Inloggen
CAROLINA - ID 12830


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1820-09-13 / 1829-08-00 | Reden uitgevlagd: Sloop, afgekeurd

Identification Data

Bouwjaar: 18??
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Fregat
Masten: Three masts
Material Hull: Wood
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: Molde, Norway
Technical Data

Gross Tonnage: 159.00 lasts
 
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1820
Datum agenda: 1820-09-13
Register nr: 18200725
Scheepsnaam: CAROLINA
Type: Fregat
Lasten: 159
Gebouwd in binnen- of buitenland: Buitenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Voddiegee, Frans Hendrik
Plaats: Amsterdam
Kapitein op moment van verzoek: Zink, P.
Opmerkingen: Eerste zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1820-00-00 CAROLINA
Manager:
Eigenaar: Archangel (Arkhangelsk), Russia
Shareholder:
Homeport / Flag: Archangel (Arkhangelsk) / Russia

Date/Name Ship 1820-08-28 CAROLINA
Manager: Frans Hendrik Voddegel, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Frans Hendrik Voddegel, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Date/Name Ship 1820-11-22 DE VRIENDSCHAP
Manager: Firma Wed. J.S. van de Poll, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

Acte d.d. 22 november 1820            VRIENDSCHAP
Vrouwe Françoise Margaretha van Weede,
douairière Jhr.Mr. Jacobus Salomon van de Poll (1/2e part) en
firma Jean Jacques Poncelet & Zoon (1/2e part),
beide te Amsterdam

Ship Events Data

1828-12-26: Damaged
Op 26 december 1828 komt de VRIENDSCHAP, kapt. Jan Visser, uit zee terug, moet lossen om te repareren.
1829-08-00: Final Fate: Broken up

Op 12 augustus 1829 wordt de zeebrief van de VRIENDSCHAP, kapt. Jan Visser naar Den Haag teruggezonden, zonder opgaaf van reden. (De VRIENDSCHAP wordt niet ter verkoop aangeboden, dus is de conclusie dat zij rijp was voor de sloop.)

Gezagvoerders

Datum vanaf: 1819
Kapitein: Jensen, Jacob
Overige informatie: CAROLINA onder Russische vlag

er is wellicht sprake van twee kapiteins P.Zink

Familiegegevens en opleiding

Pieter Zink was één van de getuigen bij het huwelijk te Amsterdam op 11 april 1827 van de bekende scheepsportrettist Dirk Antoon Teupken (1801-1845) met Henriëtte Elisabeth Alton (1794-1846). Vijf jaar later was hij wederom getuige bij de trouwerij op 28 november 1832 te Amsterdam van de scheepsportrettist Jacob Spin (1806-1875) met Elisabeth Maria Smits (1812-1856). “Pieter Zink staat ook later op goede voet met de familie Spin, want nog vele malen begeleidt hij een van de familieleden bij het doen van aangifte van geboorte of overlijden054.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

P. Zink was in 1827 t/m 1830 met vlagnummer 37 lid van het Amsterdamse zeemanscollege “De Blaauwe Vlag.”008

 

P. Zink werd met vlagnummer 105 per 22 januari 1825 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein D.Krayer. Toegevoegd is “bedankt”002

In de notulen van de Algemene Ledenvergaderingen van Zeemanshoop van 15/22 februari 1825 wordt melding gemaakt van de voordracht/benoeming van Pieter Zink, oud 46 jaar, wonend op de Haarlemmerdijk. De voordracht geschiedde door D.Krayer en het vlagnummer was 105023.

P. Zink, vlagnummer 105, bedankt als lid in 1826084 (is dit een bedankje of een royement?)

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 31 augustus 1826 wordt gemeld dat kapitein P.Zink is gemaand de verplichte storting van zijn bemanning te voldoen. Op 28 september 1826 wordt gemeld dat kapitein P.Zink nog niet heeft gereageerd. Per 10 oktober 1826 verzoekt de penningmeester een definitief besluit omtrent kapitein Zink op te schorten “vermits er hoop is, dat de gelden eerdaags zullen binnen komen …”. Op 28 december 1826 echter blijkt dat hij nog steeds niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan en er “wordt besloten kapitein P.Zink te verklaren vervallen van deszelfs Effectief Lidmaatschap …”042

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van 10 maart 1835 wordt een aanvraag om ondersteuning behandeld van ene Wed. P.Zink. Deze wordt afgewezen `als zijnde gemelde P.Zink in leven noch lid noch deelnemer van het College geweest (is)023 (is er nog een tweede P.Zink geweest?)

In de notulen van de Algemene Vergadering van 12 januari 1836 wordt aan de weduwe van kapitein P.Zink een gratificatie toegekend van f 12,-. In de vergadering van 26 november 1844 is melding van een gratificatie ad f 10,-

 

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van het college “Zeemanshoop” te Amsterdam:

vlag           jaren                   type          scheepsnaam                    reder/boekhouder

105           1825                   fregat        Frederik Hendrik              C.Brandligt

 

Bouma025 vermeldt P.Zink als gezagvoerder gedurende:

*      1818 van de pink “De Hersteller”, gebouwd in 1818 te Dordreccht, 270 ton o.m., varend voor J.Schouten te Dordrecht.

