Inloggen
MOSAMBIQUE - ID 10227


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1839-08-16 / 1862-01-18 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1839
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Bark
Masten: Three masts
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: firma Wed. E. Visser, werf 'Het Land van Belofte', Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Date Laid Down: 1838-08-11
Launch Date: 1839-05-14
Delivery Date: 1839-07-31
Technical Data

Net Tonnage: 701.00 tons (oude meting)
Net Tonnage 2: 370.00 lasts
 
Length 1: 38.75 Meters Registered
Beam: 7.32 Meters Registered
Depth: 5.56 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1839
Datum agenda: 1839-08-16
Register nr: 18390405
Scheepsnaam: MOSAMBIQUE
Type: Bark
Lasten: 370
Gebouwd in provincie: Zuid-Holland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Hudig & Blokhuyzen
Plaats: Rotterdam
Kapitein op moment van verzoek: Bouman, T.J.J.
Opmerkingen: Eerste zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1839-07-31 MOSAMBIQUE
Manager: Firma A. van Hoboken & Zonen, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands
Additional info: Voor alle eigenaren: zie beneden a/d pagina

Date/Name Ship 1855-03-20 MALEIJER
Manager: Firma Van Dulken, Van Dorp & Co., Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

1839 - MOSAMBIQUE.
Aandeelhouders bij oplevering:

NLG  40.000   A. van Hoboken & Zonen, Rotterdam
NLG  20.000   Jacob Moll Hendrikszn, Rotterdam
NLG  15.000   Robert Twiss & Zonen, Rotterdam
NLG  15.000   Christoffel Rueb, Rotterdam
NLG  10.000   Vink & Comp, Rotterdam
NLG  10.000   Dominicus Blankenheym, Rotterdam
NLG  10.000   Kuyper, Van Dam & Smeer, Rotterdam
NLG  10.000   Bernardus Ewoud Cankrien, Rotterdam
NLG  10.000   Theodorus Marinus Roest, Rotterdam
NLG  10.000   Hudig & Blokhuyzen, Rotterdam
NLG 150.000
A. van Hoboken & Zonen stellen zich garant voor betaling der resterende kosten voor uitrusting

Aandeelhouders tijdens verkoop en aandeelhouders na verkoop volgens Acte van koop/verkoop d.d. 19 maart 1855

firma A. van Hoboken & Zonen, kooplieden en scheepsreder(68/178e part),Jacob Moll Hendrikszoon, fabrikant                                     (20/178e part),

firma Robert Twiss & Zonen, kooplieden en scheepsreders(15/178e part),

Christoffel Rueb, particulier                                                 (15/178e part),

Dominicus Blankenheijm, wethouder                                  (10/178e part),

Bernardus Ewoud Cankrien, koopman                                 (10/178e part), en

Mej. Carolina Johanna Roest van Limburg, particuliere, allen te Rotterdam

(zie bijlage) eigenaar/aankoper                               

Hendrik van Dulken, voor zijn firma Van Dulken, Van Dorp &Co., (623/1424e part),

firma Hudig & Blokhuyzen, cargadoors (98/1424e part),

Kuyper, Van Dam & Smeer, cargadoors,                             (98/1424e part),

Fredericus Augustinus Vink, koopman                              (98/1424e part) en

Gebr. Visser, scheepsbouwmeesters,                                 (267/1424e part)

allen te Rotterdam (zie bijlage)

 

Bijlage bij acte Rott.3.03.17.01.3675.344 barkschip MOSAMBIQUE- MALEIJER

Eigenaars door aankoop parten op 19 maart 1855:

Van de kopers bezaten Van Dulken, Van Dorp & Co. en Hudig & Blokhuyzen elk al 10/178e part sinds de bouw, en

Kuyper, Van Dam & Smeer ook 10/178e part sinds 8 oktober 1853.

