Familiegegevens en opleiding
Cornelis Dirksz Ouwehand werd geboren op 07 juni 1814 te Katwijk als zoon van Dirk Willemsz Ouwehand en Dirkje Cornelisd van den Bergh.
Hij huwde in 1839 te Katwijk met Zoetje Teunisd. van Duyvenbooden. Hij overleed te Middelburg op 23 juli 1865.
Hij was gezagvoerder van 1851-1854 op de Maria en Adriana, in 1855 op de schoener Amstel, van 1854-1857 op de schoener Goudkust, van 1857-1864 op de bark Suzanna & Elisabeth en van 1864-1866 van de Anton en Jacob. Hij overleed te Middelburg tijdens de bouw van de Luctor en Emergo. Hij voerde de collegevlag nr. 771 van het Amsterdamse college Zeemanshoop. De publicatie bevat een foto van Cornelis Dirksz Ouwehand054-096.
(Ik vind hier sprake van enige verwarring: Ten eerste kan hij in 1855 geen kapitein geweest zijn van èn de Amstel èn de Goudkust. Ten tweede vermeldt van der Plas054-098 bij Cornelis Klaasz Ouwehand (zie aldaar) dat deze kapitein was van de Maria en Johanna. En de kapitein van dat schip was de drager van nr. 771 van Zeemanshoop.
NRC 25 juli 1865114
Advertentie. Heden overleed tot diepe droefheid van mij, mijn kinderen en verdere betrekkingen, in de ouderdom van 51 jaren, mijn hartelijk geliefde echtgenoot, de heer Cornelis Ouwehand, in leven kapitein ter koopvaardij (opm: laatstelijk gevoerd hebbend de bark SUZANNA ELISABETH).
Middelburg, 23 juli 1865 Z. Van Duyvenbode, wed. C. Ouwehand
In 1982 verscheen een privé-uitgave over de stamboom van het zeevaardersgeslacht Ouwehand onder de titel “The Oldhand and the Sea”, waarin tevens gegevens over de familie Spaanderman.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt C.Ouwehand als gezagvoerder van:
* 1853 t/m 185 op de hoeker “Maria en Adriana”, gebouwd in 1826 te Maassluis, 145 ton o.m., varend voor Minderop & van Heel te Rotterdam;
* 1855 t/m 1856 op de 2/mschooner “Goudkust”, gebouwd in 1852 te Rotterdam, 146 ton o.m., varend voor H. van Rijckevorsel te Rotterdam;
* 1855 t/m 1864 op de bark “Susanna Elisabeth”, gebouwd in 1854 te Nw. Lekkerland, 739 ton o.m., varend voor den Bouwmeester, Borsius & v/d Leye te Middelburg;
* 1864 t/m 1866 op de brik ”Anton en Jacob”, ex Machthilda-Barbara, gebouwd in 1850 te Pernau, 145 ton o.m., varend voor J.J.v/d Berg te ’s Gravenhage;
Geen vermelding van een C.Ouwehand op de “Amstel”, maar wèl een D.D.Ouwehandzie aldaar.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
G.van der Borden was met vlagnummer R72 in de periode 1826 t/m 1857 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. De ledenlijsten uit de periode 1820 t/m 1825 ontbreken. Het is derhalve zeer wel mogelijk, dat hij in één van de jaren uit genoemde periode tot het College is toegetreden058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de Jaarverslagen 1851 en 1855 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) is vermeld dat hij in die jaren uitkeringen van f 100,- resp. f 200,- heeft gekregen vanwege ouderdom en/of behoeftigheid058.
In de Jaarverslagen 1858 en 1859 staat dat zijn weduwe een jaarlijkse uitkering heeft gekregen van f 150,-058.
