Inloggen
ROSALIE (DE) - ID 9565


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1829-12-15 / 1830-10-28 | Reden uitgevlagd: Afscheiding Zuidelijke Nederlanden K.B. 28.10.1830
Onder Nederlandse Vlag tussen:1831-06-25 / 1841-08-00 | Reden uitgevlagd: Sloop, afgekeurd

Identification Data

Bouwjaar: 1829
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Fregat
Masten: Three masts
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: J. Fleury & Co., scheepsbouwmeesters, Boom, Netherlands
Date Laid Down: 1829-02-00
Launch Date: 1829-10-29
Delivery Date: 1829-12-15
Technical Data

Gross Tonnage: 194.00 lasts
Gross Tonnage 2: 368.00 tons (oude meting)
 
Length 1: 31.10 Meters Registered
Beam: 5.89 Meters Registered
Depth: 4.52 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1830
Datum agenda: 1830-01-21
Register nr: 18300008
Scheepsnaam: ROSALIE
Type: Fregat
Lasten: 194
Gebouwd in provincie: Zuid-Holland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Hartog, J.
Plaats: Antwerpen
Kapitein op moment van verzoek: Cordier, A.
Opmerkingen: Eerste zeebrief
verklaring eigendom zenden

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1829-12-15 DE ROSALIE
Manager: Joseph Hartog, Antwerp, Netherlands
Eigenaar: Joseph Hartog, Antwerp, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Antwerp / Netherlands

Date/Name Ship 1831-06-25 ROSALIE
Manager: Joseph Hartog, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Joseph Hartog, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Antwerp / Netherlands

Date/Name Ship 1835-02-27 ROSALIE
Manager: Firma A. van Hoboken & Zonen, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Firma A. van Hoboken & Zonen, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands
Additional info: Aankoopprijs NLG 55.000,-/ Geen zeebrief uitgereikt.

Date/Name Ship 1835-04-24 ELISABETH
Manager: Firma A. van Hoboken & Zonen, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Firma A. van Hoboken & Zonen, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands

Ship Events Data

1829-11-05: Vermelding op BIJLBRIEF: Bijzonderheden gebouwd van eiken hout, met kopere bouten en verdubbeld in koper.

1841-08-00: Final Fate: Broken up

In augustus 1841 werd de ELISABETH in Rotterdam gesloopt.

Gezagvoerders

Datum vanaf: 1829
Kapitein: CORDIER, A.
Overige informatie: Amand Cordier: * Duinkerken 1799.

Familiegegevens en opleiding

Geen

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

G.H.de Bruijn werd met nr.367 effectief lid van Zeemanshoop per 09 juli 1833 op voorspraak van H.Zoetelief. Hij werd later (geen jaar genoemd) honorair lid. Zijn schip was de “Rosalie”002.

Gerrit Hendrik de Bruyn werd in de Algemene Vergaderingen van het College Zeemanshoop van 02/09 juli 1833 voorgedragen/benoemd tot effectief lid. Hij was 28 jaar, en voerde het fregat Rosalie onder directie van Jos Hartog te Amsterdam. De voordracht geschiedde door kapitein H.Zoetelief. Zijn vlagnummer werd 367023.

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 juni 1833 staat bericht van ‘de aanvrage van kapitein G.H. de Bruijn om als Effectief Lid te worden voorgesteld die zijn laatste storting in 1827 als tweede stuurman gedaan heeft en sedert in ´s rijks Marine gediend heeft.” Het Bestuur verleent toestemming alleen als hij voor 9 maanden gestort heeft.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van 29 september 1836 en die van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop van 18 oktober 1836 deed kapitein G.H.de Bruyn het verzoek om als effectief lid over te mogen gaan tot het honoraire lidmaatschap. Dit werd toegestaan “zonder risico voor het fonds”.023 en 042.

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                   jaren                       type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

       367                        1832-1834                 fregat               Rosalie                                                   Jos.Hartog

                                          1835                       geen opgave van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt G.H. de Bruyn als gezagvoerder gedurende:

  • 1834 op het fregat “Rosalie”, gebouwd in 1830 te Antwerpen, 363 ton o.m., varend voor Jos. Hartog te Amsterdam. Het schip voer in 1835 voor A. van Hoboken te Rotterdam en was herdoopt in “Elisabeth”.

 

Overige bijzonderheden

e-mail van André Delporte te Luik dd 09 januari 2006

Te Antwerpen vond ik … het drie-masten schip ROSALIE, 420 ton en met twee dekken, gebouwd in 1829 by Fleury-Duray te Boom, en ter water gelaten op 29/10. Luc (Heijboer) vond een reis (eerste ? of eerste te lange omvaart ?) van dit schip : vertrokken uit Antwerpen op 28/4/1830 naar Batavia; aangekomen op 19/8 en verliet dan voor Padang. Zijn terugreis hadden we niet ... Als kapitein heb ik dan A. Cordier, gevolgd later door “J.” (!) De Bruin tot in 1834. Vanaf 1837 heb ik het schip als ELISABETH, van A. Van Hoboken, Rotterdam, tot 29/6/1841 (verkocht om gesloopt te worden). Onze bestanden zijn dus complementair en ik verbeter in Cordier als kapitein tot 1832, J. Van den Oever van 1832 tot 1833; schip uitgevlagd voor Jos Hartog te Amsterdam in 1833 (verkeerd in BV !) en verkocht in 1835. Ik vervang ook J. De Bruin door G. H. De Bruyn.

 

Datum vanaf: 1833
Kapitein: Bruyn, Gerrit Hendrik de
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Fokke Fokkens werd geboren te Groningen op 12 mei 1802 als zoon van Gerhard Fokkens en Jantje Kuiper.

Hij trouwde voor de eerste maal op 28 maart 1835 te Kampen als scheepskapitein met Henrica Christina Vos, geboren te Kampen op 10 mei 1804 als dochter van de predilant Paulus Vos en Christina Dirks van Assem. Na haar overlijden trouwde Fokke Fokkens voor de tweede maal met Antoinetta Maria Gresser, geboren te Amsterdam op 15 oktober 1814. 003.

In het Jaarverslag 1886 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat effectief lid F.Fokkens in 1886 is overleden058.

 

Fokko Fokkens (1802-1886) was de zoon van de Rijksontvanger voor de stad Groningen. Hij was een van de weinige Nederlandse zeilvaartkapiteins, die veelvuldig en vaardig voor de vakpers schreef. Het betrof veelal beschrijvingen van vaarroutes en plaatsen die nieuw waren voor de Nederlandse koopvaart. In 1835 werd hij lid van Zeemanshoop en zal toen net gezagvoerder zijn geweest. Van 1837 tot 1848 komt zijn naam voor als kapitein bij de Rotterdamse rederij van Hoboken. Hij maakte aanvankelijk reizen naar Oost-Indië via de Goudkust. Als litterair resultaat van die periode verscheen in 1845 van Fokkens' hand de Beknopte Zeemans-wegwijzer van het Engelsch Kanaal naar de Westkust van Afrika. Daarna voer hij vier jaar op het grootste schip van de rederij van Hoboken, de "Rhoon en Pendrecht".

In 1850 kocht Fokkens een huis aan de Heerengracht nr.158, voor exploitatie als badhuis. In de vroege jaren vijftig zijn verder alleen enkele artikelen, meest vertalingen van hem bekend. Vanaf 1855 was hij gezagvoerder van de nieuwe "Generaal de Stuers" van reder J.Vroege. Dit schip kwam in de wereldwijde vaart en leverde Fokkens stof voor artikelen over o.a. Sydney, de routes naar Torresstraat en over San Francisco. Van 1860 tot 1865 staat Fokkens niet in de zeemansalmanak van Sweijs. In die tijd werkte hij misschien mee aan de driedelige boekenserie Vreemde Havens en Zeeplaatsen waarvan deel II (1862) zijn naam als tweede auteur vermeld. Ook zal zijn volgend project: de bouw van een clipperfregat van 1400 registerton veel tijd en aandacht hebben gevraagd. Van 1865 t/m 1868 staat hij als kapitein-eigenaar van dit schip "De Koffijboom" vermeld en tot 1867 als eigenaar. Toen is "De Koffijboom" in Oost-Indië gestrand en verkocht met inhebbende lading. Na dat jaar verschenen nog twee geschriften van Fokkens' hand, een over het Suezkanaal en een handleiding voor reizigers naar de Oost (1875)016.

 

Adres in Nederland. Ton Fokkens, 0653380751 tonf@hetnet.nl

 

Javasche Courant 29 juli 1835

 

Advertentie uit collectie CBG

Bij mijn vertrek naar Java roep ik bij deze allen  Vrienden en Bekenden hartelijk “vaartwel” toe.

F.Fokkens Jr. O.I.Ambtenaar

Aan boord van het Stoomschip Koning der Nederlanden

Nieuwediep, 21 Februari 1874

Dit zal een zoon zijn

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

F.Fokkens (adres H.van Hoboken) werd met nr.413 lid van Zeemanshoop per 07 april 1835 op voorspraak van C.Koert. Zijn schip was de "Elizabeth"002.

In de Algemene Vergaderingen van 31 maart/07 april 1835 werd voorgedragen/benoemd Fokke Fokkens, oud 32 jaar, voerend het fregat “Rosalie”, wonende te Rotterdam en met adres J.Bonder te Amsterdam, op voordracht van kapitein C.Koert023.

