Familiegegevens en opleiding
Maarten Pijl werd geboren op 31 augustus 1835 te Alblasserdam als zoon van de Nederlands Hervormde Adrianus Pijl, herbergier, en Klasina Jonkers. Hij woonde te Alblasserdam en vestigde zich te Rotterdam waar hij o.a. woonde aan de Florastraat Wijk 13 nr. 24.
Hij was in 1869 gehuwd en in 1877 gescheiden van Rigtje Schaafsma, geboren 07 juli 1845 te Almerumsweerd, Nederlands Hervormd. Te Alblasserdam werden geboren de kinderen Klasina (1870) en Adrianus (1877).
Hij overleed te Rotterdam aan de Vissersdijk nr. 81 op 09 april 1909005 en 062a.
Hij werd in 1863 lid van de societeit De Eendracht te Alblasserdam. In 1877 was hij logement- en societeits/koffiehuishouder en postdirecteur te Alblasserdam064.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
M.Pijl werd per 01 januari 1873 met vlagnummer H28 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was de "Helena", boekhouders Repko & Co. De contributie werd betaald door zijn vrouw Rigtje Schaafsma, geboren te Almenum op 07 juli 1845. Ten tijde van de inschrijving had het echtpaar een dochter Klasina (3 jaar)028-fol.135.
Hij was met vlagnummer H28 lid van het College Zeemansvoorzorg te Harlingen in de periode 1873-1901034.
M.Pijl was met vlagnummer R172 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart van 1865 t/m 1874. Dat betekende dat hij wèl de Maatschappijvlag mocht voeren, maar geen recht had op financiële tegemoetkomingen058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein M.Pijl met vlagnummer R172 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
1865 t/m 1867 van het fregat “Almonde” 294 last varend voor Pistorius & Bicker Caarten te Rotterdam
lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
H28/R172 1872-1874 bark Helena Repko & Co, Harlingen
gestrand bij Schagen en wrak
1874-1876 3/m sch. Maria Elisabeth (ex Aliës) Repko & Co, Harlingen
Scheepstijdingen 12 maart 1874: bark “Helena”, kapitein M.Pijl, “op Schagen gestrand en wrak” 021.
Bouma025 vermeldt M.Pijl als gezagvoerder gedurende:
* 1866 t/m 1868 van de bark “Almonde”, gebouwd in 1854 te Papendrecht, 556 ton o.m., varend voor Pistorius & Bicker Caarten te Rotterdam;
* 1870 t/m 1871 van de bark “Francina Willemine”, ex Alcor, gebouwd in 1854 te Capelle aan de IJssel, 573 ton o.m., varend voor C.& H.Looijaard te Rotterdam. Het schip voer in 1872 voor F.E.C.Ooms te Rotterdam en was herdoopt in “Batavier”;
* 1872 t/m 1874 op de bark “Helena”, gebouwd in 1851, 250 ton o.m., varend voor Repko & co te Harlingen. In 1874 gestrand bij Schagen en wrak;
* 1875 t/m 1876 op de 3/m schoener “Maria Elisabeth” ex Aliës, gebouwd in 1856 te Canada, 331 ton o.m., varend voor Repko & Co te Harlingen.
Overige bijzonderheden
In 1859 was hij 2e stuurman op de bark “Generaal de Stuers” onder kapitein F.Fokkens.064
In de collectie van het Veenkoloniaal Museum te Veendam bevindt zich een scheepsjournaal van de “Helena” onder kapitein Pijl varend voor Repko te Harlingen. Het Journaal is bijgehouden door stuurman H.Suk.
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Klaas Hendrik Ebes werd per 26 juli 1872 met vlagnummer H12 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was de "Almenum", boekhouders Repko & Co. De contributie werd voldaan door zijn vrouw Froukje Bruinsma, geboren te Harlingen 16 augustus 1848028-fol.133.
Hij was lid van het College in de periode 1872-1929034.
K.Ebes was van 1890-1897 en van 1915-1923 commissaris/bestuurslid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg"034.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
K.Ebes was (in 1897) aan de beurt van aftreden als commissaris maar "(vertrok) naar Maassluis als havenmeester"035-15 februari 1897.
De schepen van de kapitein
lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
H12 1871-1874 brik Almenum (ex Louise Helena) Repko & Co, Harlingen
1875-1876 brik Diana Repko & Co, Harlingen
1877-1888 3/m sch. Allegonda Jacoba (ex Maria Elisabeth, ex Alliës) Repko & Co, Harlingen
1889-1895 bark Geertruida Albertine
(ex Marguérite Louise Régine) Repko & Co, Harlingen
1906 Admiraal Tromp
K.Ebes was van 1889-1896 kapitein op de houten bark “Geertruida Albertina”, gebouwd in 1863 door O’Brien, Bathurst, New Brunswick onder de naam “Nyanza”, 418/389 ton, varend voor Repko & Co te Harlingen. Het schip werd op 19 januari 1897 verkocht aan F.Gramsbergen te Delfzijl052.