 

Het Archief van de Amsterdamse Waterschout op het Stadsarchief te Amsterdam bevat monsterrollen op naam van Piter Zink op de:

“Ju. Catharina”, dd 24 mei 1806 (Kniphauseer vlag);

“Drie Vrienden”, dd 09 juni 1810; 09 september 1814; 27 september 1815; 21 juni 1816;

“Hersteller”, dd 10 mei 1817;

“Maria”, 22 februari 1822;

“Frederik Henderik”, dd 10 augustus 1825.

 

Blijkens de monsterrollen in het Amsterdamse Stadsarchief voer Pieter Zink in 1806 met de tjalk “Juffer Catharina” onder Kniphauser vlag . In 1810, 1814, 1815, 1816 met de kof “De Drie Vrienden”op verschillende Europesche bestemmingen, in 1817 en 1818 met de pink “De Hersteller” op Philadelphia en Suriname, in 1822 met de brik “Maria” naar Pernambuco en in 1825 met het fregat “Frederik Hendrik” naar Rio de Janeiro. Na 1826 komt hij niet meer in de lijst van monsterrollen voor.054

 

P.Zink wordt in de periode 1818-1820 vermeld als gezagvoerder van het pinkschip de “Herstelder” (of “Hersteller”) (164 last, 245 ton, gebouwd in Engeland), Dit schip zeilde per 15 december 1818 uit Texel naar Suriname. Het schip werd op 30 mei 1820 te Amsterdam geveild en per 26 augustus 1818 bij executie geveild.013

 

In 1823 was een kapitein P.Zink gezagvoerder van de “Argo”013

 

Van Sluijs013 en Bouma025 vermelden kapitein P.Zink in 1825-1826 als gezagvoerder van het fregat de “Frederik Hendrik”(bouwjaar en tonnage niet vermeld), varend voor C.Brandligt te Amsterdam

 

Overige bijzonderheden

Johan Hendrik Rolman werd per 22 september 1824 vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart als ligmatroos geplaatst op het schip “Maria” voor een reis van Rotterdam naar Liverpool. Hij keerde terug op 15 december 1824004-532/1451

 

In de “Ingekomen Berigten. Gevoegd achter het Verslag over 1822” van het Rotterdamse zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart” staat het volgende:

“Ons Medelid No.37 heeft voorgesteld om een Signaalboek in gebruik te brengen, zijnde dat van N.Martens te Koppenhage, oorspronkelijk in het Deensch uitgegeven, en reeds in verscheidenen talen, ook thans in het Nederduitsch overgezet.. Ofschoon dit Signaalboek bij ons algemeen beter aan de Maatschappij scheen te zullen voldoen, dan dat, hetwelk reeds bij verscheidene Zeemans Collegiën in gebruik is, hebben wij nogtans niet kunnen besluiten, om hetzelve voor Rekening der Maatschappij in het Hollandsch te laten vertalen en drukken, dewijl eensdeels zoo weinig onzer leden gebruik van seinen maken, doch voornamelijk om dat het Amsterdamsch Collegie niet verkoos er deel aan te nemen, daar hetzelve besloten had zich te blijven houden aan het bij haar ingebruik zijnde Signaalboek van Capt. Zink: nogtans heeft gemeld Lid het boek vertaald en gegeven aan de Boekverkooper van de Maatschappij bij wien hetzelve dan nu ook in onze taal het licht ziet, en voor elk, die dat gemakkelijk en wel beredeneerd Signaalboek wil onderzoeken, en tot zijn gebruik aanwenden, verkrijgbaar is “058

Het lijkt me waarschijnlijk dat hier wordt gerefereeerd naar kapt. Pieter Zink

 

Mail augustus 2011 Ger Mulder, Marhisdata

De historie van de pink DE HERSTELLER verloopt vrij curieus:

  1. Beijen namens firma Mannekus, Beijen & Steur, gevestigd te Maassluis verkoopt de pink op 31 maart 1817 aan C.H. Kraanstuyver. Het schip was tot dan gevoerd door Broder S. Marten, die werd vervangen door Joachim Christiaan Schmidt. Daarvoor werd op 9 mei 1817 wel een ZB afgegeven, maar reeds op 24 mei werd hij weer opgevolgd door Pieter Zink.

Kraanstuyver moet de pink hebben verkocht aan Albert Durks de Peer, koopman te Harlingen (nog geen akte gevonden), die het schip op 19 nov. 1818 verkocht aan koopman C. Brandligt: Pieter Zink voerde toen het commando. In RC 070119 zien we Zink met schade onderweg naar Suriname, en op 7 nov. 1819 was hij terug in Amsterdam. Ik ga er vanuit dat de pink die op 22 juni 1820 zou worden verkocht rijp was voor de sloop, want ik heb geen verdere (ver)koopakte gevonden, terwijl we in Amsterdam goed gedocumenteerd zijn.

Ik heb er nu als opmerking geplaatst: (opm: de pink DE HERSTELLER, laatstelijk gevoerd door kapt. Pieter Zink, werd waarschijnlijk verkocht voor de sloop) Ik heb het schip nu ook alsnog in de Verlieslijst opgenomen.

