Familiegegevens en opleiding
Dirk Smit werd geb./ged op 15 juni 1811 te Groningen (of Westerhoek) als zoon van de Nederlands Hervormde Cornelis Smit en Egberdina Jacobs Oomkes. Hij woonde te Alblasserdam en later te Rotterdam-Kralingen o.a. aan de Oudendijk nr. 45. Hijn trouwde te Rotterdam op 29 april 1835 met Maria van Nooyen, geboren 15 juli 1813 te Rotterdam als dochter van de Nederlands Hervormde Klaas van Nooyen en Anna Franke, tapster. Hijoverleed op 15 maart 1865 als gezagvoerder aan boord van het schip “Dorothea Henriëtte”, zeilende in de Indische Oceaan 36o54 ZBr. en 72o48’OL aan de gevolgen van Apeptexia (sic)005.
NRC 12 juni 1865114
Advertentie. Heden ontving ik het treurig bericht dat mijn hartelijk geliefde echtgnoot Derk Smit, gezagvoerder van het barkschip DOROTHEA HENRIETTE, op zijn reis naar Samarang de 15e maart j.l. aan boord van genoemde bodem, toen zeilende in de Indische Zee, in de ouderdom van bijna 53 jaren is overleden. Wat ik, mijn kinderen en behuwd zoon aan de brave man en vader verliezen, zal ieder beseffen, die de waardige overledene heeft gekend. – Enige kennisgeving.
Kralingen, 10 juni 1865 Wed. D. Smit, M. van Nooijen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
D.Smit was met vlagnummer R114 in de periode 1841 t/m 1865 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1865 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1865 is overleden058.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein D.Smit met vlagnummer R114 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
1849 van de bark “Maria Magdalena” 213 last varend voor W. Bunge & Co te Roterdam
1851 van de bark “Dorothea Henriette” 221 last varend voor W.Bunge & Co te Rotterdam
1855 geen schip en reederij vermeld
1858, 1859,
1862 t/m 1864 van de bark “Dorothea Henriette” 221 last varend voor W. Bunge & Co te Rotterdam
D.Smit was in 1849 gezagvoerder op de “Maria Magdalena”062.
Bouma025 vermeldt D.Smit als gezagvoerder gedurende:
-
* 1842 t/m 1845 van de bark “Adelaar”, gebouwd in 1835 te Kinderdijk, 221 ton o.m., varend voor W.Smit Jr te Rotterdam. Het schip ging in 1845 over naar rederij Bonke & Co te Rotterdam en herdoopt in “Gerardina”;
-
* 1845 t/m 1847 van de bark “Hong Kong”, gebouwd in 1845 te Elshout, 260 ton o.m., varend voor C.Smit te Alblasserdam;
-
* 1848 t/m 1850 op de bark “Maria Magdalena”, gebouwd in 1847 te Alblasserdam, 403 ton o.m., varend voor W.Bunge & Co te Rotterdam
-
* 1851 t/m 1856 op de bark “Dorothea Henriëtte”, gebouwd in 1850 te Alblasserdam, 419 ton o.m., varend voor W.Bunge & Co te Rotterdam;
* 1858 t/m 1865 op hetzelfde schip en voor dezelfde reder. Het schip werd verkocht aan W.Pont te Edam en herdoopt in “Pieter”.
Overige bijzonderheden
Dirk Smit was schipper op de “Dorothea Henriette” en zeilde op 23 juni 1860(?) ’s morgens 4.15 uur op 48o35’NBr en 18o17’WL. Zijn 1e stuurman was Johannes Bartholomeus van Eldijk, 30 jaar, geboren en wonende te Rotterdam. Zijn 2e stuurman was Johan Jacob Benjamin van Ort, 25 jaar, geboren en wonende te Nijmegen (Bron: Gemeentearchief van Rotterdam, Burgerlijke Stand Overlijden Rotterdam 1860 Deel C.Folio 165, aktenr. 2268).
Met hetzelfde schip lag hij op 09 juni 1859 op de rede van Semarang (?) met dezelfde twee stuurlieden (Bron: Idem Deel C Folio 165 aktenr. 2269)062a.
