Inloggen
JUFFER ETTA - ID 11345


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1814-10-31 / 1834-02-28 | Reden uitgevlagd: Verkocht naar het buitenland

Identification Data

Bouwjaar: 1813
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Kof
Material Hull: Wood
Construction Data

Scheepsbouwer: Hoogezand, Groningen, Netherlands (part of French Empire 1810-1813)
Delivery Date: 1813-00-00
Technical Data

Net Tonnage: 95.00 tons (oude meting)
Net Tonnage 2: 75.00 lasts (rye)
 
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1814
Datum agenda: 1814-10-31
Register nr: 18141178
Scheepsnaam: JUFFER ETTA
Type: Kof
Lasten: 0
Gebouwd in plaats: Hoogezand
Gebouwd in provincie: Drenthe
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Reinders, Jan
Plaats: Hoogezand
Kapitein op moment van verzoek: Reinders, Reinder Gales
Opmerkingen: Eerste zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1813-00-00 JUFFER ETTA
Manager: Jan Reinders, Hoogezand, Groningen, Netherlands (part of French Empire 1810-1813)
Eigenaar: Jan Reinders, Hoogezand, Groningen, Netherlands (part of French Empire 1810-1813)
Shareholder:
Homeport / Flag: Hoogezand / Netherlands (part of French Empire 1810-1813)

Date/Name Ship 1813-10-00 JUFFER ETTA
Manager: Jan Reinders, Hoogezand, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Jan Reinders, Hoogezand, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Hoogezand / Netherlands

Date/Name Ship 1817-03-10 JUFFROUW ETTA
Manager: Jan Reinders, Hoogezand, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Hoogezand, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Hoogezand / Netherlands

Date/Name Ship 1818-08-14 JONGE TRIJNTJE
Manager: Jan van der Schaaf c.s, Dokkum, Friesland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Dokkum, Friesland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Dokkum / Netherlands

Date/Name Ship 1829-02-16 JONGE FREERK
Manager: Sybrand Laas Spannenburg, Harlingen, Friesland, Netherlands
Eigenaar: Sybrand Laas Spannenburg, Harlingen, Friesland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Harlingen / Netherlands

Date/Name Ship 1833-00-00 JONGE FREERK
Manager: Sybrand Laas Spannenburg, Harlingen, Friesland, Unknown, foreign
Eigenaar: Sybrand Laas Spannenburg, Harlingen, Friesland, Unknown, foreign
Shareholder:
Homeport / Flag: Harlingen / Unknown, foreign
Additional info: Tijdelijk onder onbekende vlag,vermoedelijk Noorse

Date/Name Ship 1833-07-16 JONGE FREERK
Manager: Sybrand Laas Spannenburg, Harlingen, Friesland, Netherlands
Eigenaar: Sybrand Laas Spannenburg, Harlingen, Friesland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Harlingen / Netherlands
Additional info: Terug onder Nederlandse vlag

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

Verkopende partenhouders van het kofschip de JONGE TRIJNTJE op 16 februari 1829:

- Jetze de Vries, wijnhandelaar te Dokkum (2/28e part)
- Auke Benedictus Visser, schipper te Dokkum (2/28e part)
- Duco Anton van Kampferbeek , gepensioneerd majoor te Dokkum (1/28e part)
- Mr. Adrianus van Slooten, notaris te Dokkum (1/28e part)
- Onias Faber, gepensioneerd kapitein te Dockum, die optrad voor zijn vrouw Gertje Hoornsma (1/56e part) en Johannes Cannegieter, predikant te Schoorl (1/56e part, deze Ds. Cannegieter was weduwnaar van Boukje Hoornsma en trad ook op voor hun kinderen, zijnde vrouw en kinderen als erven van wijlen hun grootouders Ritske Hoornsma en Tjeltie Visscher, beide gewoond hebbende te Dokkum), Faber dus voor 1/28e part
- Former Thoma Wiersma, landeigenaar te Wetzens (1/28e part)
- Aukjen Jans Stienstra, weduwe van Jan Tjeerds Rietsma (1/28e part)
- Jan Wessels Rietsma, apotheker te Dokkum (1/28e part)
- Alle Rietsma, koekbakker te Dokkum (1/28e part)
- Aaltje (onleesbaar), weduwe van Klaas Bok, pompmakerse te Dokkum (1/28e part)
- Gerben Kornelis Gorter, rentenier te Dokkum (1/28e part)
- Willem Roelof van der Weide, medicinae doctor te Dokkum (1/28e part)
- Rienk Sijmen Rijpstra, rentenier te Aalsum (1/28e part)
- Douwe  en Fetze Eelkes Meindertsma, landeigenaren te Aalsum, als erfgenamen van hun vader (1/28e part)
- Albert Jans Gleistra, koopman te Dokkum (1/28e part)
- Mejuffrouw Sijltje Collerus, weduwe van Oege Goslings, rentenierster te Dokkum, en kinderen, (samen 1/28e part)
- Maaike Zuiderbaan, Dokkum (1/28e part)
- Douwe Wiggers Meindertsma, bakker te Ee (1/28e part)
- Melle Roelofs Binnema, landeigenaar te Engwierum (1/28e part)
- Abraham Fredriks de Ruiter, grutter te Harlingen (1/28e part)
- Hotze IJdes Posthumus, landbouwer te Hantumhuizen (1/28e part)
- Douwe Johannes Beintema, landeigenaar te Westergeest (1/28e part)
- Ype en Jan van der Schaaf, kooplieden te Dokkum (samen 1/28e part)
- Jetske Edsges Postma, weduwe Hendrik Jans Siccama, landbouwerse te Oudwoude en kinderen en als gemachtigde van Reinder Willems Holdinga, landbouwer te Grijpskerk en kinderen, samen erven (samen 1/28e part)
(opm: in deze warboel van erven en gemachtigden is dus kennelijk 2/28e part op de acte zoekgeraakt) 