 

Rotterdamsche Courant 28 november 1817114

Advertentie. R. Hoyman, C. de Grys, T. Zurmühlen, G. de Barbanson en J.H.A. Balwé, makelaars, zullen, ten overstaan van een daartoe bevoegde beambte, op maandag den 3 februari 1817, ten 6 uren, in het Nieuwezijds-Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, te Amsterdam, verkopen: een extraordinair welbezeild Kofschip, genaamd DE DRIE VRIENDEN, gevoerd door kapt. P. Zink, lengte over steven 81 voet, wijd, binnen zijn huid, 19 voet 7 duim, hol, in het ruim, 10 voet, alles Amsterdamse maat; breder bij de inventaris omschreven. Nadere onderrigting te bekomen bij de voormelde makelaars.

 

Amsterdamsche Courant 26 augustus 1818114

“Verkoop bij Executie, ten overstaan van den Heer Regter Mr. N.A.Entrop Muller, als daartoe bij vonnisse van de Regtbank van eersten aanleg te Amsterdam, in dato 22 Julij 1818, behoorlijk geregistreerd als Commissaris benoemd, van

Een Pinkschip, genaamd de Hersteller groot honderd vier en zestig Hollandsche lasten, met deszelfs Touwen, Zeilen, Ankers, staand en loopend Wand en verdere Scheepsbehoeften, liggend voor deze stad, buiten de Hannekes-Boom.

Deze executie geschiedt ten verzoeke van Henrij Manson, als bootsman varende op het bovengemeld schip, zich thans alhier bevindende en kiezende domicilium ten kantore van M.S. en T.Asser, wonende op de Heerengracht bij de Amstel no 8, dewelke tot zijnen Procureur heeft geconstitueerd T.Asser, wonende op de Heeregracht alhier.

Op ende jegens:

S.H.Kraanstuiver en Zoon, wonende binnen deze stad in de Warmoesstraat en E.Buijs, wonende mede binnen deze stad, in de Plantagie, als eigenaars van hetzelve schip; uit kracht van een vonnis van de Regtbank van eersten aanleg te Amsterdam, regt doende in zaken van koophandel, ten behoeve van de requirant en ten laste van Pieter Zink, als Schipper het bovengemeld schip gevoerd hebbende, in dato Twee Julij 1800 achttien gewezen, behoorlijk geregistreerd den zesden Julij 1818, door Thierens, voor een gulden negen en tachtig cents en bij gebrek van betaling van eene somma van twee honderd acht en dertig gulden, waarin dezelve Schipper, bij hetzelve vonnis, ten principale is gecondemneerd geworden, met interessen en kosten.

De inbeslagname is geschiedt bij procesverbaal van den Deurwaarder J.Goldsmit, de dato tien Julij 1818, geregistreerd door den Ontvanger Hartsinck, voor negen en vijftig cents.

Hetzelve schip met zijn toebehoren, is door den executeur ingesteld op een somma van honderd guldens boven welke instelling de eerste opbiedingen zullen worden aangenomen op Maandag den 31sten Augustus 1818, ‘smiddags ten twaalf ure, ten overstaan van welgemelden Heer Regter.

De veilconditién zijn gedeponeerd ten griffie van de Regtbank van eersten aanleg alhier.

Ter bekomming van nadere informatiën en visie der papieren, kan met zich ten kantore van gemelden Procureur adresseren, des Maandags en Vrijdags van 10 tot 12 ure, voormidags

Amsterdam, den 26sten Augustus 1818

T.Asser, Procureur”

Uit dit krantenbericht is te concluderen dat kapitein Zink schulden had (ten aanzien van zijn bemanning? Zie de bootsman-eiser) Hij was kennelijk, naast Kraanstuiver en Buijs, mede-eigenaar van het schip (Partenrederij?). Wordt hier zijn part geveild?

 

Leeuwarder Courant 03 november 1818114

Dordrecht, 30 oktober. Gisteren namiddag ten half 5 uren is hier, onder een verbazende toevloed van mensen, van de werf des heren scheepsbouwmeesters Jan Schouten met het gelukkigst gevolg van stapel gelopen het brigantijnschip – ook wel in onze taal barkentijn genoemd – de HERSTELLER, groot 140 lasten, zijnde het eerste alhier na de heugelijke omwenteling van 1813 gebouwde zeeschip, en, buiten Friesland, het enigste, dat in Noord- of Zuid-Holland door een scheepsbouwmeester voor zijn bijzondere rekening is op stapel gezet om, ware het mogelijk, de vervallen Nederlandse scheepsbouw zo veel in zijn vermogen was, weder op te beuren en te doen herleven. Wenselijk ware het, dat dit schip een koper vinden mocht, in welk geval voornoemde scheepsbouwmeester voornemens is dadelijk een ander op stapel te zetten, terwijl, in het tegengesteld geval, hij zich genoodzaakt zou zien om 30 mensen te moeten afdanken, die anders de gehele winter door voor zich en hun huisgezinnen bij hem hun brood zouden kunnen verdienen. In het jaar 1805 liep alhier het laatste zeeschip af.

