Familiegegevens en opleiding
Cornelis Kraan, stuurman en koopvaardijkapitein, geboren rond 1820. Was gehuwd met Helena van Tol062.
De schepen van de kapitein
Van Sluijs013 en Bouma025 vermelden kapitein Cornelis Kraan in 1850-1851 als gezagvoerder van de bark “Schouwen”, op stapel gezet op 05 juni 1847 en te water gelaten op 12 oktober 1848 door scheepsbouwmeester C.Mak op de werf van C.Smit te Zierikzee, varend voor rederij J.de Jonge & Keller te Zierikzee.
Bouma025 vermeldt C.Kraan als gezagvoerder gedurende:
* 1849 van de bark “Graafstroom”, gebouwd in 1848 te Alblasserdam, 530 ton o.m., varend voor J.Smit Cz te Alblasserdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Johann Hermann von Santen werd geboren te Emden in 1819 als tweede zoon van Otto Christian von Santen (1788-1853), rentmeester en ontvanger te Pewsum, later belastinginspecteur te Hildesheim, en Anna Meyer uit Bremen, dochter van de graanhandelaar Johan Hermann Meyer.
Zijn oudere broer was Hieronymusw Ibeling von Santen (1818-1894), een bekende kapitein te Bremen en gezagvoerder van o.a. de “Gustav” op de route Bremen-Baltimore/New York van de Norddeutsche Lloyd
Volgens het bevolkingsregiste ven Krimpen aan de Lek had Johann von Santen zich op 01 juni 1841 als stuurman ter koopvaardij in Krimpen gevestigd en woonde hij in bij de schipper Johannes van Vlijmen en Maria van Krimpen. Hij was indienst van de scheepsbouwers Jan en Kees Smit.
Johann trouwde op 06 juni 1850 te Krimpen met Elisabeth Maria van der Mijle, geboren in 1825 te Ouderkerk aan de IJssel als dochter van de steenfabrikant Anthonie van der Mijle te Dubbeldam en Anna Herfst. Zij overleed in 1909 te Amsterdam.
Johann werd genaturaliseerd op 15 december 1857
In het jaar 1877 overleed te Krimpen a.d.Lek, de oud-Kapitein J.H.van Santen, die sinds 1859 boekhouder was van de Reederij (J.H.van Santen) te Krimpen a.d.Lek; toendertijd voeren er nog vier schepen onder zijn vlag”026(39/312). Volgens de Memorie van Successie in 1877 was hij scheepsreder en koopman, waarschijnlijk in scheepsproviandering. Bij zijn woning was een winkel en een pakhuis.
Hij was kapitein op de Graafstroom in 1852 en op de Johanna Christina (1854-1856). In 1857 werd hij directeur van de in mei opgerichte Stoombootdienst op op de Lek. Daarnaast trad hij als zelfstandig reder op. Gegevens per e-mail dd 26 juni 2009 van J.H. von Santen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.H. van Santen was met vlagnummer R268 in de periode 1849 t/m 1877 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1877 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1877 is overleden058.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein J. van Santen met vlagnummer R268 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849, 1851 van de bark “Graafstroom” 281 last varend voor J. Smit te Alblasserdam
* 1855, 1858, 1859 van de bark “Johanna Christina” 376 last varend voor J.Smit te Alblasserdam
* 1862 t/m 1867 en 1874 is hij vermeld als gezagvoerder maar zonder schip en reeder
Bouma025 vermeldt J.H.van Santen als gezagvoerder gedurende:
-
* 1850 t/m 1853 op de bark “Graafstroom”, gebouwd in 1848, 530 ton o.m., varend voor J.Smit Cz te Alblasserdam. Het schip werd in 1854 verkocht aan Bunge & Co te Amsterdam en herdoopt in “Laura en Adèle”;
-
* 1854 op de bark “den Elshout”, gebouwd in 1844 aan de Elshout, 629 ton o.m., varend voor J. van Vollenhoven te Rotterdam
-
* 1855 t/m 1856 op de bark “Johanna Christina”, gebouwd in 1854 op de werf van Cornelis Smit te Alblasserdam, 710 ton o.m., varend voor J.Smit Cz te Alblasserdam.
Overige bijzonderheden
In een extract uit het journaal van de bark “Java” onder kapitein Leendert Tuk, zeilende op de hoogte van 19o18’ZB/ 70o21’OL staat het overlijden gemeld van een matroos. Één van de ondertekenaars was de stuurman I.H. van Santen115. Uit navolgend overzicht van kapitein Johann Hermann von Santen zou het hier kunnen gaan om diens broer Hieronimus Ibeling van Santen – zie hierna)
Ontleend aan van Blokland-Visser064:
In 1863 was hij reder van zijn schip de bark “Bastiaan Pot, 400 last, op 17 juli 1863 op de werf van de Gebr. Pot aan de Elshout te Kinderdijk te water gelaten Het schip werd vernoemd naar de vader van de Gebr. Pot. De eerste kapitein was Pieter v/d Hoog uit Krimpen aan de Lek.