Ship Events Data

1818-05-00: Sale/Verkoop
Advertentie. Uit de hand te koop: een welbezeild Kofschip, genaamd de JUFFER ETTA, oud 6 jaren, groot plusminus 75 roggelasten, van een uitmuntende inventaris voorzien, liggende te Harlingen, adres aldaar bij de heren Repko & Feersema, of bij Jan Reinders op het Hoogezand.
(opm: de kof werd verkocht aan een rederij in Dokkum waarvan J. van der Schaaf boekhouder; nieuwe scheepsnaam JONGE TRIJNTJE, kapitein A.B. Visser)
1829-02-16: Sold at auction
Advertentie. De notarissen Mr. A. van Slooten en G.W. Posthuma te Dokkum zullen op maandag de 16e februari 1829, des namiddags ten 3 ure provisioneel en des avond ten 6 ure finaal, ten huize van de weduwe Anne Hijlkes van der Werf, kasteleinse in het Wapen van Amsterdam aldaar, publiek bij strijk en verhoog geld presenteren te verkopen een in den jare 1813 nieuw uitgehaald kofschip, genaamd de JONGE TRIJNTJE, groot vijf en negentig tonnen, met al zijn aan- en toebehoren, zodanig door Auke Benedictus Visser als schipper is bevaren en thans in de Zijlroede te Makkum is liggende. De voorwaarden van verkoop in inventaris van goederen, kunnen ten kantore van laatst gemelde notaris gelezen worden.
(opm: koper voor NLG 3.391 werd Sybrand Laas Spannenburg, Harlingen, nieuwe naam JONGE FREERK, kapt. P.A. Visser.)
1833-11-00: Damaged
Begin november 1833 is de JONGE FREERK, kapt. P.A. Visser, met verlies van ankers en touwen Cuxhaven binnengelopen.
1834-02-28: Sold to foreign country
Advertentie. Mr. J.E. Offerhaus, advocaat en notaris te Groningen, gedenkt op dinsdag den 18 februari 1834, des avonds ten 7 ure, ten huize van de weduwe Bulsing, in den Doelen, aan de Groote Markt, te Groningen, publiek te verkopen het welbevaren kofschip de JONGE FREERK, groot 95 Nederlandse ton, wordende door kapt. P.A. Visser gevoerd, met zeil en treil, zoals hetzelve thans ligt te Delfzijl.
Hetzelve is inmiddels uit de hand te koop en te bevragen bij de heren P. Vos te Delfzijl, Hubert Jans & Comp. te Harlingen, en bij de ondergetekende notaris.
Mr. J.E. Offerhaus, notaris.
(opm: de kof werd niet verkocht, maar op 28 februari werd vanuit Bergen, Noorwegen, door de consul de zeebrief naar Den Haag verzonden met daarbij de mededeling ‘schip verkocht’; vermoedelijk was het schip naar Noorwegen uitgevlagd om de door Engeland en Frankrijk ingestelde boycot op de Nederlandse vlag te omzeilen)

Gezagvoerders

Datum vanaf: 1813
Kapitein: Reinders, Reinder Gales
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt A.B.Visser als gezagvoerder gedurende:

*   1818 van de kof “Jonge Pibo”, geen vermelding van bouwgegevens, thuishaven en eigenaar. Het schip werd 1 keer te Harlingen geregistreerd gaande naar Liverpool;

*   1820 t/m 1827 van de kof “Jonge Trijntje”, gebouwd in 1813, bouwlocatie niet vermeld, 40 ton o.m., geen vermelding van thuishaven en eigenaar;

*   1821 t/m 1823 van de kof “Vrouw Trijntje”, geen vermelding van bouwgegevens, thuishaven en eigenaar. Het schip werd 4 keer te harlingen geregistreerd, 3 keer komend van Noorwegen met hout en 1 keer met zout van Liverpool;

     twee voorgaande opgaven van hetzelfde schip?

*   1828 van hetzelfde schip maar nu varend voor Scharff te Groningen. Het schip wer 5 maal te Harlingen geregistreerd komend van Noorwegen en Memel;

*   1829 t/m 1836 van de kof “Wilhelmina”, gebouwd in 1820 te Stavoren, 132 ton o.m., geen opgave van thuishaven en eigenaar. Het schip werd 18 keer te Harlingen geregistreerd komend van Noorwegen.

 

In het Archief van de Waterschout te Amsterdam bevinden zich monsterollen op naam van kapitein Auke Benedictus Visser op de:

`Jonge Piebo`, dd 08 april 1815+ 19 augustus 1815 en 16 juni 1817+

Jonge Trijntje, dd 01 september 1824 )besetmming en 08 maart 1825

uit Friesland met bestemmingen op avontuur dd 06 september 1824 en Oostzee dd 06 maart 1825

 

Overige bijzonderheden

Leeuwarder Courant 03 april 1818114

Harlingen, 2 april. ….

Den 1 april is van hier uitgezeild het kofschip de VROUW GEERTRUIDA, kapt. Christiaan J. Jaske, met ballast naar Bordeaux en is binnen gekomen het kofschip de VROUW ANNEGINA, kapt. Pieter Jacobs Hergers, van Noorwegen met hout, alwaar hij overwinterd is geweest.

Den 2 dito is uitgezeild het kofschip de JONGE PIBE, kapt. Auke B. Visser, met ballast naar Liverpool.

 

Rotterdamsche Courant 09 mei 1818114

Amsterdam, 7 mei. Op het eiland Man is verongelukt het schip de JONGE PIBO, kaptein A.B. Visser, van Harlingen naar Liverpool; het volk is geborgen.

 

Leeuwarder Courant 18 september 1818114

Harlingen, 18 september.

Den 14 dito zijn van hier uitgezeild de kofschepen HOOP EN VREES, kapt. Y.P. Piebes, de JONGE TRIENTJE, kapt. A.B. Visser, en WILLEM, kapt. Heere Kiers, alle drie met ballast op avontuur, en het smakschip de JONGE WOPKE BROUWER, kapt. Hendrik Wessels, met ballast naar Noorwegen.  

 

Leeuwarder Courant 23 april 1819114

Nieuwezijlen (opm: bij Dokkum). Den 2 april binnen gekomen  ….