 

Rotterdamsche Courant 07 januari 1819114

Amsterdam, 5 januari. Kaptein P. Zink, voerende het schip (opm: pink) de HERSTELLER, van Amsterdam naar Surinamen gedestineerd, meldt van Cowes van den 28 december (opm: 1818), dat hij den 17 dito, des avonds, overvallen was geworden door een hevige uitschieter uit het W.N.W, waardoor alles op steng vallende, het schip niet wilde rijzen, dan na wegkapping van enige zeilen, bij welke gelegenheid hij zware stortingen over kreeg; had vervolgens zwaar moeten zeilen om het uit de Vlaamse Banken te houden; was naderhand door variabel weêr en winden den 20 dito met storm in de Yarmoutse banken bezet geraakt en had tot den 22 weder zwaar moeten zeilen, waardoor het schip lek werd en men gestadig moest pompen; het weêr toen bedarende, had hij met een goede gelegenheid de reis voortgezet tot den 25, wanneer hij wegens de schade en lekkagie te Cowes was binnengelopen om te repareren.

 

Rotterdamsche Courant 11 november 1819114

Amsterdam, 9 november. Kapitein Pieter Zink, voerende het schip de HERSTELLER, van Surinamen den 7 november in Texel binnen, heeft in het Kanaal bij Portland gezien een kof met schoonertuig, voerende seinvlag No. 69, waarschijnlijk de JONGE WILLEM, kapitein Ibe Jans Schelts, van Amsterdam naar Port-à-Port.

 

Rotterdamsche Courant 11 november 1819114

Amsterdam, 9 november. Kapitein Pieter Zink, voerende het schip de HERSTELLER, van Surinamen den 7 november in Texel binnen, heeft in het Kanaal bij Portland gezien een kof met schoonertuig, voerende seinvlag No. 69, waarschijnlijk de JONGE WILLEM, kapitein Ibe Jans Schelts, van Amsterdam naar Port-à-Port. …

 

 

Datum vanaf: 1820
Kapitein: Zink, Pieter
Overige informatie: 1820-09-13

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

In het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a zijn monsterrollen op naam van Jan Visser op de:

“Ju. Sara”, dd 02 oktober 1782;

“Scheppie Petrus”, dd 07 januari 1783 (Pruisische vlag); 29 november 1784; 16 september 1785; 24 april 1787; 28 september 1788; 01 mei 1789;

“Vr. Anna Catharina”, 04 juni 1787; 31 juli 1786; 14 oktober 1788;

 

“Mariana”, dd 12 oktober 1815; 19 november 1816; 02 oktober 1817; 19 oktober 1818; 28 oktober 1819;

“Jonge Jan”, dd 15 februari 1819;

“Vriendschap”, dd 28 november 1820; 05 oktober 1821; 25 oktober 1822; 19 maart 1823; 23 oktober 1823; 13 september 1824; 07 november 1825; 10 novemberr 1826; 05 november 1827; 19 november 1828; 20 oktober 1830.

Vermoedelijk behoren deze twee series monsterrollen niet bij dezelfde kapitein. Zie na volgende J.Visser.

 

Overige bijzonderheden

Rotterdamsche Courant 08 juni 1815114

Amsterdam, 6 juni. Kaptein J. Halsen, …..met dezelve heeft men bericht, dat de 20 dito uit die Kolonie naar Amsterdam zouden vertrekken de schepen MARIANNE, kapt. J. Visser, en NICOLETTE JEANE, kapt. K. Duurhagen, en de 24e of 25e dito het schip de DRIE VRIENDEN, kapt. M. Charlenu; al de overige schepen zouden in het laatst van april of uiterlijk in het begin van mei volgen.

 

Rotterdamsche Courant 09 december 1817114

Amsterdam, 6 december. Het schip MARIANNE, kapt. J. Visser, van Amsterdam naar Surinamen gedestineerd, heeft des avonds van den 3 december, bij het uitkomen van het Nieuwe Diep, door aandrijving van de schepen ANNA POULOWNA, kapt. J.F. Spiegelberg, en CATRINA AGNESE, kapt. O. Spinder, een kraanbalk en de grote rust gebroken, doch zoude de volgende dag weder in staat zijn de reis aan te nemen.

 

Rotterdamsche Courant 19 mei 1818114

Amsterdam, 17 mei. Volgens berigt van Surinamen, van den 31 maart, zou het schip ALIDA HESTER, F.J. Vlieger, den 10 april van daar de reis naar Amsterdam aannemen; nog zou in april van daar vertrekken het schip MARIANNE, kaptein J. Visser, mede naar Amsterdam.

 

Rotterdamsche Courant 16 juli 1818114

Amsterdam, 14 juli. Den 11 mei lagen voor Paramaribo de volgende schepen: VROUWE JEANNE, B. Calgren; ZAANDAM, R.H. Krins; DE DAGERAAD, J. de Gorter; MARIANNE, J Visser; IGNATIA EN JENNY, J. Nobel; MARTHA ELISABETH, B.S. Booysen; de VREDE, H. Borman; JOHANNA MARIA CONSTANTIA, M. de Harder; VREES EN HOOP, Cornelis Simonsz van der Mey, en MARIA FREDERICA, Wigle Swart.

 

Rotterdamsche Courant 15 mei 1819114

Amsterdam, 13 mei. Kaptein Jan Visser, voerende het schip MARIANNE, te Surinamen liggende, meldt, in dato 9 maart, dat hij dacht tegen het laatste dier maand gereed te zullen zijn, om de reis naar Amsterdam aan te nemen.

