Inloggen
TWEE ANTHONYS (DE) (DE) - ID 13636


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1844-08-07 / 1861-02-05 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1844
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Fregat
Masten: Three masts
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: Firma A. van Hoboken & Zonen - Werf 'Rotterdams Welvaren', Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Date Laid Down: 1840-07-28
Launch Date: 1844-07-15
Delivery Date: 1844-07-22
Technical Data

Gross Tonnage: 420.00 lasts
 
Length 1: 40.70 Meters Registered
Beam: 7.42 Meters Registered
Depth: 5.93 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1844
Datum agenda: 1844-08-07
Register nr: 18440413
Scheepsnaam: TWEE ANTHONYS (DE)
Type: Fregat
Lasten: 420
Gebouwd in provincie: Zuid Holland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Hoboken & Zn., Anthony van
Plaats: Rotterdam
Kapitein op moment van verzoek: Plug, A.
Opmerkingen: eerste zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1844-07-22 DE TWEE ANTHONYS
Manager: Anthony van Hoboken e.a., Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Anthony van Hoboken e.a., Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands

Ship Events Data

1861-02-05: Final Fate: Stranded

Uit een goede bron vernemen wij, dat het schip TWEE ANTHONY’S, kapt. Van Rijn van Alkemade (opm: fregat, kapt. C. van Rijn van Alkemade), komende van Rotterdam en bestemd naar Batavia, gepasseerde nacht bij Anjer aan de grond is geraakt. De passagiers bevinden zich allen aan wal. Door de goede zorg van de overste Van der Banck is de gouvernements-stomer JAVA onverwijld naar de plaats van het ongeval gezonden om hulp te bieden, terwijl de agenten met hetzelfde doel hebben ingehuurd de stoomboot BANDA, die reeds op weg derwaarts is.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Arie Plug werd geboren in 1806 te Noordwijk aan Zee als zoon van de Nederlands Hervormde Volkert Plug en Neeltje Schilpzand. Hij woonde te Maassluis en vestigde zich te Rotterdam o.a. aan de Waschbleeklaan Wijk 15 nr.34.

Hij was gehuwd met Jansje Parlevliet, geboren 01 november 1811 te Maassluis, Nederlands Hervormd.

Hij overleed op 05 oktober 1854 te Noordwijk aan Zee.005

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

A.Plug was met vlagnummer R76 in de periode 1826 t/m 1854 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. De ledenlijsten van 1820 t/m 1825 ontbreken, dus het mogelijk dat hij in één van de jaren uit de genoemde periode tot de Maatschappij is toegetreden.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslagen 1855, 1858 en, 1859 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart  (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat de weduwe van kapitein A.Plug een jaarlijkse uitkering kreeg van f 150,-058.

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein A.Plug met vlagnummer R76 als gezagvoerder vermeld in de ledenlijsten van058:

*    1849, 1851 zonder vermelding van schip en reeder

 

Van Sluijs013 vermeldt A.Plug als kapitein op de “Jonge Hendrik” (1828-1832), de “Willem” (1832-1835), de “Prinses Marianne” (1835-1838), de “Rhoon en Pendrecht” (1839-1842), en de “Twee Anthony’s” (1844-1848).

 

Bouma025 vermeldt A.Plug als gezagvoerder gedurende:

*    1829 t/m 1831 van de galjoot “Jonge Hendrika”, gebouwd in 1812, bouwlocatie niet vermeld, 163 ton o.m., varend voor Hoboken te Rotterdam;

*    1832 t/m 1835 op de brik “Willem, gebouwd in 1826 te Rotterdam, 230 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam;

*    1836 t/m 1838 op het 3/m schip “Prinses Marianne”, gebouwd in 1831 te Kinderdijk, 710 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam;

*    1840 t/m 1842 op het 3/m schip “Rhoon en Pendrecht”, gebouwd in 1834 te Rotterdam, 825 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam;

*    1845 t/m 1848 op de bark “Twee Anthony’s”, gebouwd in 1844 te Rotterdam, 799 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