Den 5 dito uitgezeild het kofschip de VROUW TRIJNTJE, kapt. A.B. Visser, met huispannen naar de Oostzee. …

 

Leeuwarder Courant 18 juni 1819114

Nieuwezijlen (opm: bij Dokkum). Den 3 juni binnen gekomen …

Den 5 dito binnen gekomen het kofschip de VROUW TRIJNTJE, kapt. A.B. Visser, met balken van Dantzig (opm: Gdansk). …

 

Leeuwarder Courant 12 mei 1820114

Nieuwezijlen (opm: bij Dokkum), …..….Den 7 dito uitgezeild het kofschip de JONGE TRYNTJE, kapt. A.B. Visser, met ballast naar Noorwegen…..

 

Leeuwarder Courant 13 juni 1820114

Nieuwezijlen (opm: bij Dokkum), 1 juni. …Den 8 dito binnengekomen het kofschip de JONGE TRYNTJE, kapt. A.B. Visser, met hout van Noorwegen…..

 

Leeuwarder Courant 13 juni 1820114

Nieuwezijlen (opm: bij Dokkum), 1 juni. …….….Den 29 dito uitgezeild het kofschip de JONGE TRYNTJE, kapt. A.B. Visser, met ballast naar Dantzig (opm: Gdansk).

 

Leeuwarder Courant 15 mei 1821114

Nieuwezijlen (opm: bij Dokkum). ….

….Den 22 dito binnen gekomen het kofschip de JONGE TRIJNTJE, kapt. A.H. Visser, met hout van Noorwegen naar Dokkum…..

 

Leeuwarder Courant 15 juni 1821114

Nieuwezijlen (opm: bij Dokkum). Den 7 mei uitgezeild het kofschip de JONGE TRIJNTJE, kapt. A.B. Visser, met ballast op avontuur….

 

Leeuwarder Courant 19 juni 1821114

Harlingen. …..

….Den 17 dito binnen gekomen het kofschip de JONGE TRYNTJE, kapt. A.B. Visser, met hout uit de Oostzee. Uitgezeild het schonerschip HOPE, kapt. W. Barfield, het sloepschip WALTER MATHYS, kapt. A. Galloway, beide met boter naar Londen.

 

Leeuwarder Courant 20 juli 1821114

Harlingen…..

….Den 14 dito uitgezeild de kofschepen de VROUW TRIJNTJE, kapt. A.B. Visser, ANNEGINA, kapt. J.P. Hervens, de JONGE CORNELIS, kapt. H.H. Koster, alle drie met ballast naar Noorwegen; de smakschepen ALLEGONDA HELLEGINA, kapt. E.K. Kuilema, MARIA JOHANNA ELISABETH, kapt. H.G. Boekhout. de VIJF GEZUSTERS, kapt. P.E. de Jong, alle drie met ballast op avontuur…..

 

Leeuwarder Courant 14 augustus 1821114

Harlingen. Den 6 augustus binnen gekomen …..

….Den 10 dito binnen gekomen het kofschip de VROUW TRYNTJE, kapt. A.B. Visser, met hout van Noorwegen, het galjasschip MARIA DOROTHEA, kapt. J.T. Schultz, met hout van Memel (opm: Klaipeda), het schonerschip CORONATION, kapt. W. Wotton, het sloepschip SARAH, kapt. C. Clarck, beide met ballast van Engeland…..

 

Leeuwarder Courant 28 augustus 1821114

Harlingen.

….Den 24 dito uitgezeild het pinkschip PROVIDENTIA, kapt. S.A. Geertsen, de kofschepen de JONGE CORNELIS, kapt. H.H. Koster, de VROUW TRYNTJE, kapt. A.P. Visser, alle 3 met ballast naar Noorwegen…..

 

Leeuwarder Courant 28 september 1821114

Harlingen.

Den 18 dito binnen gekomen het sloepschip WALTER MATTHEWS, kapt. A. Gallaway, met ballast van Londen; het kofschip de VROUW TRYNTJE, kapt. A.B. Visser, het smakschip MARGERETHA, kapt. E.A. Pot, beide met hout van Noorwegen…..

 

Leeuwarder Courant 09 oktober 1821114

Harlingen.

….Den 4 dito uitgezeild de smakschepen de TWEE VRIENDEN, kapt. Reinder Jans Boeling, de JUFFER FOCKOLINA, kapt. H.I. Doder, het schonerschip ELISA, kapt. Soren Nielsen; de kofschepen ENGELINA, kapt. D.H. de Jong, de VROUW TRIJNTJE, kapt. A.B. Visser, alle met ballast op avontuur…..

 

Leeuwarder Courant 14 mei 1822114

Harlingen.

….Den 2 dito binnen gekomen het smakschip de VROUW GEERTUIDA, kapt. A.J. Hansen, met granen van Dantzig, en het kofschip de JONGE TRIJNTJE, kapt. A.B. Visser, Uitgezeild het sloepschip WILLIAM, kapt. William Nazeby, met kaas naar Londen, het pinkschip de GOEDE HOOP, kapt. Sore H. Movig, met ballast naar Noorwegen…..

 

Leeuwarder Courant 31 mei 1822114

Harlingen. Den 12 mei binnen gekomen…..