 

Rotterdamsche Courant 11 maart 1820114

Londen, 7 maart. Van alle zeehavens heeft men berigten van de schade, door de hevige stormen veroorzaakt.

Het schip (opm: bom) the ALBERTUS ADRIANUS, Plug, van Rotterdam naar Alnwick (opm: 55º24’ N.B. 01º42’ W.L.), is donderdagnacht (opm: 2 maart) bij Southwold (opm: 52º19’ N.B. 01º40’ O.L.) op strand gedreven; het meeste der lading is aan land gebragt.

Laatstleden zaterdag (opm: 26 februari) is te Douvres (opm: Dover) binnengelopen, met verlies van boegspriet, zeilen en anker en kabel, het schip (opm: kof) de JONGE JAN, Visser, van Hull naar Rotterdam.

 

Rotterdamsche Courant 29 juni 1820114

Advertentie. Verkoping bij Regterlijk Gezag, van een Kofschip genaamd de JONGE JAN, liggende in de Nieuwe Haven, bij de Hullbeurt (opm: kade vanwaar het beurtschip op Hull vertrok) te Rotterdam, lang over steven 65 en 1 half voet, wijd binnen zijn huid 20 voet, hol in het ruim 7 voet 7 duim, alles Amsterdamse maat, met al deszelfs staande en lopend want, ankers, touwen, zeilen en verdere scheepsgereedschappen, ingevolge inventaris.

Gevoerd geweest bij kapitein Jan Visser, en in eigendom toebehorende aan de Heer W. Metcalff, Koopman te Amsterdam, ten verzoeke van de Heren Kuijper, Van Dam en Smeer, Kooplieden en Scheepsbevrachters te Rotterdam, ten dezen domicilium kiezende ten huize van de voor hun occuperende (opm: optredende) Heer Procureur W.S. Burger Jr, op de Nieuwe Haven, Wijk M, No. 251, te Rotterdam, Requiranten in krachte van een Vonnis, gewezen bij de Regtbank van Koophandel zitting houdende te Rotterdam, in dato den 19 mei laatstleden, geregistreerd den 27 daaraanvolgende ten Kantore van de Heer Ontvanger Verster, gewezen in zake van dezelve Heren, als Eisers, contra kapitein Jan Visser, Gedaagde, bij hetwelk dezelve is gecondemneerd (opm: veroordeeld) aan de Requiranten in dezen te betalen 5949 Guldens en 10 Cents Nederlands Geld, met de interessen en kosten, en daarvoor hetzelve Schip, Toebehoren, Lading en Vrachtpenningen speciaal te zijn verbonden en executabel, en daarna Arrestanten op hetzelve Schip en Toebehoren.

De Executanten hebben het voorschreve Schip en Toebehoren ingezet om en voor de somma van 200 Guldens.

De eerste opbieding zal geschieden op woensdag den 5 juli 1820; de tweede op woensdag den 12 derzelve maand, en de derde of laatste op woensdag den 19 juli daaraanvolgende, respectievelijk des middags te 12 uren, in het Paleis van Justitie te Rotterdam, ten overstaan van de Wel-Edel Gestr. Heer mr. A. van Gennep, Regter in de Regtbank van Eersten Aanleg, zitting houdende te Rotterdam voornoemd, als daartoe door gemelde Regtbank gecommitteerd.

De Memorie van Lasten is gedeponeerd ter Griffie van meergemelde Regtbank, en Kopie derzelve ligt ter visie ten Kantore van voornoemde Procureur W.S. Burger Jr, te Rotterdam, bij wie ook nadere informatiën te bekomen zijn.

 

Rotterdamsche Courant 08 augustus 1820114

Amsterdam, 6 augustus. Kapt. J. Visser, voerende het schip MARIANNE, den 30 juli in Texel binnen van Surinamen, is den 9 juni van daar vertrokken, en berigt, dat 14 dagen voor hem gezeild is het schip de VROUW JEANNE, kapt. Koster, mede naar Amsterdam (opm: zie RC 100820).

 

Rotterdamsche Courant 11 deccember 1821114

Rotterdam, 10 december. Uittreksel uit de Lloyd’s Lists van den 4 en 7 december:

…..Den 1 dezer zijn te Cowes binnengelopen de schepen VRIENDSCHAP, Visscher, en VRIENDSCHAP, De Jong, beiden van Amsterdam naar Surinamen; dezelven hebben den 6 hun reis vervolgd…..

 

Rotterdamsche Courant 08 januari 1822114

Amsterdam, 6 januari. De schepen de VRIENDSCHAP, J. Visser, en de VRIENDSCHAP, J.K. de Koning, beiden van Amsterdam naar Surinamen, welke, volgens de Lloydslijst van den 7 december 1821, den 6 dito derzelver reizen zouden hebben voortgezet, lagen, volgens brief van gemelde kapitein Visser, in dato 2 december, destijds beiden nog te Cowes, alzo aanhoudende stormen en tegenwinden hen belet hadden zee te kiezen

 

Rotterdamsche Courant 10 januari 1822114

Amsterdam, 8 januari. In het berigt wegens de kapiteins Jan Visser en J.K. de Jong, van Amsterdam naar Surinamen, in de laatst voorgaande courant gemeld, staat volgens brief van kapt. Visser van den 2 december 1821, moet zijn van den 27 december.