In 1866 laat hij weer op de werf van de Gebr. Pot de bark “Antje” bouwen en na zijn overlijden wordt hij in de rederij opgevolgd als reder door Pieter v/d Hoog.064
ONDERSTAAND OVERZICHT WERD TOEGESTUURD OP 19 JUNI 2009 DOOR DE HEER J.H. von SANTEN
J.H. von Santen (1819-1877)
De uit Antwerpen afkomstige familie Van/von Santen behoorde tot de calvinistische elite van de stad Emden die het na de politieke en religieuze omwenteling aan het einde van de zestiende eeuw voor het zeggen had gekregen. De lakenhandelaar Hans Pauls van Santen (1578-1641) was in de zeventiende eeuw Veertiger en raadsheer geweest en diaken van de gereformeerde gemeente. In de achttiende eeuw raakten zij door huwelijk geparenteerd aan de invloedrijke familie Von Rehden (uit Leer) en kwamen zij opnieuw in het centrum van macht en invloed. Otto Christian von Santen (1713-1793) werd in 1774 Veertiger en zijn neef Hieronymus Ibeling von Santen was meer dan vijftig jaar burgemeester van Emden (1782-1835). De scheepskapitein Johann Hermann von Santen was zijn kleinzoon.
J.H. von Santen werd geboren 30 oktober 1819 te Emden als tweede zoon van Otto Christian von Santen (1788-1853), rentmeester en ontvanger te Pewsum, later belastinginspecteur te Hildesheim, en Anna Meyer uit Bremen, dochter van de graanhandelaar Johann Hermann Meyer. Zijn oudere broer Hieronymus Ibeling von Santen (1818-1894) was een bekende scheepskapitein te Bremen en gezagvoerder van o.a. de Gustav op de route Bremen-Baltimore/New York van de Norddeutsche Lloyd en de even bekende kapitein van de Schiller, Claus Bahr (1822-1890) was getrouwd met hun zuster Marie Elisabeth.
Volgens het bevolkingsregister van Krimpen a/d Lek had Von Santen zich op 1 juni 1841 als stuurman ter koopvaardij in Krimpen gevestigd en woonde hij in bij de schipper Johannes van Vlijmen en Maria van Krimpen. Hij trouwde 6 juni 1850 te Krimpen met Elisabeth Maria van der Mijle (Ouderkerk a/d IJssel 1825 - Amsterdam 1909), dochter van de steenfabrikant te Dubbeldam Anthony van der Mijle en Anna Herfst.
Uit dit huwelijk werden vier zoons en een dochter geboren.
Getuigen bij het huwelijk: Anthony Johannis van der Mijle, 26 jaar, grutter (broer van de bruid); Johan Geyl, 25 jaar, onderwijzer (zwager van de bruid); Johannes van Vlijmen, 33 jaar, schipper; Jan de Haas, 23 jaar, gedelegeerd ontvanger.
De huwelijksakte vermeldt Von Santen als kapitein ter koopvaardij, wonende Krimpen a/d Lek.
Hij is genaturaliseerd op15 december 1857 (Stbl.149).
Volgens de Memorie van Successie 1877 was hij scheepsreder en koopman (waarschijlijk scheepsproviandering: bij woning winkel en pakhuis).
Von Santen arriveerde juli 1852 als gezagvoerder met de Graafstroom (werf J. Smit Czn: houten driemastbark bouwjaar 1843/1849?) bij Port Wakefield, Zuid-Australië. (Zie South Australian Passengers List 1852). Het schip maakte nog drie reizen naar Australië (1853-1855) onder kapitein K.J. Swart, maar werd later verkocht en herdoopt in Baron van Pallandt [zie www.scheepbouw-Alblasserdam.nl = website van Cees van Homoet]. Von Santen werd vervolgens kapitein op de nieuw gebouwde bark Johanna Christina (werf Corn. Smit) waarvan hij voor 1/30 part mede-eigenaar was. Met dit schip maakte hij twee reizen naar de Oost (1854-1856).
In 1857 werd Von Santen directeur (‘boekhouder’) van de Stoombootdienst op de Lek Fa Von Santen & Co., opgericht in mei 1857. Het oprichtingskapitaal bedroeg ƒ 21.150 ; er waren dertien aandeelhouders onder wie vijf heren Smit, M. Lels, A. Pot, B. Boogaerdt en J.H. von Santen. Commissarissen waren M. Lels en K. Smit Jr. De stoomboot Stad Schoonhoven werd gekocht voor ƒ 7.500. 4 augustus 1857 werd vergunning verleend door Gedeputeerde Staten.en op 10 augustus de dienst aangevangen.In 1860 een tweede boot en 1865 een derde. De familie Smit leende het benodigde kapitaal en het kantoor was gevestigd op de werf van Smit in Krimpen. De naam werd later veranderd in NV Reederij op de Lek In 1877, het jaar dat Von Santen overleed, had de onderneming drie raderboten en drie schroefstoomboten in bedrijf.
In 1869 begon Von Santen een Stoombargedienst tussen Vreeswijk en Utrecht, hetzelfde jaar uitgebreid tot IJsselstein. In 1873 werd het vaarschema van de Stoombootdienst op de Lek hierop aangesloten. In 1871 opende hij een stoombootdienst Utrecht-Muiden op deVecht.
