Inloggen
KOOPHANDEL - ID 14199


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1849-06-29 / 1868-10-00 | Reden uitgevlagd: Verkocht naar het buitenland

Identification Data

Bouwjaar: 1849
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Bark
Masten: Three masts
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: C. Gips & Zonen - Werf 'De Merwede', Dordrecht, Zuid-Holland, Netherlands
Launch Date: 1849-06-02
Delivery Date: 1849-06-07
Technical Data

Net Tonnage: 525.00 tons (oude meting)
Net Tonnage 2: 277.00 lasts
 
Length 1: 36.05 Meters Registered
Beam: 6.36 Meters Registered
Depth: 5.15 Meters Registered
Configuration Changes

Datum 09-02-1855
Type: Remeasurement
Omschrijving: De KOOPHANDEL werd op 7 februari 1855 te Rotterdam hermeten. Thans: 531 ton oude meting / 282 lasten, afm. 36,10 x 6,47 x 5,12 meter, geregistreerd.

Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1849
Datum agenda: 1849-06-29
Register nr: 18490516
Scheepsnaam: KOOPHANDEL
Type: Bark
Lasten: 277
Gebouwd in provincie: Zuid Holland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Serruijs & Co.J.
Plaats: Rotterdam
Kapitein op moment van verzoek: Dupain, D.L.
Opmerkingen: een zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1849-06-07 KOOPHANDEL
Manager: Firma Jacques Serruys & Co., Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Firma Jacques Serruys & Co., Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands

Date/Name Ship 1863-08-11 KOOPHANDEL
Manager: Jan van Delft, Overschie, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Overschie, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Overschie / Netherlands
Callsign: PHMW

Date/Name Ship 1868-10-00 KOOPHANDEL
Manager: W. Lüdke & Co., Stettin, North German Confederation (18.08.1866-16.04.1871)
Eigenaar: W. Lüdke & Co., Stettin, North German Confederation (18.08.1866-16.04.1871)
Shareholder:
Homeport / Flag: Stettin / North German Confederation (18.08.1866-16.04.1871)
Callsign: JDBH
Additional info: W. Lüdke & Co. was alleen-eigenaar

Date/Name Ship 1869-10-09 FREUNDSCHAFT
Manager: W. Lüdke & Co., Stettin, Germany
Eigenaar: W. Lüdke & Co., Stettin, Germany
Shareholder:
Homeport / Flag: Stettin / Germany
Callsign: JDBH

Date/Name Ship 1873-05-15 FRIENDSHIP
Manager: George Pain, Sunderland, Great Britain
Eigenaar: George Pain, Sunderland, Great Britain
Shareholder:
Homeport / Flag: Sunderland / Great Britain
Callsign: LTWC
Additional info: Off.nr. 68886

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

part-reders KOOPHANDEL per 11 augustus 1863:

Jan van Delft, Overschie (boekhouder en 9/20e part),
firma Kuyper, van Dam & Smeer, Rotterdam (2/20e part),
Dirk Keus, Rotterdam (2/20e part),
Jan Smit Czn., Alblasserdam (2/20e part),
Andreas Kuypers Wehrmeyer, Rotterdam (2/20e part),
Pieter Jacob van den Abeelen, Rotterdam (1/20e part),
Johannes Henricus Arnoldus Lippman, Rotterdam (1/20e part),
firma Wed. Jan van Wesel & Zoon, Amsterdam (1/20e part).

Sinds 2 april 1869 bleef het management van de FREUNDSCHAFT bij W. Lüdke & Co, maar namen kapt. Eduard Schuchard, Ueckermünde met 8/25e part en Gustav Liskow, Stettin met 1/25e part deel.