In “Nederlanders to Northeastern Wisconsin. A genealogical resource for Dutch immigrants to the Little Chute, Wisconsin Area”, 2nd edition, door John L Petit, 1999, Uitg. Fox Valley Genealogical Society Appleton, Wisconsin.(Cent. Bur. Genealogie, code US/Wis/C/Petit) staat de opgave dat de bark “Maria Magdalena” onder kapitein D.Smit op 26 maart 1848 van Hellevoetsluis uitvoer en te New York arriveerde op 08 mei na een reis van 44 dagen. Aan boord een groep Nederlandse landverhuizers.
Datum vanaf: |
1847 |
Kapitein: |
Smit, Dirk |
Overige informatie: |
0 |
Familiegegevens en opleiding
Fransz Hermann Popken werd gedoopt te Bockhorn (Oldenburg) op 03 september 1787 als zoon van Herman Popken en Itje Dorothea Schuller.
Hij trouwde op 19 juli 1818 te Rotterdam met Jacoba Schmol, gedoopt op 25 oktober 1789 te Rotterdam als dochter van Oswald Schmol en Cornelia van der Bie.
Hij overleed te Rotterdam aan de Oostmolenstraat Wijk 12 nr. 103 op 20 april 1854005.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
F.H.Popken werd met vlagnummer 688 effectief lid van Zeemanshoop per 06 augustus 1844 op voordracht van B.J.Martens. Zijn schip was de "Tropicus". Toegevoegd is "bedankt"002. Ten tijde van de inschrijving waren Popken en zijn vrouw 25 en 20. Ingeschreven staat 1 zoon uit 1842002a.
In de Algemene Vergaderingen van 23/30 juli 1844 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgesteld/aangenomen Franz Hermann Popken, oud 25 jaar, voerend de schoner “Tropicus”, wonend te Rotterdam, op voordracht van kapitein B.J.Martens.023.
F.H.Popken was met vlagnummer R14 in de periode 1840 t/m 1854 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
F.H.Popken was in 1859 afwisselend commissaris van de Maatschappij058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
688 1844-1850 schoner Tropicus J.Hudig te Rotterdam
1851 geen vermelding van schip en boekhouder
1852-1853 bark Maria Magdalena W.Bunge & Co te Rotterdam
322 1854 bark Maria Magdalena idem
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein F.H.Popken als gezagvoerder in de ledenlijsten vermeld van058:
* 1849 op de schoener “Tropicus 60 last varend voor Hudig & Blokhuyzen te Rotterdam
* 1851 op de bark “Maria Magdalena” 213 last varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam
Bouma025 vermeldt F.H.Popken als gezagvoerder gedurende:
* Er wordt geen kapitein Popken als gezagvoerder van een schip de “Amphitrite” genoemd;
* 1844 t/m 1851 op de 2/m schoener “Tropicus”, gebouwd in 1843 te Rotterdam, 114 ton o.m., varend voor J.Hudig te Rotterdam;
* 1851 t/m 1854 op de bark “Maria Magdalena”, gebouwd in 1847 te Alblasserdam, 403 ton o.m., varend voor W.Bunge & Co te Rotterdam.
Van Sluijs013 vermeldt wèl de “ Amphitrite” in 1840 onder kapitein F.H.Popcken, varend voor J.Hudig teRotterdam op weg naar Suriname. Hij noemt dit schip een schooner galjoot, gebouwd in 1835 te Rotterdam, 77 ton.
Overige bijzonderheden
“Kapt. den Breems passeerde op …. 24-05-1842 ter hoogte van Duinkerken kapt. F.H.Popken “Amphitrite” naar Suriname”005.
Bouma025 vermeldt geen kapitein F.H.Popken op een schip de “Amphitrite”.