"Op 13de september 1836 begaven wij ons vol goede moed op de rede van Hellevoetsluis aan boord van het Koopvaardijschip Prinses Marianne. De manschappen ontvingen instructies voor de reis, maar vragen naar de taak die ons in Afrika te wachten stond werden niet beantwoord. Onze missie bleef strikt geheim. Na twee dagen lichtte kapitein A.Plug het anker en zette koers naar de Nederlandse bezittingen aan de westkust van Afrika. Na Santa Cruz op het eiland Teneriffe te hebben aangedaan, kwamen wij zonder buitengewone ontmoetingen op onze reis de 26ste van de volgende maand voor het fort Sint Antonio te Axim op de kust van Guinea voor anker. De 31ste verzeilden wij naar het meer oostelijk gelegen Sint George D'Elmina, dat sinds 1637 in Nederlandse handen is. Daar ontscheepten wij de volgende dag en zetten voet op de Goudkust" (tegenwoordig Ghana).

Uit: De zwarte met het witte hart. Door Arthur Japin. Amsterdam, Arbeiderspers. 1997, p.39.

Citaat is een verslag door adjunct-commissaris Van Drunen, officier der Nederlandsche zending naar de koning van Ashanti.

Bouma22 vermeldt een "Prinses Marianne" gebouwd in 1831 te Kinderdijk voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam. De eerst vermeld kapitein is echter uit 1839. kennelijk is A.Plug een kapitein uit de voorgaande periode geweest.

De “Prinses Marianne” was een fregat, gebouwd in 1831 te Rotterdam, groot 378 last/715 ton o.m.. De eerste kapitein was J.Admiraal (1832-1835), de tweede A.Plug (1835-1838), beiden varend voor reederij A.van Hoboken & Zn te Rotterdam013.

 

"De Drie Gebroeders" in het Nauw van Calais op weg naar Paramaribo057:

09 oktober 1839         "... praaide kapt. Plug schip Rhoon en Pendrecht van Rotterdam gedistineerd naar Batavia”.

 

Op 29 augustus 1845 vertrok de stuurmansleerling Wilhelmus Hendricus Kannegieter vanuit Rotterdam naar Batavia op de bark "Twee Anthony's" onder kapitein Plug. Hij was geplaatst vanuit de Amsterdams Kweekschool voor de Zeevaart en keerde aldaar terug op 02 december 1846. De rederij was A.van Hoboken & Zn te Rotterdam004-533/1981 en 025.

 

A.Plug verzorgde per 15 september 1836 vanuit Hellevoetsluis met de “Prinses Marianne” een troepentransport van 4 officieren en 30 manschappen. In St. Georg d’Elmina werden 73 Afrikaanse recruten aan boord genomen, terwijl 1 officier en 2 manschappen ter plaatse achterbleven. Hij arriveerde te Batavia op 27 januari 1827 na 134 dagen.

Hij vertrok per 03 september 1845 vanuit Hellevoetsluis per “Twee Anthony’s” met 1 officier. Aankomstdatum te Batavia en reisduur zijn niet vermeld065.

 

Op 03 september 1845 schreef ene Otto een brief aan zijn ouders “Aan boord der Twee Anthohy’s”. Hij begint te melden dat zij reeds een heel eind op weg zijn, “want de reede van Hellevoetsluis hebben wij al verlaten”. “Onze “Twee Anthony’s” is een flink fregat, met drie masten en twee verdiepingen … Elk dezer drie masten droeg  … een andere vlag; op de eerste vlag stond de naam van het schip, op de tweede R.95, dit was dus een zoogenaamde nummervlag; de derde vertoonde nationale kleuren. (deze opgave van het vlagnummer is fout. R.95 hoort bij een kapitein H.Schut).

