210941
Harlingen, 17 september. Binnengekomen het kofschip WILHELMINA, kapt. R.K. Visser van Larvig. (opm: Larvik)
RC 300941
Terschelling uitgezeild WILHELMINA, kapt. R.K. Visser naar Larvig. (opm: Larvik)
RC 231041
Het schip WILHELMINA, kapt. R.K. Visser van Laurvig (opm: Larvik)naar Harlingen is, volgens brief van Harlingen van den 20 dezer, vóór het Vliegat van een loods voorzien geworden, doch weder naar zee gestormd.
RC 021141
In het Vlie den 28 oktober binnengekomen WILHELMINA, kapt. R.K. Visser van Laurvig. (opm: Larvik)


1842

LC 220342
Harlingen, 7 maart. Uitgezeild
WILHELMINA, kapt. R.K. Visser naar Noorwegen.
LC 290342
Harlingen, 24 maart. Binnengekomen het kofschip WILHELMINA, kapt. R.K. Visser van Oostrisoer.
LC 120442

Harlingen, 11 april. Uitgezeild 8 april het kofschip WILHELMINA, kapt. R.K. Visser naar Noorwegen.
RC 140442
Uit het Vlie gezeild WILHELMINA, kapt. R.K. Visser naar Oostrisoer.

LC 100542
Harlingen, 3 mei. Binnengekomen
WILHELMINA, kapt. R.K. Visser van Larwich.
RC 170542
Uit het Vlie gezeild R.K. Visser naar Larwich.
AH 070642
Binnengekomen: Vlie 3 juni WILHELMINA, kapt. R.K. Visser van Larwich.
RC 140642
Uitgezeild: Het vlie, 8 juni R.K. Visser naar Larwich.
AH 040742
Binnengekomen: Het Vlie, 30 juni WILHELMINA, kapt. R.K. Visser van Larwich.
RC 120742
Het Vlie: Uitgezeild, 7 juli R.K. Visser naar Larwich.
LC 260742
Harlingen, 22 juli. Binnengekomen WILHELMINA, kapt. R.K. Visser van Larwich.
AH 060842
’t Vlie: Uitgezeild, 2 augustus. WILHELMINA, kapt. R.K. Visser naar Noorwegen.
RC 010942
’t Vlie: Binnengekomen, 28 augustus R.K. Visser van Oudsoen.


1843

Op 21-02-1843 wordt voor de WILHELMINA door Repko & Feensma uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor kapt. R.K. Visser.
 

AH 140343
Vlie, 10 maart. Uitgezeild
WILHELMINA, kapt. R.K. Visser naar Noorwegen.
AH 050443
Vlie, 2 april. Binnengekomen
WILHELMINA, kapt. R.K. Visser van Oudsoen.

LC 180443
Harlingen,  15 april. Uitgezeild
het kofschip WILHELMINA, kapt. R.K. Visser naar Noorwegen.
LC 160543
Harlingen,  13 mei. Binnengekomen het kofschip WILHELMINA, kapt. R.K. Visser van Oudsoen.
LC 230543
Harlingen,  20 mei.
Uitgezeild het kofschip WILHELMINA, kapt. R.K. Visser naar Noorwegen.
AH 160643
Vlie: Binnengekomen, 13 juni.  WILHELMINA, kapt. R.K. Visser van Oudsoen.
AH 260643
Vlie, 22 juni: Uitgezeild WILHELMINA, kapt. R.K. Visser naar Larwich.
RC 180743
Terschelling, (geen datum) Binnengekomen R.K. Visser van Larwich.
LC 250743
Harlingen, 19 juli. 
Uitgezeild het kofschip WILHELMINA, kapt. R.K. Visser naar Noorwegen.
AH 170843
Vlie, 14 augustus. Binnengekomen WILHELMINA, kapt. R.K. Visser van Larwich.
AH 110943
Vlie, 7 september Binnengekomen WILHELMINA, kapt. R.K. Visser van Osterrisoer.