Hij werd deelnemer van het Weldadig Zeemansfonds van Zeemanshoop per 07 januari 1840. "De kapitein voor Rotterdam varende moet ingevolge Art.35 van het Reglement dubbelen contributie betalen."

 

F.Fokkens was met vlagnummer R43 in de periode 1834 t/m 1866 en met vlagnummer R53 in de periode 1867 t/m 1886 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 In het Jaarverslag 1866 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat F.Fokkens onder vlagnummer R43 en is vlagnummer R53 onbezet.Er is geen melding van het overlijden van kapitein F.Fokkens, terwijl overlijdingen wèl in de tekst van een Jaarverslag expliciet worden vermeld In het Jaarverslag 1867 wordt bij vlagnummer R43 het nieuwe lid A. van Galen opgevoerd. Bij vlagnummer R53 staat in 1867  F.Fokkens maar in de begeleidende tekst van het Verslag wordt geenmelding gemaakt van de intrede van een nieuw lid F.Fokkens op dit nummer. Ik moet daar uit concluderen, dat F.Fokkens in 1867 van vlagnummer is gewisseld, maar ik blijf toch de mogelijkheid openhouden dat er sprake is van vader en zoon. Nader genealogisch onderzoek kan daaromtrent zekerheid verschaffen.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de ingekomen stukken bij de Bestuursvergaderingen van het college "Zeemanshoop"043 bevindt zich een brief dd.07 februari 1848 van kapitein F.Fokkens, waarin hij meedeelt "dat hij zich weder in den huwelijken staat heeft begeven en thans voornemens is om binnen kort met zijn echtgenoote naar Java te vertrekken teneinde zich aldaar in eenen anderen werkkring te vestigen". Hij verzoekt om effectief te mogen blijven. Verder vermeldt hij dat hij is geboren te Amsterdam op 12 mei 1802 en zijn vrouw Antoinetta Maria Gressen eveneens te Amsterdam op 15 oktober 1814.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 24 februari 1848 staat een bericht van kapitein F.Fokkens dat hij is hertrouwd en zich op Java gaat vestigen. Hij verzoekt deelnemer te mogen blijven, maar dit wordt om reglementaire redenen afgewezen. In de notulen dd 30 maart 1848 vraagt hij “zijn regt als deelhebber te mogen behouden gedurende zijne reis naar Java en om Effectief lid te mogen blijven”. Het Bestuur gaat accoord mits de data van vertrek en aankomst in Indië worden opgegeven.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 november 1848 staat een brief van F.Fokkens “berigtende welligt weder naar Nederland terug te zullen keren en verzoekende alsdan deelnemer te zijn.” In de vergadering dd 28 december 1848 verklaart het Bestuur zich accoord met het verzoek, mits hij de kolonie binnen 6 maanden gezond heeft verlaten en de verschuldigde stortingen voldoet.042

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 juni 1862 staat een verzoek van F.Fokkens om onderstand “wegens 60 jarige ouderdom”. Het verzoek wordt afgewezen.042

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 21 maart 1848 is vermeld: “Brief van kapitein F.Fokkens, berigtende te zijn hertrouwd, het voornemen te hebben met zijn gezin naar Java te vertrekken, daar zich met der woon te vestigen en verzoekende deelnemer te blijven, welk verzoek echter door het Bestuur is geweigerd, als zijnde strijdig met de bepalingen van het Besluit van 20 Mei 1828 opgenomen in Art. 58 van het Reglement.” (betreft de regel dat een effectief lid zijn lidmaatschap moet opgeven bij het overgaan naar een werkkring aan de wal)

In de notulen dd 16 januari 1849 van de Algemene Vergadering is vermeld: “Brief van Kapitein F.Fokkens d.d. Batavia 26 July 1848 berigtende welligt weder naar Nederland te zullen overkomen en verzoekende alsdan deelnemer te blijven en het verslag van Heeren Penningmeesteren overeenkomstig hetwelk het verzoek is toegestaan, mits het bewijs worde overgelegd dat de verzoeker uit Oost-Indien vertrekkende gezond aan boord is gekomen.”023.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 05 juni 1862 verzoekt F.Fokkens om onderstand.042

 

In het Jaarverslag 1886 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat effectief lid F.Fokkens in 1886 is overleden058.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                         naam reder/boekhouder

        413                            1835           geen opgave van schip en boekhouder

        300                       1836-1839     fregat               Elisabeth                                 A.van Hoboken & Zn te Rotterdam

                                      1840-1842     fregat               Menado                                  idem

                                      1843-1846     fregat               Rhoon en Pendrecht             idem

                                      1848-1853     geen opgave van schip en boekhouder

         95                        1854-1859     bark                 Generaal de Stuers                J.Vroege te Alblasserdam

                                      1860-1864     geen opgave van schip en boekhouder

                                           1865           fregat               Koffijboom                            de kapitein

                                      1866-1872     geen opgave van schip en boekhouder

 

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein F.Fokkens met de nummers R43 en R53 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

MET R43

*    1849, 1851                     geen schip en boekhouder vermeld

*    1855, 1858,                    op de bark “Generaal de Stuers”   396 last  varend voor J.Vroege te Alblasserdam

*    1859, 1862 t/m 1864    geen schip en boekhouder vermeld

*    1865, 1866                     op het fregat “Koffijboom”           687 last  varend als kap./eigenaar vanuit Delfshaven

MET R53

*    1867, 1874, 1877, 1878, 1880 t/m 1883, 1885                    geen schip en boekhouder vermeld.

 

F.Fokkens was van 1854-1860 kapitein van de houten bark “Generaal de Stuers”, gebouwd in 1854 door de Gebr. B.Pot te Elshout, 749 ton, varend voor rederij J.Vroege te Alblasserdam052.

 

Bouma025 vermeldt F.Fokkens als gezagvoerder gedurende:

*    1834 op het 3/m schip “Rotterdams Welvaren, ex Elisabeth? ex Flora?, gebouwd te Middelburg, bouwjaar niet vermeld (maar is vermoedelijk 1811), 345 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam;

*    1835 t/m 1839 op het 3/m schip “Elisabeth” ex Rosalie, gebouwd in 1830 te Antwerpen, 363 ton o.m. varend voor A. van Hoboken te Rotterdam;

*    1841 t/m 1843 op het 3/m schip de “Menado” ex Borneo, gebouwd in 1830 te Rotterdam, 645 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam;

*    1844 t/m 1848 op het 3/m schip “Rhoon en Pendrecht”, gebouwd in 1834 te Rotterdam, 825 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam;

*    1855 t/m 1860 op de bark “Generaal de Stuers”, gebouwd in 1854 te Elshout, 749 ton o.m., varend voor J.Vroege te Alblasserdam;

*    1866 t/m 1867 op het 3/m schip “Koffyboom”, gebouwd in 1865 te Alblasserdam, 1300 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Delfshaven.

 

Overige bijzonderheden

"Van de hand van den zeer ervaren en energieken gezagvoerder Fokko Fokkens met zijn nieuwe barkschip "Generaal de  Steurs" van J.Vroege te Alblasserdam, beschikken we over een reisbeschrijving Londen-Melbourne in 1855026(38/192).

 

In de Verhandelingen en Berigten betrekkelijk het Zeewezen, de Zeevaartkunde en de daarmede in verband staande Wetenschappen onder redactie van Jacob Swart, Jaargang 1859 (Nederlands Scheepvaartmuseum, Amsterdam boeknummer T3a XIX) staan de volgende twee artikelen:

F.Fokkens          Verblijf de Hong-Kong met het Barkschip Generaal de Steurs  p.380-420

                            Het barkschip Generaal de Steurs, van Sidney, langs de binnenpassage door Straat Torres naar Java, enz. p.483-541.

 

Dirk de Wilde, vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam benoemd tot stuurmansleerling bij de koopvaardij in Oost Indië, vertrok per 14 september 1846 met de "Rhoon en Pendrecht" onder kapitein F.Fokkens vanuit Rotterdam naar Batavia004(533/2030).

 

F.Fokkens verzorgde per 14 oktober 1837 vanuit Hellevoetsluis met de “Elizabeth” een troepentransport van 3 officieren en 40 manschappen. In St.Georg ‘d Elmina werden 80 Afrikaanse recruten ingescheept, waarvan er 1 onderweg overleed. Hij arriveerde te Batavia op 23 mei 1838 na 221 dagen.

Hij vertrok vanuit Hellevoetsluis op 26 januari 1839 met de “Elizabeth” en een contingent van 4 officieren en 30 manschappen. In St.Georg d’Elmina kwamen 2 Europesche officieren en 105 Afrikaanse recruten aan boord genomen. Hij arriveerde te Batavia op 24 juni 1839 na 149 dagen.

Op 15 april 1840 vertrok hij van Hellevoetsluis met de “Menado” en een contingent van 6 officieren en 40 manschappen. In St.Georg ‘d Elmina werden bovendien 119 Afrikaanse recruten aan boord genoem, waarvan er 1 onderweg overleed. Hij arriveerde te Batavia op 10 augustus 1840 na 117 dagen.

Tenslotte vertrok hij van Hellevoetsluis op 15 juni 1841 met de “Menado”en een  troepentransport van 6 officieren en 40 manschappen. In St.Georg d’Elmina werden 107 Afrikaanse recruten aan boord genomen waarvan er 3 onderweg overleden. Hij arriveerde te Batavia op 17 oktober 1841 na 134 dagen065.