Genoemde Otto vermeldt voorts: Het schip is een “ flink fregat, met drie masten en twee verdiepingen.”  Rondom het verdek (dit is het onderste dek)  staan tien kanonnen, twaalfponders”. De briefschrijver beschrijft op een zeer nauwkeurige wijze de indeling van het schip, voor degenen die hierin geïnteresseerd zijn, aantrekkelijke lektuur. Daarna wordt de kapitein beschreven: “… een ferme, flinke, bedaarde kerel, die hoe langer hoe meer meevalt. Een paar matrozen, die wij toevallig over den “oude” hoorden spreken, verzekerden ons, dat er geen betere is in geheel Rotterdam.” De totale bemanning bestaat uit 38 man. Er wordt een uitgebreid overzicht gegeven, wat per dag zoal wordt gegeten. De reisbeschrijving gaat door in een twee volgende brieven dd 21 december resp. 23 december 1845, met verslag van de gebeurtenissen aan boord, zoals het passeren van de evenaar, het vangen van vissen, ontmoetingen met dolfijnen en walvissen, nautische handelingen, weersomstandigheden, e.d., kortom het gebruikelijke gekeuvel van een zoon aan zijn ouders. Overigens een interessant tijdsbeeld van het leven aan boord van een willekeurige passagier.Het bevat geen verdere bijzonderheden over kapitein Plug.

Uit: “Vóór zestig jaren” door Jeanne Reyneke van Stuwe. L.J.Veen-Amsterdam, geen datum. VEEN’S GELE BIBLIOTHEEK. Citaten op de pp.6, 7, 13, 14.

 

“In juni 1826 had Van Hoboken Schaap gepromoveerd tot kapitein van zijn nieuwe brik (de “Willem”) en Schaap droeg op zijn beurt het scheepscommando van de Jonge Hendrika over aan Ary Plug, zoon van de overleden Volkert.”  (dus eerder dan Bouma en van Sluys vermelden!)069 – p.149.

In 1835 schreef Van Hoboken aan Baudt, de directeur voor de koloniën  waarin “de firma de Prinses Marianne onder Bauds aandacht hqd gebracht; een schip dat werd gevoerd door kapitein Ary Plug, wiens vader Volkert in Van Hobokens dienst als een ‘braaf kapitein’ was overleden en die vanaf zijn jeugd was opgevallen door ‘een uitmuntend gedrag’”069 – p.191.

 

Het schip de “Rhoon en Pendrecht” werd in begin 1841 verbouwd om geschikt te worden gemaakt voor het transport van een lading kamelen, die in Indië als lastdier dienst zouden moeten doen..”Eind april van dat jaar kwam het fregat, dat in Rotterdam een enorme hoeveelheid hooi, stro, gerst en water had geladen, aan op de rede van Sante Cruz de Tenerife. Kapitein Ary Plug zond Van Hoboken vijf dagen na aankomst bericht dat de kamelen – veertien stuks en allemaal vrouwtjes – met een zeildoeken ‘broeking’ aan boord waren gehesen. … Voor de verzorging van de kamelen reisden ook twee eilandbewoners mee. .. De Rhoon en Pendrecht loste zijn opvallende lading op 30 juli 1841 in Batavia.”069 – p.229 Uit het verdere relaas blijkt dat het gebruik van kamelen als lastdier op Java geen succes is geworden.

 

Javasche Courant 11 juni 1833114

Uit berichten van St. Helena, lopende van de 1e januari tot de 18e maart j.l. blijkt, dat aldaar waren aangeweest de onderstaande Nederlandse schepen:

De 23. januari het schip ANTHONY, kapt. H. Bruhn, van Canton naar Rotterdam.

De 26. januari het schip GEZUSTERS, kapt. J. Ingerman, van Batavia naar Amsterdam.

De 27. januari het schip TWEE CORNELISSEN, kapt. J. Reinhardt, van Batavia naar Amsterdam, en het schip WILLEM, kapt. A. Plug, van Batavia naar Rotterdam.

De 28. januari het schip ASIA, kapt. J. Boot, van Batavia naar Middelburg.

De 30. januari het schip VASCO DA GAMA, kapt. P. de Boer, van Batavia naar Rotterdam.

De 16. februari het schip DORTENAAR, kapt. P. Kraaij, van Batavia naar Dordrecht.

De 28. februari het schip MARCO BOZZARIS, kapt. J.G. Adriaan, van Batavia naar Amsterdam.