Bouma025 vermeldt K.H.Ebes als gezagvoerder gedurende:
* 1872 t/m 1875 van de brik “Almenum” ex Louise Helena, gebouwd in 1839, vermoedelijk te Leer, 264 ton o.m., varend voor Repko & Co te Harlingen;
* 1876 t/m 1877 van de brik “Diana”, gebouwd in 1853 te Pillau, 325 ton o.m., varend voor Repko & Co te Harlingen. Het schip voer in 1878 voor J.Alta Lz te Harlingen en was herdoopt in “””Onderneming”;
* 1878 t/m 1889 van de 3/msch. Allegonda Jacoba”, ex Marie Elidabeth, ex Allies, gebouwd in 1856 te Canada, 331 ton o.m., varend voor Repko & Co te Harlingen;
* 1890 t/m 1896 de bark “Geertruida Albertine” ex Marguerite-Louise Regine, gebouwd in 1863 te Bathurst New England, 389 ton o.m., varend voor Repko & Co te Delfzijl. Het schip voer in 1897 voor Gransbergen te Delfzijl en was herdoopt in “Dieuwerdina”.
Overige bijzonderheden
In een brief dd. 01 juli 1999 van de heer R.M.Eebes Sr te Heerhugowaard aan de Stichting Nederlandse Kaap-Hoornvaarders zou er in het Hannemahuis een ingekleurd portret zijn van de Geertruida Albertine (Eebes vermeldt foutief de "Albertine Geertruida" maar op dit schip hebben volgens Bouma025 geen kapiteins met de naam Ebes gevaren) (Brief ter inzage van de heer K.Suyk te Heiloo).
In het dagboek van Celosse (zie Pronker 052) betreffende een reis met de “Amicitia”staat:
Vrijdag 1 Mei 1896 …. We praaiden een Harlinger bark “Geertruida Albertina” … die ons zo dicht langszij kwam dat onze kapitein een gesprek met hem kon voeren ….”. De ontmoeteing was in de Oostzee in de buurt van Hernosand om hout te laden.
Provinciale Groninger Courant 03 oktober 1892114
Harlingen, 30 september. Volgens alhier ontvangen bericht is het barkschip GEERTRUIDA ALBERTINA, kapt. Ebes, van Sundsvall naar Harlingen, wegens het loswerken der deklast, de 27e dezer te Arendal binnengelopen. Aan boord is alles wel.
Provinciale Groninger Courant 11 oktober 1892114
Harlingen, 8 oktober. Volgens alhier ontvangen bericht heeft het schip GEERTRUIDA ALBERTINA, kapt. Ebes, van Sundsvall naar Harlingen, met losgewerkte deklast te Arendal binnengelopen, op 3 oktober de reis voortgezet.
Provinciale Groninger Courant 02 mei 1893114
Groningen, 1 mei. Een opmerkelijk verschijnsel doet zich hier in de scheepvaart voor, n.l. dat onze schepen met lading cokes en steenkolen uit het Ruhrdistrict naar Zweden vertrekken. Zo is reeds vertrokken de ONDERNEMING, kapt. Velthuis, met 100 ton kolen en 150 ton cokes, en liggen tot vertrek gereed de BOTHNIA, kapt. Houwink, om 300 ton, en de GEERTRUIDA AMELIA, kapt. Ebes, om 400 ton cokes naar Zweden over te brengen.
NRC 03 januari 1897114
Advertentie. Verkoop barkschip GEERTRUIDA ALBERTINE. De notarissen Maronier en Van Alphen te Rotterdam zijn voornemens om op dinsdag de 19e januari 1897, des namiddags ten 2 ure, in het notarishuis aan de Geldersche Kade aldaar in het openbaar, in één zitting, te veilen en te verkopen het snelzeilend Nederlands barkschip GEERTRUIDA ALBERTINE, groot 388 87/100e tonnen, gevoerd door kapt. K. Ebes, te huis behorende te Harlingen, thans liggende in de Zalmhaven aan de werf van de heren Gebr. Kortlandt te Rotterdam, en aldaar dagelijks te bezichtigen, en zulks met al zijn rondhouten, staand en lopend want, ankers, kettingen, touwen, zeilen, presennings, kajuits-, stuurmans-, bootsmans-, timmermans- en koksgoed en verdere inventaris, een en ander breder bij aanplakbiljetten omschreven. Informatiën en aanplakbiljetten zijn te bekomen ten kantore van genoemde notarissen, Zuidblaak 72 te Rotterdam, en bij de heren Repko & Co, cargadoors te Harlingen, terwijl mondelinge in lichtingen worden verstrekt door de heer K. Ebes, thans havenmeester te Maassluis.