Ship Events Data

1853-08-03: Collision
Portsmouth, 4 augustus 1853. Het Nederlandse barkschip KOOPHANDEL, kapt. Dupain, van Londen naar Hobart-Town bestemd, is in de gepasseerde nacht op de hoogte van Bevesier (opm: Beachy Head) door een onbekend schip aangezeild en heeft ten gevolge van dien de fokke-ra en kluiverboom verloren en enige schade aan de boeg bekomen. Hetzelve is hier heden binnengelopen om een en ander te herstellen.
1854-10-16: Grounded
Hellevoetsluis, 16 oktober 1854. Het Nederlandse barkschip KOOPHANDEL, kapt. Dupain, van Batavia naar Rotterdam, is volgens stellige geruchten heden met hoog water op de Hinder aan de grond geraakt en is daar blijven zitten. Aan de peilschaal te Hellevoetsluis is opgemerkt, dat er heden een zogenaamd verholen tij was, zodat de waterstand met hoogwater een Rijnlandse voet minder bedroeg dan bij gemiddelde berekening. Volgens latere berichten waren de Nederlandse stoomschepen BATAVIER en GIRONDE tot adsistentie bij de KOOPHANDEL en is ook de stoomboot KINDERDIJK daar heen gegaan.
1855-12-25: Grounded
Hellevoetsluis, 26 december 1855. Het van Batavia naar Rotterdam bestemde schip (opm: bark) KOOPHANDEL, kapt. L. Crevecoeur, is gisteren bij het binnenkomen op Pampus aan de grond geraakt. Het is later vlot gekomen en op de Kanaalhaven gebracht.
1861-08-04: Collision
Amsterdam, 4 augustus 1861. Het schip (opm: brik) JANNA ADRIANA, kapitein P. Franken, van hier naar Buenos Ayres, in het Nieuwe Diep liggende, is door het schip (opm: bark) KOOPHANDEL, kapitein A.M. Swarts aangevaren en heeft daardoor de grote bramsteng, brassen enz. verloren en schade aan de verschansing bekomen.
1863-08-11: Sale/Verkoop
Publieke verkopingen in de Zaal hoek Scheepsmakershaven en Bierstraat te Rotterdam op dinsdag 14 juli 1863: Het schip KOOPHANDEL is voor NLG 26.000 opgehouden en blijft uit de hand te koop. De chronometer werd niet geveild. (opm: de bark werd op 11 augustus met behoud van naam voor NLG 25.000 onderhands verkocht aan Jan van Delft e.a, Overschie; nieuwe kapitein A. Kuijpers Wehrmeijer)
1866-05-12: Damaged
Brouwershaven, 12 mei 1866. Het schip KOOPHANDEL, kapt. Wehrmeijer, van Banjoewangie naar hier, heeft beide ankers op deze reeds verloren en is naar Dijkwater gezeild, waar het schip veilig is. Een schokker vaartuig met anker is derwaarts vertrokken.
1867-09-01: Damaged
Shanghai, 10 september 1867. Het Nederlandse barkschip KOOPHANDEL, kapt. Muller, ’t welk de 6e dezer van Swatow te Woosung is aangekomen, rapporteert, dat het de 30e augustus, op de hoogte van Gutzlaff, twee kettingen heeft verloren, en de 31e augustus, nabij het eiland Saddle, een storm te hebben ondervonden uit het OZO.; de 1e september had men de pomp gepeild en werd er 5 à 5 ½ voet water bij gevonden.
1868-10-00: Sold to foreign country
In oktober 1868 werd de KOOPHANDEL naar het buitenland verkocht.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Pierre Louis Dupain werd geboren te Rotterdam op 01 januari 1806.

Hij huwde met Aletta van der Linden, geboren te Krimpen aan de Lek op 29 november 1812. Zij overleed op 08 december 1891118

Pierre overleed in 1856. Bij zijn overlijden is als woonplaats aangegeven Krimpen aan de Lek003 en 118

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

P.L.Dupain, adres E.S.& C.A.Martin, werd met vlagnummer 637 effectief lid van Zeemanshoop per 23 augustus 1842 op voorspraak van J.van Waning. Zijn schip was de "Vlashandel"002. Ten tijde van de inschrijving waren Dupain en zijn vrouw 36 resp. 30 jaar. Ingeschreven staan 3 zoons, Pierre Louis (1839), Albert Karel (1843) en Jacob (1845), en 1 dochter Annetta Hendrika (1841)002a

In de Algemene Vergaderingen van 16/23 augustus 1842 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop is als effectief lid voorgesteld/ingeschreven Pierre Louis Dupain, oud 36 jaar, voerend de bark “Vlashandel”, voor rekening en met als adres de Gebr. St.Martin te Rotterdam, op voordracht van kapitein J.van Waning.023.