…..Den 17 dito binnen gekomen de kofschepen de VROUW ANNA, kapt. Pieter C. Piebes, EENDRACHT, kapt. Egbert M. de Jong, beide met hout van Noorwegen, en het sloepschip WILLIAM, kapt. William Naseby, met ballast van Londen; uitgezeild de kofschepen de VRIENDSCHAP, kapt. G.H. Haverbult, CATHARINA, kapt. Arend Clasen, de VROUW TRIJNTJE, kapt. A.B. Visser, de VROUW ALIDA, kapt. Jan Klasen; de smakschepen de VROUW MARTHA, kapt. D.K. de Groot, GESINA CHARLOTTE, kapt. Gerardus van Veen, en de JONGE CORNELIS DE HAAN, kapt. Jan J. Siedses, alle met ballast naar Noorwegen……

 

Leeuwarder Courant 18 juni 1822114

Harlingen. Den 10 juni binnen gekomen het smakschip de VRIENDSCHAP, kapt. H.W. Smith, met hout van Noorwegen; de schonerschepen LIVELY, kapt. William Bayes, LUNA, kapt. Samuel Bishop, WALTER MATTHEWS, kapt. A. Gallaway, alle drie met ballast van Londen; het kofschip de JONGE TRIJNTJE, kapt. A.B. Visser, het smakschip de VROUW LAMMEGINA, kapt. O.P. Smit, beide met hout van Noorwegen. Uitgezeild de kofschepen de VROUW CATHARINA, kapt. A. Klazen, de VROUW ALIDA, kapt. J. Klazen, de VROUW ANNEGINA, kapt. J.P. Hergens:

 

Leeuwarder Courant 02 juli 1822114

Harlingen. ….

….Den 22 dito uitgezeild de kofschepen de VROUW TRIJNTJE, kapt. A.B. Visser; VRIENDSCHAP, kapt. G.B. Haverbult; het smakschip de JONGE CORNELIS DE HAAN, kapt. Jan J. Siedses; het brikschip WILHELM FREDRIK, kapt. E.P. Horn, alle met ballast op avontuur; de tjalkschepen MARIA SOPHIA, kapt. R.D. Lovius, de JONGE GEERT, kapt. A.J. Boomgaard, beide met pannen enz. naar Hamburg, de VROUW HELLEGINA, kapt. Jan B. Jager, met pannen en steen naar Memel.

 

Leeuwarder Courant 17 september 182214

Harlingen.

….Den 2 dito binnen gekomen het smakschip de VROUW MARGARETHA, kapt. E.A. Pot; de kofschepen de JONGE JAN, kapt. Jan E. Bart, de VROUW TRIJNTJE, kapt. Auke B. Visser, en de HERSTELLING, kapt. A.T. Schuringa, alle met hout van Noorwegen. Uitgezeild het kofschip VRIENDSCHAP, kapt. G.J. Haverbult, met ballast naar Noorwegen. ….

 

Leeuwarder Courant 27 september 1822114

Harlingen.

….Den 16 dito uitgezeild de kofschepen de JONGE TRIJNTJE, kapt. A.B. Visser, HERSTELLING, kapt. A.F. Schuringa, beide met ballast op avontuur…..

 

Leeuwarder Courant 05 november 1822114

Harlingen. Den 27 oktober binnen gekomen ….

…..Den 31 dito binnen gekomen de kofschepen VRIENDSCHAP, kapt. K.N. Stuit (opm: K.W. Stuit), en de JONGE TRIJNTJE, kapt. A.B. Visser; het smakschip de VIJF GEZUSTERS, kapt. Popke C. de Jong (opm: Popke Egberts de Jonge), en het tjalkschip de VROUW WILHELMINA, kapt. D.D. de Jong, alle met hout van Noorwegen…..

 

 

Datum vanaf: 1818
Kapitein: Visser, Auke Benedictus
Overige informatie: Auke Benedictus Visser: † Dokkum 06.10.1842 (79 jaar)

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt P.A.Visser als gezagvoerder gedurende:

*   1829 t/m 1834 van de kof “Jonge Freerk”, geen gegevens over bouw, thuishaven en eigenaar. Het schip werd 12 maal te Harlingen geregistreerd komend van Noorwegen.

 

Overige bijzonderheden

Leeuwarder Courant 31 maart 1829

Buitenlandsche Scheepvaart te Harlingen

“Binnengekomen: Den 22 Maart, de kofschepen Alida Clasina, kapt. L.E.Tiktak; de Jonge Freerk, kapt. P.A.Visser; het Tjalkschip de Hoop, kapt. J.T.Peper, alle met ledig schip van Makkum. …”

 

 

 

 

Datum vanaf: 1829
Kapitein: Visser, P.A.
Overige informatie: Pieter Aukes Visser: † bij het vergaan van de JONGE FREERK (2) eind oktober 1834.

Monsterrollen

Opgemaakt Amsterdam
Datum: 1817-06-19
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: JUFVROUW ETTA
Schipper: Reinders, R.G.
Scheepstype: coft
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen Bekijk alle monsterrollen
Algemene informatie

1814

Op 31 oktober 1814 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de JUFFER ETTA, aangevraagd door Jan Reinders, enig eigenaar, Hoogezand, voor R.G. Reinders als kapitein. Het schip was gebouwd in Hoogezand en lag te Groningen.

Zowel in de zeebrieven als in zeetijdingen wordt de naam wisselend geschreven als JUFFER ETTA resp. JUFFROUW ETTA. Vanwege het ontbreken van een (ver)koopcontract met de naam heeft Marhisdata  voor de eerst gebruikte naam JUFFER ETTA geopteerd.

1815

LCO 300815
Vlissingen, 22 augustus. Van Antwerpen is naar zee gezeild de JUFVROUW ETTA, kapt. R.G. Reynders (opm: kof JUFFER ETTA, kapt. R.G. Reinders), naar Rouen.

1816

LCO 100716
Amsterdam, 8 juli. Sedert onze laatste is te Texel uitgezeild de JUFFER ETTA, kapt. R.G. Reynders, naar Nantes.

1817

Op 10 maart 1817 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JUFFROUW ETTA, aangevraagd door Reinder Gales Reinders, Hoogezand, voor zichzelf als kapitein. 

1818

PGC 260518
Advertentie. Uit de hand te koop: een welbezeild Kofschip, genaamd de JUFFER ETTA, oud 6 jaren, groot plusminus 75 roggelasten, van een uitmuntende inventaris voorzien, liggende te Harlingen, adres aldaar bij de heren Repko & Feersema, of bij Jan Reinders op het Hoogezand. (opm: de kof werd verkocht aan een rederij in Dokkum waarvan J. van der Schaaf boekhouder; nieuwe scheepsnaam JONGE TRIJNTJE, kapitein A.B. Visser)

De zeebrief van de JUFVROUW ETTA, kapt. R.G. Reinders, werd op 12 augustus 1818 door de Ontvanger der Inkomende- en Uitgaande Regten en Accijnzen te Harlingen naar Den Haag geretourneerd, met vermelding ‘overgang eigendom’, waarna op 17 augustus royement volgde.