1844

Op 02-03-1844 wordt voor de WILHELMINA door Repko & Feensma uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor kapt. S.W. de Boer.

AH 260344
Uitgezeild: Vlie, 23 maart WILHELMINA, S.W. de Boer naar Osterrisoer.
RC 180444
Het schip WILHELMINA, S.W. de Boer van Harlingen naar Osterrisoer, is den 27 maart door tegenwind te Hildoevaag binnengelopen.

AH 240444
Binnengekomen: Vlie, 21 april. WILHELMINA, S.W. de Boer van Osterrisoer.
LC 300444
Uitgezeild: Harlingen, 26 april WILHELMINA, S.W. de Boer naar Noorwegen.
AH 290544
Binnengekomen: Vlie, 24 mei. WILHELMINA, S.W. de Boer van Osterrisoer.
AH 100644
Uitgezeild: Vlie, 6 juni. WILHELMINA, S.W. de Boer naar Osterrisoer.
NRC 240644
Binnengekomen: Vlie, 20 juni. WILHELMINA, S.W. de Boer van Osterrisoer.
AH 050744
Uitgezeild: Vlie, 2 juli. WILHELMINA, S.W. de Boer naar Osterrisoer.
AH 230744
Binnengekomen: Vlie, 20 juli. WILHELMINA, S.W. de Boer van Osterrisoer.
LC 300744
Uitgezeild: Harlingen, 26 juli. WILHELMINA, S.W. de Boer naar Noorwegen.
NRC 230844
Binnengekomen: Vlie, 17 augustus. WILHELMINA, S.W. de Boer van Osterrisoer.
AH 240944
Binnengekomen: Vlie, 20 september. WILHELMINA, S.W. de Boer van Osterrisoer.
AH 300944
Uitgezeild: Vlie, 27 september. WILHELMINA, S.W. de Boer naar Noorwegen.
AH 301044
Binnengekomen: Terschelling, 26 oktober. WILHELMINA, S.W. de Boer van Osterrisoer.

1845

NRC 110445
Harlingen, 8 april. Vertrokken WILHELMINA, S.W. de Boer naar Noorwegen.
LC 200545
Harlingen, uitgezeild: Den 12 mei het kofschip WILHELMINA,kapt. S.W. de Boer naar Noorwegen.
NRC 230645
Harlingen, 16 juni. Gearriveerd den 18 juni WILHELMINA, S.W. de Boer van Osterrisoer.
NRC 270645
Uitgezeild: Vlie, 24 juni WILHELMINA,kapt. S.W. de Boer naar Noorwegen.
AH 160745
Binnengekomen: Vlie, 13 juli. WILHELMINA, S.W. de Boer van Osterrisoer.
NRC 200845
Binnengekomen: Vlie, 15 augustus. WILHELMINA, S.W. de Boer van Holmstrand.
NRC 150945
Binnengekomen: Vlie, 12 september. WILHELMINA, S.W. de Boer van Osterrisoer.
NRC 250945
Uitgezeild: Vlie, 21 september. WILHELMINA, S.W. de Boer naar Osterrisoer.

1846


Op 09-02-1846 wordt voor de WILHELMINA door Repko & Feensma uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor kapt. J. Zwaal.

AH 020446
Binnengekomen: Vlie, 29 maart. WILHELMINA, J. Zwaal van Osterrisoer.
NRC 110446
Uitgezeild: Vlie, 8 april WILHELMINA, J. Zwaal naar Christiaansand.
AH 270546
Uitgezeild: Vlie, 24 mei WILHELMINA, J. Zwaal naar Christiaansand.
NRC 220646
Uitgezeild: Vlie, 19 juni WILHELMINA, J. Zwaal naar Christiaansand.
NRC 180746
Binnengekomen: Vlie, 15 juli WILHELMINA, J. Zwaal van Christiaansand.
NRC 190846
Vertrokken: Vlie, 15 augustus. WILHELMINA, J. Zwaal naar Noorwegen.
NRC 070946
Binnengekomen: Vlie, 4 september. WILHELMINA, J. Zwaal van Osterrisoer.

