1859
Op 11 juli 1859 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de LOUISA GEERDINA, aangevraagd door Van der Goot & Barends, Sappemeer, voor kapt. R.J. Wever.
AH 160759
Zoutkamp, 13 juli. Uitgezeild de LOUISA GEERDINA, kapt. Wever, naar Amsterdam. (opm: Eerste reis van de nieuw gebouwde galjoot LOUISA GEERDINA, kapt. Reinder Jakobs Wever)
1860
OHC 260960
Voor 14 dezer is te Konstantinopel (opm: Istanboel) de LOUISA GEERDINA, kapt. Wever, van Amsterdam.
1862
Op 15 februari 1862 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de LOUISA GEERDINA, aangevraagd door Van der Goot & Barends, Sappemeer, voor kapt. R.J. Wever.
1863
RC 161163
Livorno, 7 november. Vertrokken de LOUISA GEERDINA, kapt. Wever, naar Konstantinopel (opm: Istanboel)
1864
DC 190164
Helvoet, 17 januari. Heden aangekomen: LOUISA GEERDINA, kapt. R.J. Wever, van Palermo;
Op 5 april 1864 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de LOUISA GEERDINA, aangevraagd door Van der Goot & Barends, Sappemeer, voor kapt. R.J. Wever.
AH 080864
Konstantnopel, 27 juli. Binnengekomen de LOUISA GEERDINA, kapt. Wever, van Odessa, (is naar Messina vertrokken).
1866
NRC 250866
Wisby, 16 augustus. Het Nederlands kofschip (opm: galjoot) LOUISA GEERDINA, kapt. R.J. Wever, van Liverpool naar St. Petersburg, met steenkolen en soda, is gisteren nabij Westergarn (opm: Gotland) op strand geraakt, doch door assistentie van de wal, na 5 uur op strand gezeten te hebben, vlot geraakt en heeft de reis voortgezet, zijnde dicht gebleven en ogenschijnlijk zonder enige schade.
PGC 061266
Groningen, 5 december. Kapt. R.J. Wever, voerende het schip LOUISA GEERDINA, thans binnen te Kooger-Polder van St. Petersburg, rapporteert aan zijn boekhouder te Sappemeer, dat hij veel slecht weer, storm op storm had doorgestaan, waardoor schip, zeilen en touwwerk veel geleden had. Tweemaal was hij te Texel voorgaats geweest, doch de loodsen waren niet op hun post te vinden; maandag 26 november, had hij bij goed en bestendig weer en wind van 's morgens 7 tot 11 uur voor het Westgat blijven wachten op een loodskotter, die echter niet verscheen, hoewel zij zeer dicht aan de Haaks waren. Geen loodsen te vinden zijn, verzeilde het schip naar het Schulpengat, doch daar was ook geen loodskotter te vinden, zodat zij des namiddags weer zee moesten kiezen. De kapitein beklaagt zich zeer over deze handeling van de loodsen.
1868
NRC 240168
Amsterdam. Schepen in lading naar:
Genua: Het schoener – galjootschip LOUISA GEERDINA, kapt. R.J. Wever. Adres Dade & Co.
1869
Op 12 juli 1869 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de LOUISA GEERDINA, aangevraagd door Van der Goot & Barends, Sappemeer, voor kapt. R.J. Wever.
OHC 161169
Delfzijl, 11 november. Binnengekomen de LOUISA GEERDINA, kapt. R.J. Wever, van St. Petersburg naar Groningen; als bijlegger; met schade aan zeilen en verschansing.
1873
NRC 141173
Kopenhagen, 11 november. Het schip LOUISE GEERDINA (opm: galjoot LOUISA GEERDINA, kapt. R.J. Wever), van Petersburg naar hier bestemd om order, met rogge, is alhier lek aangekomen en zal moeten lossen om bij de lekkage te kunnen komen. De schade kan nog niet opgenomen worden.
NRC 151173
Kopenhagen, 10 november. De Nederlandse schoener LOUISE GEERDINA (opm: galjoot LOUISA GEERDINA), kapt. Wever (opm: zie NRC 141173), gisteren van St. Petersburg hier aangekomen, is heden onderzocht en aanbevolen de lading te lossen om te repareren.
NRC 241273
Kopenhagen, 20 december. De Nederlandse kof LOUISE GEERDINA (opm: galjoot LOUISA GEERDINA), kapt. Wever, is na volbrachte reparatie naar Moss vertrokken.