Nu – bij deze acte – is dus het eigendom geworden:

 

Van Dulken, van Dorp & Co., Rotterdam                               (7/16e part)

Gebr. Visser, scheepsbouwmeesters, Rotterdam               (3/16e part)

Fredericus Augustinus Vink, koopman, Rotterdam             (2/16e part)

Kuyper, Van Dam & Smeer, cargadoors, Rotterdam           (2/16e part)

Hudig & Blokhuyzen, cargadoors, Rotterdam                      (2/16e part)

 

 

 

Ship Events Data

1839-07-03: Meetbrief is afgegeven 3 juli 1839
1842-01-23: Damaged
Rotterdam, 28 januari 1842. Het schip MOSAMBIQUE, kapt. T.J.J. Bouman, van Batavia naar Rotterdam, is de 23e dezer met gebroken grote mast te Portsmouth binnengelopen.
1849-07-01: Collision
Portsmouth, 1 juli 1849. De Nederlandse bark MOZAMBIQUE, kapt. Bouman, van Rotterdam, is alhier met schade binnengelopen, zijnde op de hoogte van St. Alban’s Head door een Engels schip aangezeild.
1852-12-27: Collision
Cardiff, 27 december 1852. Het Nederlandse barkschip MOSAMBIQUE, kapt. Bouman, van hier naar Panama bestemd, is op de rede van Penarth in aanzeiling geweest met het Amerikaanse schip ANDOWER en heeft dientengevolge schade bekomen.
1854-03-21: Damaged
Rio Janeiro, 29 maart 1854. De te Rotterdam te huis behorende bark MOZAMBIQUE, kapt. Bouman, van Callao (opm: Peru) naar Antwerpen bestemd, is hier de 21e met schade aan boeg en tuig binnengelopen.
1855-01-23: Sold at auction
Advertentie. De makelaars H.F.N. & W.H. Montauban van Swijndrecht en F. & W. Van Dam, te Rotterdam, zijn van mening, als last hebbende van hun meesters, op dinsdag de 23e januari 1855 des middags ten 12 ure, in de Zaal op de hoek van de Scheepmakershaven en Bierstraat, Wijk 1, No. 499, publiek te veilen en de 30e januari 1855 terzelfder ure en plaats af te slaan: Het snelzeilend Nederlands gebouwde, gekoperde en kopervaste barkschip MOZAMBIQUE (opm: MOSAMBIQUE, bouwjaar 1839), laatst gevoerd door kapt. T.J.J. Bouman, volgens meetbrief lang 39 el, wijd 7,35 el, hol 5,53 el en alzo groot 705 tonnen of 372 lasten, met al des zelfs rondhout, staande en lopend want, geschut, ankers, kettingen, touwen, zeilen en verdere inventaris, zo als hetzelve is liggende aan de Scheepstimmerwerf van de heren Gebr. Visser te Rotterdam. Zijnde inmiddels uit de hand te koop en te bevragen bij bovengenoemde makelaars. (opm: het schip werd aangekocht door Van Dulken en Van Dorp & Co, Amsterdam; nIeuwe scheepsnaam MALIJER en kapitein P.R. Bok)
1857-11-00: Damaged
Kaap de Goede Hoop, 10 december. De Nederlandse bark MALEIJER, kapt. P.R. Bok, van Batavia naar Rotterdam, welke de 24e november 1857 in de Tafelbaai binnenliep, heeft de drie stengen en bezaansmast verloren.
1857-12-00: Stranded
St. Helena, 16 december 1857. Kapt. Van der Valk, voerende het schip (opm: bark) MERCATOR, van Java naar Schiedam, gisteren deze rede gepasseerd, rapporteert dat hij op het Kaapse rif gezien heeft de Nederlandse schepen MALEIJER, kapt. P.R. Bok, en STRAAT BALY, kapt. W.J. van der Ven, beiden van Java naar Nederland bestemd. Deze schepen waren lek en zetten koers naar de Kaap de Goede Hoop.
1858-11-13: Collision
Rotterdam, 14 november 1858. De stoomboot HOLLANDER, kapt. L. Halfweg, van St. Petersburg naar deze stad bestemd, is gisteren voor het Kanaal van Voorne bij de Nieuwesluis, in aanvaring gekomen met het van deze stad naar Engeland gedestineerde barkschip MALEIJER, kapt. P.R. Bok. Beide schepen bekwamen daarbij schade.
1862-01-18: Final Fate: Burnt

Dartmouth, 18 januari 1862. Het schip (opm: brik) MALEIJER, kapt. P.R. Bok, van Hartlepool naar Batavia, alhier in brand geraakt, is tot op het water toe afgebrand.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Teunis Johannes Jacobus Bouman werd geboren te Den Haag op 02 augustus 1808.