1847

NRC 230447
Uitgezeild: Vlie, 20 april WILHELMINA, J. Zwaal naar Christiaansand.
AH 220547
Terschelling, 18 mei. Binnengekomen WILHELMINA, J. Zwaal van Christiaansand.
NRC 030647
Vreemde havens: Christiansand , 15 mei. WILHELMINA, Zwaal naar Harlingen.
NRC 190747
Gearriveerd: Vlie, 16 juli WILHELMINA, J. Zwaal van Laurvich.
NRC 300847
Vertrokken: Vlie 26 augustus WILHELMINA, J. Zwaal naar Noorwegen.
NRC 041047
Gearriveerd: Vlie, 1oktober WILHELMINA, J. Zwaal van Drammen.

1848


Op 04-03-1848 wordt voor de WILHELMINA door Repko & Feensma uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor kapt. J. Zwaal.

 

NRC 250448
Binnengekomen: Vlie, 21 april WILHELMINA, J. Zwaal van Oudsoen.
AH 080548
Uitgezeild: Vlie, 5 mei WILHELMINA, J. Zwaal naar Noorwegen.
NRC 290548
Gearriveerd: Vlie, 26 mei WILHELMINA, J. Zwaal van Laurvich.
AH 200748
Binnengekomen: Vlie, 17 juli WILHELMINA, J. Zwaal van Osterrisoer.
NRC 280848
Vertrokken: Vlie, 25 augustus. WILHELMINA, J. Zwaal naar Frederikstad.
AH 151248
Binnengekomen: Vlie, 12 december WILHELMINA, J. Zwaal van Drammen

1849

 

LC 090149
Advertentie: Bericht aan kuipers. Wederom ontvangen van Memel, per het kofschip Wilhelmina, kapitein J. Zwaal, een lading 1e kwaliteit extra zwaar gewaterd klaphout, dat thans voor een civielenprijs te bekomen is, te bevragen bij J.G. de Jong, te Grouw.
NRC 140549
Vertrokken: Vlie, 11 mei. WILHELMINA, J. Zwaal naar Noorwegen.
NRC 120649
Gearriveerd: Terschelling, 8 juni WILHELMINA, J. Zwaal van Oudsoen.

1850

 

LC 010350
Advertentie. De notaris Wijma, te Harlingen, zal, aldaar op woensdag den 6 maart 1850, des voormiddags ten 9 ure precies, op de Noorderhaven, publiek verkopen: De gehele fleet van het kofschip, genaamd WILHELMINA, gevoerd geweest bij Jan Zwaal, als: 19 diverse zeilen, twee zware ankers, twee werpankers en een dreg, twee ankertouwen, van 77 en 110 vadem, kabeltros, 40 vadem, 11 – 10½  en 7 duims, en kettingen, masten en verder rondhout, opstaand en lopend want, trossen en ander touwwerk, en verdere scheepsgoederen. En des avonds ten 7 ure precies, in het Heeren Logement van D. Minnema, het hol van voorschreven schip, metende 132 ton, om te slopen.

( opm: reeds op 20 maart werd de zeebrief van de WILHELMINA naar Den Haag teruggezonden met de vermelding ‘schip gesloopt’; men had met dit uit 1802 daterende schip korte metten gemaakt.)

 

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

Tresoar, Leeuwarden Archiefnummer Harlingen 16.1255.59

Memory-stick DSCN 0851
BIJLBRIEF

Naam schip DOLFIJN

plaats en datum acte bijlbrief Harlingen, 1 oktober 1816

type schip kof

bouwwerf/verkoper Johannes en Pier Dirks Alta, scheepstimmerlieden te Workum

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper firma Barend Visser & Zoon, Harlingen

te voeren door kapt.

grootte in tonnen

tuigage / aantal dekken

afmetingen lang over stevens70 voet, wijd over berghout 18 voet en hol op uitwatering 8½ voet, alles Friese scheepstimmermansmaat.