Familiegegevens en opleiding
Hendrik Eebes werd geboren te Harlingen 17 oktober 1857 als zoon van varensgezel Hindrik Hindriks Eebes en Janke van Glinstra.
Hendrik trouwde op (22.11.1882?) met Antje Beitschat – geb. op 07.08.1858 te Harlingen.
Hij trouwde op 03 maart 1887 te Amsterdam als varensgezel met Antje Zwaal, geboren 08 maart 1862 te Leeuwarden als dochter van de timmerman Wopke Zwaal en Antje Beekhuis. Hendrik zou de weduwnaar zijn van Antje Beidschat, maar hiervan geen gegevens gevonden.
De naam EBES komt in verschillende akten ook voor als EEBES.
In een huwelijksakte te Amsterdam dd 06 juni 1912 van Antje Eebes wordt als haar ouders vermeld Hendrik Eebes , stuurman ter koopvaardij en Antje Zwaal.
Op 11 juli 1917 overleed te Maarsseveen de ongehuwde Jansje Eebes, dochter van Hendrik Hendrik Eebes en Antje Zwool (sic).
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Hendrik H.Ebes werd per 11 februari 1890 met vlagnummer H6 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was de "Alegonda Jacoba", boekhouders Repko & Co. De contributie werd voldaan door zijn vrouw Antje Zwaal, geboortedatum niet vermeld. Ten tijde van de inschrijving had het echtpaar 3 kinderen028-fol.167.
Het folionummer 167 is tweemaal achter elkaar gebruikt. Zie ook bij A.W.Hutjes. Een slordigheid van de administrateur?
Hij was lid van het College in de periode 1890-1930034.
H.Ebes was van 1924-1928 commissaris/bestuurslid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg"034.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
(BRON: Stamboek K.N.S.M. houdende gegevens bemanningsleden 1856-1904)
29.10.1881 – 3e stm. op s.s. IRENE – Gage f 40,- / maand.
21.12.1883 – 3e stm. op s.s. MINERVA – gage f 40,-
06.12.1885 – 3e stm. op s.s. IRENE – gage f 40,-
29.05.1886 – 3e stm. op s.s. JUNO – gage f 40,-
01.04.1888 – 2e stm. op s.s. VESTA – gage f 45,-
05.09.1888 – tijd. 2e stm. op s.s. ETNA – gage f 50,-
16.03.1889 Op verzoek ontslagen, wordt gezagvoerder op een zeilschip van Harlingen.
lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
H6 1889-1891 3/m sch. Allegonda Jacoba
(ex Maria Elisabeth, ex Alliës) Repko & Co, Harlingen
1899 sch.ss IJmuiden (ex Viceroy) W.H.Berghuis, Amsterdam
Bouma025 vermeldt H.Ebes als gezagvoerder gedurende:
* 1890 t/m1892 van de 3-mastschoener “Allegonda Jacoba”, ex Maria Elisabeth, ex Allies, gebouwd in 1856 in Canada, 331 ton o.m., varend voor Repko & Co te Harlingen. Het schip voer in 1893 voor M.Meinsma te Harlingen en was herdoopt in “Jacoba”;
* 1900 t/m ? op het schroefstoomschip “IJmuiden” ex Viceroy, gebouwd in 1890 te Newcastle, 605 ton n.m., varend voor W.H.Berghuis te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Blijkens een brief van R.M.Eebes Sr te Heerhugowaard dd. 01 juli 1999 aan de Stichting Nederlandse Kaap Hoornvaarders bezit genoemde heer Eebes een scheepsjournaal van de "Allegonda Jacoba" over een reis van Harlingen naar Christiania. Een scheepsportret van dit schip is in bezit van zijn oudste zoon. Hendrik Ebes is geboren op 17 oktober 1857 te Harlingen en bij de inschrijving is zijn naam foutief gespeld als Eebes, een fout die tot de dag van vandaag is gehandhaafd.
NRC 08 augustus 1890114
Harlingen, 7 augustus. De Nederlandse driemastschoener ALEGONDA JACOBA, kapt. H.H. Ebes, is heden bij het binnenkomen door het breken van een sleeptros in aanvaring geweest met de Deense schoener ATHENE, ten gevolge waarvan laatstgenoemde de kluiverboom heeft gebroken.