Zo beheerde Von Santen een heel net van stoombootdiensten waaruit in 1896 de NV Stoombootdienst op de Lek zou ontstaan. Daarmee is hij een pionier geweest van het streekvervoer.
(In 1922 begon de Reederij op de Lek een eigen busdienst die in 1942 ging samenwerken met de NV Autobusdiensten Vereeniging te Jutphaas, voortgekomen uit de Stoombargedienst van Von Santen. Later richtten de twee ex-rederijen de NV Vervoers Maatschappij De Twee Provinciën op, die het streekvervoer tussen Utrecht-Gouda-Gorinchem-Rotterdam-Dordrecht beheerste en in 1972 een dochter werd van de NS om uiteindelijk op te gaan in Connexion).
[‘Overigens had Culemborg nog eerder dan Schoonhoven een eigen stoombootdienst. Reeds in 1850 of 1851 opende de Culemborgsche Stoombootreederij van de firma Van Hoytema & Co een dienst naar Rotterdam met de nieuw gebouwde ijzeren raderboot Stad Culemborg. Dit was een veel groter en moderner schip dan de toen al ouderwetse, tweedehands aangeschafte kleine houten raderboot Stad Schoonhoven, waarmee J.H. von Santen & Co in 1857 van start ging. Toch heeft de Culemborgse rederij het moeten afleggen nadat Von Santen in 1869 de ijzeren Stad Schoonhoven verving, overigens ook door een tweedehandse. Dit was de in 1859 gebouwde Willem I van de dienst Nijmegen-Rotterdam van de Stoombootonderneming Theunissen en Cie, de voorloper van de Nijmeegsche Stoomboot Reederij. In 1865 nam Von Santen de Stad Culemborg van Van Hoytema over en hernoemde deze in Vreeswijk‘]
[uit: ‘De Kuilenburgse boot’]
Von Santen trad ook als zelfstandig reder op. Tussen 1859 en 1877 had hij de volgende schepen in de vaart:
1859-1861: bark Catharina Maria (geb. 1846; ex Joost van Vollenhoven, Rotterdam) kap. A.T. Schuchardt (1863 i.d.v. F.H. von Lindern te Alblasserdam). 1861 afgekeurd aan Kaap de Goede Hoop en verkocht voor 700 Pond.
1859-1860 bark Jonge Jan (ex C. Smit, Alblasserdam) kap. E.H. Pfeiffer. 1860 verkocht aan P.A. van der Drift & Co te Alkmaar.
1864- bark Bastiaan Pot (geb. 1863 bij Gebr. Pot, Elshout, voor een groep aandeelhouders). Kap. P. van der Hoog; 1867 J.D.P. van Zetteler.
1864- driemaster Minister Pahud (ex Wm Ruys & Zonen; geveild Rotterdam 27 0ktober voor f 35.500). Kap. E. Lipjes. 1868 niet meer vermeld.
1866- driemaster Antje. Kap. P.van der Hoog.
1868-1870 bark Tollens (geb. 1856; ex Pistorius & Bicker Caarten; geveild Rptterdam 14 mei en 19 juli 1867 voor f 30.800). Kap. B.Verhagen, 1870 H.J. Muller. 1870 vergaan in Indië.
1871-1877 bark Elisabeth Maria (ex Ida Elisabeth, 1855-56 geb. voor W.Ruys J.Dzn; 31 mei 1879 geveild voor f 27.700). Kap. H.J. Muller.1877 verkocht aan N. Brantjes te Purmerend; 1900 gestrand te Reval.
[bron: H. Sweys, Neerlands vloot en reederijen (1858 e.v.)]
Volgens de registers van Rijkstoezicht op het Stoomwezen had J.H. von Santen & Co 1857-1877 onderstaande stoomboten:
Stad Schoonhoven: (ex Willem de Eerste van de Nijmeegse Maatschappij) 1860 buiten dienst en 1861 gestopt.
Krimpen aan de Lek: J. en K. Smit, Kinderdijk –1864 overgegaan op J.H. von Santen en herdoopt in Langstraat voor de dienst Rotterdam – Langstraat (passagiers en goederen Rotterdam Varkensoord).
Sleepboot no 1: Sleepboot op de Nederlandse rivieren: gestationeerd te Vreeswijk
Vreeswijk: Diepeveen, Lels en Smit te K. J.H. von Santen & Co. Dienst Vreeswijk-Rotterdam
Streefkerk: Diepeveen, Lels en Smit. J.H. von Santen & Co. Schroefboot voor goederen en vee.
Groot Ammers : Diepeveen, Lels en Smit. J.H. von Santen & Co. Veeboot op de Ned. rivieren en kanalen.
Provincie Utrecht: IJsselstein, de Vecht en Vreeland. Drie schroefboten: J.H. von Santen & Co.