Hij werd in 1845 deelnemer van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop003.

P.L.Dupain was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1842 t/m 1856 met de vlagnummers 637 (1842 t/m 1854) en 284 (1854 t/m 1856).

 

P.L.Dupain was met vlagnummer R186 in de periode 1842 t/m 1856 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 31 juli 1856 vraagt de weduwe kapitein P.L.Dupain, geb. van der Linden om een uitkering voort haar en 3 kinderen, welke haar in de vergadering dd 04 september 1856 wordt toegekend ingaande 01 augustus 1856.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 02 juni 1870 staat het verzoek van de wed. Dupain geb. van der Linden om “te deelen in de uitdeeling van het Don Gratuit”. Dit verzoek wordt afgewezen. Het Don Gratuit is een apart fonds waaruit gratificaties worden uitgedeeld.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 30 september 1856 staat vermeld dat aan de weduwe van kapitein Dupain, geboren P.L.van der Linden per 01 augustus 1856 een uitkering is toegekend voor haar en 3 kinderen.023.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 07 juni 1870 staat vermeld een: “Brief van de Weduwe Dupain v.d. Linden verzoekende nog in het genot van het Don Gratuit te mogen deelen welk verzoek is gewezen van de hand.”023.

 

In het Jaarverslag 1858 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat in de Rekening van Ontvangst en Uitgaaf vermeld dat zijn weduwe een ondersteuning kreeg van f. 215,20 voor haar en haar drie kinderen incl.`schoolgeld. Tevens kreeg zij f 50,- voor “onderwijs in de Stuurmanskunst voor haar zoon P.L.”. In 1859 kreeg zij f 178,62058.

 

De schepen van de kapitein

Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart:

vlagnummer                     jaren                      type                  scheepsnaam      naam reder/boekhouder

        637                       1842-1848                 bark                  De Vlashandel    E.en S.en C.St.Martin te Rotterdam

                                      1849-1853                 bark                  Koophandel        J.Serruys en Co te Rotterdam

        284                            1854                       bark                  Koophandel        idem

                                           1855                       fregat               Samarang            idem

 

In de Jaarverslagen van het College staat kapitein P.L.Dupain met vlagnummer R186 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1849, 1851            van de bark “Koophandel”          277 last      varend voor E.Serruys & Co te Rotterdam

*    1855                       van het fregat “Samarang”           379 last      varend voor E.Serruys & Co te Rotterdam

 

Bouma025 vermeldt P.L.Dupain als gezagvoerder gedurende:

*    1843 t/m 1849 op de bark “Vlashandel”, gebouwd in 1828 te Antwerpen, 250 ton o.m., varend voor E.& S.& C. St. Martin te Rotterdam;

*    1850 t/m 1855 van de bark “Koophandel”, gebouwd in 1849 te Dordrecht, 531 ton o.m., varend voor J.Serruys & Co te Rotterdam;

*    1856 op het fregat “Samarang”, gebouwd in 1839 te Dordrecht, 725 ton n.m., varend voor J.Serruys & Co te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

In de “Biografie van Cornelis Abrahamsz Jr” staat vermeld080:

09 januari 1852 op de reede van Cilacap:

      “Ik vond hier op de reede De Hector Persille, de Zorgvliet, kapt Appel, de Hendrik Wester, kapt. Rijnders, De Tweeling Zusters, kapt. Karst en kapt. Dupain van de Koophandel.”

 

 

Datum vanaf: 1849
Kapitein: Dupain, Pierre Louis
College: Maatschappij "Tot Nut der Zeevaart", Rotterdam
Vlagnummer: 186
Overige informatie: *Rotterdam, 1 januari 1806, †1856

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

L.Crevecoeur was met vlagnummer R425 in de periode 1855 t/m 1864 effectief lid van het Rotterdamse zemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1864 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat L.Crevecoeur in 1864 “volgens Art. 37 … van het Lidmaatschap vervallen verklaard moet worden”. Dit artikel regelt royement wegens het niet voldoen aan de financiële verplichtingen058.