 

“De Elisabeth maakte zowel in 1837 bals in 1838 een reis naar Indië. Beide malen had het schip de grootste moeite vanuit Helvoet in open zee te komen. … kapitein Fokko Fokkens had al met al vijf dagen nodig om van Rotterdam in Helvoet te komen. …”069 – p.210.

“Het jaar 1841 zou het laatste worden waarin schepen van de firma A. van Hoboken en Zonen zich in Elmina zouden laten zien. Drie maal gebeurde dit nog: door de Menado, de Jacobus en de Europa. … Op 1 juli vertrok de Menado uit Rotterdam; in augustus werden 107 recruten in Elmina aan boord genomen.   “069 – p.219

 

In de Raad voor Tucht bij de koopvaardij werd door de passagier Thurkow een serie klachten behandeld omtrent zijn reis in 1859 van Batavia naar Rotterdam met de “Generaal de Stuers” onder kapitein Fokkens. De klachten betroffen de bediening, de kwaliteit van het voedsel, de hoeveelheid medicijnen, de beschikbaarheid van badgelegenheid en de onheuse behandeling door de bemanning.

“De raad vond dat de vele klachten deels overdreven en ongegrond waren. Andere passagiers hadden geen klachten over de gezagvoerder en zijn bemanning. … Er waren … geen voldoende gronden aanwezig het gedrag van de kapitein als misdragingen aan te merken. De Raad bleef bij een waarschuwing en onthief de kapitein van vervolging.”104.

 

e-mail van André Delporte te Luik dd 09 januari 2006

Te Antwerpen vond ik … het drie-masten schip ROSALIE, 420 ton en met twee dekken, gebouwd in 1829 by Fleury-Duray te Boom, en ter water gelaten op 29/10. Luc (Heijboer) vond een reis (eerste ? of eerste te lange omvaart ?) van dit schip : vertrokken uit Antwerpen op 28/4/1830 naar Batavia; aangekomen op 19/8 en verliet dan voor Padang. Zijn terugreis hadden we niet ... Als kapitein heb ik dan A. Cordier, gevolgd later door "J." (!) De Bruin tot in 1834. Vanaf 1837 heb ik het schip als ELISABETH, van A. Van Hoboken, Rotterdam, tot 29/6/1841 (verkocht om gesloopt te worden). Onze bestanden zijn dus complementair en ik verbeter in Cordier als kapitein tot 1832, J. Van den Oever van 1832 tot 1833; schip uitgevlagd voor Jos Hartog te Amsterdam in 1833 (verkeerd in BV !) en verkocht in 1835. Ik vervang ook J. De Bruin door G. H. De Bruyn.

 

 

In het “Kaap Hoorn Journaal”, een periodiek van de Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-Vaarders. Nr. 12, Juni 2009, staat een bijdrage door H.Hazelhoff Roelfzema en H. v.d. Berge, waarin de route van de bark “Generaal de Stuers” is ingetekend op een KNMI-kaart.

“Wanneer wij nu de door het KNMI in 1857 gepubliceerde routekaart bezien met als de zuidelijkste aanbevolen trek die langs de 50e breedtegraad, dan tonen de door ons met cijfers aangegeven posities van de “Generaal de Stuers” dat dit schip reeds zeer westelijk bij die breedtegraad was aangekomen en mogelijk mede daardoor eerder en meer tussen ijsbergen (de zwarte driehoekjes in de kaart zijn vóór 1855 gerapporteerde ijsbergen) was geraakt. Wie zal het zeggen? De directe vaart van Europa naar Australië was nog jong en de routekeuze nog in belangrijke mate experimenteeel . Aan volgende routeadviezen van het KNMI zal kapitein Fokkens´verslag ongetwijfeld hebben bijgeddragen. …`

 

Uit: “De Clippers”, door Anno Teenstra, Uitg. Holdert & Co, Amsterdam, 1945.306 pp

p.13-14 beschrijving van de vaarmoeilijkheden op weg van Rotterdam naar Hellevoetsluis via het Voornsch Kanaal>

“De Elisabeth van den bekenden Rotterdamschen reeder van Hoboken, die zijn kantoor groot had gemaakt in den Franschen tijd door smokkelhandel en “zwarten” handel, overkwam in 1837, toen de schepen nog klein waren, vergeleken bij de latere clippers, het volgende: Het schip was van de werf gehaald en moest naar de Boompjes te Rotterdam worden gebracht. In het Boerengat bleef het fregat in den modder steken en eerst na vier dagen gelukte het eindelijk het schip weer los te krijgen.

Aan de Boompjes werd het schip beladen en daarna ging het op weg naar Hellevoetsluis.

De eersten dag liep de wind reeds naar het Westen, zoodat het schip moest drijven tot bij Vlaardingen, waar wegens de mist werd geankerd. Na de mist kwam een hevige storm opzetten en de dag daarop was het blak.Het schip ging evenwel toch anker op en dreef naar de Noordgeul, waar het aan de grond kwam te zitten. Een van de eerste stoomschepen welke hun lange, zwarte rookwolken uitkwalden, schoorsteenen reeds in ons land vertoonden, trok de Elisabeth weer vlot, waarna het schip met tien paarden naar Hellevoetsluis werd gesleept.”

 

Rotterdamsche  Courant 19 januari 1837

Rotterdam, 18 januari. Kapitein R. Maalsteed, voerende het fregat JOHANNA met koffie en suiker, den 25 september 1836 van Batavia en den 15 november 1836 van St. Helena naar Amsterdam vertrokken, …

meldt dat hij heeft gepraaid …bij Anjer het schip ELIZABETH, kapt. F. Fokkens, … van Rotterdam naar Batavia, zijnde aan boord van het laatste alles wel.

 

Rotterdamsche Courant 06 mei 1837

Rotterdam, 5 mei. Kapitein J. Barkenteyn, van Konstantinopel (opm: Istanbul) te Antwerpen gearriveerd, heeft den 17 april op de hoogte van Goudstaart (opm: Start Point) gepraaid het schip ANJER, kapt. L. Hawich, van Rotterdam naar Batavia, en den 19 dito op de hoogte van Dungeness het schip ROSALIE, van Batavia naar Amsterdam, hebbende een zeer lange reis (vermoedelijk het schip [opm: fregat] ELIZABETH, voorheen ROSALIE, kapt. F. Fokkens, van Batavia naar Rotterdam).

 

Rotterdamsche Courant 26 augustus 1837

Rotterdam, 25 augustus. …

Den 24 dezer arriveerden ELISABETH, F. Fokkens, van Batavia; Petersburg. …

 

Rotterdamsche  Courant 14 oktober 1837

Rotterdam, 13 oktober. Den 13 dezer zeilden de NOORD, J.A. WEYERBUSCH, en ELIZABETH, T. Fokkens, naar Batavia; …

 

Rotterdamsche Courant 07 november 1837

Rotterdam, 6 november. Het schip (opm: fregat) ELIZABETH, kapt. F. Fokkens, van Rotterdam naar Batavia, laatst van Dartmouth, is den 28 oktober te Dartmouth uit zee teruggekeerd.

 

Zeepost 26 oktober 1838 – 220

Den 7 juli lagen ter rede van Batavia de schepen ELISABETH, kapt. Fokkens, PHOENIX, kapt. Eeltjes (om den 9 juli te vertrekken), DIANA, kapt. Lindeman en AMALIA, kapt. Muller.

 

Dordrechtse Courant 29 januari 1839

Hellevoetsluis, 26 januari. Heden … zeilden naar zee de schepen  … ELIZABETH, kapt. F. Fokkens, … naar Batavia,

 

NRC 08 augustus 1854

Elshout, onder Nieuw Lekkerland, 7 augustus. Heden namiddag ten 3 ure werd van de werf der heren Gebr. B. Pot met het beste gevolg te water gelaten het campagne barkschip GENERAAL DE STUERS, groot 396 lasten, voor rekening van een rederij en directie van de heer J. Vroege te Alblasserdam, zullende gevoerd worden door kapt. F. Fokkens, en bestemd voor de grote vaart.

 

NRC 26 april 1855

Rotterdam, 25 april. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende 27 schepen, als:

Voor Rotterdam: …..GENERAAL DE STUERS, kapt. F. Fokkens, …

 

NRC 22 januari 1856

Kaap de Goede Hoop, 16 november 1855. De Nederlandse bark GENERAAL DE STUERS, kapt. F. Fokkens, van Batavia naar Rotterdam, is eergisteren in de Tafelbaai binnengelopen om zeilen en rondhout te herstellen.

 

NRC 25 januari 1856

Rotterdam, 24 januari. Door kapitein F. Fokkens, voerende het te Brouwershaven gearriveerde schip (opm: bark) GENERAAL DE STUERS, is de 7 januari op 35º32' N.B. en 33º30' W.L. opgenomen de bemanning van het in zinkende staat verkerende Engelse schip ORYNTHIA, kapt. G. Innes, van Demerary (opm: Georgetown) naar Sunderland, welke equipage gisteren in het Engelse Kanaal is afgezet.