[bron: M.J. Bottema, Nederlandse stoomboten 1856-1925 (4 dln; z.p. 1984)]
Von Santen was sinds juli 1867 lid van de gemeenteraad van Krimpen en werd herkozen in juli 1873. Als beroep werd vermeld ‘winkelier’. Zijn zwager, de grutter A. van der Mijle, de houthandelaar B. Boogaerdt en de scheepbouwer K. Smit waren al langer lid, resp. sinds 1851, 1852 en 1863. In 1875 werd Von Santen tot wethouder benoemd. Hij was sinds 1853 lid van het Nut, van de sociëteit Harmonie en beschermheer van het Geuzenkorps Pro Patria (1875). Was hij in 1874 kandidaat voor de Tweede Kamer?
Von Santen overleed 19 april 1877, nog geen 58 jaar oud. De Schoonhovensche Courant bevatte een korte necrologie.
Literatuur
J.W.Th. Cohen Stuart, ‘N.V. Reederij op de Lek 100 jaar’, Nederlands Transport 17 (1957) 380-394.
W.J.J. Boot, Van Stoomboot Schoonhoven tot Kapitein Kok (Amsterdam 1985).
[A. Priester], ‘De reder J.H. von Santen 1819-1877; boekhouder bij J. & K. Smit’s Scheepswerven te Krimpen aan de Lek en directeur van de Rederij op de Lek’, Spiegel der zeilvaart 11 (1987) afl, 2, p.12-13.
Bram Belder, De Ouwe Werf: van Cornelis Smit tot Cornelis Verolme 1812-2005 (Alblasserdam 2005).
Familiegegevens en opleiding
Klaas Lammerts Swart werd geboren op Schiermonnikoog op 25 december 1816.
Klaas was getrouwd met Hendrika Reining, geboren te Groningen op 27 februari 1824 en overleden 22 februari 1902.
Algemeen Handelsblad 30 mei 1863
Advertentie. Op heden ontving ik de bevestiging der treurige tijding van het overlijden van mijnen geliefden echtgenoot K.L. Swart, in leven gezagvoerder van het barkschip SENIOR, te Passaroeang den 26ste maart 1863. Wat ik en mijne zes nog minderjarige kinderen in hem verliezen, kunnen slechts zij beseffen, die den overledene gekend hebben
Amsterdam, 28 mei 1863
H.C. Reiningh, wed. K.L. Swart.
Klaas Lammerts Swart: * Schiermonnikoog 25.12.1816
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
K.L.Swart werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 02 mei 1848003. Ten tijde van de inschrijving waren Swart en zijn vrouw 29 resp. 22 jaar. Ingeschreven staat 1 zoon van 11 februari 1846002a.
In de Algemene Vergaderingen van 14/21 juli 1846 werd als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop voorgedragen/benoemd Klaas Lammerts Swart, 29 jaar, voerend het fregat “Wilhelmina Catharina”, wonend op de Kadijk te Amsterdam, op voordracht van kapitein P.E.Karst.023.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 januari 1853 staat een verzoek van kapitein K.L.Swart om aan kapitein A.Bruce een geschenk in zilver uit te reiken vanwege zijn reddingsinspanning bij de ramp van kapitein K.L.Swart.042
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 juli 1863 vraagt de wed. K.L.Swart geb. Reiningh om de reglementaire uitkering welke haar in de vergadering dd 27 augustus 1863 wordt toegekend ingaande 01 mei 1863 voor haar en 5 kinderen.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 22 september 1863 werd per 01 mei 1863 een uitkering in de 1e klasse toegekend aan de wed. K.L.Swart, geb. Reiningh voor haar en 5 kinderen.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
735 1846 fregat Wilhelmina Catharina P.C.de Gijselaar & A.Hulsen
1848-1850 fregat Sumatra H.R.Tollius Glusenkamp
1851-1853 bark Laura en Adèle Bunge & Co
358 1854-1863 bark Senior idem
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093
Naam Schip Vertrek terugkomst
K.L.Swart Senior 10 april 1860 10 april 1861
Senior 25 augustus 1862 11 augustus 1863
Bouma025 vermeldt K.L.Swart als gezagvoerder gedurende:
* 1847 op het 3/m schip “Wilhelmina Catharina” ex Minerva, gebouwd in 1829 teAmsterdam, 450 ton o.m., varend voor P.C.de Gijselaar & A.Hulsen te Amsterdam;
* 1849 t/m 1851 op het 3/m schip “Sumatra” ex Johanna Catharina, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 745 ton o.m., varedn voor H.R.Tollius Glusenkamp te Amsterdam;
* 1852 van de bark “Laura & Adèle”, gebouwd in 1851 te Alblasserdam, 434 ton o.m., varend voor Bunge & Co te Amsterdam. Het schip is van Amsterdam naar Batavia in volle zee verbrand door broeien van de lading koolteer;
* 1852 t/m 1854 van de bark “Laura & Adèle” ex Graafstroom, gebouwd in 1848 te Alblasserdam, 529 ton o.m., varend voor Bunge & Co te Amsterdam;
* 1855 t/m 1861 van de bark “Senior”, gebouwd in 1854 te Amsterdam, 588 ton o.m., varend voor Bunge & Co te Amsterdam;
* 1863 van hetzelfde schip en voor dezelfde reder.