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein L.Crevecoeur met vlagnummer R425 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1855, 1858, 1859 van de bark “Koophandel”    281 last    varend voor Jacques Serruys & Co te Rotterdam

*    1862, 1863                                     geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt L.Crevecoeur als gezagvoerder gedurende:

*    1856 t/m 1860 van de bark “Koophandel”, gebouwd in 1849 te Dordrecht, 531 ton o.m., varend voor J.Serruys & Co te Rotterdam;

*    1862 van de brik “Guinea”, gebouwd in 1856 te Rotterdam, 276 ton o.m., varend voor H. van Rijckevorsel te Rotterdam. Het schip verongelukte in 1862 te Japan.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1855
Kapitein: Crevecoeur, L.
College: Maatschappij "Tot Nut der Zeevaart", Rotterdam
Vlagnummer: 425
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Aimé Marie Swarts werd geboren op 19 mei 1818 te Oostende als zoon van de Rooms-Katholieke Philippe Mathieu Swarts, meester broodbakker, en Therese Anna Allegoet, beiden wonende te Oostende.

Hij woonde te Rotterdam en was gehuwd op 24 februari 1847 te Rotterdam met Hermina Johanna Huezer, geboren op 08 november 1824 te Rotterdam als dochter van de Rooms-Katholieke Johannes Stephanus Huezer en Hendrika Wilhelmina Willemsen.

Hij overleed te Rotterdam aan de Schiedamsche Singel op 08 november 1875005.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

A.M.Swarts was met vlagnummer R187 in de periode 1847/48 t/m 1873 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

A.M.Swarts was in 1849 en van 1867-1870 afwisselend commissaris en in 1871 permanent commissaris van de Maatschappij058.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein A.M.Swarts met vlagnummer R187 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*     1849, 1851, 1855, 1858                         van het fregat “Soerabaya”             330 last voor Jacques Serruys & Co te Rotterdam

*     1859                                                                                                          van het fregat “Samarang”              383 last voor Jacques Serruys & Co te Rotterdam

*     1862                                                                                                          van de bark “Koophandel”             280 last voor Jacques Serruys te Rotterdam

*     1863             geen vermelding van schip en reeder

*     1864 t/m 1866                                                         van de bark “Cheribon”                  398 last voor P. van Rossem & Zoon ,Rotterdam

*     1867             geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt A.M.Swarts als gezagvoerder gedurende:

  • * 1848 t/m 1859 van het 3/m schip “Soerabaya”, gebouwd in 1838 te Dordrecht, 624 ton o.m., varend voor J.Serruys & Co te Rotterdam;
  • * 1860 op het fregat “Samarang”, gebouwd in 1839 te Dordrecht, 725 ton n.m., varend voor J.Serruys & Co te Rotterdam. Het schip is in 1860 gesloopt;
  • * 1862 t/m 1863 van de bark “Koophandel”, gebouwd in 1849 te Dordrecht, 531 ton o.m., varend voor J.Serruys & Co te Rotterdam;
  • * 1865 t/m 1867 van de bark “Cheribon”, gebouwd in 1857 te Vlaardingen, 752 ton o.m., varend voor P.van Rossem & Zn te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

In de Harlinger Courant van begin maart 1853 (geen datum op de fotokopie van de pagina) staat onder de rubriek SCHEEPS-BERIGTEN het volgende096:

AMSTERDAM, 3 Maart. Het schip Sourabaya, kapt. Swarts, van Bezoekie naar Rotterdam, in Brouwershaven binnen, heeft, volgens brief van Rotterdam van den 2 dezer, den 24 December op de hoogte van Mauritius, wegens lekkage, circa 100 balen koffij over boord moeten werpen.”