Hij huwde met Geertruy de Ligt, geboren te Rotterdam op 08 maart 1814. 003.

Hij overleed in 1865.

 

Teunis Johannes Jacobus Bouman werd geboren op 02 augustus 1808 te Den Haag als zoon van Teunis Bouman (visiteur bij de in- en uitgaande rechten) en Johanna Jacoba Marchant, afkomstig uit Hellevoetsluis. Hij trouwde op 25 juni 1834 te Rotterdam met Geertrui de Ligt, geboren op 08 maart 1814 te Rotterdam als dochter van Cornelis de Ligt (pakhuisbaas en Ned. Herv.) en Louisa van der El. Het echtpaar Bouman Jr woonde in Den Helder en te Rotterdam, o.a. aan de Schoonderloostraat Wijk E nr. 148.005.

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

T.J.J.Bouman, adres Hudig en H.Blokhuizen, werd met nr.452 effectief lid van Zeemanshoop per 22 januari 1839 op voorspraak van B.J.Martens. Zijn schip was de “Mozambique”002.  Ten tijde van de inschrijving was de man 30 jaar en de vrouw 25 jaar. Ingeschreven staan twee zonen, geboren in 1837 en 1839002a.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 15/22 januari 1839 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Teunis Johannes Jacobus Bouman, oud 30, voerend het fregat “Mozambique”, varend voor Hudig & Blokhuyzen te Rotterdam, geen adres in Amsterdam vermeld, op voordracht van kapitein B.J.Marks. Hij kreeg vlagnummer 452023.

T.J.J.Bouman werd per 01 september 1840 deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop.003-

T.J.J.Bouman was met vlagnummer R62 in de periode 1834 t/m 1865 van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshop dd 26 januari 1860 vraagt T.J.J.Bouman om een vermindering van contributie, maar dat wordt op grond van het Reglement geweigerd.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 augustus 1862 vraagt T.J.J.Bouman om een uitkering, die in de vergadeering van 26 november 1862 wordt afgewezen. In de vergadering dd 08 januuari 1863 wordt hem een gratificatie van f 50,- toegekend, waarvoor hij in de vergadering van 26 februari 1863 bedankt.042.

In de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 03 juli 1838 wordt een missieve vermeld van A.van Hoboken & Zonen te Rotterdam “ter uitnodiging aan het Collegie om door inteekening der Uitgave te bevorderen van een werk getiteld “de Redding der bemanning van het Nederlandsche Brikschip de Nijverheid, enz.” door C.Brun … “023

Deze uitgave van Brun is inderdaad verschenen bij Mensing en van Westrenen, Rotterdam, 1838 en tekstueel bewerkt door D.J.Douwes onder de titel De brand op de “Nijverheid” verschenen in de Spiegel der Zeilvaart 1984 (2): p.34--38. Brun was adjunct-inspecteur bij het Nederlands-Oostindische leger. Het schip “Nijverheid” was op 14 september 1836 vertrokken vanuit Hellevoetsluis en arriveerde op 02 januari 1837 te Batavia. Op 17 februari 1837 vertrok het schip weer met aan boord de genoemde adjunct-inspecteur Brun, die na een dienstverband van 15 jaar met verlof naar Nederland ging. Hij roemde de uitstekende voedselvoorraden die door kapitein Bouman waren meegenomen. Na passage van Madagascar kwam op 29 maart plotseling zeer slecht weer opzetten, waardoor het schip onbestuurbaar werd. Door blikseminslag raakt een hoeveelheid “kassie” (Cassia fistula, een peulvrucht, in de geneeskunde gebruikt als laxans) in brand, waardoor tenslotte het gehele schip ten onder gaat. De bemanning en passagiers, in totaal 14 personen, gaan in de reddingsvaartuigen en bereiken na een barre tocht van 990 engelse mijlen op 14 april het vaste land in de buurt van de baai van Lagoa. Na ontmoetingen met roofzuchtige inboorlingen en het verlies van een paar schipbreukelingen door ziekte en uitputting, bereikte de groep c. 24 april tenslotte de Portugese vestiging Inhambane op 24o ZB. Met een Portugese brik reist men door naar Mocambique dat op 28 juni wordt bereikt. Na wederom een avontuurlijke tocht komt Brun eind november tenslotte in Rotterdam aan.