De schepen van de kapitein
G.van den Borden was voor rederij den Boumeester, Borsius en v.d.Leije te Middelburg gezagvoerder op de:
- bark “Susanna Elisabeth” van 1864-1865 en 1871-1875
- bark “Walcheren” van 1865-1871
- bark “Burgemeester van Middelburg” van 1876-1877
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein G. van der Borden met vlagnummer R72 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
- 1849 van de hoeker “De Maas” geen lastage vermeld Hoogendijk Jz te Vlaardingen
- 1851, 1855 geen schip vermeld
Bouma025 vermeldt G.v/d Borden als gezagvoerder gedurende:
- 1865 op de bark “Susanna Elisabeth”, gebouwd in 1854 te Nw. Lekkerland, 739 ton o.m., varend voor den Bouwmeester, Borsius & v/d Leye te Middelburg;
- 1866 t/m 1871 van de bark “Walcheren”, gebouwd in 1852 te Middelburg, 442 ton o.m., varend voor den Bouwmeester Borsius & v/d Leye te Middelburg
- 1872 t/m 1875 op de bark “Susanna Elisabeth”, gebouwd in 1854 te Nw. Lekkerland, 739 ton o.m., varend voor den Bouwmeester, Borsius & v/d Leye te Middelburg. Het schip voer in 1876 voor D.Held te Amsterdam en was herdoopt in “Anna Lucretia”;
- 1876 t/m 1877 van de bark “Burgemeester van Middelburg”, gebouwd in 1859 te Middelburg, 756 ton o.m., varend voor den Bouwmeester, Borsius & v/d Leye te Middelburg.
Overige bijzonderheden
In het Commissie verslag van de “Enquete omtrent den Toestand van de Nederlandsche Koopvaardijvloot 1874-1875” staat een interview dd 14 augustus 1874 met de heer J.J. den Bouwmeester, scheepreder te Middelburg (Den Bouwmeester, Borsius en van der Leije).
In vraag 2655 wordt een geval van averij gemeld:. “In het voorjaar werd onze Suzanna Elisabeth in het Engelsch Kanaal aangezeild door den Rotterdamschen schoener de Rollo. De Rollo zonk, zijne equipage sprong over op de Suzanna Elisabeth, die als bijlegger te Vlissingen binnen kwam en daar repareerde; de equipage van beide scchepen hebben hunne verklarringen afgelegd, en de schuld lag aan geen van beide”.
In antwoord 2656 wordt verder op deze zaak ingegaan: “ Er is toen gevolgd eene procedure tusschen de reeders der beide schepen: de Suzanna Elisabeth werd in het gelijk gesteld, en toen is uitgemaakt dat de schuld lag aan een verkeerde manoevre van de roerganger van de Rollo; maar het bleek niet of die voortsproot uit onhandigheid dan wel uit pligtverzuim.”
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt D.A.v/d Heyde als gezagvoerder gedurende:
* 1866 t/m 1871 op de bark “Susanna Elisabeth”, gebouwd in 1854 te Nw. Lekkerland, 739 ton o.m., varend voor den Bouwmeester, Borsius & v/d Leye te Middelburg.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
G.van der Borden was met vlagnummer R72 in de periode 1826 t/m 1857 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. De ledenlijsten uit de periode 1820 t/m 1825 ontbreken. Het is derhalve zeer wel mogelijk, dat hij in één van de jaren uit genoemde periode tot het College is toegetreden058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de Jaarverslagen 1851 en 1855 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) is vermeld dat hij in die jaren uitkeringen van f 100,- resp. f 200,- heeft gekregen vanwege ouderdom en/of behoeftigheid058.
In de Jaarverslagen 1858 en 1859 staat dat zijn weduwe een jaarlijkse uitkering heeft gekregen van f 150,-058.
De schepen van de kapitein
G.van den Borden was voor rederij den Boumeester, Borsius en v.d.Leije te Middelburg gezagvoerder op de:
- bark “Susanna Elisabeth” van 1864-1865 en 1871-1875
- bark “Walcheren” van 1865-1871
- bark “Burgemeester van Middelburg” van 1876-1877
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein G. van der Borden met vlagnummer R72 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
- 1849 van de hoeker “De Maas” geen lastage vermeld Hoogendijk Jz te Vlaardingen
- 1851, 1855 geen schip vermeld
Bouma025 vermeldt G.v/d Borden als gezagvoerder gedurende:
- 1865 op de bark “Susanna Elisabeth”, gebouwd in 1854 te Nw. Lekkerland, 739 ton o.m., varend voor den Bouwmeester, Borsius & v/d Leye te Middelburg;
- 1866 t/m 1871 van de bark “Walcheren”, gebouwd in 1852 te Middelburg, 442 ton o.m., varend voor den Bouwmeester Borsius & v/d Leye te Middelburg
- 1872 t/m 1875 op de bark “Susanna Elisabeth”, gebouwd in 1854 te Nw. Lekkerland, 739 ton o.m., varend voor den Bouwmeester, Borsius & v/d Leye te Middelburg. Het schip voer in 1876 voor D.Held te Amsterdam en was herdoopt in “Anna Lucretia”;
- 1876 t/m 1877 van de bark “Burgemeester van Middelburg”, gebouwd in 1859 te Middelburg, 756 ton o.m., varend voor den Bouwmeester, Borsius & v/d Leye te Middelburg.