Overige bijzonderheden
Handelsblad 17 december 1852
Bahia 19 november 1852
“Het schip Laura en Adèle, Swart, van Amsterdam n.Batavia, is op 13 Oct.j.l. op 2o ZBr verbrand; de equipage is gered en alhier aangekomen.
Familiegegevens en opleiding
Teunis Jan Donema werd geboren te Schiermonnikoog op 06 maart 1814 als zoon van van Claas Feijes (Jackeles) Donema en Catharina Maria Teunissen (Orre).
Hij huwde voor de eerste maal te Amsterdam op 11 mei 1848 met Catharina Elisabeth Isselhorst, geboren te Amsterdam op 14 augustus 1810 als dochter van Johan Hendrik Isselhorst en Catharina Louisa Beerens. en aldaar Luthers gedoopt op 20 augustus 1810. Zij is overleden te Amsterdam op 17 mei 1855 op de Heerenmansgracht kanton 3 Buurt II nr. 272.
Hij huwde voor de tweede maal te Amsterdam op 11 december 1856 met Carolina Isselhorst, geboren te Amsterdam op 11 januari 1817 en aldaar overleden op 22 maart 1858 op de Haarlemerdijk kanton 4 buurt UU nr.343. Zij was de zuster van zijn eerste echtgenote.
Hij huwde voor de derde maal te Amsterdam op 04 oktober 1865 met Anna Valk, geboren te Zaandam op 18 juli 1816 als dochter van Jan Valk, een gehuwde boekhandelaar, en de ongehuwde Johanna Steenbergen Zij was blijkens de huwelijksakte in 1865 "suppoostinne" te Amsterdam en overleed te Amsterdam op 21 juli 1878.
Hij huwde tenslotte voor de vierde maal te Amsterdam op 27 februari 1879 met Louisa Elisabeth Traphé, op 24 oktober 1816 te Amsterdam als vondeling aangegeven (“aanhebbende een hemdje. Twee borststrookjes een doekje Twee Mutsjes, Een roode onleesbaar, Gevonden alhier in de Langeleydsedwarsstraat bij de Zuydstraat”). Zij overleed te Amsterdam op 26 november 1882 in de Lindenstraat 10.
Teunis Jans Donema overleed te Amsterdam op 29 oktober 1893 in de Lindenstraat kanton 4 nr 10 op de leeftijd van 74 jaar.
Zie ook: H.Feenstra. De Schiermonnikoger familie Donama. Jaarboek Centraal Bureau voor Genealogie 41:208-228, 1987.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
T.J.Donema werd met vlagnummer 573 effectief lid van Zeemanshoop per 06 juni 1854 op voorspraak van C.Tjebbes. Zijn schip was de "Batavier"002.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 30 mei/06 juni 1854 werden als effectief lid voorgedragen benoemd Theunis Jans Donema, oud 40 jaar, voerend het fregat “Batavier”, onder directie van E.& S. & C. St.Martin te Rotterdam, op voordracht van kapitein C.Tjebbes.023.
Hij was met vlagnummer 573 in de periode 1854 t/m 1872 lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop”.
T.J.Donema was met vlagnummer 62 in de periode 1862 t/m 1868 lid van het Schiermonnikoger zeemanscollege “De Herkenning”.
T.J.Donema was met vlagnummer R403 in de periode 1854 t/m 1855 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bstuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 augustus 1858 wordt kapitein T.J.Donema een maand gage wegens schipbreuk toegekend.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 31 augustus 1858 staat dat aan kapitein T.J.Donema wegens schipbreuk een maand gage is toegekend.023.
In het Jaarverslag 1855 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart te Rotterdam (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1855 voor het lidmaatschap heeft bedankt058.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
573 1854-1856 bark Laura en Adèle Bunge en Co
1856-1872 geen opgave van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt T.J.Donema als gezagvoerder gedurende:
* 1855 t/m 1857 van de bark “Laura & Adèle” ex Graafstroom, gebouwd in 1848 te Alblasserdam, 529 ton o.m., varend voor Bunge & Co te Amsterdam;
* 1858 van de 2/msch “Anna”, gebouwd in 1857 te Hoogezand, 166 ton o.m., varend voor J.Sikkens te Sappemeer. Het schip is in een Pampero verongelukt bij Rio Grande;
* 1863 t/m 1866 van de brik “Compagnie”, gebouwd in 1857 te Sappemeer, 157 ton o.m., varend voor v/d Wouden & Luber te Amsterdam. Het schip voer in 1867 voor F.Smelt & Zn te Amsterdam en was herdoopt in “Sagua Packet”.