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 07 februari 1860 staat vermeld een: “Brief van Kapt. T.J.J.Bouman, verzoekende vermindering van contributie en tevens behoud van alle zijne regten, welk verzoek is gewezen van de hand als in strijd met het Reglement.”. In de notulen van de vergadering dd 27 januari 1863 staat dat hem een gratificatie van f 50,- is toegekend waarvoor hij in de notulen van 03 maart 1863 dank zegt.023.

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 25 juli 1865 staat een verzoek van de wed. T.J.J.Bouman geb de Ligt om een uitkering welke echter werd afgewezen

In het Jaarverslag 1837 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat het volgende:

“Ook van Kapitein Bouman is bij het Bestuur een brief ontvangen uit Mosambique, berigten inhoudende omtrent het ongeluk hem op zijne reis van Batavia herwaarts in de maand Maart van genoemd jaar overvallen door het verbranden van zijn schip, De Nijverheid, hetwelk door den bliksem getroffen was, en den rampspoed, waarmede hij en de overige schepelingen verder te worstelen hadden, eerst gedurende 18 dagen in eene opene boot op zee, terwijl zij bijkans van alle middelen van nooddruft verstoken waren, later aan de kust van Afrika bij de onbeschaafde volkstammen, bij welke zij waren aangeland, tot dat zij na den vermoeijendsten togt in eene Portugeesche bezitting aan de rivier Inhambanie waren aangekomen, van waar zij vervolgens naar Mosambique zijn overgebragt, hopende daar eenige scheepsgelegenheid te vinden om wederom in het vaderland terug te keeren. Voorloopig is die brief, gedateerd 26 Junij 1837, voor notificatie aangenomen; dan tot heden is er omtrent het lot van Kapitein Bouman en de zijnen geene nadere tijding ontvangen.

In het Jaarverslag 1838 van  de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein Bouman gerechtigd is tot het ontvangen van een toelage vanwege het verlies van zijn schip maar dat hij daarvan “edelmoediglijk” afstand heeft gedaan, waarna het College hem voor 1838 van contributie heeft vrijgesteld058. (Uit deze mededeling blijkt dat kapitein Bouman de ramp met zijn schip heeft overleefd).

In het Jaarverslag 1865 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1865 is overleden058.

T.J.J.Bouman was in 1847/48 afwisselend commissaris van de Maatschappij058.

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                   jaren          type           scheepsnaam                          naam reder/boekhouder

        452                       1839-1853     fregat        Mozambique                          Hudig en Blokhuijzen te Rotterdam

        175                           1854          fregat        Mozambique                          idem

                                      1854-1857     fregat        Admiraal van Kinsbergen     E.Suermondt en Zn en Co

                                          1858          geen opgave van schip en boekhouder

                                      1859-1860     bark           Mary en Hillegonda               E.Suermondt en Zn en Co

                                      1861-1864     geen opgave van schip en boekhouder

 

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein T.J.J.Bouman met vlagnummer R62 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

  • 1849, 1851 bark “Mozambique”       370 last  Hudig & Blokhuyzen
  • 1855, 1858 fregat “Admiraal van Kinsbergen   407 last  Suermondt & Zonen & Co te Rotterdam
  • 1859 bark “Maria en Hillegonda”   398 last  Suermondt & Zonen & Co te Rotterdam
  • 1862 t/m 1864 geen schepen vermeld

 

Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:

T.J.J.Bouman                                                                                                                                                                       Mary en Hillegonda                     04 april 1860                                                                                                                                                                   25 januari 1861

Bouma025 vermeldt T.J.J.Bouman als gezagvoerder gedurende:

  • 1834 t/m 1837 van de brik “Nijverheid”, gebouwd in 1826 op de werf “Het Land van Belofte” van P. van Swijndregt & de wed. Visser te Rotterdam, 370 ton o.m., varend voor Hudig & Blokhuizen te Rotterdam. Het schip verbrandde in 1837 na blikseminslag;
  • 1840 t/m 1855 van het 3/mschip “Mozambique”, gebouwd in 1839 te Rotterdam, 700 ton o.m., varend voor Hudig & Blokhuyzen te Rotterdam. Het schip voer in 1856 voor van Dulken & van Dorp te Rotterdam en was herdoopt in “Maleyer”
  • 1855 t/m 1858 van het 3/m schip “Admiraal van Kinsbergen”, gebouwd in 1839 te Rotterdam, 750 ton o.m., varend voor E.Suermondt & Zn & Co te Rotterdam. Het schip voer in 1859 voor van Zeylen & Dekker te Rotterdam en was herdoopt in “Remigius Adolphus”;
  • 1860 t/m 1861 van de bark “Mary & Hillegonda”, gebouwd in 1856 te Alblasserdam, 754 ton o.m., varend voor E.Suermondt & Zn & Co te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