Overige bijzonderheden
In het Commissie verslag van de “Enquete omtrent den Toestand van de Nederlandsche Koopvaardijvloot 1874-1875” staat een interview dd 14 augustus 1874 met de heer J.J. den Bouwmeester, scheepreder te Middelburg (Den Bouwmeester, Borsius en van der Leije).
In vraag 2655 wordt een geval van averij gemeld:. “In het voorjaar werd onze Suzanna Elisabeth in het Engelsch Kanaal aangezeild door den Rotterdamschen schoener de Rollo. De Rollo zonk, zijne equipage sprong over op de Suzanna Elisabeth, die als bijlegger te Vlissingen binnen kwam en daar repareerde; de equipage van beide scchepen hebben hunne verklarringen afgelegd, en de schuld lag aan geen van beide”.
In antwoord 2656 wordt verder op deze zaak ingegaan: “ Er is toen gevolgd eene procedure tusschen de reeders der beide schepen: de Suzanna Elisabeth werd in het gelijk gesteld, en toen is uitgemaakt dat de schuld lag aan een verkeerde manoevre van de roerganger van de Rollo; maar het bleek niet of die voortsproot uit onhandigheid dan wel uit pligtverzuim.”
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
A.Mosterman was in 1881 kapitein van het houten fregat “India Packet”, gebouwd in 1861 door J.Smit te Alblasserdam, 680/758 ton, varend voor D.Held te Amsterdam052.
Bouma025 vermeldt A.Mosterman als gezagvoerder gedurende:
* 1877 t/m 1878 van de bark “Anna Lucretia” ex Suzanna Elisabeth”, gebouwd in 1854 te Nw. Lekkerland, 739 ton o.m., varend voor D.Held te Amsterdam. Het schip is te Nerva gestrand;
* 1879 t/m 1880 van de bark “Geessiena Maria”, ex Theodora Machtilda, gebouwd in 1854 te Amsterdam, 505 ton o.m., varend voor D. Held te Amsterdam. Het schip werd in 1880 verkocht en gesloopt;
* 1881 op het 3/m schip “India Packet”, gebouwd in 1861 te Alblasserdam, 756 ton o.m., varend voor D.Held te Amsterdam. Het schip werd in 1882 verkocht aan J.& J.Vinke te Amsterdam en herdoopt in “Heemse”;
* 1883 op de bark “Anna Maria Wilhelmina” ex Frans & Elise, ex Odilia Margaretha, gebouwd in 1855 aan de IJssel, 627 ton o.m., varend voor F.R.P.Victor te Amsterdam. Het schip is in 1883 bij Farø op de noordpunt van Gotland gestrand en wrak geraakt. Bouma vermeldt bij 1883 ook een kapitein C. Lodewijks. Het is niet duidelijk of de stranding in 1883 onder Mosterdman of Lodewijks heeft plaatsgevonden. Of dat Mosterdman tijdens deze laatste reis het commando heeft overgenomen.
* 1886 t/m 1887 van de bark “Mr. Jacob van Lennep”, gebouwd in 1868 te Nieuwendam, 820 ton o.m., varend voor de Wed. J.van Wesel & Zn te Amsterdam. Het schip werd in 1887 verkocht naar Engeland;
* 1887 van de bark “Merwede” ex Soerabaya, ex Emma, ex Baron van Heemstra, gebouwd in 1852 te Middelburg, 739 ton o.m., varend voor J.Vriesendorp & Zn te Dordrecht. Het schip werd in 1887 te Bremerhaven verkocht wegens averij, daarna ging het naar Noorwegen als “Briljant”.
Overige bijzonderheden
Geen
|