T.J.Donema was gezagvoerder gedurende:
* 1854 van het 3-mast schip “Batavier”, gebouwd in 1830 te Antwerpen, 442 ton, varend voor E.& S.& C. St. Martin te Rotterdam. Ontleend aan de vermelding bij de inschrijving als effectief lid van “Zeemanshoop”;
* 1855 t/m 1857 van de bark “Laura & Adèle” ex Graafstroom, gebouwd in 1848 bij C.Smit te Alblasserdam, 529 ton, varend voor Bunge & Co te Amsterdam;
* 1858 van de 2-mast schoener “Anna”, gebouwd in 1857 bij Hooites te Hoogezand, 166 ton, varend voor J.Sikkens te Sappemeer. Het schip is in een pampero (koude stofrijke ZW tot W.wind uit de pampa) verongelukt bij Rio Grande. (Bouma);
* 1863 t/m 1866 van de brik “Compagnie”, gebouwd in 1857 te Sappemeer, 157 ton, varend voor v/d Wouden & Luber te Amsterdam. Het schip werd in 1866 voor f 13.000,- verkocht aan F.Smelt & Zn te Amsterdam en herdoopt in “Sagua Packet”. (Bouma).
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.F.C.L.Noël werd met vlagnummer 692 effectief lid van Zeemanshoop per 02 december 1856 op voordracht van A.W.F.van der meer van Kuffeler. Zijn schip was de “Laura en Adèle”. Toegevoegd is “bedankt”002.
In de Algemene Vergaderingen van 25 november.02 december 1856 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgesteld/aangenomen henri Florentijn Constantijn Louis van Noël, oud 28 jaar, voerend de bark “Laura & Adèle”, voor rekening van Bunge & Co, met als adres de heer Jaeger op de O.Z.Voorburgwal bij het Stadhuis te Amsterdam, op voordracht van kapitein A.W.F. v/d Meer van Kuffeler.023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 januari 1859 staat een bericht van H.F.C.L. van Noël, dat hij bedankt voor het lidmaatschap en de deelneming in het Weldadig Zeemans Fonds, “behoudens bevoegdheid om de vlag van het Collegie te voeren.” Dit laatste wordt afgewezen als zijnde strijdig met het Reglement.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 31 oktober 1861 wordt een brief gemeld van kapitein van Noël (inhoud niet vermeld): “Besloten kapt. von Noël als Effecttief Lid ontslagen en zijne deelneming als vernietigd te beschouwen met 17 Aug. 1861 behoudens vordering der lopende contributie.”042
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 01 februari 1859 staat vermeld een: “Brief van Kapt. H.F.C.L.van Noël bedankende voor het lidmaatschap en de deelneming in het Fonds, doch verzoekende de Vlag van het Collegie te blijven voeren welk verzoek is gewezen van de hand als strijdig met het Reglement.”023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
692 1856-1861 bark Laura en Adèle Bunge & Co
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093
H.F.C.L. von Noël Laura & Adèle 29 maart 1860 21 mei 1861
Laura & Adèle 24 juli 1861 02 oktober 1862
Bouma025 vermeldt H.F.C.L. van Noël als gezagvoerder gedurende:
* 1858 t/m 1862 van de bark “Laura & Adèle” ex Graafstroom, gebouwd in 1848 te Alblasserdam, 529 ton o.m., varend voor Bunge & Co te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Daniël Thomas Lund is getrouwd met Adriana Schouten, geboren 25 november 1834 te Den Helder en overleden 28 februari 1916.
Daniél overleed in 1867 en bij zijn overlijden is Den Helder als woonplaats vermeld.118
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
D.T.Lund werd met vlagnummer 669 effectief lid van "Zeemanshoop" per 22 april 1856 op voorspraak van P.Buijs Jr Ten tijde van de inschrijving was zijn schip de "Walborg". Toegevoegd is "overleden"002.
In de Algemene Vergaderingen van 15/22 april 1856 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgesteld/aangenomen Daniël Thomas Lund, oud 29 jaar, voerend de brik Walborg, onder directie van Joh.Bletz & J.P.Dudok van Heel, op voordracht van kapitein P.BuijsJr.023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 augustus 1867 vraagt de wed. D.T.Lund geb. A.Schouten om de reglementaire uitkering die haar in de veragdering dd 26 september 1867 wordt toegekend ingaande 01 juni 1867 voor haar en 2 kinderen.042
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 januari 1874 staat een brief vanB.Werendlijn Smit “inlichting vragend wegens het ontvangen der uitkering van de Wed. D.T.Lund.”042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd. 15 oktober 1867 wordt gemeld dat per 01 juni 1867 een uitkering in de 1e klass afd. C. wordt toegekend aan de wed. D.T.Lund geb Schouten voor haar en 2 kinderen. 023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
669 1856-1861 brik Walborg Johs.Bletz & J.P.Dudok van Heel
1862-1866 bark Laura en Adèle Bunge & Co
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
kapitein naam schip vertrek terugkomst
D.T.Lund Walborg 11 oktober 1861 05 november 1862
Laura & Adèle 22 mei 1863 21 mei 1864
Laura & Adèle 22 juli 1864 18 oktober 1865
Laura & Adèle 20 februari 1866 30 augustus 1867
Bouma025 vermeldt D.T.Lund als gezagvoerder gedurende:
* 1857 t/m 1863 van de ijzeren brik “Walborg”, gebouwd in 1856 te Amsterdam, 189 ton o.m., varend voor J.Bletz & J.P.Dudok van Heel te Amsterdam;
* 1864 t/m 1867 van de bark “Laura & Adèle” ex Graafstroom, gebouwd in 1848 te Alblasserdam, 529 ton o.m., varend voor Bunge & Co te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Christianus Gerhardus Philippus werd geboren op 27 augustus 1843 te Delfzijl als zoon van Johannes Harmannus Rottinghuis en Anne Elisabeth Agnes Meijer. Hij was de oudere broer van kapitein Petrus Johannes Rottinghuis.