Van 1834 kapitein/eigenaar van de brik “Nijverheid”, gebouwd in 1825 te Rotterdam. “Verbrand na blikseminslag”025. Het “barkschip” “Nijverheid” ging op 29 maart 1837 in de Indische Oceaan door brand ten onder. Een der passagiers, de adjunct-inspecteur bij het Nederlands-Oostindische leger, maakte lovende opmerkingen over de voeding aan boord voor de passagiers. “De tafelgerechten verschilden in versheid weinig van die aan de wal, ... terwijl de kapitein tevens slachtvee en gevogelte genoeg voor de gehele reis aan boord had; al duurde die ook vier maanden”. Ook was hij zeer te spreken over “het betamelijk gezag” dat er tussen de kapitein, de stuurlieden en verdere ondergeschikten heerste. (Uit: E.W.Petrejus  Het schip vaart uit  De Boer Maritiem 1975, p.86).

In de plaats van de verbrande “Niverheid” werd de bark “Mosambique” gebouwd “die voor tien ingezetenen van Rotterdam ging varen; bij hen behoorde ook Anthony van Hoboken. … Op 25 april 1838 werd een begin gemaakt met de bouw van dit schip, op dezelfde werf die de Nijverheid had afgeleverd. Het Algemeen Handelsblad van 28 april kwam met het bericht dat de Mosambique werd gebouwd ‘ook met het doel om het gezag van dit schip op te dragen aan T.J.J.Bouman, als een hulde aan zijne bekwaamheid en bedaarden moed, bij de redding der passagiers en equipagie van het verbrande schip de Nijverheid’. De 700 ton metende bark kon in augustus 1839 in de vaart worden gebracht.069 – p.160

In de collectie van de Stichting Nederlandse Kaaphoornvaarders te Hoorn bevindt zich een meteojournaal van het schip “Mozambique” van een reis van Bristol naar Panama via Kaap Hoorn in 1853. Is in bruikleen gegeven door de heer G.E.Venendaal te Ede.

De Raad voor Tucht in de koopvaardij deed op 08 mei 1858 uitspraak inzake een klacht tegen kapitein T.J.J.Bouma van de “Admiraal van Kinsbergen” varend voor Suermondt & Zonen te Rotterdam. Details over de uitspraak worden niet behandeld. 104*.

Het fregat “Mozambique” onder kapitein T.J.J.Bouman werd te Cardif geregistreerd op 27 januari 1853, passeerde Kaap Hoorn in april, voer naar Callao en Chincha om guano te laden, passeerde op de terugreis in februari 1854 Kaap Hoorn en is vermeld op 29 maart 1854 te Rio de Janeiro met schade.121

NRC 28 mei 1852114

Rotterdam, 27 mei. Volgens bericht van kapt. Ruhaak, voerende het barkschip NOORD, te Brouwershaven binnen, had het schip MOZAMBIQUE, kapt. Bouman, van Batavia naar Rotterdam, de 29e maart te St. Helena binnengelopen, schade aan het roer bekomen, doch zou binnen acht dagen gereed zijn de reis voort te zetten.

 

 

Datum vanaf: 1839
Kapitein: Bouman, Teunis Johannes Jacobus
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Petrus Reinst Bok werd geboren op 06 november 1831 te Oude Pekela. Hij woonde te Nieuwe Pekela en vestigde zich op 13 juni 1855 te Rotterdam.

Hij was gehuwd met Maria Catharina Rademakers005.

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

P.Bok was met vlagnummer R70 in 1855 (of 1856) effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

P.R.Bok was met vlagnummer R53 van 1855 t/m 1866 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

Ik vermoed dat P.(R.) Bok eerst vlagnummer R70 heeft gehad en en het jaar daarop is overgegaan naar vlagnummer R53.