 

NRC 25 februari 1856

Rotterdam, 24 februari 1856. Kapt. F.Fokkens, gezagvoerder van de bodem GENERAAL DE STUERS, zond ons in dato 20 februari het volgend schrijven

De 28 maart 1855 bevond ik mij met het nieuw gebouwd barkschip GENERAAL DE STUERS, op reis van Londen naar Sidney, in 30 graden zuiderbreedte en 34 graden westerlengte, toen de wind met een frisse koelte uit het oosten woei en daarna, naar het noordoost en noorden liep. In het begin der reis was ik door slecht weer en harde winden in gelegenheid geweest van te ondervinden dat het schip uitmuntend zeilde, voortreffelijk stuurde en verder alle goede hoedanigheden van een edel zeeschip in zich verenigde; hetwelk mij deed besluiten, om de nieuwe weg naar Australië, zo voordelig door de heer Maury in zijn Sailing-Direction beschreven en gerecommandeerd, te volgen, ten einde de reis te bespoedigen en ik week diensvolgens hier van de gewone koerslijn af, de grote-cirkel-route volgende.

Een aanhoudend voordelige wind voerde de GENERAAL DE STUERS langs die weg snel zuid-oostwaarts  en na de 43e breedtegraad gepasseerd te zijn, maakte het zoele, aangename weer, waarvan wij ruim een maand lang geprofiteerd hadden, plaats voor een natte en gure atmosfeer, de koude hand over hand toenemende naarmate wij zuidelijker kwamen en de 5e parallel van 48 graden bereikt hebbende werd het uitermate koud en guur, terwijl des anderen daags dit onaangename weer nog met ijzel en met regen vermeerderd werd. Des middags bevond ik mij in 49 gr.10’zuider breedte en 7gr. 40’wester lengte, als wanneer de koude nog gevoeliger werd; zeevogels in menigte fladderden in onze nabijheid en vlogen rond het schip, waaronder veel ijsvogels bespeurd werden, die zich zelden ver van het ijs begeven. Deze verschijnselen in verband gebracht met plotselinge vermeerdering der koude van het water uit de oppervlakte der zee, deed mijn voorzorg verdubbelen om scherp naar ijsbergen uit te kijken, hetwelk spoedig noodzakelijk werd bevonden, want tegen 3 uur in de namiddag ontdekte ik in de dikke mist en motregenlucht vooruit in onze koerslijn, ongeveer 15 graden boven de horizon, een witte streep, die enige minuten daarna een hoog uitgestrekt ijsveld bleek te zijn; kort daarna deed zich een tweede ijsklomp op, die veel op een eiland leek, wiens bergtoppen zich minstens 300 voeten boven de zee verhieven en meer dan vijfmaal die uitgestrektheid besloeg en tegen 5 uur waren wij een derde gepasseerd; vanwege de vroeg invallende duisternis verloren wij zowel het een als het andere spoedig uit het gezicht. Wij bleven voor gepaste zeilen met zwakke vaart doorlopen en verschillende verschijnselen, zo wel die nacht als de volgende dag toen het mistig en zeer dik van motregen was, overtuigden mij van aanhoudend in de nabuurschap van ijs te zijn en werkelijk ondervonden wij tot de 14e dat telkens wanneer het weer opklaarde, de zee als het ware met ijsbergen bezaaid was, waaronder zich bevonden die volkomen de gedaante van land hadden en als uitgestrekte hoge eilanden zich voordeden. De 9e vooral, toen het weder wat opklaarde, bevonden wij ons in de nabijheid van verschillende ijsbergen, waarvan één zich vooruit in de verte zó natuurlijk als land vertoonde, dat bijna niemand, zowel passagiers als equipage, aan de wezenlijkheid twijfelde. Hij geleek volkomen naar een zeer bergachtig hoog en uitgestrekt eiland; bergen van verschillende vorm, met scherpe punten, andere suikerbroodvormig en sommige met  zeer natuurlijke spits gepiekte kruinen, maakten het hoge middengedeelte uit hetwelk glooiend in heuvelachtige vlakken afliep, hetwelk in gegolfde uitstekende lage punten eindigden, terwijl donkere schaduwen ogenschijnlijk in de kloven en scheuren, bossen en klein geboomte vormden. Zwaar brak de zee tegen de steile ijskust, hoog opstuivende branding op de lage ingebeelde stranden veroorzakend.

Naderbij komende, loste zich het raadsel op en met verbazing werd deze ontzettende ijsklomp aanstaard, welke toen een allerbelangrijkst schoon gezicht opleverde, stromende het water van smeltend ijs langs de steile rotswanden neder, verschillende watervallen vormende, terwijl van de kristallen bergtoppen de heldere zonnestralen onder al de schone kleuren van de regenboog terugkaatsten. Dicht langs dit ijsgewrocht heen zeilende, bevond ik bij hoekmeting, dat deszelfs hoogste punten zich over de vijfhonderd voeten boven de zee verhieven. Nauwelijks hier voorbij zijnde, bevond ik mij onverwachts door kleine brokken ijs omringd, een archipel vormende van meer dan een halve mijl in uitgestrektheid, de grootsten als een scheepshol met kleinere van verschillende en onregelmatige vorm, zeer scherp en puntig op enige afstand allerhande fantastische figuren voorstellende.

Ik was verplicht enige streken over en weer te houden om er klaar van te komen en tegen dat het duister werd, hadden wij gelukkig deze onaangename kameraden achter ons.

Aanhoudend bleven wij nog ijsbergen ontmoeten en de 11e besloot ik uit dien hoofde om van mijn voornemen van groot-cirkel-zeilen af te zien en tot veiligheid van het schip om de noord terug te lopen; de snelle daling van de barometer en symphisometer spoorde mij mede hiertoe aan en ’s morgens liet ik koers veranderen om de O.N.O. Des middags bevond ik mij in 48 gr 5’zuiderbreedte en 16 gr 32’westerlengte, de genoemde weerglazen voorspelden slecht weer; des avonds liet ik zeilen vastmaken en reven insteken en tegen middernacht begon een vliegende storm uit het WZW met de kracht eens orkaans los te barsten; de zware zeilen, die dicht gereefd bijstonden, vlogen uit de lijken en sloegen aan flarden, voor top en takel hield ik het schip voor de wind, de zee verhief zich als een toverslag tot ontzaggelijk hoge piramidaalvormige golven die ons dreigden te verzwelgen en van alle kanten het schip kwamen overstelpen; het edele vaartuig schudde evenwel zijn woeste bespringers telkens af en vloog zonder steun van enig zeil voor de storm heen, nauwkeurig naar het roer luisterend. Het opgejaagde water en het schuim der golven werd als jachtsneeuw door de lucht gezweept, het eerste een zoutwaterstortregen voortbrengende, welks droppels door hun snelle vaart onze aangezichten als hagelstenen teisterden. Zes uren lang worstelden wij in dikke duisternis tegen de woeste elementen voor en aleer de dag aanbrak; vreselijk was het bewustzijn, dat wij in onze koers ijsbergen ontmoeten konden, verschrikkelijk denkbeeld!....... het was een der akeligste nachten mijns levens. Des anderen daags begon tegen de avond de storm te bedaren, en kregen wij  niet zonder veel moeite en inspanning een ander stel nieuwe zeilen aangeslagen en successievelijk werd de geleden schade hersteld. Wij vervolgden de koers met zeer onaangenaam dik en vuil weder, tot de 14e, bevindende ons toen in 46 gr. 20’Z. en 27 gr. 17’O., wanneer bij het opklaren der mistige lucht er weer twee kleine ijsbergen dicht bij ons ontdekt werden, en voor dat het avond was, waren wij nog vijf grote puntige brokken gepasseerd.

Dit was toch het laatste ijs dat wij te zien kregen, en het overige gedeelte der reis, tot ruim 113 graden oosterlengte, kenmerkte zich tussen de parallellen van 44 tot 47 graden als een aaneenschakeling van stormen, slecht weder en hoge zeeën met hetzij bijna onophoudelijk sneeuw en hagelbuien, of met dikke lucht mist en motregen vergezeld gaande; in één woord, een weder door deszelfs langdurigheid zeer geschikt om de sterkte en goede hoedanigheden van een schip te beproeven en het geduld en de ervarenheid van de zeeman uit te putten.

Een uitvoeriger verslag dezer reis heb ik naar Amsterdam aan de heer J. Swart opgezonden met het verzoek dat het in Z. Ed. tijdschrift worde opgenomen, ten einde hun die er belang in stellen, gelegenheid te verschaffen zich met de verdere bijzonderheden en niet onbelangrijke voorvallen dezer reis bekend te maken.

Heren liefhebbers van verheven natuurtonelen, die na het lezen van dit verslag zich opgewekt mochten gevoelen een dergelijk reisje uit plezier mee te maken, raad ik aan, alvorens hun plan ten uitvoer te brengen, het versje “Winternacht” van de heer J. van Lennep, te lezen en de laatste regel te volgen, die met de drie voorgaande luidt als volgt:

“Dan is het groots en schoon voor fier gestemde harten,

“Gelaten, onvervaard bij ’t woeden der natuur,

“En door èn doodsgevaar op d’oceaan te tarten;

“Maar ik zit liever thuis bij ’t vuur”.

 

 

NRC 24 april 1856

Rotterdam, 23 april. Directeuren van de hier ter stede gevestigde Zuid-Hollandsche Maatschappij tot Redding van Schipbreukelingen, hebben in hun jongste vergadering besloten te doen uitreiken:

Aan Fokke Fokkens, gezagvoerder, en C.H. van der Veen, opperstuurman, beide van het Nederlandse barkschip GENERAAL DE STUERS, de grote zilveren medaille; aan J. Schoumann, zeilmaker en Carl Hamlin, matroos op dezelfde bodem, de zilveren medaille, benevens ieder NLG 10 voor hun op de 5e januari, op 35º N.B. en 34º30' W.L. bij buitengewoon stormweer en hooglopende zee stoutmoedige redding met gevaar van eigen leven van de equipage, bestaande in 13 personen, van het in een zinkende staat verkerende Engelse barkschip ORYNTHIA, gevoerd door kapt. George Innes, komende van Demerary, te huis behorende te en bestemd naar Sunderland; hen van al het nodige te voorzien, en na hen zeventien dagen met zeemans gastvrijheid te hebben verpleegd, nabij Dover met een Dealboat te hebben aan wal gezet …..