Franz Hermann Popken maakte de volgende reizen005:
* Amphitrite 1840 Hellevoetsluis - Suriname geen lading vermeld
* 1840/41 Hellevoetsluis - Suriname - Hellevoetsluis geen lading vermeld
* 1841/42 Hellevoetsluis - Nickerie - Rotterdam terug: suiker
* 1842 Hellevoetsluis - Suriname
* Kapt. H.den Breems rapporteert op 24-05-1842 ter hoogte van Duinkerken te hebben gepasseerd
de schoener “Amphitrite”, kapt. F.H.Popken, naar Suriname
* 1842 Nickerie - Rotterdam suiker
* 1843 Nickerie - Rotterdam suiker
* 1843 Suriname - Rotterdam suiker
* Tropicus 1844 Nickerie - Rotterdam geen lading vermeld
* 1844 Nickerie - Rotterdam suiker
* 1849 Rotterdam - Boston stukgoederen
* 1849 Rotterdam - Boston stukgoederen
* 1850 Rotterdam - Boston stukgoederen
* Maria Magdalena 1852 New York - Rotterdam diversen
* 1852 Rotterdam - New York - Rotterdam heen: passagiers; terug; diversen
* 1852/53 Rotterdam - Soerabaja - Rotterdam heen; diversen; terug; suiker, tabak
* 1854 Java - Rotterdam diversen
Familiegegevens en opleiding
In het Bevolkingsregister 1851-1853 (-1864) van Amsterdam staat vermeld Jan Marinus van der Veen, geboren 04 december 1823 te Kampen, Nederl. Hervormd, wonend op de Nieuwe Zijds Voorburgwal 148, in 1862 gekomen uit Nieuwer Amstel.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.M. van der Veen was met vlagnummer R307 in de periode 1851 t/m 1855 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1855 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1855 voor het lidmaatschap heeft bedankt058
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein J.M. van der Veen met vlagnummer R307 als gezagvoerder in de ledenlijst van058:
* 1851 van de sch. “Johanna & Louisa” 120 last varend voor W.Bunge & Co te Rotterdam
Bouma025 vermeldt J.M.van der Veen als gezagvoerder gedurende:
* 1852 van de sch.brik “Johanna & Louisa” ex Mathilda Louisa, gebouwd in 1848 te Middelburg, 134 ton o.m., varend voor Bunge & Co te Rotterdam;
* 1856 van de bark “Maria Magdalena”, gebouwd in 1847 te Alblasserdam, 403 ton o.m., varend voor W.Bunge & Co te Rotterdam;
* 1857 t/m 1859 van de bark “Henriëtte”, gebouwd in 1856 te Alblasserdam, 606 ton o.m., varend voor W.Bunge & Co te Rotterdam. Het schip voer in 1860 voor F.H. von Lindern te Alblasserdam en was herdoopt in “Zes Gzusters”.
Overige bijzonderheden
J.M.van der Veen vertrok op 10 januari 1855 vanuit Hellevoetsluis op de “Maria Magdalena” met 4 officieren en 110 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 17 mei 1855 na 127 dagen. Onderweg waren 3 manschappen overleden en werd er 1 vermist065.
Familiegegevens en opleiding
Johann Henrich Willenbrinck werd geboren op 15 november 1821 te Lohne in Oldenburg als zoon van de Rooms-Katholieke Johann Henrich Willenbrinck en Maria Elizabeth Wehry. Hij vestigde zich op 21 juli 1856 te Rotterdam waar hij o.a. woonde aan de Boomgaardslaan Wijk 15 nr. 448.
Hij huwde op 09 juli 1856 te Rotterdam met Maria Theresia Puthof, geboren op 27 maart 1839 te Rotterdam als dochter van de Rooms-Katholieke Johann Bernard Puthof, logementhouder, en Maria Theresia Honing005.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.H.Willenbrink was met vlagnummer R448 in de periode 1856 t/m 1878 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein J.H.Willenbrinck met vlagnummer R448 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1858, 1859,
1862 t/m 1865 van de bark “Maria Magdalena” 213 last varend voor W.Bunge & Co te Rotterdam
* 1866, 1867 van de bark “Wilhelmina” 377 last varend voor H.& F.Kröner te Rotterdam
* 1874 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt J.H.Willebrinck als gezagvoerder gedurende:
* 1858 t/m 1867 op de bark “Maria Magdalena”, gebouwd in 1847 te Alblasserdam, 403 ton o.m., varend voor W.Bunge & Co te Rotterdam. Het schip werd in 1867 verkocht aan van Veen en van der Meulen te Nieuwediep en herdoopt in “Aart en Cornelis”;
* 1867 t/m 1874 op de bark “Wilhelmina”, gebouwd in 1860, 713 ton o.m., varend voor H.& F.Kröner te Rotterdam. Het schip strandde in 1874 in Straat Bali en raakte wrak.
Zeetijdingen 20 juni 1874: bark Wilhelmina onder kapitein J.H.Willebrink In Straat Baly gestrand en wrak.