Op 25 augustus 1818 werd de eerste, bedoeld wordt nieuwe, zeebrief verstrekt voor de JONGE TRIJNTJE, aangevraagd door J. van der Schaaf, Dokkum, voor kapt. Auke Benedictus Visser.
Het schip was groot 46 lasten 

1819

LC 230419
Nieuwezijlen (opm: bij Dokkum). Den 5 april uitgezeild het kofschip de VROUW TRIJNTJE (opm: JONGE TRIJNTJE, ex-JUFFER ETTA), kapt. A.B. Visser, met huispannen naar de Oostzee.

Sont Tolls: Kapt. A.B. Visser passeerde de Sont naar de Oostzee op 22 april. 

LC 180619
Nieuwezijlen (opm: bij Dokkum). Den 5 juni binnen gekomen het kofschip de VROUW TRIJNTJE (opm: JONGE TRIJNTJE), kapt. A.B. Visser, met balken van Dantzig (opm: Gdansk). 

Sont Tolls: Kapt. A.B. Visser passeerde de Sont naar de Oostzee op 12 juli

1821

Op 13 maart 1821 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE TRIJNTJE, aangevraagd door Auke B. Visser, mede eigenaar, Dokkum, voor zichzelf als kapitein.

Sont Tolls: Kapt. A.B. Visser passeerde de Sont naar de Oostzee op 12 mei, en opnieuw op 5 juni, onderweg van Danzig naar Harlingen. 

1824

Sont Tolls: Kapt. A.B. Visser passeerde de Sont naar de Oostzee op 8 juni, en opnieuw 24 juli, onderweg van Memel (opm: Klaipeda) naar Amsterdam.

1825

Op 7 maart 1825 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE TRIJNTJE, aangevraagd door Y. van der Schaaf, Dokkum, voor kapt. Auke Benedictus Visser.

1827

Op 3 maart 1827 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE TRIJNTJE, aangevraagd door Y. van der Schaaf, Dokkum, voor kapt. Auke Benedictus Visser.

LC 050627
Harlingen. De 27 mei uitgezeild het kofschip de VROUW TRIJNTJE (opm: JONGE TRIJNTJE), kapt. A.B. Visser, met ballast naar Noorwegen. 

Bij thuiskomst van zijn volgende reis liet kapt. Auke Benedictusz Visser uit Dokkum ten overstaan van notaris S.S. Wijma in Harlingen een zeeprotest opmaken; de inhoud hiervan is onbekend.

1829

LC 300129
Advertentie. De notarissen Mr. A. van Slooten en G.W. Posthuma te Dokkum zullen op maandag de 16e februari 1829, des namiddags ten 3 ure provisioneel en des avond ten 6 ure finaal, ten huize van de weduwe Anne Hijlkes van der Werf, kasteleinse in het Wapen van Amsterdam aldaar, publiek bij strijk en verhoog geld presenteren te verkopen een in den jare 1813 nieuw uitgehaald kofschip, genaamd de JONGE TRIJNTJE, groot vijf en negentig tonnen, met al zijn aan- en toebehoren, zodanig door Auke Benedictus Visser als schipper is bevaren en thans in de Zijlroede te Makkum is liggende. De voorwaarden van verkoop in inventaris van goederen, kunnen ten kantore van laatst gemelde notaris gelezen worden.
(opm: koper voor NLG 3.391 werd Sybrand Laas Spannenburg, Harlingen, nieuwe naam JONGE FREERK, kapt. P.A. Visser.)

Op 4 maart 1829 werd de zeebrief van de JONGE TRIJNTJE, kapt. A.B. Visser, door de Ontvanger der Inkomende- en Uitgaande Regten en Accijnzen te Dokkum naar Den Haag geretourneerd, met vermelding ‘schip verkocht’, waarna op 6 maart royement volgde.

Op 7 maart 1829 werd de eerste, bedoeld wordt nieuwe, zeebrief verstrekt voor de JONGE FREERK, aangevraagd S.L. Spannenburg, Harlingen, voor kapt. P.A. Visser.

LC 310329
Harlingen, 22 maart. Binnengekomen de JONGE FREERK (opm: kof, ex-JONGE TRIJNTJE), kapt. P.A. Visser, ledig van Makkum.

1830

LC 220630
Harlingen. Binnen gekomen: Den 16 juni de kofschepen METTINA MARGARETHA, kapt. H.H. Koster; de JONGE FREERK, kapt. P.A. Visser; MARGARETHA, kapt. J.H. Buning, en het smakschip EENDRAGT, kapt. K.I. Doijes (opm: EENDRACHT, kapt. Klaas J. Dooijes), alle vier met hout van Noorwegen;
LC 030830
Harlingen. Binnen gekomen: Den 28 juli de kofschepen de JONGE FREERK, kapt. P.A. Visser; de VROUW ANTJE, kapt. D.K. de Grooth; de smakschepen JANTINA, kapt. K.E. Vos; EENDRAGT (opm: EENDRACHT), kapt. K.J. Dooijes, allen met hout van Noorwegen; het tjalkschip de TWEE GEBROEDERS, kapt. H.A. Pronk, met hout van Hamburg.

1831

Op 7 maart 1831 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE FREERK, aangevraagd S.L. Spannenburg, Harlingen, voor kapt. P.A. Visser.