 

Het fregat “Soerabaja” onder kapitein A,M,Swarts werd op 03 april 1854 geregistreerd te Callao. Langs welke route de Zuid-Amerikaanse westkust is bereikt is onbekend. Wel is bekend dat mop 21 oktober 1854 de terugreis via Kaap Hoorn naar Engeland werd ondernomen.121

 

 

Datum vanaf: 1861
Kapitein: Swarts, Aimé Marie
College: Maatschappij "Tot Nut der Zeevaart", Rotterdam
Vlagnummer: 187
Overige informatie: *Oostende, 19 mei 1818, †Rotterdam, 8 november 1875

Familiegegevens en opleiding

Andries Kuijpers Wehermeijer werd geboren op 07 maart 1823 te Rotterdam als zoon van Johann Christoffel Wilkelm Wehrmeijer en Catharina Johanna Kuijper. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Kleine Posthoornsteeg Wijk 3 nr. 440 (nieuw Schiedamsche Dijk). Hij vertrok op 14 januari 1826 naar den Haag en behaalde op 25 juni 1859 het diploma 1e stuurman voor de grote vaart.

Hij huwde op 11 april 1855 te Rotterdam met Angelica Lana Dirksen, geboren 24 januari 1826 te Rotterdam als dochter van de Lutherse Dirk Doeksen, winkelier, en Krijntje Harts005.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

A.Kuijpers Wehrmeijer was met vlagnummer R12 in de periode 1863 t/m 1865 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. (als lid voor de vlag mocht men wèl de nummervlag van het College voeren, maar kon men aan het lidmaatschap geen financiële rechten ontlenen)058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein A.Kuijpers Wehrmeijer met vlagnummer R12 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1863 t/m 1865      van de bark “Koophandel”    280 last                    varend voor J. van Delft te Delft

 

Bouma025 vermeldt A.Kuypers Wehrmeyer als gezagvoerder gedurende:

*    1864-1867 van de bark “Koophandel”, gebouwd in 1849 op de werf “Merwede”van C.Gips & Zn te Dordrecht, 531 ton o.m.  varend voor J. van Delft te Delft

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1863
Kapitein: Kuijpers Wehrmeijer, Andries
College: Maatschappij "Tot Nut der Zeevaart", Rotterdam
Vlagnummer: 12
Overige informatie: *Rotterdam, 7 maart 1823

Familiegegevens en opleiding

Haye/Hayke Muller werd geboren eind 18e eeuw in Oost-Friesland.

Hij overleed in februari 1879 aan boord van zijn schip de “Bastiaan Pot” op weg van Tjilatjap naar Rotterdam

 

“Müller kwam met een deel van zijn equipage merkwaardig aan zijn eind. In 1879 maakte de “Bastiaan Pot” een reis met een lading koffie van Tjilatjap naar Rotterdam. Een maand na vertrek werd zij op 11oZ.Br. en 102oO.L. (dus niet ver van Java)  gepraaid en berichtte dat de equipage ziek was met koorts en dat de kapitein, 2de stuurman, timmerman en 7 matrozen waren gestorven. Hoe het schip de resi verder voortzette vermeldt het bericht van 11 Maart 1879 uit Batavia niet.052.

 

De schepen van de kapitein

H.J.Müller was van 1876-1879 kapitein van de houten bark “Bastiaan Pot”, gebouwd in 1863 bij de Gebr. B.Pot te Elshout, 728 ton, varend voor reder J.H.von Santen te Krimpen aan de IJssel052

 

Bouma025 vermeldt H.J. Muller (zie ook bij J.H.Muller)als gezagvoerder gedurende:

*    1867 t/m 1868 van de bark “Koophandel”, gebouwd in 1849 op de werf van Cornelis Smit te Dordrecht, 531 ton o.m., varend voor J.Smit Cz te Alblasserdam. Het schip werd in 1868 naar het buitenland verkocht;

*    1869 van de bark “Tollens”, gebouwd in 1856 op de werf van C, van Duyvendijk te Hendrik Ido Ambacht, 711 ton o.m., varend voor J.H.van Santen te Krimpen aan de Lek. Verongelukt in N.O.I.;

*    1871 t/m 1875 van de bark “Elisabeth Maria” ex Ida Elisabeth, gebouwd in 1856 te Kinderdijk, 724 ton o.m., varend voor J.H.van Santen te Krimpen aan de Lek;

*    1876 t/m 1879 van de bark “Bastiaan Pot”, gebouwd in 1863 op de werf van de Gebr. Pot te Elshout, 746 ton o.m., varend voor J.H.van Santen te Krimpen aan de Lek.