 

Rotterdamsche Courant 12 januari 1822114

Rotterdam, 11 januari. Uittreksel uit de Lloydslijst van den 8 januari:

   Den 4 januari zijn van Cowes vertrokken de schepen DRIE GEBROEDERS, Sipkes, naar Cette (opm: Sète), en COLONIST, Ferber, van Middelburg naar Demerarij, en den 6 dito VRIENDSCHAP, Visscher, en VRIENDSCHAP, De Jong, van Amsterdam naar Surinamen.

 

Rotterdamsche Courant 02 mei 1822114

Amsterdam, 30 april. Van Surinamen zouden vertrekken de volgende schepen, als den 15 maart de VEREENIGING, kapt. W. de Boer; in het laatst dier maand de AMSTEL, kapt. M. Charlau; den 31 dito de VRIENDSCHAP, J. Visser, en den 21 april WILLEM DEN EERSTEN (opm: fregat WILLEM DE EERSTE), kapt. J. Johannesen, alle vier naar Amsterdam.

 

Rotterdamsche Courant 06 juni 1822114

Amsterdam, 4 juni. Het schip de AMSTEL, kapt. M. Charlau, in Texel binnen van Surinamen, is den 7 april van daar gezeild, tegelijk met het schip de JUFVROUW AAGJE, kapt. K.H. Ruijl (opm: brik, kapt. Klaas Harms Ruyl); ook lag destijds gereed het schip VRIENDSCHAP, kapt. J. Visser, naar Amsterdam.

 

Rotterdamsche Courant 25 juni 1822114

Rotterdam, 24 juni. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 21 juni:

Den 18 dezer bevond zich op de hoogte van Douvres het schip VRIENDSCHAP, Visser, en den 20 het schip (opm: fregat) ZORGVULDIGHEID, J. Hulsen, beide van Surinamen naar Amsterdam.

Opm. Ger Mulder. Ik heb het nu nagekeken, het is J. Visser en het schip is een pink, ex CAROLINA, in 1820

door F.H. Foddiegel, fabrikant te Amsterdam, verkocht aan v.d. Poll en Poncelet.

 

Rotterdamsche Courant 10 december 1822114

Amsterdam, 8 december. In de storm van gisteren zijn van deszelfs ankers gedreven de schepen PIETER ANTHONIJ (opm: fregat PIETER ANTHONY), kapt. C. Hofker, naar de Berbice; VRIENDSCHAP (opm: pink), kapt. J. Visser, naar Surinamen; laatstgemelde zit bij de Steenenbank op de Zuidwal. ….

 

Rotterdamsche Courant 14 december 1822114

Amsterdam, 12 december. Volgens brief van kapt. J. Visser, voerende het op de Zuidwal van Texel zittende schip de VRIENDSCHAP van Amsterdam naar Surinamen, in dato den 10 dezer, was hij bezig met de lading te lossen en reeds was de eerste ligter in het Nieuwe Diep aangekomen; zodra de lossing geëindigd zou zijn, zou men naar de geschiktste middelen omzien om het schip zelve van de Zuidwal af te brengen.

 

 

Datum vanaf: 1820
Kapitein: Visser, Jan
Overige informatie: 1820-11-27

Monsterrollen

Opgemaakt Amsterdam
Datum: 1820-11-28
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: VRIENDSCHAP
Schipper: Visser, Jan
Scheepstype: pink
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen Bekijk alle monsterrollen
Algemene informatie

1819

LCO 010119
Te Terschelling heden namiddag is door assistentie van een Vlielander Loodsschuit in het Vliegat binnen en voor het Ras van Terschelling gebracht J. Jensen van Archangel, met schade aan schip en tuigage en weinig lekkage.
LC 190119
Medemblik, 10 januari 1819. Voor onze stad heeft dezer dagen een droevig ongeluk plaatsgehad. Het schip CAROLINA, kapitein J. Jensen, van Archangel naar Amsterdam gedestineerd, op de hoogte van Enkhuizen, uit hoofde van het ijs hebbende moeten terugkeren om alhier binnen te lopen, was den 6 des avonds even bezuiden de haven aan de grond geraakt. Den 7 des morgens ten vijf uren, besloten zijnde een anker uit te brengen, teneinde het schip met de vloed vlot te krijgen, was de gehele equipagie met het anker in een sloep gegaan, zodat niemand dan de kapitein en de Ioods aan boord bleven. Doch naauwlijks een derde van een kabellengte van het schip zijnde, was gezegde sloep waarschijnlijk gekenterd en het ondersteboven gekeerd en alle negen daarin zijnde personen omgekomen, zonder dat het de kapitein en loods, ofschoon boeijen en trossen uitwerpende, mogelijk was hen te redden, en van de wal, daar alles nog in rust was, ook nog geen tijdige hulp kon worden verleend. Dit noodlottig toeval de kapitein van volk ontbloot hebbende, was hij genoodzaakt geweest twee schuiten aan te nemen om het schip in de haven te brengen, alzo men dacht het schip in de nacht vlot zoude worden.


1820

Op 13-09-1820 wordt voor de CAROLINA door Frans Hendrik Voddegee uit Amsterdam een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. Pieter Zink.