LC 010431
Harlingen. Uitgezeild: Den 20 maart de pinkschepen NEDERLAND, commandeur K. Hoekstra en SPITSBERGEN (opm: bark), commandeur H. Rickmers, beide met ballast naar Groenland; de kofschepen DE VRIENDSCHAP, kapt. J. Klazen, DE JONGE FREERK, kapt. P.A. Visser, LUMMEGINA, kapt. H.J. Hubert, HELENA GEERTRUIDA, kapt. C. Roskamp en JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers, alle met ballast op avontuur.
LC 060531
Harlingen. Binnen gekomen: Den 24 april het kofschip DE JONGE FREERK, kapt. P.A. Visser en het smakschip JACOBA CATHARINA, kapt. C. Westerbrink, beide met hout van Noorwegen.
LC 240531
Harlingen. Uitgezeild: Den 16 mei. De kofschepen WILLEM OLIVIER, kapt. G. Korten (opm: G.J. Korter), DE JONGE CORNELIS, kapt. H. van Slooten, METTINA MARGARETHA, kapt. H.H. Koster, GRONINGER WELVAART, kapt. E.K. Lugies, alle met ballast op avontuur, en DE JONGE FREERK, kapt. P.A. Visser, met beenderen naar Hull.
AH 160831
Terschelling, 12 augustus. DE JONGE FREERK, kapt. Visser, van Stockholm, ligt in quarantaine.
AH 300831
Terschelling, 29 en 30 augustus. Niets binnen. Van de quarantaine ontslagen: DE JONGE FREERK, kapt. P.A. Visser, van Stockholm.

1832

AH 140332
Vlie, 10 maart. Vertrokken: JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers, naar Liverpool; JONGE FREERK, kapt. P.A. Visser, naar Hull; TITIA, kapt. J.J. Zelling, op avontuur.
AH 090632
Terschelling, 5 juni. Binnengekomen: GOED BESLUIT, kapt. H.W. Drent, van Koningsbergen; DE VROUW JACOBA, kapt. H.W. Drewes, van Koningsbergen; DE VROUW MARIA (opm: bedoeld zal zijn GERARDA MARIA, tjalk), kapt. B.K. Dekker, van Danzig; JUFFER JOHANNA, kapt. A.A. de Boer, van Danzig; GEZINA, kapt. S.T. Kramer, van Danzig; DE VROUW ANNA, kapt. U.E. Pot, van Danzig; DE VROUW ANNEGINA, kapt. H.M. Henderiks, van Wismar. Zijn alle 7 na visitatie van de quarantaine ontslagen. DE VROUW SOPHIA, kapt. H.L. Kok, van Droback; DE JONGE JAN, kapt. J.E. Bart, van Oosterrisoer; DE JONGE FREERK, kapt. P.A. Visser, van Christiaanzand.
AH 270732
Terschelling, 23 juli. Binnengekomen: CLASINA MARGARETHA, kapt. J.R. Schippers, van Larwich; DE JONGE FREERK, kapt. P.A. Visser, van Christiaansand; DE JONGE JAN, kapt. J.E. Bart, van Oosterrisoer; DE VROUW CATHARINA, kapt. N.J. Boomgaard, van Oosterrisoer; DE JONGE JACOB, kapt. L.J. Witkop, van Oosterrisoer.
LC 110932
Harlingen, 5 september. Binnengekomen de brikschepen DUEN, kapt. K. Pedersen, LOUISA, kapt. P.N. Pedersen; de kofschepen de JONGE FREERK, kapt. P.A. Visser, LUMMEGINA, kapt. H.J. Hubert, GERBERDINA, kapt. K.D. de Grooth;

1833

Op 2 maart 1833 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE FREERK, aangevraagd S.L. Spannenburg, Harlingen, voor kapt. P.A. Visser.

Op 16 juli 1833 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de JONGE FREERK, aangevraagd S.L. Spannenburg, Harlingen, voor kapt. P.A. Visser.
Het schip moet enige maanden onder buitenlandse vlag hebben gevaren, vermoedelijk de Noorse, zoals nog eens 168 landgenoten diezelfde stap ondernamen om daardoor onder de boycot van Engeland en Frankrijk uit te komen. Deze was namelijk ingesteld om na de afscheiding van België eind 1830 alsnog voor de Belgische vlag de vrije doorvaart over de Westerschelde af te dwingen. Populaire vlaggen waarheen werd uitgeweken waren die van Kniphausen, Hanover en Oldenburg, maar ook Hamburg en Noorwegen kwamen voor.

LC 300733
Harlingen. Uitgezeild: Den 26 juli, de kofschepen CONCORDIA, kapt. S. Keun, JACOBA, kapt. E.M. de Jonge, de JONGE FREERK, kapt. P.A. Visser, het galjootschip MARGARETHA JOHANNA, kapt. O. Houwink, en de smakschepen JANTINA, kapt. K.E. Vos, EENDRAGT, kapt. P.E. Koops, en TWEE BROEDERS, kapt. H.S. Bruins, alle in ballast op avontuur.
AH 010833
Texel, 30 juli. Uitgezeild: JACOBA, kapt. E.M. de Jonge, naar Liverpool; MARGINA, kapt. J.P. Boer, naar Newcastle; PETRONELLA, kapt. J.A. Schuuring, naar Stockholm; DRIE GEBROEDERS, kapt. J. Timmer, LOUISE, kapt. D.F. Budding, NIJVERHEID, kapt. D.H. Puister, naar Bergen; VROUW SOPHIA, kapt. H.L. Kok en VROUW JANTINA, kapt. K.E. Vos, naar Droback; ROELFINA, kapt. J.K. Bolhuis, naar Flekkefiorde; TWEE GEBROEDERS, kapt. H.J. Bruins, naar Holmstrand; ENGELINA JANTINA, kapt. B.J. Wygers, JOHANNA, kapt. J.C. Wolter, CONCORDIA, kapt. J.A. Klun; VREEDE EN HOOP, kapt. H.J. Buining, MARGARETHA JOHANNA, kapt. D.A. de Jong; VROUW JOHANNA, kapt. C.T. Christoffels; EENDRACHT, kapt. P.C. Koops, JONGE FREERK, kapt. P.A. Visser, CHARLOTTE, kapt. R.L. Giesen, de laatste acht op avontuur.
AH 120933
Terschelling, 8 september. Binnengekomen MEINSINA, kapt. D.D. Klontje, van Neustad; JERSTA HILLEGINA (opm: JETSKA HILLECHINA), kapt. G.E. Broekema; DE JONGE PIETER, kapt. G.S. Brouwer, van Heiligenhafen; HENDERIKA, kapt. O.C. Sap, van Kiel; CHRISTINA ELISABETH, kapt. F.G. Meinertz, van Husum; DE JONGE FREERK, kapt. P.A. Visser, van Osterrisoer; DE VROUW HELENA, kapt. H.H. Kramer, van Callundborg (opm: Kalundborg); JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers en DE VROUW JELTINA, kapt. L.P. de Vrede, van Holmstrand.
LC 200933
Harlingen. Binnengekomen. Den 10 september, het kofschip de JONGE FREERK, kapt. P.A. Visser, en de smakschepen ALIDA, kapt. H.B. Drok en TWEE GEBROEDERS, kapt. D.T. Doornbos, alle drie met hout van Noorwegen;
AH 240933
Uitgezeild:
Vlie, 22 september. JANTINA, kapt. J.K. de Boer, naar Sunderland; CATHARINA, kapt. D.A. Zeylstra, naar Embden; JONGE FREERK, kapt. P.A. Visser, naar Noorwegen.
LC 240933
Harlingen. Uitgezeild: Den 18 september, de kofschepen JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers, de JONGE FREERK, kapt. P.A. Visser, en de smakschepen ALIDA, kapt. H.B. Drok, en JELTINA, kapt. L.P. de Vreede, alle vier met ballast op avontuur.
RC 191133
Rotterdam, 18 november. De schepen ANTHONIUS, kapt. G. Roskamp, van Leer naar Amsterdam, DE JONGE FREERK, kapt. P.A. Visser, van Ostrisoer naar Harlingen en AMELIA, kapt. H.H. Naatje, van Brevig naar Delfzijl, zijn tussen de 2e en 8e dezer te Cuxhaven binnengelopen, de twee eersten met verlies van ankers en touwen en het laatste met schade.