De DORTENAAR en de MARCO BOZZARIS waren ten gevolge van orders uit Engeland onder embargo gelegd. Kapt. P.Kraaij van de DORTENAAR was ten gevolge van een val van zijn paard op de 23 februari, 11 dagen later overleden

 

 

Datum vanaf: 1844
Kapitein: Plug, Arie
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Johannes Andries Schott (“zich schrijvende Scott”) werd geboren te Rotterdam op 05 juni 1806.

Hij trouwde met Adriana Margaretha van der Hart, geboren te Rotterdam op 25 oktober 1812.003

 

Joannes Andries Scott werd geboren op 05 juni 1806 te Rotterdam als zoon van de Nederlands Hervormde Andries Scott, commissaris der binnenloodsen, en Elizabeth van Hemert. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Schiedamsche Singel Wijk 15 nr. 610. Hij vertrok op 24 juni 1859 naar Oosterhout.

Hij huwde te Rotterdam op 27 september 1837 met Adriana Margaritha van der Hart, geboren 25 oktober 1812 te Rotterdam als dochter van de Nederlands Hervormde Dingeman van der Hart en Anna Degen. Hij werd na zijn loopbaan op zee scheepsreder005.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.A.Scott werd met vlagnummer 441 per 13 november 1838 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein B.J.Smeengh. Als zijn schip is genoemd de “Prinses Marianne”. Toegevoegd is “bedankt” 002. Ten tijde van de inschrijving was de man 32 en de vrouw 25 jaar002a.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 06/13 november 1838 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Johannes Andries Scott, oud 32 jaar, voerend de “Princes Mariane”, varende voor A.van Hoboken te Rotterdam, wonende te Rotterdam en met als adres de heer R.J.Martens te Amsterdam, op voordracht van kapitein B.J.Smeengh. Hij kreeg vlagnummer 441023.

Lid van het WZF per 28 januari 1840. Toegevoegd is: “ingevolge Art 35* van het Reglemt moet de kapitn terwijl hij van rotterdam is varende dubbele contributie betalen”. Bedankt in 1850003.

In de nootulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 24 feburari 1831 staat het bericht van B.J.Smeengh over “zijn vertrek na Ladin en bedankende voor zijn functie als Commissaris.” 042

J.A.Scott (soms gespeld als Schott) was met vlagnummer R35 in de periode 1838 t/m 1877 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

J.A.Scott was in 1846 en 1849 afwisselend commissaris en vice president van 1855-1858 van de Maatschappij058.

 

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                 jaren          type                 scheepsnaam                  naam reder/boekhouder

        441                       1838          kof                  Johanna Ottellie             N.van Walree

                                     1839-1846    fregat              Prinses Marianne           A.van Hoboken & Zn te Rottterdam

                                        1848          fregat              Twee Anthony’s            idem

                                        1849          fregat              Cortgene                          idem

 

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein J.A.Scott met vlagnummer R35 als gezagvoerder in de ledenlijsten van:

*     1849, 1851  van het fregat “Cortgene” 420 last varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam

*     1855, 1858, 1859, 1862 t/m 1867, 1874               geen schip vermeld

J.A.Scott maakte de volgende reizen005:

  • * Jacobus 1834          Passaroeang - Hellevoetsluis            geen lading vermeld
  • * Cortgene 1850          Rotterdam - Batavia                          geen lading vermeld

                             1852          Rotterdam - Suriname                        diversen

                             1855          Batavia - Rotterdam                          koffie

 

Bouma025 vermeldt J.A.Scott als gezagvoerder gedurende:

  • * er wordt géén kapitein Scott genoemd op een schip de “Jacobus”. Maar van Sluijs013 vermeldt een bericht uit het Handelsblad uit 1834 waarin is vermeld dat ene kapitein A.Scott voor A.van Hoboken in 1834 een reis maakte van Passaroeang naar Rotterdam;
  • * er wordt geen kapitein Scott genoemd op het schip “Johanna Ottilia”. Het schip was een kof, gebouwd in 1829, bouwplaats niet vermeld, 170 ton o.m., varend voor N. van Walree te Amsterdam;
  • * 1839 t/m 1848 op het 3/m schip “Prinses Marianne”, gebouwd in 1831 te Kinderdijk, 710 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam;
  • * 1849 op de bark “Twee Anthony’s”, gebouwd in 1844 te Rotterdam, 799 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam;
  • * 1850 t/m 1855 op de bark “Cortgene”, gebouwd in 1849 te Rotterdam, 752 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