 

 

Overige bijzonderheden

“NRC 19-01-1870. Rotterdam, 18 januari 1870. Van Reuter’s agentschap ontvangen wij heden de navolgende dépêche: Batavia, 28 december 1869. Het schip TOLLENS, kapt. Mulder, heeft schipbreuk geleden. Het volk is gered”077.

NRC 29-01-1870. Amsterdam, 28 januari 1870. Volgens brief uit Batavia dd.14 december, was aldaar de vorige avond per telegram van Soerabaja het bericht ontvangen, dat het Nederlandse schip TOLLENS, kapt.Muller (ML: let op het verschil in schrijfwijze) van Saigon met rijst naar Yokohama, op Klein Solembo gestrand en met de lading totaal weg was. De kapitein, tweede stuurman en 7 matrozen waren met de boot te Soerabaja aangekomen en er zou de volgende dag een oorlogsschip naar de strandingsplaats vertrekken om de achtergebleven equipage af te halen.”077.

 

Op 11 maart 1879 staat in het Handelsblad:

Ned schip ,,Bastiaan Pot” met kapitein Muller van Tjilatjap met koffie naar Rotterdam na een maand reizen op 11°Z.Br /102°O.L. gepraaid equipage ziek aan de koorts  10 bemanningleden overleden waaronder de kapitein. Het schip keerde terug naar Batavia voor herstel en aanvulling van de bemanning. Volgens overlevering heeft kapitein Muller al uit Tjilatjap aan zijn reder laten weten dat iets met de lading koffie niet in orde was maar er moest toch geladen worden. Onderweg naar Rotterdam kwamen er giftige dampen uit de lading.

Onderweg overleden: Haye Jacob Muller, 2e stuurman J.Zorgdrager, timmerman J. Burggraaf en de matrozen en lichtmatrozen: V.Klyn, A.v.Heusden, Ipsen, Spinsen, M. Rijsenberg en J.Chernetick en een matroos naam onbekend.064

 

“Als Van Santen in 1877 komt te overlijden wordt V.d.Hoog benoemd tot reder, waaruit blijkt dat ook de aandeelhouders wel vertrouwen in hem hebben. In 1879 wordt voor f 25.500,- het fregatschip “Susanna Johanna” aangekocht en omgedoopt in “Lichtstraal”. In datzelfde jaar zou V.d Hoog bemerken dat ook het pad der reders niet altijd over rozen zou gaan, want op 11 maart 1879 berichtte het Handelsblad het volgende:

             Batavia 11 maart 1879, Het Nederlandsche schip “Bastiaan Pot”, kapitein Muller van Tjilatjap met koffie naar Rotterdam, een maand reis hebbende is op 11oZ.Br.102oOL gepaaid met de equipage ziek aan boord. Koorts. De Kapitein, 2de stuurman, timmerman en zeven matrozen overleden.”

 … Bovendien kwam daar later het bericht overheen dat het bergingsloon door arbitrage bepaald f 33.000, -  moest bedragen. De oorzaak van deze catastrofe was waarschijnlijk te wijten aan het ontsnappen van giftige dampen uit de lading. Volgens overlevering had kapitein Muller daar vanuit Batavia zijn patroon al voor gewaarschuwd, maar V.d.Hoog besliste dat deze lading koffie toch geladen moest worden.

Van de Hoog ontfermde zich over het gezinnetje van kapitein Muller en haalde hun naar Krimpen.  Bovendien werd V.d.Hoog voogd over het zoontje van Muller. De weduwe is later hertrouwd en de zoon is na enige mislukte zeereizen directeur geworden van een scheepswerfje in Krimpen a.d. Lek.