 

NRC 03 april 1857

Hongkong, 15 februari. Onder de Nederlandse schepen zijn de volgende vrachten gesloten: de GENERAAL DE STUERS, kapt. Fokkens, met landverhuizers naar Australië à USD 23 per kop; …

 

Java Bode 07 september 1857

Soerabaija, 3 september. Volgens bericht van kapitein Menkman (opm: G. van Eyk Menkman), gezagvoerder van het Nederlandse koopvaardijschip KONING WILLEM II (opm: rederij Rietveld & Roquette, Amsterdam), alhier na een reis van 27 dagen van Sydney aangekomen, was het Nederlandse koopvaardijschip (opm: bark) GENERAAL DE STUERS, kapitein F. Fokkens, hetwelk voor 63 dagen Guichen Bay (opm: 37º07’ Z.B. 139º45’ O.L.) met bestemming naar Batavia had verlaten, aldaar met grote schade binnengekomen.

Te vergeefs was door hem beproefd om Kaap Leeuwin (opm: Zuidwest-Australië) om te zeilen. Door slecht weder overvallen verloor hij zeilen, rondhouten en enige andere zaken en was verplicht af te houden en in genoemde haven de geleden schade te herstellen en provisiën in te nemen. …

 

NRC 15 juni 1858

Rotterdam, 14 juni. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende 27 schepen.

Voor Rotterdam:  …GENERAAL DE STUERS, kapt. F. Fokkens;  …

 

 

VOLGENDE GEGEVENS VAN DE WEBSITE http://www.leventboz.net/blog.asp?id=18

In Search of Captain F. Fokkens

 

My baby wife Zeynep gave me this pocket watch at our first Valentine's Day.

It was the best gift I’ve ever seen in my life. Isn’t it looks lovely?

 

 

When I opened the cover... The real surprise started...

 

 

 

After that big surprise/shock, I started to wonder:

 

Who is this Captain? F. Fokkens?

 

"Ter gedachtenis aan" means "In memory of" in Dutch. (Thanks for your help Céline)

 

In memory of Captain F. Fokkens. 25.08.1886

 

1886? Really? 94 years before me... Thank you :)

 

Anth. Garmben or Anth. Harmben...? What is this?

Horloger is French, means watchmaker.

But it says Delft!? Delft is at Netherlands!?

 

 

 

 

 

Datum vanaf: 1835
Kapitein: Fokkens, Fokko
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Cornelis Schoewert werd geboren te Amsterdam op 28 augustus 1804.

Hij trouwde met Agatha Maria Turfboer, geboren te ‘Gravenhage op 20 juli 1860. Hij trouwde voor de tweede maal in 1850 met Hester Krietemeyer, geboren te Overschie en Hogeban op 06 februari 1825. 003.

Cornelis Schoewert werd geboren in 1804 te Mijdrecht. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Hoogstraat Wijk 10 nr. 97 en Rotte Wijk 14 nr. 127. Hij vertrok op 07 april 1851 naar Dinteloord en keerde op 13 augustus 1853 weer terug naar Rotterdam. Hij vestigde zich op 10 december 1854 in Overschie005.

Welke van de twee opgaven is juist?

 

Cornelis Schoewert uit Mijdrecht werd als leerling van de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart “ingenomen”per 20 juli 1818. Hij was toen 5 voet lang, c.14 jaar en “heeft de natuurlijke kinderziekte gehad en naderhand nog eens gevaccineerd”. Volgens doopcedule 1358 werd hij gedoopt op 16 september 1804 als zoon van Christiaan Schoewert uit Amsterdam en Jacoba Margaretha Johanna Houtkoper uit Vinkeveen, beiden gereformeerd. Ten tijde van de ïnname” van Cornelis was de vader overleden en in leven chirurgijn terwijl de moeder woonachtig was “buiten de Braampoort.

Van de schoolvorderingen van Cornelis werden 3-maandelijkse rapporten bijgehouden van 01 oktober 1818 t/m 01 april 1821, waarbij geen bijzondere voorvallen zijn genoteerd. Voorts komen de volgende opmerkingen voor:

14 september 1820   “als Ledemaat aangenomen”;

19 april 1821              “geplt als ligtmatroos op het schip Catharina Elisabeth Capt. Ingerman na Batavia”;

22 maart 1823           “terug van de reis met goed getuigschrift, uithoofde van deszelfs gevorderde ouderdom ontslagen met attest van goed gedrag en vrijstelling voor de Nationale militie”;

08 mei 1823               “vertrokken” 004/531-1358.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

C.Schoewert (adres bij Brouwer op de Haarlemmerdijk over de Herenmarkt te Amsterdam) werd met vlagnummer 471 per 18 juni 1839 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop op voordracht van kapitein G.Mulder. Zijn schip was de “Bantam”. Toegevoegd is “overleden”002. Ten tijde van de inschrijving waren Schoewert en zijn vrouw 34 resp. 23 jaar002a.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 11/17 juni 1839 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Cornelis Schoewert, oud 35 jaar, voerend de bark “Bantam”, wonend te Rotterdam en met als adres de heer Brouwer op de Haarlemmerdijk over de Heerengracht, op voordracht van kapitein G.Mulder023.

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 20 april 1841. Toegevoegd is: “de kapitein voor eenen anderen Haven dan Amsterdm varende betaald ingev. Art 35* van het Reglt dubb Contr.” Voorts is vermeld “overleden 003

C.Schoewert was met vlagnummer R2 in de periode 1836 t/m 1855 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering staat vermeld dat het Bestuur een aanvrage om onderstand van een weduwe Schoewert (geen initiaal afwijst.

In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 novmber 1856 staat een verzoek van reder van Hoboken uit Rotterdam om aan de weduwe C.Schoewert een jaarlijkse gratificatie te geven. Het verzoek wordt afgewezen.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 april 1857 wordt een verzoek van de wed. Schoewert behandeld om terugstorting van gelden. Het Bestuur besluit: “aan de Wed. Schoewert te restormeren hetgeen door den overledenen Schoewert is betaald van het oogenblik af dat hij zich op Java gevestigd had.”042.

In het Jaarverslag 1855 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1855 is overleden058. In de Jaarverslagen 1858 en 1859 staat in de Rekening van Ontvangst en Uitgaaf dat de weduwe van kapitein Schoewert een jaarlijkse uitkering heeft ontvangen van f 180,40 incl. schoolgeld voor haar en haar kind058.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                 jaren          type                 scheepsnaam                  naam reder/boekhouder

      471                          1839          geen vermelding van schip en boekhouder

                                        1840          fregat              Elizabeth                         A.van Hoboken & Zn te Rotterdam

                                     1841-1846    fregat              Neêrlands Koning          idem

                                        1848          fregat              Batavia                           idem

                                     1849-1853    geen vermelding van schip en boekhouder

      187                       1854-1855    geen vermelding van schip en boekhouder

 

In de Jaarverslagen van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart staat C.Schoewert met vlagnummer R2 vermeldt in:

  • 1849 en 1851 zonder schip.058.

 

Bouma025 vermeldt C.Schoewert als gezagvoerder gedurende:

*     1837 t/m 1838 van de bark “Bantam”ex Eersteling, gebouwd in 1816, locatie niet vermeld, 310 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam

*     1840/41 op het 3/m schip “Elisabeth”, ex Rosalie, gebouwd in 1830(?) te Antwerpen, 363 ton o.m., varend •       voor A. van Hoboken te Rotterdam. Het schip lag in 1841 te koop;

*     1842 t/m 1847 op het 3/m schip “Neêrlands Koning”, gebouwd in 1825 te Rotterdam, 630 ton o.m., varend voor A. van Hoboken te Rotterdam;

*     1848 t/m 1849 op het 3/m schip “Batavia”, gebouwd in 1829 te Rotterdam, 710 ton n.m., varend voor A. van Hoboken te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

C.Schouwert (moet zijn Schoewert) vervoerde vanuit Hellevoetsluis per 13 juli 1838 met de “Bantam” 1 landmachtofficier naar Batavia. Een aankomstdatum en reisduur zijn niet vermeld.

Hij verzorgde per 02 april 1848 vanuit Hellevoetsluis met de “Batavia” een troepentransport van 4 officieren en 3 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 28 juli 1848 na 117 dagen065.

 

Het fregat “Elisabeth:” werd op 29 juni 1841 voor 15.000,- verkocht naar een sloper.069 – p.226.