1874
NRC 120274
Veendam, 9 februari. Volgens particulier bericht zijn de volgende Nederlandse schepen de 3e dezer van Laurkull vertrokken: ANNA MARIA, kapt. Carst, ELISABETH, kapt. Steffens, ANNA HOOITES, kapt. Visser, MARTHA, kapt. Topzant, en LOUISE GEERDINA, kapt. Wever.
PGC 090374
Advertentie. Uit de hand te koop het wel-onderhouden galjootschip LOUISA GEERDINA, groot 111 zeetonnen of 80 roggelasten, gebouwd in 1859, geclassificeerd bij Veritas 5/6 1.1., thans liggende te Harlingen. Te bevragen bij kapt. R.J. Wever, aan boord te Harlingen en bij de heren J. Romkes v.d. Goot te Sappemeer en Joh. ten Cate te Veendam.
1879
NRC 120479
IJmuiden, 11 april. De Nederlandse galjoot LOUISE GEERDINA, kapt. R.J. Wever, (opm: LOUISA GEERDINA, bouwjaar 1859, kapt. Reinder Jakobs Wever), zondag de 5e dezer van Nieuwediep gezeild naar Droback, werd heden ochtend ten 4 uur bij Kamperduin verlaten gevonden.
Nadat 15 Nederlandse vissers getracht hadden het schip hier binnen te brengen, nam de sleepboot HERCULES toen het schip op sleeptouw, doch na een kwartier gesleept te hebben zonk het schip achter de sleepboot; 4 personen verdronken: drie Egmonder vissers en de loods en 12 personen werden gered. De scheepsequipage is te Kamperduin en later hier aangekomen. (opm: zie ook NRC 130479)
NRC 130479
Omtrent de zeeramp met het schip LOUISE GERARDINA (opm: galjoot LOUISA GEERDINA), gisteren in de nabijheid van IJmuiden voorgevallen, wordt van daar nader het volgende gemeld:
Ten ongeveer 8 ure des ochtends werd van de semaphore geseind voor een sleepboot; een kofschip seinde om hulp met de Nederlandse vlag; bij dit schip bevond zich een Egmonder vissersbom, mede de Hollandse vlag tonende; de sleepboot HERCULES stoomde uit en de kapitein vernam al spoedig dat het kofschip des ochtends vroeg, ter hoogte van Kamperduin, verlaten was gevonden en van enige visbommen enige mannen aan boord waren overgegaan, ten einde te trachten het hier binnen te brengen. Nadat de loods was aan boord genomen, nam de HERCULES het schip op sleeptouw en was op een geringe afstand van de haven gekomen, toen de kof plotseling in de diepte zonk. IJlings werd de sloep van de sleepboot naar het zinkend schip afgezonden; een 12-tal mannen kwamen hierdoor behouden op de sleepboot over, doch toen men ten tweede male afvoer om de overigen te halen, was het vaartuig reeds met de andere vissers en de loods, P. de Vrij, gezonken. Na de meeste inspanning gelukte het de opvarenden der HERCULES om nog twee der vissers te redden, doch de loods en drie mannen bleven vermist, zodat die ongetwijfeld hun graf in de golven vonden; de omgekomenen zijn (behalve de loods) Klaas Kolder (opm: Klaas Scholder, * 1842), gehuwd en vader van 4 kinderen; Leendert Jansen Stam, gehuwd en vader van 2 kinderen, en Jan Gouda (opm: zie NRC 170579), weduwnaar met 3 kinderen, allen van Egmond aan Zee.
Een der geredden verkeert in bedenkelijke toestand, doch niet zonder hoop op herstel. Hij werd aan boord van de HERCULES liefderijk verpleegd en heden overgevoerd naar een der logementen alhier. Het schip heeft ongetwijfeld een zwaar lek gehad, dat de bergers niet hebben begrepen. Wel hebben enige hunner verklaard de pompen te hebben geprobeerd, doch dat die geen water gaven, zodat die of verstopt zijn geweest, of door de invloed van het zwavelzuur (de lading bestond daaruit) onbruikbaar geworden. De kof LOUISA GERARDINA (opm: galjoot LOUISA GEERDINA, bouwjaar 1859, kapt. Reinder Jakobs Wever), kapt. Wever, was zondag ll. uit Nieuwediep vertrokken naar Droback. Van IJmuiden gezien, steken de beide masten van het gezonken schip nog even boven de zee uit. Men gist dat de equipage het schip eerst heden nacht had verlaten.
NRC 170579
Uit Nieuwediep meldt men ons: Het gisteren opgeviste lijk was van Jan Gouda, bomvisser van Egmond, een der vissers, die onlangs met de afgebrachte kof LOUISE GEERDINA voor IJmuiden gezonken zijn (opm: zie NRC 120479).