Willem Eerland “Rederijen A. van Santen en P.v/d/Hoog te Krimpen a.d. Lek. Van 1863 tot 1906”. Spiegel der Zeilvaart 10, december 1986 , p.8-12

 

Mast097 meldt:

“In 1870 werd de bark (Ida Elisabeth) op een publieke verkoping voor f 27.700,- van de hand gedaan. Zij voer vervolgens tot 1877 onder de naam ‘Elisabeth Maria’ voor partenrederij J.H. van Santen uit Krimpen aan de Lek.”

 

In het tijdschrift “De Zee” jaargang 2, p.185-191, 1880 staat een arbitrale uitspraak dd 04 juni 1879 betreffende een hulploon dat het schip “Bastiaan Pot” zou zijn verschuldigd aan het Engelse schip “Magnificent”.

De “Bastiaan Pot” onder bevel van kapitein H.J.Muller, was “na te Batavia, Bantam en Tjilatjap door de Factorij der Nederlandsche Handelsmaatschappij beladen te zijn met 4900 bossen rotting, 1404 schuitjes tin, 3 pakken rameh, 19 kisten indigo, 354 stuks huiden, 15463 balen koffie, op 4 Februari 1879 uit Tjilatjap … vertrokken met bestemming naar Nederland; “

In het volgende etmaal en op 7 februari begon bijkans de gehele equipage ziek te worden. Op 11 februari overleed de gezagvoerder en nam de 1e stuurman J.Krijgsman het gezag over. Dat gezag werd later te Batavia formeel bekrachtigd. Door deze ziekte onder de bemanningsleden werd het moeilijk zo niet onmogelijk om het schip te navigeren, vooral toen ook de tijdelijke gezagvoerder Krijgsman ernstig ziek werd. Het schip dreef rond en zo rond 23 februari werd en meekoersend Engelse schip, de “Magnificent” om hulp gevraagd. Deze zette een equipage van 6 man over, die het schip naar Batavia bracht.

Tijdens deze hulp werd geen afspraak gemaakt over de hoogte van het hulploon. De Engelsman eiste in Batavia f 200.000,- en Krijgsman bood f 4.000, -. Het geschil werd onderworpen aan een arbitrale uitspraak, die zich o.a. boog over de juridische aspecten en tenslotte besliste dat het hulploon kon worden bepaald op f 33.000,-

 

In hetzelfde tijdschrift jg 2, 1880 staat op de p.201-206 een “Rapport omtrent de medische inspectie ter reede van Batavia van het Nederlandsche schip “Bastiaan Pot” op 27 Juni 1879.”

Allereerst werd de reis tot aan het uitbreken van de ziekte beschreven. “Van af het vertrek uit Nederland tot nu toe had het scheepsvolk de beste gezondheid genoten en waren geen ernstige ziektegevallen aan boord voorgekomen. Reeds de 2e dag na het vertrek van Tjilatjap werden 5 man der equipage, waaronder de kapitein, aangetast door eene ziekte, waarvan hoofdpijn, duizelingen en een sterk gevoel van zwakte de eerste verschijnselen waren , en waarbij zich in het verdere verloop koorts voegde.” Een aantal bemanningsleden, waaronder de kapitein, overleden. Later, op weg naar Nederland, kwamen dezelfde verschijnselen terug en het schip werd teruggeleid naar Batavia.

De medische commissie onderzocht het schip en de verschillende ruimen. Er werd een muffe geur en broei annex schimmelvorming in de koffielading geconstateerd De provisie en de watervoorraad werd in orde bevonden. De commisie achtte de broei en schimmelvorming de oorzaak van de ziekte- en sterfgevallen. Een geopperde malariainfectie kwam de commissie als onwaarschijnlijk voor.

De commissie adviseerde het lossen van de koffielading en ontsmetting met chloor.

Het rapport verscheen ook in het Geneeskundig Tijdschrift van Nederlands-Indië.

 

Een verslag, gebaseerd op de artikelen in het tijdschrift “De Zee” verscheen ook in “Cornelis Douwes” ( Orgaan van de Vereniging van Oud-leerlingen der Zeevaartschool Terschelling) , nummer 6 , juni 1863.