 

 

Datum vanaf: 1840
Kapitein: Schoewert, Cornelis
Overige informatie: 0

Monsterrollen

Opgemaakt Amsterdam
Datum: 1833-06-25
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: ROSALIE
Schipper: Bruijn, Gerrit H
Scheepstype: fregat
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen
Afbeeldingen


Omschrijving: ROSALIE, aquarel gemaakt in 1833, kapitein G.H. de Bruyn
Collectie: particuliere collectie, niet gespecificeerd
Vervaardiger: Spin, Jacob
Onderwerp: Zeeopname

Omschrijving: ELISABETH, kapitein F. Fokkens (vlagnummer R43)
Collectie: Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders
Vervaardiger: Helm, H. van den
Onderwerp: Havenopname

Omschrijving: ELISABETH, in een orkaan bij Mauritius. Aquarel gemaakt in 1836, kapitein F. Fokkens (vlagnummer R43)
Collectie: Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders
Vervaardiger: Spin, Jacob
Onderwerp: Storm
Algemene informatie

1829

AN 271029
Aanstaande donderdag, ten twee uren des namiddags, zal te Boom van stapel lopen de fregat ROSALIE, behorende aan den heer Jos.Hartog, koopman dezer stad (= Antwerpen), welk schip geheel opgetuigd en uitgerust in onze dokken moet geleverd worden. Men verwacht te Boom dien dag vele nieuwsgierigen van Antwerpen en Brussel.

1830

Op 29 januari 1830 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de ROSALIE, aangevraagd door J. Hartog, Antwerpen, voor A. Cordier als kapitein. Deze zeebrief werd bij K.B. van de koning op 28 oktober 1830 ingetrokken omdat het schip toen als Belg werd beschouwd. Het schip lag nog in Indië, maar na terugkeer werd de zeebrief alsnog naar Den Haag gezonden. Hartog verplaatste daarop zijn rederij snel naar Amsterdam waarna een nieuwe Nederlandse zeebrief werd afgegeven zodat men van de relatief hoge vrachten van de Nederlandsche Handel-Maatschappij kon gebruikmaken.

JC 210830
Batavia, 19 augustus. Heden arriveerden alhier het schip ROSALIE, kapt. A. Cordier, met een passagier, de 26. april vertrokken van Antwerpen, en de brik BELGE, kapt. D. de Boer, de 27e april vertrokken van Antwerpen.

1831

MCO 170331
Vlissingen, 15 maart. Gisteren is alhier ter rede gearriveerd: de stoomboot de STAD ANTWERPEN, komende van Rotterdam. Voorts zijn, sedert den 12 dezer, op onze rede aangekomen: ROSALIE, kapt. A. Cordier, van Padang naar Vlissingen, met koffie; ALIDA, kapt. A.O. Salstrom, van Terra-Vecchia, met  zout (onbepaalde destinatie);

Op 25 juni 1831 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de ROSALIE, aangevraagd door J. Hartog, Amsterdam, voor A. Cordier als kapitein.

1832

JC 030732
Ter rede van Soerabaija liggende schepen: Zr.Ms. korvet ZWALUW, Zr.Ms. schoeners KROKODIL, DAPHNE, KAMELION en WINDHOND, Zr.Ms. roei-kanonneerboot No.8 en Zr.Ms. transportboot No.4, en de koopvaardijschepen ATLAS, MASTORA, ROSALIE en JOHANNA FREDERIKA, brikken JOHANNA, FATAHILWAHAP, TEKSING, TIANGOAN en MARGARETTA, de schoeners IRIS, FATHALKAIR, DRACKE, IRIS en ZEEMEEUW, de barken REGRET en BOEROONG, en zes buitenlandse schepen, waaronder het Portugese schip ADMIRAAL BUYSKES.

1833

AH 070633
Advertentie. Van Amsterdam naar Batavia zal ultimo juni vertrekken het Nederlands tweedeks gekoperd fregatschip ROSALIE, gevoerd door kapt. G.H. de Bruyn. Diegenen, welke goederen te laden hebben of als passagiers van de bijzonder wel ingerichte kajuiten voor de overtocht naar Java wensen gebruik te maken, gelieven zich te adresseren bij de cargadoors Van Olivier en Comp. (opm: de advertentie werd in AH 250633 herhaald)
AH 080633
Advertentie. Schepen in lading:
Naar Nederlandse koloniën.
Batavia. Het gekoperd tweedeks fregatschip ROSALIE, kapt. G.H. de Bruyn, van Amsterdam. Adres bij Coopman en De Witt en Lenaertz, Van Olivier en C., Hoyman en Schuurman, De Vries en Comp. en F. der Kinderen.

Op 21 juni 1833 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de ROSALIE, aangevraagd door J. Hartog, Amsterdam, voor G.H. de Bruyn als kapitein.

AH 170733
Texel, 15 juli. Uitgezeild: ROSALIE, kapt. G.H. Bruin, naar Batavia; AMSTERDAM, kapt. C. Abrahams, naar Suriname; ZES GEBROEDERS, kapt. J. Drent, naar Christiansand; LUDOLPH THEODORUS, kapt. J.A. Zyl, op avontuur.

1834

DC 120434
Dordrecht, 11 april. Van de 46 Belgische koopvaardijschepen, die, vanaf de uitbarsting der Belgische revolutie tot op heden, de stad Antwerpen voorgoed hebben verlaten, en thans de Nederlandse vlag voeren, varen deze 14 naar Amsterdam: de FELICITAS, de DILIGENCE, de ROSALIE, de SURINAME, de EUGENIE, de MATHILDE, de AUGUSTIN, de JOSEPH, de PRESIDENT SCHIMMELPENNINCK, de DIANA, de GRAAF BAILLET, de NATALIE, de JONGE PIETER, de STAD BRUGGE.
En de navolgende 32 naar Rotterdam: de INDIAAN, de JAVA, de PRINS VAN ORANJE, de DE COCK, de ELISA, de VASCO DE GAMA, de EMANUEL, de BATAVIER, de ERASMUS, de MARIA, de MARGARETHA, de MALEYR, de BATAVIER, de PRINS FREDERIK, de MARIA THERESIA, de ANNA HELENA, de STAD ’s-GRAVENHAGE, de GENERAAL CHASSÉ, de SUMATRA, de BELLONA, de ANJER, de RIBBLE, de KOOPHANDEL, de SCHELDE, de APOLLO, de AVENTURE, de JULIANA, de VIJF GEBROEDERS, de PHENOMENE, de MACASSAR, de VAN DER WERVE, de ORTELIUS.
AH 060534
Binnengekomen:
Batavia, 25 december. TWEE CORNELISSEN, kapt. J.J. Reinhardt, NICOLAAS WITZEN, kapt. F. Lange en ROSALIE, kapt. G.H. de Bruyn, alle drie van Amsterdam.
AH 210534
Binnengekomen:
Soerabaya, 15 januari. ROSALIE, kapt. G.H. de Bruyn, van Batavia. 17 januari. DE TWEE CORNELISSEN, kapt. J.J. Reinhardt, van Batavia.
AH 190734
Mauritius, 31 maart. De ROSALIE, kapt. G.H. de Bruyn, van Batavia naar Amsterdam, is hier eergisteren met verlies van de fokkemast, in een orkaan, op 21 februari, op 17º ZB 117º OL ondervonden, binnengekomen, men veronderstelt dat een gedeelte van de lading zal zijn beschadigd.
DC 240734
Dordrecht, 23 juli. Kapt. G.H. de Bruyn, voerende het schone fregatschip ROSALIE, op 11 februari van Passaroeang naar Amsterdam vertrokken, meldt van Port Louis op Mauritius, d.d. 31 maart, dat hij den 21, 22 en 23 februari, op 15º ZB 117º OL, door een hevige orkaan werd overvallen, waardoor het schip gedurende die drie etmalen geheel op zijde lag, de gehele kajuit, sloepen, boot, watervaten, bijna al de provisie, enz. weggeslagen werden en hij genoodzaakt was de fokkemast en de grote en kruisstengen te kappen, als ook een gedeelte der lading, benevens het geschut, enz, over boord te werpen, waarna hij op 30 maart te Port Louis was binnengelopen; het schip gedurende drie etmalen met twee pompen niet lens hebbende kunnen krijgen, vreesde men voor schade aan de lading, welke zoude gelost worden, ten einde het schip te repareren.
AH 260734
Mauritius, 7 april. De ROSALIE, kapt. G.H. de Bruyn, van Passarouang naar Amsterdam, 30 maart hier ter reparatie binnengekomen, is heden door de tolbedienden wegens smokkeling in beslag genomen.
AH 020834
Scheepstijdingen. Mauritius, 25 april. Het grootste gedeelte der lading van de ROSALIE, kapt. G.H. de Bruyn, van Java naar Amsterdam, is wegens aanmerkelijke schade aan dezelve, gelost en alhier aangebracht.
AH 040834
In ons nummer van de 2e dezer hebben wij bericht, dat de lading van het schip ROSALIE, kapt. G.H. de Bruin, op Mauritius gelost wegens aanmerkelijke schade; wij vernemen thans nader, dat de schade aan de lading slechts zeer onbeduidend moet zijn geweest.
RC 180934
Rotterdam, 17 september. Kapt. G.H. de Bruin, voerende het schip ROSALIE, van Batavia, Soerabaya en Passaroeang naar Amsterdam, te Port Louis, op Mauritius, binnen, meldt van daar van de 18e mei, dat men bezig was met het schip te repareren, zijnde ook de grote en bezaansmasten bij de gehouden inspectie afgekeurd geworden; de lading koffie en suiker, van welke zeer veel beschadigd is en waarvan het over boord geworpen gedeelte nog niet met juistheid kon opgegeven worden, doch waarschijnlijk 800 á 1000 balen koffie en 20 stuks huiden zal bedragen, was in een lands-pakhuis opgeslagen. Voorts wordt in een andere brief van de 12e dito gemeld, dat het rechtsgeding van kapt. De Bruin tegen het Tolwezen, wegens smokkeling van koffie nog hangende was, doch binnen weinige tijd, waarschijnlijk ten voordelen van eerstgenoemde, zou worden uitgesproken.
RC 281034
Rotterdam, 27 oktober. Kapt. G.H. de Bruin, voerende het schip ROSALIE, van Batavia, Soerabaya en Passaroeang naar Amsterdam, te Port-Louis op Mauritius binnen, meldt van daar van de 19e juni, dat hij dacht binnen vijf weken tot het voortzetten der reis gereed te zullen worden.
AH 221234
Volgens brief van kapt. G.H. de Bruyn, voerende het schip ROSALIE, van Batavia, Soerabaya en Passaroeang, naar Amsterdam, te Port Louis, op Mauritius binnen, was het hangende rechtsgeding, de 7e augustus geheel te zijnen voordelen uitgewezen; voorts meldt hij nog, dat de reparatie zo ver gevorderd was, dat hij dacht binnen veertien dagen tot het voortzetten der reis gereed te zullen worden.