Overige bijzonderheden
Op 20 april 1859 vertrok van Hellevoetsluis de bark "Maria Magdalena" van Bunge & Co onder kapitein J.H.Willebrink en arriveerde te Batavia op 20 augustus 1859 na een reis van 121 dagen026(38/049).
Johann Henrich Willenbrinck maakte de volgende reizen005:
* Maria Magdalena 1856 Rotterdam - New York - Schiedam heen: diversen; terug: rogge, thee,
meel, diversen
1858 Cochin - Rotterdam huiden, diversen
1860 ? - Rotterdam koffie
1860/61 Rotterdam - Macassar - Rotterdam heen: diversen; terug: suiker, koffie
1861 Rotterdam - Batavia ballast
1862 Semarang - Rotterdam koffie
1862/63 Rottedam - Buenos Aires –
New York - Rottedam heen: diversen; terug meel, logwood
1863/64 Rotterdam - Padang –
Tjilatjap - Rotterdam heen: diversen; terug: koffie
1865 Rotterdam - Semarang - Rotterdam heen: diversen; terug: koffie
* Wilhelmina 1866/67 Rotterdam - New York - Rotterdam heen: diversen; terug: diversen
1867 Rotterdam - New York - Rotterdam heen: diversen; terug: diversen
1867 Rotterdam - New Castle diversen
1870 Batavia - Rotterdam suiker, koffie
1871 Rotterdam - Singapore stukgoederen
C.1857 maakte 3e stuurman Obe Douwes van der Wal een reis naar Cardiff en vandaar naar China op de “Maria Magdalena” onder gezag van kapitein J.H.Willenbrink. In het Kanaal van Bristol kreeg het schip met een zware storm te maken.
In het kader van de discussie over de invoering van de Tuchtwet in Nederlands Indië werd in 1865 een memorie aangeboden “aan zijn Excellentie den Gouverneur Generaal van Nederlandsch-Indië over de Wettelijke bepalingen omtrent de handhaving der orde en tucht aan boord der koopvaardijschepen binnen Nederlandsch-Indië.” Deze memorie werd ondertekend door T.H.Willenbrenk.104 (is dit dezelfdekapitein?)
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt H.Jorgensen als gezagvoerder gedurende:
* 1867 t/m 1869 van de bark “Aart & Cornelia”, ex Maria Magdalena, gebouwd in 1847 te Alblasserdam, 403 ton o.m., varend voor van Veen & van der Meulen te Nieuwediep;
* 1870 t/m 1872 van de bark “Gebroeders Jansen” ex Linden, gebouwd in 1852 te Thomaston, 417 ton o.m., varend voor van Veen & v/d Meulen te Nieuwediep;
* 1872 t/m 1879 van de bark “Libra” ex Camilla, gebouwd in 1862 te SearsPort, 472 ton o.m., varend voor van Veen & v/d Meulen te Nieuwediep;
* 1870 t/m 1881 van het 3/mschip “Nicolette” ex Bonniton, gebouwd in 1865 te Quebec, 1211 ton o.m., varend voor van Veen & v/d Meulen te Nieuwediep;
* 1882 t/m 1891 van hetzelfde schip en varend voor dezelfde reeder, maar nu vanuit Amsterdam. Het schip is in 1891 op 47oN/36oW in zinkende toestand verlaten;
* 1880 t/m 1881 van de bark “Orion” ex Anevoca, gebouwd in 1864 te Quebec, 592 ton o.m., varend voor van Veen & v/d Meulen te Nieuwediep. (Kennelijk heeft kapitein Jörgensen zijn commando over de “Nicolette” onderbroken voor een reis op de ”Orion”
Overige bijzonderheden
De Harlinger Courant dd 29 oktober 1874 vermeldt in de rubriek Scheepvaart-berigten het volgende096:
Binnengekomen:
“Cuxhaven 25 Oct. Libra, H.Jorgensen, Riga n. Holland, met schade aan het roer.”
De Harlinger Courant dd 06 november 1874 vermeldt in de rubriek Scheepvaart-berigten het volgende096:
Binnengekomen:
“Texel 03 Nov. Z.W. Libra. H.Jorgensen, Riga l.v. Cuxhaven.”
E-mail Ger Mulder, dd 12 augustus 2005 g.j.mulder@wxs.nl
Dag meneer Parma,
In het kadaster stuitte ik onlangs bij toeval op een bark 'Nicolette' van een Gerrit van Brakel c.s. uit Dordrecht.