 

Haye Muller kreeg op 13 mei 1876 een diploma plus zilveren medaille voor zijn journalen met metereologisch waarnemingen op ze. De documenten zijn nog in bezit van de familie.064.

 

 

Datum vanaf: 1865
Kapitein: Muller/Müller, Haye Jacob.
Overige informatie: *eind 18e eeuw Ost Friesland, †11 februari 1879 a/b.BASTIAAN POT. (opm: het is niet zeker, of Muller inderdaad in 1865 of pas in 1867 gezagvoerder van de KOOPHANDEL werd)

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

NA-Den Haag Archiefnummer Rott.3.03.17.01.3675.168
DVD VIII – 391, 392
BIJLBRIEF
Naam schip KOOPHANDEL

plaats en datum acte bijlbrief, Dordrecht, 6 juni 1849

type schip bark, kopervast en gekoperd

bouwwerf/verkoper C. Gips & Zonen, scheepsbouwmeesters te Dordrecht

gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper firma Jacques Serruys & Co., Rotterdam

te voeren door kapt.

grootte in tonnen 525 tonnen of 277 lasten (meetbrief Dordrecht, 6 juni 1849)

tuigage / aantal dekken

afmetingen lang 36,05 m., breed 6,36 m., hol 5,15 m.

kiellegging

tewaterlating 2 juni 1849

plaats / datum registratie Dordrecht, 7 juni 1849

nummer van registratie deel 49, folio 116, verso, vak 6

notaris Burgemeester en Wethouders Dordrecht.

prijs
bijzonderheden







researcher/datum research: ML / 240208

Naam KOOPHANDEL
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1849
Toegang 3.03.17.01
Inventaris 3675

NA-Den Haag Archiefnummer Rott.3.03.17.01.3675.543
DVD VIII – 183 en 1571,1572
ACTE VAN KOOP/VERKOOP
Naam schip KOOPHANDEL

plaats en datum acte onderhandse verkoop/koop, Rotterdam, 11 augustus 1863

type schip bark, gekoperd en kopervast

bouwwerf/verkoper firma Jacques Serruys & Co., kooplieden en scheepsreders te Rotterdam

gevoerd door kapt. A.M. Swarts

eigenaar/aankoper Jan van Delft, Overschie (9/20e part), firma Kuyper, Van Dam & Smeer, Rotterdam (2/20e part), Dirk Keus, Rotterdam (2/20e part), Jan Smit Czn., Alblasserdam (2/20e part), Andreas Kuypers Wehrmeyer, Rotterdam (2/20e part), Pieter Jacob van den Abeelen, Rotterdam (1/20e part), Johannes Henricus Arnoldus Lippman, Rotterdam
(1/20e part), en firma Wed. Jan van Wesel & Zoon, Amsterdam
(1/20e part).

te voeren door kapt.

grootte in tonnen 531 tonnen of 282 lasten (meetbrief Rotterdam 7 februari 1855)

tuigage / aantal dekken

afmetingen lang 36,10 m., breed 6,47 m., hol 5,12 m.

kiellegging

tewaterlating

plaats / datum registratie Rotterdam, 11 augustus 1863

nummer van registratie deel 52, folio 86, verso, vak 5.

notaris door tussenkomst makelaars Willem van Dam H.Hzn.

prijs NLG. 25.000,-

Bijzonderheden: Het schip ligt in de Westerhaven te Rotterdam en was reeds op 14 juli 1863 in veiling geweest. (kennelijk opgehouden)






researcher/datum research: ML / 160209

Naam KOOPHANDEL
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1863
Toegang 3.03.17.01
Inventaris 3675

Bronnen

Jaar: 1849
Bron: NA-Den Haag
Omschrijving: Archiefnummer Rott.3.03.17.01.3675. – No. 168

Jaar: 1863
Bron: NA-Den Haag
Omschrijving: ACTE VAN KOOP/VERKOOP Archiefnummer Rott.3.03.17.01.3675.543
Documentatie Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders (SKHV), w.o. collectie Hoedemaker/Smit/Suyk