1835

AH 190135
Scheepstijdingen. Binnengekomen: Texel, 16 januari. ROSALIE, kapt. G.H. de Bruyn, van Batavia.
AH 210135
Carga-lijsten Amsterdam.
OLIVIER VAN NOORD, kapt. G. de Jong, van Batavia met koffie, suiker en huiden; HOLLAND, kapt. G.W. van Barneveld Kooy, van Batavia met koffie, suiker, indigo en zijde; ROSALIE, kapt. G.H. de Bruyn, van Batavia met koffie, suiker en huiden; ANTJE, kapt. K. Welger, van Havanna, met suiker en sigaren.
OHC 220135
Amsterdam, 21 januari. Kapt. De Bruyn, voerende het schip ROSALIE, van Batavia, Sourabaija en Passaroeang, naar Amsterdam, laatst van Mauritius, meldt uit het Nieuwe Diep van den 18de januari, dat hij den 16de dito ter rede van Texel aangekomen en geankerd zijnde, wegens den zwaren stormen het niet goed houden der ankers, twee schuiten en een sloep met volk aangenomen had, en den volgende ochtend, uit hoofde de storm steeds aanhield en de ligplaats hoogst gevaarlijk was, genoodzaakt werd het kettinganker te laten slippen, en het andere anker met de kabel te kappen, door gemelde schuiten en sloep, voor NLG 6.000 van de rede in het Nieuwe Diep met gebroken braadspil binnen gebracht geworden was.

Op 24 april 1835 werd de zeebrief van de ROSALIE door de Ontvanger der Inkomende- en Uitgaande Regten en Accijnzen te Amsterdam naar Den Haag geretourneerd onder vermelding ‘schip verkocht’ waarna op 28 april 1835 royement volgde.

AH 160535
Uitgezeild:
Texel, 14 mei. JOHANNES ARNOLDUS, kapt. P.J. Kerkhoven, naar Batavia; DE ZWAAN, kapt. C.J. van Driesten, naar Suriname; PETRUS LUDOVICUS, kapt. W.J. Moesker, naar Triest; VROUW ALIDA, kapt. J.H. Jonker, naar Port a Port; ALETTA, kapt. F.B. Neperus, naar Marseille; VRIENDSCHAP, kapt. T.G. van Rhyn, naar Nantes; CORNELIA, kapt. A.P. Stegenga, CATHARINA, kapt. J.H. Middel en ANNA ELISABETH, kapt. E.G. Boekhout, naar Londen; ROSALIE, kapt. F. Fokkens, naar Rotterdam (opm: om aan de Rotterdamse koper te worden opgeleverd; het fregat ging als ELISABETH weer naar zee, zie RC 180635); MARGARETHA CORNELIA, kapt. R.C. Hazewinkel, op avontuur.
RC 190535
Rotterdam, 18 mei. De 15e dezer, des namiddags, zeilden van Helvoetsluis Zr.Ms. brik MERCUUR, kapt.-luitenant Molenaar; DE HOOP, kapt. M.D. Meyer, naar Batavia en arriveerden DE JONGE MARGARETHA, kapt. J.K. Wijkmeyer, van Liverpool; ROSALIE, kapt. F. Fokkens, van Amsterdam;
RC 180635
Rotterdam, 17 juni. De 15e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis JOHANNA, kapt. S. Evers, van Arendsberg en DE VROUW MAARTJE, kapt. J. Spanjersberg, van Lissabon; de 16e, des morgens, Zr.Ms. stoomschip CURAÇAO, kapt.-luit. Le Jeune en Zr.Ms. korvet NEHALLENNIA, luit. der 1e klasse Van Dura, van Texel en zeilden JACOB CATS, kapt. J. Ingerman en ELISABETH, kapt. F. Fokkens, naar Batavia.

Op 6 juni 1835 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de ELISABETH, aangevraagd door A. van Hoboken & Zonen, Rotterdam, voor F. Fokkens als kapitein.

RC 090735
Rotterdam, 8 juli. Het schip ELISABETH, kapt. F. Fokkens, van Rotterdam naar Batavia, de 1e dezer te Deal binnengelopen, heeft terstond de reis vervolgd.
PGC 240735
Het schip ELISABETH, kapt. F. Fokkens, van Rotterdam naar Batavia, was den 8 juli op de hoogte van Scilly.
JC 241035
Batavia, 22 oktober. Gisteren zijn alhier aangekomen het Nederlandse schip ANTHONY, kapt. B. van der Tak, met enige passagiers, de 21e juli vertrokken van Rotterdam, dito schip ELISABETH, kapt. F. Fokkens, met twee passagiers, de 30e juni vertrokken van Rotterdam, en dito schip WIJNHANDEL, kapt. T. Versluijs, met 100 man troepen en enige passagiers, de 1e juli vertrokken van Rotterdam.

1836

DC 040636
Hellevoetsluis, 1 juni. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: AURORA, kapt. C.A. Hazewinkel, van Marennes, en IDA CATHARINA, kapt. J.V. Veenhorst, van Port-à-Port; en zeilde naar zee ELISABETH, kapt. F. Fokkens, naar Batavia.
DC 090636
Dordrecht, 8 juni. De loodsboot no. 7 rapporteert op 1 juni bij de Cingels gepraaid te hebben het schip ELISABETH, kapt. F. Fokkens, naar Batavia.
PGC 170636
Het schip ELISABETH, kapt. F. Fokkens, van Rotterdam naar Batavia, is de 7e juni te Plymouth binnengelopen.
PGC 240636
Het schip ELISABETH, kapt. F. Fokkens, van Rotterdam naar Batavia, te Plymouth binnen, heeft de 13e juni de reis voortgezet.
JC 011036
Batavia, 28 september. Heden zijn alhier aangekomen het Nederlandse schip ONDERNEMING, kapt. H. Eeltjes, vertrokken van Meddelburg de 15e april, dito schip JEANNETTE PHILIPPINA, kapt. L.A.J. Boulet, vertrokken van Amsterdam de 27e juni; dito schip VROUW JOHANNA ELIZABETH, kapt. H.J. Bonn, vertrokken van Rotterdam de 27e juni; dito schip ELISABETH, kapt. F. Fokkens, met zeven passagiers, vertrokken van Amsterdam de 31e mei.

1837

RC 190137
Rotterdam, 18 januari. Kapitein R. Maalsteed, voerende het fregat JOHANNA met koffie en suiker, den 25 september 1836 van Batavia en den 15 november 1836 van St. Helena naar Amsterdam vertrokken, den 9 dezer, vrezende wegens het ijs niet in Texel te zullen kunnen binnenkomen, met enige schade aan de braadspil (opm: horizontaal spil van het ankergerei) te Cowes binnengelopen, meldt van daar den 12 dezer, dat den 25 september 1836 met hem van Batavia is gezeild het schip LOUISA PRINSES DER NEDERLANDEN, kapt. E.M. Chavelier, van Tagal naar Dordrecht; als ook dat hij die zelfde dag heeft gezien in de Straat Sunda, bij Pulo Babi, een bark, tonende de vlag van het College Zeemanshoop met No. 150, zijnde kapitein H. Eeltjes, voerende het schip de ONDERNEMING van Middelburg, laatst van Rio Janeiro, en een schip, tonende de Rotterdamse vlag No. 125, zijnde kapitein Anne Glazener, voerende het schip KORTENAER, van Rotterdam, en gepraaid het schip MACASSAR, kapitein H. Poppen, en bij Anjer het schip ELISABETH, kapt. F. Fokkens, beide van Rotterdam naar Batavia, zijnde aan boord van het laatste alles wel.
PGC 050537
Het schip (fregat) ELISABETH, kapt. F. Fokkens, van Batavia, Samarang, Soerabaya en Tjilatjap naar Rotterdam, is 15 februari te Kaap de Goede Hoop binnengelopen.
RC 060537
Rotterdam, 5 mei. Kapitein J. Barkenteyn, van Konstantinopel (opm: Istanbul) te Antwerpen gearriveerd, heeft den 17 april op de hoogte van Goudstaart (opm: Start Point) gepraaid het schip ANJER, kapt. L. Hawich, van Rotterdam naar Batavia, en den 19 dito op de hoogte van Dungeness het schip ROSALIE, van Batavia naar Amsterdam, hebbende een zeer lange reis (vermoedelijk het schip ELIZABETH [opm: fregat ELISABETH], voorheen ROSALIE, kapt. F. Fokkens, van Batavia naar Rotterdam).
PGC 220837
Het schip ELISABETH, kapt. F. Fokkens, van Batavia, Samarang, Sourabaya en Tjilatjap naar Rotterdam aan Kaap de Goede Hoop, binnen heeft op 3 mei de reis voortgezet.