J.A.Schott verzorgde per 13 november 1838 vanuit Hellevoetsluis met de “Prinses Marianne” een troepentransport van 1 officier en 20 manschappen. Te St. Georg d’Elmina werden 2 officieren, 38 manschappen en 150 Afrikaanse recruten aan boord genomen, terwijl 38 manschappen ter plaatse achterbleven. Hij arriveerde te Batavia op 18 april 1839 na 156 dagen. Van de Afrikanen waren er 4 en van de Europesche manschappen 2 onderweg overleden065.

 

 

Datum vanaf: 1848
Kapitein: Scott(Schott), Johannes Andries

Familiegegevens en opleiding

Johannes Franciscus Klomp, Rooms Katholiek, werd geboren te Rotterdam op 06 juli 1803 als zoon van Frans Klomp en Joanna Hendriks. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Vissersdijk Wijk 4 nr. 112.

Hij was getrouwd met Maria Catharina Hendriks en voor de 2e maal met Maria Hendrika Hollander, geboren 08 juni 1822 te Rotterdam, Rooms Katholiek.

Hij overleed te Rotterdam aan de Vissersdijk nr. 112 op 18 april 1861005.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.F.Klomp (adres Hoboken) werd per 12 juni 1838 op voordracht van B.P.Markus en met vlagnummer 415 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop".Bij de inschrijving was zijn schip de "Willem". Toegevoegd is "overleden"002. Ten tijde van de inschrijving was de man 35 jaar en de vrouw 26 jaar002a.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 05/12 juni 1838 werd als effectief lid ingeschreven Johannes Franciscus Klomp, voerend de brik “De Jonge Willem”, wonend te Rotterdam, met adres bij de heer R.J.Martens te Amsterdam, op voordracht van kapitein P.P.Martens. Zijn leeftijd is niet genoemd. Hij kreeg vlagnummer 415023.

 

J.F.Klomp was met vlagnummer R73 in de periode 1835 t/m 1861 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058

J.F.Klomp was afwisselend commissaris in 1852 en 1857-1858 en permanent commissaris van de Maatschappij in 1859-1860058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                naam reder/boekhouder

       415                             1838           brik                   Willem                           A.van Hoboken & Zn, Rotterdam

                                      1839-1845     fregat               Anthonie                       idem

                                      1846-1848     geen vermelding van schip en boekhouder

 

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein J.F.Klomp met vlagnummer R73 als gezagvoerder in de ledenlijsten van:

*    1849, 1851, 1855          van het fregat “Twee Anthony’s”    420 last  varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam

*    1858, 1859                     geen schepen vermeld

 

Bouma025 vermeldt J.F.Klomp als gezagvoerder gedurende:

*    1836 t/m 1838 op de brik “Willem”, gebouwd in 1826 te Rotterdam, 230 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam

*    1839 t/m 1845 op het 3/m schip “Anthony”, gebouwd in 1827 te Rotterdam, 470 ton, varend voor A. van Hoboken te Rotterdam;

*    1848 t/m 1849 van het 3/m schip “Neerlands Koning”, gebouwd in 1825 te Rotterdam, 630 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam

*    1850 t/m 1856 op de bark “Twee Anthony’s “, gebouwd in 1844 te Rotterdam, 799 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam.

      Lloyd’s vermeldt087: “03 Okt 1850  “TWEE ANTHONYS  on shore.”

 

Overige bijzonderheden

J.F.Klomp verzorgde per 29 september 1840 vanuit Hellevoetsluis met de “Anthonie” een troepentransport van 5 officieren en 30 manschappen. In St.Georg d’Elmina werden 1 Europeaan en 83 Afrikanen aan boord genomen. Hij arriveerde te Batavia op 20 maart 1841 na 176 dagen. Onderweg was 1 militair overleden.