Nu had ik destijds in Groningen een jeugdvriend genaamd Gerrit van Brakel, die later een zeilboot kreeg die hij 'Nicolette' noemde. Zij moesten familie zijn, hetgeen inderdaad het geval was.
Ik heb de geschiedenis van de 'Nicolette' even opgevist voor zover ik deze in het kadaster vond en aan mijn vriend gezonden.
Hetzelfde doe ik nu aan u, waaruit u zult zien dat de verkoop door Van Brakel cs aan de mannen in Nieuwediep een jaar eerder was dan 'Bouma' aangeeft.
Fregat ‘NICOLETTE’
Dit schip werd in 1865 als ‘BONNITON’ in Quebec, Canada gebouwd voor rekening van de
heren R.W. Morgan, J.W. Adamson, T. Ronaldson, J. Brunswick, H.W. Low, J. Brown en R. Barclay Brown, vrijwel allen woonachtig in Londen. De heren konden weliswaar geen bewijs van eigendom overleggen, maar verklaarden dat het schip hun eigendom was en vrij van schulden in eigendom werd overgedragen.
Het driemast zeilschip was groot 1063 ton.
Begin augustus 1869 verkochten de heren hun schip, liggende in Rotterdam, aan een consortium bestaande uit een zestal investeerders uit Dordrecht onder leiding van Gerrit van Brakel Gerritszoon. De participanten in het schip waren:
- van Brakel Gzn, koopman (in koloniale waren), 15/106e aandeel
O.J. van der Elst van Bleskensgraaf, koopman, 19/106e aandeel
- van der Elst, medicinaedoctor, 15/106e aandeel
- Vriesendorp, agent der Nederlandsche Handel Maatschappij, 12/106e aandeel
- Bouten, ridder der Orde van de Eikenkroon, particulier, 15/106e aandeel
C.J.J. Verbroek, koopman 15/106e aandeel
Simon van Brakel, koopman, 15/106 aandeel
Het fregatschip met deszelfs rondhout, staande en loopende want, ankers, kettingen, touwen, zeilen en verdere scheepsgereedschappen, niets daarvan uitgezonderd, werd gekocht voor £ 6500 oftewel ƒ 78.000. Betaling geschiedde in wissels tegen een koers van ƒ 12,00. Op deze aankoop werd geen hypotheek gegeven.
De afmetingen waren 53,12 m. lang, 10,96 m. breed en hol 6,84 m. Het fregat was volgens de nieuwe meting nu 1004 ton groot.
Het schip – dat de naam ‘NICOLETTE’ kreeg – werd onder Nederlandse vlag gebracht en op 2 september 1869 in het kadaster in Rotterdam teboekgesteld; de registratiekosten bedroegen ƒ 2.152,80.
De ‘NICOLETTE’ kreeg het brandmerk 1086 Rott 1869. Kapitein werd A.G. Bouten.
Gerrit van Brakel Gzn was handelaar in koloniale waren en werd de ‘boekhouder’, d.w.z. manager. Dat hield in, dat hij de dagelijkse gang van zaken regelde, zoals financiën, verzekeringen, bevrachting, bemanningszaken, onderhoud en reparatie.
Gerrit van Brakel (* 1935) vertelde uit de familie gehoord te hebben dat het schip indertijd werd gebruikt voor de vaart op Oost-Indië. Daarom was het commercieel nuttig dat J. Vriesendorp als agent van de N.H.M. in het schip aandelen had. Deze maatschappij was weliswaar niet meer de monopoliehouder bij de export van specerijen uit het Verre Oosten maar nog wel een grote speler op deze markt.
Op 09.01.1881 werd de ‘NICOLETTE’ inclusief inventaris en chronometer, liggende in de Kolkhaven in Dordrecht, tijdens een openbare verkoping verkocht aan Jan Kroonen, aannemer wonende te Dordrecht.
Ten gevolge de niet betaling der Koopsommen en kosten waarvoor die toewijzing is geschied werd Kroonen op 28 januari 1881 na sommatie tot betaling in gebreke gesteld.
Op 9 maart 1881 volgde een tweede verkoping in het koffijhuis ‘Koophandel en Zeevaart’ aan de Groenmarkt in Dordrecht, ten verzoeke van de heer Gerrit van Brakel Gerritszoon, reeder op vracht, en mede op verzoek van de mede-eigenaren (die nog dezelfde aandelen-verhoudingen hadden als bij de aankoop in 1865).