Op 30 september 1837 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de ELISABETH, aangevraagd door A. van Hoboken & Zonen, Rotterdam, voor F. Fokkens als kapitein.

RC 260837
Rotterdam, 25 augustus. Den 24 dezer arriveerden ELISABETH, F. Fokkens, van Batavia; TWEE GEBROEDERS, G. Nagel, van Marennes; MARY, B. Smaal, van Aberdour (opm: 56º03’ N.B. 03º17’ O.L.);
RC 141037
Rotterdam, 13 oktober. Den 13 dezer zeilden de NOORD, J.A. WEYERBUSCH, en ELISABETH, F. Fokkens, naar Batavia;
RC 071137
Rotterdam, 6 november. Het schip ELISABETH (opm: fregat), kapt. F. Fokkens, van Rotterdam naar Batavia, laatst van Dartmouth, is den 28 oktober te Dartmouth uit zee teruggekeerd.
PGC 171137
Het schip ELISABETH, kapt. F. Fokkens, van Rotterdam naar Batavia, te Dartmouth binnen, heeft op 8 november de reis vervolgd.

1838

ZP 261038 – 220
Den 7 juli lagen ter rede van Batavia de schepen ELISABETH, kapt. F. Fokkens, PHOENIX, kapt. H. Eeltjes (om den 9 juli te vertrekken), DIANA, kapt. Lindeman en AMALIA, kapt. Muller (opm: buitenlander).

1839

DC 290139
Hellevoetsluis, 26 januari. Heden zeilden naar zee de schepen Zr.Ms. brik MEERMIN, commandant kapt.luit. van der Plaat, en ELIZABETH, kapt. F. Fokkens, beide naar Batavia,
AH 171239
Hellevoetsluis, 15 december. Er ligt een driemastschip voor het Pampus voor anker, zijnde waarschijnlijk ELISABETH, kapt. F. Fokkens, van Batavia, zijnde gisteren met loodsen aan boord voor den wal.

1840

Op 9 maart 1840 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de ELISABETH, aangevraagd door A. van Hoboken & Zonen, Rotterdam, voor kapt. C. Schoewert. Deze werd door de Ontvanger der Inkomende- en Uitgaande Regten en Accijnzen te Rotterdam naar Den Haag geretourneerd en op 17 september 1841 geroyeerd onder vermelding ‘schip gesloopt’.

OHC 070440
Amsterdam, 6 april. Te Helvoet zijn uitgezeild de schepen ELISABETH, kapt. C. Schoewert, en de BROEDERTROUW, kapt. Menkman, beide naar Batavia.
JC 250740
Advertentie. Passage naar Rotterdam, met het snelzeilend en voor den overvoer van passagiers, bijzonder wel ingericht Nederlands schip ELISABETH, kapt. C. Schoewert, zijnde voorzien van enen bekwame dokter, zullende in het laatst der volgende maand van hier vertrekken.
Adres bij Reijnst & Vinju.
RC 101140
Advertentie. Op heden ontving ik het treurig bericht, dat op de 14 juli jongstleden overleden is, aan ene zenuwzinking beroerte, mijn geliefde man, Krijn Vermij, in leven tweede stuurman aan boord van het fregatschip ELISABETH, kapitein Schoewert, in den ouderdom van ruim 56 jaren na een echtverbintenis van 33 jaren. Wat ik en mijne twee kinderen aan hem verliezen, zal een ieder kunnen beseffen, die met mijne ongelukkige blindheid bekend is.
Rotterdam, den 9 November 1840.
J.A. Krulhaas, wed. K. Vermij.
Enige kennisgeving, zowel binnen als buiten deze stad.

1841

LP 120641
Advertentie. H. Montauban Van Swijndregt, F. Van Dam, F. N. Montauban van Swijndregt en W. Van Dam H. H. Zoon, makelaars te Rotterdam, zijn van mening, als last hebbende van hunne Meesters, op dinsdag den 29 Juni 1841 des namiddags ten vier ure, in het lokaal op den hoek der Scheepmakershaven en Bierstraat, wijk A, n° 458, aldaar, publiek te veilen het snelzeilend kopervast en gekoperd Nederlands fregatschip ELISABETH gevoerd door kapitein C. Schoewert, volgens meetbrief lang 31,10 ellen, wijd 5,83 ellen, hol 4,50 ellen en alzoo groot 363 tonnen met al deszelfs rondhout, staande en lopend wand, ankers, touwen en zeilen, liggende aan de Scheepstimmerwerf Rotterdams Welvaren, aan den Hoogen-Zeedijk nabij Rotterdam, alwaar hetzelve acht dagen voor de veiling kan worden bezichtigd. Bovengemeld schip is gebouwd te Boom, en destijds genaamd ROSALIE.
(opm: de zeebrief van de ELISABETH, bouwjaar 1829, werd op 17.09.1841 te Den Haag ingeleverd met de mededeling ‘schip gesloopt’; zie ook DC 100741)
DC 100741
Advertentie. H. Montauban van Swijndregt, F. van Dam, F.N. Montauban van Swijndregt en W. van Dam, H.H. Zn., Makelaars te Rotterdam, zijn van mening op dinsdag 27 juli 1841, des namiddags ten 4 ure, in het Lokaal op de hoek der Scheepsmakershaven en Bierstraat, wijk A, no. 358, publiek te veilen een zeer grote partij scheepsgereedschappen, bestaande in geschut, ankers, kettingen, zeilen, touwwerk, blokken, kompassen enz., grotendeels afkomstig van het fregatschip ELISABETH (opm: zie LP 120641), zo als alles bij kavelingen genummerd zal zijn liggende op een zolder in de Herderinnestraat, nabij de Zalmhaven, wijk C, no. 408, en aldaar daags vóór en des morgens van de dag der veiling kan bezichtigd worden.

 

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

RA - Beveren Archiefnummer Ant.512.0044.00132.243
DVD - XXXI – 132 III 138-139
ACTE BIJLBRIEF

Naam schip ROSALIE

plaats en datum acte bijlbrief, Boom, 5 november 1829

type schip fregat, gebouwd van eikenhout, gekoperd en kopervast

bouwwerf/verkoper J. Fleury & C°, scheepsbouwmeesters te Boom

gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper Jos Hartog, Antwerpen

te voeren door kapt.

grootte in tonnen 194 lasten

tuigage / aantal dekken 3 masten 2 dekken

afmetingen 31,10 x 5,89 x 4,52 meter

kiellegging februari 1829

tewaterlating 29 oktober 1829

plaats / datum registratie Antwerpen, 15 december 1829

nummer van registratie blad 23 verso vak 1

notaris bevestigende verklaring burgemeester der gemeente Boom

prijs NLG.

bijzonderheden gebouwd van eiken hout, met kopere bouten en verdubbeld in koper






researcher/datum research: AD/020709

Naam ROSALIE
Archiefinstelling Rijksarchief, Beveren
Jaar 1829
Toegang 512.0044
Inventaris 132

ARCHIEF Nat.Archief-Den Haag archiefnummer Rott.3.03.56.65.322 Foto DVD IV – 051-053 _________________________________________________
Acte van aan-/verkoop
Naam schip: ROSALIA
(in acte, ook geschreven als ROSALIE)

Plaats en datum acte onderhandse koop/verkoop, Amsterdam, 27 februari 1835

Soort schip fregat

Bouwwerf / verkoper Jas. Hartog, koopman en reder te Amsterdam, enig eigenaar

Gevoerd door kapt.

Eigenaar / aankoper A. van Hoboken & Zoonen, zeehandelaren en scheepsreders te Rotterdam

Te voeren door kapt.

Groot volgens meetbrief 368 ton

Tuigage en aantal dekken

Afmetingen lang 31,10 m., breed 5,89 m., hol 4,52 m.

Kiellegging

Tewaterlating

Plaats en datum van registratie Rotterdam, 7 maart 1835

Nummer van registratie deel 10, folio 86 e.v.

Notaris geen (onderhands)

Prijs (bij aan-/verkoop vermeld) NLG. 55.000,-

Bijzonderheden: Het schip ligt bij de transactie te Amsterdam.
De betaling en overdracht zullen geschieden, nadat inspectie door zee-assuradeuren zal hebben plaats gehad betreffende op de laatst gedane reis opgelopen averij.









Researcher/datum research ML/030407

Naam ROSALIA
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1835
Toegang 3.03.56
Inventaris 65

Bronnen

Jaar: 0000
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: N.A. Den Haag, Zeebrieven verbalen, diverse bestanddelen
RA - Beveren archiefnummer Ant.512.0044.00132.243
N.A. Den Haag archiefnummer Rott.3.03.56.65.322
Dhr. Luc van Coolput, Antwerpen
AH = Algemeen Handelsblad
AN = Antwerpsch Nieuwsblad
DC = Dordrechtsche Courant
JC = Javasche Courant
LP = Le Précurseur
MCO = Middelburgsche Courant
OHC = Oprechte Haarlemsche Courant
PGC = Provinciale Groninger Courant
RC = Rotterdamsche Courant
ZP = De Zeepost
Documentatie Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders (SKHV), w.o. collectie Hoedemaker/Smit/Suyk
Documentatie Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders (SKHV), w.o. collectie Hoedemaker/Smit/Suyk