Op 27-11-1820 wordt voor de VRIENDSCHAP door de firma Wed. S.J. van de Poll uit Amsterdam een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. Jan Visser.

1821
 

RC 210421
Amsterdam, 19 april. Te Surinamen zijn gearriveerd T.C. Claus, J. Visser, A. Schrant, C. Doetz, R.T. Rensens en G.L. Röperhoff.

1822

RC 080122
Amsterdam, 6 januari. De schepen de VRIENDSCHAP, J. Visser, en de VRIENDSCHAP, J.K. de Koning, beiden van Amsterdam naar Surinamen, welke, volgens de Lloyd’s Lijst van den 7 december 1821, den 6 dito derzelver reizen zouden hebben voortgezet, lagen, volgens brief van gemelde kapitein Visser, in dato 2 december (opm: moet zijn 27 december, zie RC 100122), destijds beiden nog te Cowes, alzo aanhoudende stormen en tegenwinden hen belet hadden zee te kiezen.
RC 100122
Amsterdam, 8 januari. In het berigt wegens de kapiteins Jan Visser en J.K. de Jong, van Amsterdam naar Surinamen, in de laatst voorgaande courant gemeld, staat volgens brief van kapt. Visser van den 2 december 1821, moet zijn van den 27 december.
RC 020522
Amsterdam, 30 april. Van Surinamen zouden vertrekken de volgende schepen, als den 15 maart de VEREENIGING, kapt. W. de Boer; in het laatst dier maand de AMSTEL, kapt. M. Charlau; den 31 dito de VRIENDSCHAP, J. Visser, en den 21 april WILLEM DEN EERSTEN (opm: fregat WILLEM DE EERSTE), kapt. J. Johannesen, alle vier naar Amsterdam.
RC 060622
Amsterdam, 4 juni. Het schip de AMSTEL, kapt. M. Charlau, in Texel binnen van Surinamen, is den 7 april van daar gezeild, tegelijk met het schip de JUFVROUW AAGJE (opm: brik JUFFROUW AAGJE), kapt. K.H. Ruijl; ook lag destijds gereed het schip VRIENDSCHAP, kapt. J. Visser, naar Amsterdam.
RC 250622
Rotterdam, 24 juni. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 21 juni: Den 18 dezer bevond zich op de hoogte van Douvres het schip (opm: pink) VRIENDSCHAP, J. Visser, en den 20 het schip (opm: fregat) ZORGVULDIGHEID, J. Hulsen, beide van Surinamen naar Amsterdam.

1823

Op 13-03-1823 wordt voor de VRIENDSCHAP door de firma Wed. S.J. van de Poll uit Amsterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. Jan Visser.
 

AC 220823
Te Suriname zijn tussen den 5 en den 28 juni gearriveerd de VRIENDSCHAP (opm: pink), kapt. J. Visser, LOUISA EN AUGUSTA, kapt. H. Breckling (opm: brik, kapt. H. Breekeling), JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. John Smith, EMANUEL, kapt. R. Maalsteed, CATHARINA ANNA HELENA, kapt. Fredrik Groen, en HET HUIS TE SPIJK, kapt. G. Doeksen, alle zes van Amsterdam.
AC 090923
Texel, 7 september. Heden zijn alhier gearriveerd de schepen VRIENDSCHAP (opm: pink), kapt. J. Visser en LOUISA AGATHA, kapt. H. Breckling (opm: H. Breekeling), beide van Suriname; CORNELIA (opm: bunschip), kapt. J. Haantjes, van Londen.

1824
 

AC 221124
Texel, 19 november. Uitgezeild: SURINAAMSCHE VRIEND, kapt. T.C. Claus, JUFFROUW AAGJE, kapt. K.H. Ruijl, en VRIENDSCHAP, kapt. J. Visser, alle drie naar Suriname.
AC 031224
Texel, 1 december. Den 27 november is, door de loodsschipper P.P. Kuijper, op de hoogte van Texel, 5 mijlen op zee, gepraaid VRIENDSCHAP, kapt. J. Visser, van Amsterdam naar Suriname.
AC 131224
Texel, 11 december. Binnengekomen VRIENDSCHAP, kapt. J. Visser, terug uit zee, zijnde naar Suriname bestemd.

1825
 

RC 150125
Amsterdam, 13 januari. Den 9 dezer lagen in het Nieuwe Diep de volgende schepen, welke gedeeltelijk sedert de maand september op gunstige wind wachtten, om naar zee te zeilen, als: NOORD-HOLLAND, kapt. H.K. Ruijl, DE GRAAF BULOUW, kapt. R. Maalsteed, de KOLONIST, kapt. L. Wildschut, de VIER GEZUSTERS, kapt. J. van Dijk, de VRIENDSCHAP, kapt. Jan Visser, ARGYLE, kapt. D. Spreeuw allen naar Suriname gedestineerd.
RC 250125
Amsterdam, 23 januari. Sedert onze laatste zijn van Texel uitgezeild: NOORD-HOLLAND, kapt. H.K. Ruijl, VRIENDSCHAP, kapt. J. Visser naar Suriname.
SUC 100325
Paramaribo, 10 maart. Binnengekomen de VRIENDSCHAP, kapt. J. Visser van Amsterdam.
RC 090625
Amsterdam, 7 juni. Volgens brief van Paramaribo, van den 18 april, zouden vandaar naar Amsterdam vertrekken de schepen de VRIENDSCHAP, kapt. J. Visser, en NOORD-HOLLAND, kapt. H.K. Ruijl, het eerste in de loop van die week en het laatste over veertien dagen.
AC 160625
Texel, 14 juni. De wind NO. Binnengekomen: VRIENDSCHAP, kapt. J. Visser, van Suriname.