Bij de eerste sessie van de veiling werd bij opbod ƒ 20.000 geboden door Henri Vriesendorp Jr, makelaar in Dordrecht. Deze verdiende daarmee ƒ 200, namelijk het 1% strijkgeld. Daarna volgde de afslag, waarbij op ƒ 40.000 werd begonnen. Bij ƒ 21.500 klonk het “mijn” van Eduard Carel Antonie Koli, makelaar te Amsterdam. Deze verklaarde terstond te hebben gehandeld voor de Heeren Van Veen en Van der Meulen, reeders (en zeilmakers) te Nieuwediep. Op deze aankoop kwam nog 5% aan diverse kosten voor de kopers. Ook de chronometer werd door de kopers overgenomen; de prijs hiervoor bedroeg ƒ 40.
Kapitein van het fregat dat de naam ‘NICOLETTE’ behield werd H. Jörgensen.
Op 28 maart 1881 volgde de teboekstelling van de nieuwe eigenaars in het kadaster te Rotterdam.
Van Veen en Van der Meulen waren sinds maart 1865 reeds eigenaar van de 617 ton grote bark Gebroeders Janzen (ex ‘Linden’), die zij voor ƒ 21.000 tweedehands hadden gekocht.
In juli 1879 hadden zij de 512 ton grote bevaren bark ‘Anevoca’ voor ƒ 16.000 aangeschaft.
Volgens ‘Zeetijdingen’ van 13 oktober 1891 was de NICOLETTE onder kapt. Jörgensen op 21 september 1891 van Quebec naar Greenock vertrokken met een lading hout. Op 7 oktober 1891 werd het in zinkende staat verlaten, waarna het schip is gezonken op een positie 47°25’ N.B. 35°41’ W.L (d.w.z. ongeveer 900 mijl oostelijk van Newfoundland). De bemanning werd gered door het s.s. PHIDIAS en op 12 oktober in Liverpool aan land gebracht.
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt M.F.Sanne als gezagvoerder gedurende:
* 1868 t/m 1869 van de bark “Aleida & Maria”, ex Kijkduin, gebouwd in 1854 te Nieuwendam, 363 ton o.m., varend voor van Veen & v/d Meulen te Nieuwediep;
* 1870 t/m 1872 van de bark “Aart & Cornelia”, ex Maria Magdalena, gebouwd in 1847 te Alblasserdam, 403 ton o.m., varend voor van Veen & van der Meulen te Nieuwediep;
* 1873 t/m 1879 van de bark “Gebroeders Jansen” ex Linden, gebouwd in 1852 te Thomaston, 417 ton o.m., varend voor van Veen & v/d Meulen te Nieuwediep;
* 1880 t/m 1881 van de bark “Libra” ex Camilla, gebouwd in 1862 te SearsPort, 472 ton o.m., varend voor van Veen & v/d Meulen te Nieuwediep;
* 1882 t/m 1885 van de bark “Orion” ex Anevoca, gebouwd in 1864 te Quebec, 592 ton o.m., varend voor van Veen & v/d Meulen te Nieuwediep;
* 1886 t/m 1887 van hetzelfde schip en voor dezelfde reeder, maar nu varend vanuit Amsterdam. Het schip werd in 1887 verkocht naar Duitsland.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Cornelis Krijnen werd geboren in Den Hoorn op Texel op 13 mei 1835 als zoon van Jelle Krijnen en Soutje Drijver.
Hij trouwde op 19 januari 1865 te Den Helder met Antje Dekker, geboren te Den Helder op 29 april 1843’s morgens om 8 uur op de Kanaalweg 148 als dochter van Teunis Nannings Dekker, loods, en Trijntje van Gent. Getuigen waren Jan Vermey, onderwijzer, en Hendrik Schmidt, melkventer.
Uit dit huwelijk werden 4 zonen en 1 dochter geboren. Antje overleed in Den Helder op 18 november 1875.