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1866 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat P.R.Bok in dat jaar voor het lidmaatschap heeft bedankt058.

P.R.Bok was in 1861 “afwisselend commissaris” van de Maatschappij058.

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart staat kapitein P.(R.) Bok met vlagnummer 53 on de ledenlijsten als gezagvoerder van058:

  • 1855, 1858, 1859 van de bark “Mayer” 375 last  varend voor van Dulken van Dorp & Co te Rotterdam
  • 1862, 1863 geen vermelding van schip en boekhouder
  • 1864, 1865 van het fregat “Anna”        441 last  varend voor P.Rademakers & Co te Delfshaven

 

P.R.Bok maakte de volgende reizen005:

  • Maleyer 1858/61 Rotterdam - Hartlepool - Akyab - Rotterdam  heen: ballast; terug: rijst

1861         Rotterdam - Hartlepoo   ballast

  • Anna 1867      Semarang - Rotterdam    suiker

                                      1867            Rotterdam - New Castle                                          diversen

                                      1869            Rotterdam - Batavia     diversen

 

Bouma025 vermeldt P.R.Bok als gezagvoerder gedurende:

  • 1856 t/m 1862 op de brik “Maleyer” ex Mozambique, gebouwd in 1839 te Rotterdam, 725 ton o.m., varend van van Dulken, van Dorp & Co te Rotterdam. Het schip is in 1862 uitgebrand te Dartmouth.

Zeetijdingen:: 18 januari 1862 Maleijer onder kapitein P.R.Bok - Verbrand te Dartmouth021

  • 1865 t/m 1870 op het fregat “Anna”, gebouwd in 1857 te Ridderkerk, 833 ton o.m., varend voor P.Rademakers & Co te Delfshaven. Het schip werd in 1871 verkocht aan J.W.Anthony te Rotterdam en herdoopt in “Johanna”.

 

Overige bijzonderheden

P.R.Bok vervoerde per 21 februari 1869 vanuit Brouwershaven met de “Argo” een troepentransport van 2 officieren en 125 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 18 juni 1869 na een reis van 117 dagen. Onderweg was 1 manschap overleden065.

Maleijer. CSR 439/93:  629 tons. 24 crew.  Captain = P.R. Bok.  Departed Hartlepool, England on 21 December 1858 with a cargo of coals and arrived at Albany on 26 March 1859. Where intended bound – uncertain. 110

 

Datum vanaf: 1855
Kapitein: Bok, Petrus Reinst

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

NATIONAAL ARCHIEF Den Haag
Register ter Inschrijving van Bijl- en Koopbrieven Zeeschepen 1838, 1839
Archiefnummer Rott.3.03.17.01.3675. – No. 13 d.d. 12.08.1839
__________________________________________________

BIJLBRIEF MOSAMBIQUE
foto 26-29

plaats en datum acte Rotterdam, 30 juli 1839

type schip barkschip

bouwwerf Vrouwe Adriana Vis, weduwe Ewoud Visser, scheepsbouwmeesteresse, handelende onder de
firma Weduwe E. Visser, aan de Schiedamschedijk even buiten de stad, doch gemeente Rotterdam, werf ‘Het land van Belofte’

eigenaar A. van Hoboken & Zonen c.s., Rotterdam

te voeren door kapt. Teunis Johannes Jacobus Bouwman

grootte in tonnen 701

tuigage / aantal dekken

afmetingen lang 38,75 m., breed 7,32 m., hol 5,56 m.

kiellegging 11 augustus 1838

tewaterlating 14 mei 1839

plaats / datum registratie Rotterdam, 31 juli 1839

nummer van registratie deel 40 folio 55 recto vak 4

notaris Adam Schadée, notaris te Rotterdam

bijzonderheden meetbrief afgegeven 3 juli 1839

Aandeelhouders bij oplevering:
NLG 40.000 A. van Hoboken & Zonen, Rotterdam
NLG 20.000 Jacob Moll Hendrikszn., Rotterdam
NLG 15.000 Robert Twiss & Zonen, Rotterdam
NLG 15.000 Christoffel Rueb, Rotterdam
NLG 10.000 Vink & Co., Rotterdam
NLG 10.000 Dominicus Blankenheym, Rotterdam
NLG 10.000 Kuyper, Van Dam & Smeer, Rotterdam
NLG 10.000 Bernardus Ewoud Cankrien, Rotterdam
NLG 10.000 Theodorus Marinus Roest, Rotterdam
NLG 10.000 Hudig & Blokhuyzen, Rotterdam
NLG 150.000
A. van Hoboken & Zonen stellen zich garant voor betaling der resterende kosten voor uitrusting.
researcher/datum research GJM 02022007