Provinciale Groninger Courant 21 februRI 1891114
Harlingen, 28 februari. Het schip ALLEGONDA JACOBA, kapt. H. Ebes, naar Christiansand, wordt door mist verhinderd te vertrekken.
NRC 14 juli 1891114
IJmuiden, 12 juli. Het Nederlandse schip (opm: schoener) ALEGONDA JACOBA, kapt. H.H. Ebes, van Sundsvall, is hedennacht circa 2 uur bij het binnenkomen buiten het vaarwater bij de kleine pier aan de grond gevaren en met hoogwater niet vlot gekomen. Het schip zit niet gevaarlijk.
Later bericht: het schip is hedenavond 7 uur door het naar voren brengen van enige deklading zonder assistentie vlot gekomen.
Provinciale Groninger Courant 10 september 1891114
Elfsborg (zolljacht) (opm: Ålvsborg [nabij Göteborg], a/b van het douanevaartuig), 8 september. De Nederlandse schepen OLDAMBT, kapt. Veldman, van Amsterdam naar Wisby, en ALEGONDA JACOBA, kapt. Ebes, van Harlingen naar Sundsvall, zijn door stormweder in de Riföfjord binnengelopen.
NRC 21 november 1891114
Harlingen, 20 november. Het Nederlandse driemast schoenerschip ALEGONDA JACOBA, kapt. H.H. Ebes, van Sundsvall naar hier bestemd, te Mandal binnengelopen, is lek. De equipage weigert de reis te vervolgen. Een gevolmachtigde der rederij is heden derwaarts vertrokken.
NRC 29 november 1891114
Rotterdam, 28 november. Volgens door ons uit Londen ontvangen telegram moet het Nederlandse schip ALEGONDA JACOBA, kapt. H.H. Ebes, van Sundsvall naar Vlaardingen, te Mandal lek binnengelopen, de lading lossen en dokken om te repareren.
Provinciale Groninger Courant 11 januari 1892114
Het schip ALLEGONDA JACOBA, kapt. H.H. Ebes, van Sundsvall naar Harlingen, met schade te Christiansand binnen, heeft de reparatie beëindigd en zal over enige dagen de geloste lading weder innemen, waarna het de reis zal voortzetten.
Leeuwarder Courant 26 januari 1892114
Op Terschelling zijn binnen gekomen de Nederlandse schoener ALLEGONDA JACOBA, kapitein Ebes, en de brik de TWEE GEBROEDERS, kapitein Houwink, komende uit de Oostzee.
Provinciale Groninger Courant 16 februari 1892114
Advertentie. De notaris W. Sijkpkens Kijlstra te Harlingen zal op woensdagmiddag 24 febuari, des avonds te 5 uur, provisioneel, en om 8 uur finaal, bij Mej. de Wed. Fekkes in de Korenbeurs te Harlingen publiek veilen en verkopen: het zeer goed onderhouden en snelzeilend schoenerschip ALEGONDA JACOBA (opm: ALLEGONDA JACOBA) genaamd, thuisbehorend te Harlingen en bevaren door kapt. H.H. Ebes, groot 283,07 ton van 2,83 m³, diepgang beladen met hout 33 à 34 dm.
Biljetten en inventarissen van de goederen, bij het schip behorende, zomede inlichtingen zijn te bekomen te kantore van de cargadoors Repko & Co te Harlingen.
Het schip is inmiddels uit de hand te koop.
NRC 25 februari 1892114
Harlingen, 24 februari. Het Nederlandse schoenerschip ALLEGONDA JACOBA, kapt. Ebes, werd heden publiek geveild. Hoogste bieder de heer Meinsma met NLG 1.561, niet gegund.
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Age Meinsma, oud 29 jaar, werd per december 1892 met vlagnummer 20 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was de "Jacoba", geen boekhouder vermeld. De contributie werd voldaan door zijn vrouw Hiltje Attema028-169.
Hij was met vlagnummer 20 lid van het College in de periode 1892-1893034.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
H20 1892 3/m sch. Jacoba (ex Allegonda Jacoba, ex M.Meinsma, Harlingen
Maria Elisabeth, ex Allies)
Bouma025 vermeldt A.Meinsma als gezagvoerder van/in:
* 1892 t/, 1893 van de 3/mSch “Jacoba” ex Allegonda Jacoba, ex Maria Elisabeth, ex Allies, gebouwd in 1856 te Canada, 283 ton o.m., varend voor M.Meinsma te Harlingen. Het schip werd te Christiansund afgekeurd;
Overige bijzonderheden
Geen
|