1834

PGC 210134
De schepen de JONGE FREERK, kapt. P.A. Visser, van Osterisoer naar Harlingen, VREDE en HOOP, kapt. H.J. Buining, van Rostock, PETRONELLA CATHARINA, kapt. J. Stuiveling, van Koningsbergen, de VRIENDSCHAP, kapt. H.C. Slot, de HOOP, kapt. H.T. Bakker, de HOOP, kapt. J.L. Jonker en de OP HOOP VAN ZEGEN, kapt. Gelte J. Geltes, alle 4 van Hamburg, de 6 laatste naar Amsterdam, alle te Cuxhaven binnen, hebben op 12 januari de reis voortgezet, de 4 laatste zijn echter de volgende dag uit zee teruggekomen.
LC 040234
Advertentie. Mr. J.E. Offerhaus, advocaat en notaris te Groningen, gedenkt op dinsdag den 18 februari 1834, des avonds ten 7 ure, ten huize van de weduwe Bulsing, in den Doelen, aan de Groote Markt, te Groningen, publiek te verkopen het welbevaren kofschip de JONGE FREERK, groot 95 Nederlandse ton, wordende door kapt. P.A. Visser gevoerd, met zeil en treil, zoals hetzelve thans ligt te Delfzijl.
Hetzelve is inmiddels uit de hand te koop en te bevragen bij de heren P. Vos te Delfzijl, Hubert Jans & Comp. te Harlingen, en bij de ondergetekende notaris.
Mr. J.E. Offerhaus, notaris.
(opm: de kof werd niet verkocht, maar op 28 februari werd vanuit Bergen, Noorwegen, door de consul de zeebrief naar Den Haag verzonden met daarbij de mededeling ‘schip verkocht’; vermoedelijk was het schip naar Noorwegen uitgevlagd om de door Engeland en Frankrijk ingestelde boycot op de Nederlandse vlag te omzeilen)

Nadat op 28 februari 1834 de consul in Bergen, Noorwegen, de zeebrief naar Den Haag had verzonden met de opmerking ‘ schip verkocht’ werd deze op 19 maart geroyeerd.
Kapitein Visser is sindsdien drie keer in Harlingen geweest zonder in de problemen te komen. Aannemelijk is dan ook dat het schip deze reizen onder Noorse vlag heeft gevaren.

AH 260434
Vlie, 23 april. Binnengekomen: MORGENSTER, kapt. K.H. Meyer, van Hull; JONGE FREERK, kapt. P.A. Visser, van Holmstrand.
LC 020534
Harlingen. Binnengekomen: Den 23 april het kofschip de JONGE FREERK, kapt. P.A. Visser, en het tjalkschip de TWEE GEBROEDERS, kapt. B.H. van der Werff, beide met hout van Noorwegen.
AH 260534
Terschelling, 21 mei. Binnengekomen: ANNA MARGARETHA, kapt. J. Tampke, van Hamburg; JONGE FREERK, kapt. P.A. Visser, van Oosterisoer.
LC 060634
Harlingen. Uitgezeild: Den 29 mei de kofschepen WILLEM OLIVIER, kapt. G. Korter, de JONGE JAN, kapt. Jan E. Bart, en de JONGE FREERK, kapt. P.A. Visser, alle drie met ballast op avontuur.
AH 060634
Vlie, 2 juni. Uitgezeild  JONGE FREERK, kapt. P.A. Visser, H.Z. kapt. S.K. de Vries en HILLECHINA, kapt. H.H. Brakke, alle drie naar Noorwegen.
AH 250634
Terschelling, 21 juni. Binnengekomen HENDRIKA, kapt. T.F. Harding, van Riga; DE JONGE PIETER, kapt. E.P. Boer, van Koningsbergen; VRIENDSCHAP, kapt. J. Brand, van Dantzig; JANTINA, kapt. K.E. Vos, van Droback; DE JONGE FREERK, kapt. P.A. Visser, van Oosterisoer.
LC 010734
Harlingen. Den 22 juni binnengekomen de kofschepen de JONGE FREERK, kapt. P.A. Visser, EGBERTUS, kapt. L.E. Tiktak, en het smakschip JANTINA, kapt. K.E. Vos, alle drie met hout van Noorwegen.
(opm: de kof JONGE FREERK, bouwjaar 1813, kapt. Pieter Aukes Visser, moet na lossing zijn verkocht voor de sloop; kapitein Visser kreeg op 4 juli het commando over de juist opgeleverde JONGE FREERK; deze kof verging op haar derde reis toen het op 27 oktober 1834 ondersteboven aanspoelde bij Scheveningen waarbij de opvarenden verdronken, zie PGC 041134)