Op 08 september 1842 vertrok hij vanuit Hellevoetsluis met aan boord 1 officier en 1 militair. Aankomstdatum en reisduur zijn niet vermeld.

Op 06 januari 1856 vertrok hij vanuit Hellevoetsluis met de “Twee Anthonys” en een contingent van 6 officieren en 150 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 28 april 1856 na 113 dagen058.

 

De “Anthony” onder gezag van kapitein J.F.Klomp, varend voor van Hoboken in Rotterdam, vertrok op 16 oktober 1841 van Rotterdam met een aantal passagiers naar Java. Van de reis is een verslag bewaard gebleven: “Het journaal der reis van Mevrouw de Wed. J.H.Sampson, Mej. op de Laeij en J. op de Laeij”. Dit verslag bevindt zich in het Scheepvaartmuseum te Amsterdam onder Cat.1-178. Oosterwijk069 p.252 – 253 citeert uitvoerig uit dit verslag.

 

 

Datum vanaf: 1849
Kapitein: Klomp, Johannes Franciscus

Familiegegevens en opleiding

Pieter Rust Jones werd geboren op 21 mei 1828 te Antwerpen als zoon van de Nederlands Hervormde Joseph Jones, kantoorbediende, en Elisabeth Adriana Rust. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Grote Draaisteeg Wijk 1 nr. 97.

Hij trouwde op 25 november 1857 te Rotterdam met Geertruida Schaap, geboren 27 januari 1837 te Rotterdam als dochter van de Nederlands Hervormde Amerik Schaap en Emmerensie Drost005.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

P.R.Jones was met vlagnummer R461 in de periode 1857 t/m 1869 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein P.R.Jones met vlagnummer R461 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1858                                                van het ss “Nagasaki”                 ? last   boekhouder niet vermeld

*    1859, 1862 t/m 1867                    geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt P.R.Jones als gezagvoerder van/in:

*    1857 van de bark “Twee Anthony’s”, gebouwd in 1844 te Rotterdam, 799 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam;

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1856
Kapitein: Jones, Pieter Rust

Afbeeldingen


Omschrijving: DE TWEE ANTHONY'S, kapitein Arie Plug (vlagnummer R76)
Collectie: Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders
Vervaardiger: Spin, Jacob
Onderwerp: Zeeopname
Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

NA-Den Haag Archiefnummer Rott.3.03.17.01.3675.96
DVD VIII – 206 - 208
BIJLBRIEF
Naam schip de TWEE ANTHONY´S

plaats en datum acte bijlbrief, Rotterdam, 22 juli 1844

type schip fregat

bouwwerf/verkoper Anthony van Hoboken van Rhoon en Pendrecht en Corgene, voor de aan zijn firma A. van Hoboken & Zoon, toebehorende scheepstimmerwerf Rotterdams Welvaren aan de Hooge Zeedijk te Rotterdam, scheepsbouwmeester Bastiaan de Hoog

gevoerd door kapt. Arie Plug

eigenaar/aankoper Anthony van Hoboken van Rhoon en Pendrecht en Corgene, voor firma A. van Hoboken & Zoon, reders en zeehandelaren te Rotterdam

te voeren door kapt.

grootte in tonnen 420 lasten

tuigage / aantal dekken

afmetingen lang 40,70 m., breed 7,42 m., hol 5,93 m.

kiellegging 28 juli 1840

tewaterlating 15 juli 1844, geheel volbouwd.

plaats / datum registratie Rotterdam, 22 juli 1844

nummer van registratie deel 115, folio 82, recto, vak 5 en 6

notaris Mr. Adam Schadée, notaris te Rotterdam

prijs

bijzonderheden






researcher/datum research: ML / 140108

Naam TWEE ANTHONY'S (de)
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1844
Toegang 3.03.17.01
Inventaris 3675

Bronnen

Jaar: 0000
Bron: NA-Den Haag
Omschrijving: Rott.3.03.17.01.3675-96
Documentatie Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders (SKHV), w.o. collectie Hoedemaker/Smit/Suyk