Naam MOSAMBIQUE
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1839
Toegang 3.03.17.01
Inventaris 3675

NA-Den Haag Archiefnummer Rott.3.03.17.01.3675.344
DVD VIII – 801, 805
ACTE VAN KOOP/VERKOOP
Naam schip MOSAMBIQUE, thans MALEIJER

plaats en datum acte onderhandse verkoop/koop, Rotterdam, 19 maart 1855

type schip bark

bouwwerf/verkoper firma A. van Hoboken & Zonen, kooplieden en scheepsreder
(68/178e part), Jacob Moll Hendrikszoon, fabrikant (20/178e part), firma Robert Twiss & Zonen, kooplieden en scheepsreders
(15/178e part), Christoffel Rueb, particulier (15/178e part), Dominicus Blankenheijm, wethouder (10/178e part), Bernardus Ewoud Cankrien, koopman (10/178e part), en Mej. Carolina Johanna Roest van Limburg, particuliere, allen te Rotterdam (zie bijlage)

gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper Hendrik van Dulken, voor zijn firma Van Dulken, Van Dorp & Co., (623/1424e part), firma Hudig & Blokhuyzen, cargadoors
(98/1424e part), Kuyper, Van Dam & Smeer, cargadoors,
(98/1424e part), Fredericus Augustinus Vink, koopman (98/1424e part) en Gebr. Visser, scheepsbouwmeesters, (267/1424e part) allen te Rotterdam (zie bijlage)

te voeren door kapt. Petrus Reind Bok

grootte in tonnen 705 tonnen of 372 lasten (meetbrief Rotterdam, 3 april 1851)

tuigage / aantal dekken

afmetingen lang 39,00 m., breed 7,35 m., hol 5,53 m.

kiellegging

tewaterlating

plaats / datum registratie Rotterdam, 20 maart 1855

nummer van registratie deel 139, folio 117, recto, vak 3

notaris Willem Simon Burger Wzn., notaris te Rotterdam

prijs NLG 20.786,51 voor 1184/1424e part

bijzonderheden:
de genoemde verkopers waren eigenaar door aanbouw, bijlbrief van 30 juli 1839, behalve mej. Roest van Limburg, die door scheiding op 24 mei 1843 mede-eigenares werd (opm: haar part wordt niet vermeld).

researcher/datum research: ML / 280408

Bijlage bij acte Rott.3.03.17.01.3675.344 barkschip MOSAMBIQUE- MALEIJER

Eigenaars door aankoop parten op 19 maart 1855:

Van de kopers bezaten Van Dulken, Van Dorp & Co. en Hudig & Blokhuyzen elk al 10/178e part sinds de bouw, en Kuyper, Van Dam & Smeer ook 10/178e part sinds 8 oktober 1853. Nu – bij deze acte – is dus het eigendom geworden:

Van Dulken, van Dorp & Co., Rotterdam (7/16e part)
Gebr. Visser, scheepsbouwmeesters, Rotterdam (3/16e part)
Fredericus Augustinus Vink, koopman, Rotterdam (2/16e part)
Kuyper, Van Dam & Smeer, cargadoors, Rotterdam (2/16e part)
Hudig & Blokhuyzen, cargadoors, Rotterdam (2/16e part)


researcher/datum research: ML / 280408



Naam MOSAMBIQUE
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1855
Toegang 3.03.17.01
Inventaris 3675

Bronnen

Jaar: 1839
Bron: NA-Den Haag
Omschrijving: BIJLBRIEF: Archiefnummer Rott.3.03.17.01.3675. – No. 13 dd 12.08.1839

Jaar: 1855
Bron: NA-Den Haag
Omschrijving: ACTE VAN KOOP/VERKOOP Archiefnummer Rott.3.03.17.01.3675.344 - DVD VIII – 801, 805