Geen huwelijksakte kunnen vinden.
Hij overleed op 20 juni 1882 te Delfzijl, 38 jaar. Er is in de overlijdensakte geen relatie genoemd en kennelijk is hij nooit gehuwd geweest
In de ledenlijsten van het zeemanscollege te Delfzijl en ook in de reeks monsterrollen uit het Gemeentearchief van Delfzijl komen de initialen G.C.P. en de namen Christiaan Mattheus Philippus, Christiaan Philippus Mattheus en Christiaan Philippus Harm voor.
In geval van de initialen in de ledenlijsten voeren zowel C.H.P. als G.C.P. hetzelfde vlagnummer.
In geval van de namen in de monsterrollen passen de afwijkende namen, wat betreft schip, leeftijd en woonplaats in de reeks van Christiaan Gerhardus Philippus. In geen van deze gevallen zijn in Groningen of op de site van Genlias aansluitende burgerlijke stand gegevens gevonden.
Het is speculatief om ervan uit te gaan dat er in alle gevallen sprake is van schrijffouten, maar een oplossing voor de verwarring in naamgeving kan ik niet geven.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
C.G.P.Rottinghuis was effectief lid van het zeemanscollege “Vereeniging” te Delfzijl met vlagnummer 8 in de periode 1872 t/m 1883. (de ledenlijsten vermelden van 1872-1877 de initialen als G.C.P.)
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt C.G.P.Rottinhuis als gezagvoerder gedurende:
* 1871 t/m 1875 van de schoenerbrik “Geessien Schreuder” ex Triëste, gebouwd in 1844 te Nieuwendam, 197 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Delfzijl;
* 1876 t/m 1880 van de bark “Johannes” ex Laura & Adèle, ex Graafstroom, gebouwd in 1848 te Alblasserdam, 592 ton o.m., varend A.J.Bos te Bierum. Het schip werd 1 maal te Harlingen geregistreerd.
Gemeentearchief te Delfzijl.
Monsterrol 1862-19, 05 maart 1862, kof “Helena”, kapitein Harmannus Schreuder, 48 jaar uit Farmsum. Voorts kok, 2 matrozen, waaronder C.G.P.Rottinghuis, 18 jaar uit Delfzijl en een lichtmatroos;
Monsterrol 1865-43, 03 april 1865, galjoot “Arendina Catharina”, kapitein Leeuwe Roelfs Leeuwes, 54 jaar uit Wildervank. Voorts stuurman Christianus Gerhardus Phillip. Rottinghuis, 22 jaar uit Delfzijl;
Monsterrol 1866-44, 30 april 1866, kof “Castor”, kapitein Johannes H.Boekhoudt, 42 jaar uit Delfzijl. Voorts een stuurman C.G.Ph. Rottinghuis, 22 jaar uit Delfzijl, kok en een matrroos;
Monsterrol 1867-23, 08 maart 1867, kof “Johanna Catharina”, kapitein Berend van Veen, 37 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Christianus Gerhardus Philippus Rottinghuis, 23 jaar uit Delfzijl, kok, en 2 matrozen;
Monsterrol 1870-5, 04 maart 1870, galjoot “Pauwel Wiertsema”, kapitein Hindrik Nijhof, 34 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Christiaan G.P.Rottinghuis, 26 jaar uit Delfzijl, kok, matroos en 2 lichtmatrozen;
Monsterrol 1870-92, 17 oktober 1870, schoener “Geessien Schreuder”, kapitein Christianus Gerhardus Philippus Rottinghuis, 27 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Hayo Post, 31 jaar uit Farmsum, kok, 3 matrozen en een lichtmatroos;
Monsterrol 1871-10, 02 maart 1871, schoener “Geessien Schreuder”, kapitein C.G.Ph. Rottinghuis, 27 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Hayo Post, 32 jaar uit Farmsum, kok, 2 matrozen en 2 lichtmatrozen;
Monsterrol 1871-56, 16 augustus 1871, schoener “Geessien Schreuder”, kapitein Christianus Gerhardus Philippus Rottinghuis, 27 jaar uit Delfzijl. Voorts 2 matrozen;
Monsterrol 1872-9, 27 februari 1872, schoener “Geessien Schreuder”, kapitein Christiaan Gerhardus Philippus Rottinghuis, 28 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Lucas Smaal, 21 jaar uit Delfzijl, kok, 2 matrozen en 2 lichtmatrozen;
Monsterrol 1872-47, 02 mei 1872, schoener “Geessien Schreuder”, kapitein Christiaan Mattheus Philippus Rottinghuis, 28 jaar uit Delfzijl. Voorts een matroos;
Monsterrol 1872-65, 24 juni 1872, schoener “Geessien Schreuder”, kapitein Christiaan Mattheus Philippus Rottinghuis, 28 jaar uit Delfzijl. Voorts kok en een matroos;