Cornelis hertrouwde op 07 maart 1877 in Den Helder met Neeltje Teunis Dekker, geboren op 04 november 1846. Zij was de zuster van de eerste vrouw van Cornelis. Bij dit huwelijk werd bij vader Teunis Dekker aangegeven dat deze toen “zonder beroep” was. Getuigen bij dit 2e huwelijk waren o.a. Pieter Krijnen, loods, 37 jaar en Jan Teunis Dekker, zeeman, 38 jaar, beiden wonend te Den Helder. Uit dit 2e huwelijk werd 2 dochters en een zoon geboren. Neeltje overleed te Den Haag in 1912, toen woonachtig bij de hoffotograaf Cornelis Dekker, die zoon was van de loodsschipper Teunis Dekker en Trijntje van Gent.
Cornelis was zeeman en reder overleed te Den Helder op 10 september 1909 op de Molengracht 28 te Den Helder, oud 74 jaar.
Gegevens van M.Noot, Den Helder en uit Rijksarchief Haarlem.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
C.Krijnen was in de periode 1877 t/m 1894 met vlagnummer 6 effectief lid van het Helderse zeemanscollege de “Goede Bedoeling”.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bremer094 vermeldt de stranding van de bark “Libra” op 13 mei 1888 op de Onrust, varend onder kapitein C.Krijnen.
Bouma025 vermeldt C.Krijnen als gezagvoerder gedurende:
* 1872 van de 2/msch “Zeehond” ex Pröven, gebouwd in 1808, bouwplaats niet vermeld, 160 ton o.m., varend voor van Veen & v/d Meulen te Nieuwediep;
* 1873 t/m 1879 van de bark “Aart & Cornelia”, ex Maria Magdalena, gebouwd in 1847 te Alblasserdam, 403 ton o.m., varend voor van Veen & van der Meulen te Nieuwediep;
* 1880 t/m 1881 van de bark “Gebroeders Jansen” ex Linden, gebouwd in 1852 te Thomaston, 417 ton o.m., varend voor van Veen & v/d Meulen te Nieuwediep;
* 1882 t/m 1885 van de bark “Libra” ex Camilla, gebouwd in 1862 te Searsport, 472 ton o.m., varend voor van Veen & v/d Meulen te Nieuwediep;
* 1886 t/m 1887 op hetzelfde schip, maar de reederij was nu gevestigd te Amsterdam;
* 1888 t/m 1892 op hetzelfde schip maar nu varend als kapitein/eigenaar vanuit Nieuwediep. Het schip strandde in 1892 bij Lemvig.
Overige bijzonderheden
In “De Blauwe Wimpel” uit 1981 staat een afbeelding (bron?) van de “Libra” met de volgende tekst: “Foto naar een schilderij van de 3 mast bark “Libra”. Deze werd in 1862 gebouwd te Searsport, Maine, USA, en te water gelaten als “Camilla”. Het schip mat 250 last (iets minder dan 500 brt) en had een lengte van 129,6 voet bij een breedte van 28,5 en een holte van 17,5 voet. Vanaf 1872 komt zij voor in de Nederlandse scheepsregisters en voer onder de vlag van de heren Van Veen en Van der Meulen te Amsterdam. Kapitein Krijnen kocht de bark in 1887 van zijn reders. Hij voerde toen al 5 jaar het gezag over het schip. Haar thuishaven werd Nieuwediep. Duidelijk is de nummervlag 6 (van het Helderse zeemanscollege “De Goede Bedoeling”) in de voormast te zien”.
Voorts is er een foto van:
“De heer Martin Krijnen, achterkleinzoon van kapitein C.Krijnen van de bark “Libra” die in 1892 op de Westkust van Jutland verging, met zijn zoontje bij het straatnaambord (Libravej) dat aan de stranding van de “Libra” herinnert. Tientallen wegen hebben in deze streek nabij Harbo Øre aan de Westelijke ingang van de Lim Fjord namen gekregen van gestrande schepen.”
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt P.Petersen als gezagvoerder gedurende:
* 1880 van de bark “Aart & Cornelia”, ex Maria Magdalena, gebouwd in 1847 te Alblasserdam, 403 ton o.m., varend voor van Veen & van der Meulen te Nieuwediep. Het schip kenterde in 1880 bij Dagerort, werd binnengebracht en afgekeurd;
* 1882 t/m 1885 van de bark “Gebroeders Jansen” ex Linden, gebouwd in 1852 te Thomaston, 417 ton o.m., varend voor van Veen & v/d Meulen te Nieuwediep.
Overige bijzonderheden
Geen
|