 

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

Tresoar, Leeuwarden, Archiefnummer Harlingen 16.1255.171

Memory-stick DSCN 1230 - 1247
__________________________________________________________________________

KOOPBRIEF

Naam schip JONGE TRIENTJE of JONGE TRIJNTJE

plaats en datum acte openbare verkoping, Dokkum, 16 februari 1829

type schip kof

bouwwerf/verkoper rederij van het schip, zie bijlage, namens welke optrad Jetze de Vries, wijnhandelaar te Dokkum, mede-reder voor 2/28e part (opm: mogelijk ook de boekhouder?)

gevoerd door kapt. Auke Benedictus Visser, Dokkum, mede-eigenaar

eigenaar/koper Sijbrand Claas Spannenburg, koopman te Harlingen

te voeren door kapt.

grootte in tonnen 95 tonnen

tuigage / aantal dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating in den jare 1813 nieuw uitgehaald

plaats / datum registratie Dokkum, 17 februari 1829

nummer registratie deel 17, folio 38, verso, vak 7.

notaris Gerhardus Wiebes Posthuma, notaris te Dokkum

prijs

Bijzonderheden: de verkoping vond plaats bij de Wed. Anne Hijlkes van der Werf, kasteleinse in Het Wapen van Amsterdam te Dokkum, doch het schip lag te Makkum.
Een eigendomsbewijs werd afgegeven op 5 maart 1829.

07.03.1829 eerste zeebrief (gecorrigeerd in nieuwe) uitgereikt voor de JONGE FREERK, aangevraagd door S.L. (gecorrigeerd in S.C.) Spannenburg voor kapt. P.A. Visser

waarschijnlijk ex-JONGE TRIJNTJE, zie zeebrief 08.07.1814 van Wiebe Wiebes uit Schiermonnikoog

researcher/datum research: ML / 280513

Bijlage bij acte 171 van 16 februari 1829, kofschip de JONGE TRIJNTJE of JONGE TRIENTJE (beide namen komen voor in de acte)

Verkopende partenhouders:

- Jetze de Vries, wijnhandelaar te Dokkum (2/28e part)
- Auke Benedictus Visser, schipper te Dokkum (2/28e part)
- Duco Anton van Kampferbeek , gepensioneerd majoor te Dokkum (1/28e part)
- Mr. Adrianus van Slooten, notaris te Dokkum (1/28e part)
- Onias Faber, gepensioneerd kapitein te Dockum, die optrad voor zijn vrouw Gertje Hoornsma (1/56e part) en Johannes Cannegieter, predikant te Schoorl (1/56e part, deze Ds. Cannegieter was weduwnaar van Boukje Hoornsma en trad ook op voor hun kinderen, zijnde vrouw en kinderen als erven van wijlen hun grootouders Ritske Hoornsma en Tjeltie Visscher, beide gewoond hebbende te Dokkum), Faber dus voor 1/28e part
- Former Thoma Wiersma, landeigenaar te Wetzens (1/28e part)
- Aukjen Jans Stienstra, weduwe van Jan Tjeerds Rietsma (1/28e part)
- Jan Wessels Rietsma, apotheker te Dokkum (1/28e part)
- Alle Rietsma, koekbakker te Dokkum (1/28e part)
- Aaltje (onleesbaar), weduwe van Klaas Bok, pompmakerse te Dokkum (1/28e part)
- Gerben Kornelis Gorter, rentenier te Dokkum (1/28e part)
- Willem Roelof van der Weide, medicinae doctor te Dokkum (1/28e part)
- Rienk Sijmen Rijpstra, rentenier te Aalsum (1/28e part)
- Douwe en Fetze Eelkes Meindertsma, landeigenaren te Aalsum, als erfgenamen van hun vader (1/28e part)
- Albert Jans Gleistra, koopman te Dokkum (1/28e part)
- Mejuffrouw Sijltje Collerus, weduwe van Oege Goslings, rentenierster te Dokkum, en kinderen, (samen 1/28e part)
- Maaike Zuiderbaan, Dokkum (1/28e part)
- Douwe Wiggers Meindertsma, bakker te Ee (1/28e part)
- Melle Roelofs Binnema, landeigenaar te Engwierum (1/28e part)
- Abraham Fredriks de Ruiter, grutter te Harlingen (1/28e part)
- Hotze IJdes Posthumus, landbouwer te Hantumhuizen (1/28e part)
- Douwe Johannes Beintema, landeigenaar te Westergeest (1/28e part)
- Ype en Jan van der Schaaf, kooplieden te Dokkum (samen 1/28e part)
- Jetske Edsges Postma, weduwe Hendrik Jans Siccama, landbouwerse te Oudwoude en kinderen en als gemachtigde van Reinder Willems Holdinga, landbouwer te Grijpskerk en kinderen, samen erven (samen 1/28e part)
(opm: in deze warboel van erven en gemachtigden is dus kennelijk 2/28e part op de acte zoekgeraakt)


ML / 280513

Naam JONGE FREERK
Archiefinstelling Tresoar, Leeuwarden
Jaar 1829
Toegang 16
Inventaris 1255

Bronnen

Jaar: 0000
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: N.A. Den Haag toegang nummer 2.08.01.07 Zeebrieven verbalen, diverse bestanddelen
Tresoar, Leeuwarden, Archiefnummer Harlingen 16.1255.171
Tresoar, Leeuwarden. Notaris G.W. Posthuma, Dokkum 1829
Sont Tolls
www.allefriezen.nl
AH = Algemeen Handelsblad
LC = Leeuwarder Courant
LCO = Leydsche Courant
PGC = Provinciale Groninger Courant
RC = Rotterdamsche Courant