Monsterrol 1872-97, 21 augustus 1872, schoener “Geessien Schreuder”, kapitein Christiaan Mattheus Philippus Rottinghuis, 28 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Geert Pauls Lameijer, 32 jaar uit Nieuweschans, kok en een matroos;
Monsterrol 1873-13, 28 februari 1873, schoener “Geessien Schreuder”, kapitein Christiaan Gerhardus Philippus Rottinghuis, 29 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Bernardus Wilhelmis Grummels, 24 jaar uit Appingedam, kok, 2 matrozen en 2 lichtmatrozen;
Monsterrol 1873-80, 25 juni 1873, schoener “Geessien Schreuder”, kapitein Christiaan Gerhardus Philippus Rottinghuis, 29 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Hindrik Jans Dik, 35 jaar uit Nieuwe Pekela;
Monsterrol 1873-118, 03 september 1873, schoener “Geessien Schreuder”, kapitein Christiaan Gerhardus Philippus Rottinghuis, 30 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Cornelis van Wattum, 50 jaar uit Delfzijl, matroos en 2 lichtmatrozen;
Monsterrol 1874-5, 24 februari 1874, schoener “Geessien Schreuder”, kapitein Christiaan Mattheus Philippus Rottinghuis, 30 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Cornelis van Wattum, 49 jaar uit Delfzijl, kok, 3 matrozen en een kajuitwachter;
Monsterrol 1874-56, 10 april 1874, schoener “Geessien Schreuder”, kapitein Christiaan Gerhardus Philippus Rottinghuis, 30 jaar uit Delfzijl. Voorts 2de stuurman Jan Christiaans Stenger, 18 jaar uit Farmsum;
Monsterrol 1874-89, 08 juli 1874, schoener “Geessien Schreuder”, kapitein Christiaan Gerhardus Philippus Rottinghuis, 30 jaar uit Delfzijl. Voorts 2 matrozen;
Monsterrol 1874-131, 14 september 1874, schoener “Geessien Schreuder”, kapitein Christiaan Mattheus Philippus Rottinghuis, 31 jaar uit Delfzijl. Voorts 2 matrozen;
Monsterrol 1876-115, 11 augustus 1876, bark “Joannis”, kapitein Christiaan Gerhardus Philippus Rottinghuis, 31 jaar uit Delfzijl. Voorts 2de stuurman Georg Will. Hansen, 29 jaar uit Helsingör, kok, 2 matrozen en een lichtmatroos;
Monsterrol 1877-70, 13 april 1877, bark “Johannes”, kapitein Christianus Philippus Harm Rottinghuis, 33 jaar uit Delfzijl. Voorts 1ste stuurman Cornelis van Wattum, 50 jaar uit Delfzijl, 2de stuurman Geert Stenger, 18 jaar uit Farmsum, bootsman, timmerman, zeilmaker, kok, 2 matrozen, 2 lichtmatrozen en een kajuitwachter;
Monsterrol 1877-123, 06 augustus 1877, bark “Johannes”, kapitein Christiaan Gerhardus Philippus Rottinghuis, 35 jaar uit Delfzijl. Voorts zeilmaker 2 matrozen en 2 lichtmatrozen;
Monsterrol 1883-124, 22 november 1883, schoener “Geessien Schreuder”, kapitein Christianus Philippus Mattheus Rottinghuis, geen leeftijd vermeld uit Delfzijl. Enige naam op de monsterrol.
Samenvatting van de monsterrollen
-
Voor de problematiek m.b.t. de naamgeving zie de opmerkingen bij de familiegegevens. Er is wat betreft de monsterrollen vanuit gegaan dat het in alle gevallen gaat om Christiaan/Christianus Gerhardus Philippus Rottinghuis.
-
Er zijn in totaal 23 rollen die worden toegescheven aan C.G.P.Rottinghuis. Alle zijn afkomstig uit het Gemeentarchief van Delfzijl.
-
De monsterrollen zijn gedateerd van 1862 t/m 1883 met als leeftijden 18 t/m 38 jaar. De zeeemanscarriére heeft minstens 20 jaar geduurd.
-
Als woonplaats is altijd Delfzijl vermeld
-
Overzicht van de monsterrollen:
* 1862 matroos op de kof “Helena”, kapt. Harmannus Schreuder 18 jaar
* 1865 stuurman op de galjoot “Arendina”Catharina”, kapt.Leeuwe R.Leeuwes 22 jaar
* 1866 stuurman op de kof “Castor”, kapt. Johannes H. Boekhoudt 22 jaar
* 1867 stuurman op de kof : Johanna Catharina”, kapt. Berend van Veen 23 jaar
* 1870 stuurman op de galjoot “Pauwel Wiertsema”, kapt. Hindrik Nijhof 26 jaar
* 1870-1874 kapitein op de schoener “Geessien Schreuder” 27-31 jaar
* 1877 kapitein op de bark “Johannes” 35 jaar
-
Er is een monsterrol gedateerd uit 1883, maar dat is na zijn overlijden in 1882.
Overige bijzonderheden
Geen
|