kiellegging

tewaterlating het schip is volgens contract op de werf van de heren Alta te Workum gebouwd in den jare 1816.

plaats / datum registratie niet vermeld

nummer registratie deel

notaris

prijs NLG 3.500,-

Bijzonderheden: deze acte is vrijwel identiek aan acte 84, zie ook aldaar




researcher/datum research: ML / 060213

Naam DOLFIJN
Archiefinstelling Tresoar, Leeuwarden
Jaar 1816
Toegang 16
Inventaris 1255

Tresoar, Leeuwarden Archiefnummer Harlingen 16.1255.84

Memory-stick DSCN 0909
BIJLBRIEF

Naam schip DOLFIJN

plaats en datum acte Harlingen, 1 oktober 1816

type schip kofschipshol

bouwwerf/verkoper Johannes Derks Alta en Pier Derks Alta, scheepsbouwers te Workum

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper firma Barend Visser & Zoon, Harlingen

te voeren door kapt.

grootte in tonnen

tuigage / aantal dekken

afmetingen lang over stevens 70 voet, wijd over berghouten 18 voet, hol op uitwatering 8½ voet, alkles Friese scheepstimmermansmaat.

kiellegging

tewaterlating in den jare 1816 door de Gebr. Alta van de kiel af nieuw gebouwd

plaats / datum registratie

nummer registratie deel

notaris

prijs NLG 3.500,-

Bijzonderheden: deze acte is vrijwel identiek aan acte 59, zie aldaar.

07.10.1816 eerste zeebrief voor de DOLPHIJN, aangevraagd door Barend Visser & Zoon t.b.v. kapt. Remmert Ruurds


researcher/datum research: ML / 080213

Naam DOLPHIJN
Archiefinstelling Tresoar, Leeuwarden
Jaar 1816
Toegang 16
Inventaris 1255

Tresoar, Leeuwarden, Archiefnummer Harlingen 16.1255.195

Memory-stick DSCN 1324 - 1335
__________________________________________________________________________

KOOPBRIEF

Naam schip DOLFIJN

plaats en datum acte openbare verkoping, Harlingen, 11 januari 1837

type schip kof

bouwwerf/verkoper firma Barend Visser & Zoon, negocianten te Harlingen

gevoerd door kapt. Albert Sluik Jr.

eigenaar/koper firma Braams & Schaafsma, Harlingen

te voeren door kapt.

grootte in tonnen 59 ton of 31 last (in de marge staat 32 last of 64 zeetonnen)

tuigage / aantal dekken

afmetingen 18,30 x 3,76 x 1,92 meter

kiellegging

tewaterlating

plaats / datum registratie Harlingen, 13 januari 1837

nummer registratie deel 17, folio 10, verso, vak 2

notaris Mr. Sjoerd Simons Wijma, notaris te Harlingen

prijs NLG 1.975, in slag NLG 25, dus totaal NLG 2.000,-

Bijzonderheden: De verkoping vond plaats bij Douwe Minnema, kastelein in het Heeren Logement te Harlingen, terwijl het schip in de Zuiderhaven te Harlingen lag.
Firmanten van de firma Braams & Schaafsma waren Philippe Braams en Pier Sjoerds Schaafsma, kooplieden te Harlingen.
Een nieuw eigendomsbewijs werd verstrekt op 27 januari 1837.
(opm: tussen acte 194 en 195 is meer dan een jaar verlopen, zonder dat er actes te Harlingen waren ingeschreven)

De zeebrief van de DOLPHIJN werd 19.01.1837 ingetrokken.

06.02.1837 eerste zeebrief (gecorrigeerd in nieuwe), aangevraagd door Wed. C. van Loon, Harlingen voor de WILHELMINA onder kapt. R.K. Visser

researcher/datum research: ML / 300513

Naam DOLFIJN
Archiefinstelling Tresoar, Leeuwarden
Jaar 1837
Toegang 16
Inventaris 1255