Op 15-11-1825 wordt voor de VRIENDSCHAP door de firma Wed. S.J. van de Poll uit Amsterdam een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. Jan Visser.
 

AC 081225
Gepasseerde schepen door Alkmaar, langs het Groot Noord-Hollandsche Kanaal: Den 27 november, de VRIENDSCHAP, kapt. Joh. Visser, van Amsterdam naar Suriname.

1826

OHC 060426
Te Suriname den 5 februari de VRIENDSCHAP, kapt. J. Visser van Amsterdam.
OHC 110726
Op de hoogte van Portsmouth was den 6 juli het schip de VRIENDSCHAP, kapt. J. Visser van Suriname naar Amsterdam.
AC 120726
Texel, 10 juli. Binnengekomen: VRIENDSCHAP, kapt. J. Visser en ATHALANTE, kapt. W. Zuidhoff, beide van Suriname.

1827

OHC 260627
Amsterdam, 24 juni. Den 24 dezer binnengekomen de VRIENDSCHAP, kapt. J. Visser; de VRIENDSCHAP, kapt. C.J. Kat en de DAGERAAD, alle drie van Suriname.

Op 07-11-1827 wordt voor de VRIENDSCHAP door de firma Wed. S.J. van de Poll uit Amsterdam een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. Jan Visser.

1828
 

AH 090128
Uitgezeilde schepen. Texel, 4 januari. VRIENDSCHAP, kapt. J. Visser, de SURINAAMSCHE VRIEND, kapt. J. Visser, naar Suriname.
OHC 190428
Arrivementen: Te Suriname de VRIENDSCHAP, kapt. Jan Visser, van Amsterdam.
AH 020728
Carga-lijsten. Amsterdam, 1 juli. VRIENDSCHAP, kapt. Jan Visser, van Suriname.
AH 260728
Te Amsterdam ligt in lading naar Suriname, de VRIENDSCHAP, kapt. J. Visser.
OHC 301228
Amsterdam, 29 december. De 26ste december is uit zee teruggekomen de VRIENDSCHAP, kapt. J. Visser gedestineerd van Amsterdam naar Suriname, wegens lekkage, moet lossen om te repareren.
OHC 181228
Amsterdam, 16 december. De 15 december van Texel uitgezeild, de VRIENDSCHAP, kapt. J. Visser naar Suriname.
OHC 301228
Amsterdam, 29 december. De 26ste december is uit zee teruggekomen de VRIENDSCHAP, kapt. J. Visser gedestineerd van Amsterdam naar Suriname, wegens lekkage, moet lossen om te repareren|

1829

Op 12 augustus 1829 wordt de zeebrief van de VRIENDSCHAP, kapt. Jan Visser naar Den Haag teruggezonden, zonder opgaaf van reden. (De VRIENDSCHAP wordt niet ter verkoop aangeboden, dus is de conclusie dat zij rijp was voor de sloop.)
 

1830

RC 240630
Amsterdam, 22 juni. Gisteren is hier met het beste gevolg van stapel gelopen het koopvaardijschip (opm: pink) DE VRIENDSCHAP gebouwd op de werf van de scheepsbouwmeesters Meijjes en Zoon, voor rekening van mevr. de wed. J.S. van de Poll en de heren J.J. Poncelet en Zoon met Jan Visser als gezagvoerder.

 

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

Stadsarchief Amsterdam Archiefnummer AMS 5074.1414.1820.161

foto IV– 2-41 – 2-43
CEDULE

Naam schip bevorens genaamd CAROLINA, thans door kopers genaamd de VRIENDSCHAP

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 22 november 1820

type schip pink

bouwwerf/verkoper niet vermeld

gevoerd door kapt. geweest door Peeter Zink

eigenaar/koper Vrouwe Françoise Margaretha van Weede, douairière Jhr.Mr. Jacobus Salomon van de Poll (1/2e part) en firma Jean Jacques Poncelet & Zoon (1/2e part), beide te Amsterdam

te voeren door kapt. thans te voeren door Jan Visser

grootte in tonnen 115 lasten

tuigage / aantal dekken drie masten, een dek

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd te Molde in Noorwegen

plaats / datum registratie Amsterdam, 22 november 1820

nummer registratie deel 5, folio 78, verso, vak 4.

notaris Regtbank van Eerste Aanleg, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de laatste koopacte; het schip ligt thans te Amsterdam.
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1819-1838. De cedule is in de kantlijn genummerd 19116
De eed wordt afgelegd door Peter Smit Devonshire te Amsterdam met volmacht van de eigenaars.
opm: zie cedule 118 van 1820




researcher/datum research: ML / 070215

Naam VRIENDSCHAP
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1820
Toegang 5074
Inventaris 1414
Klik hier om de originele akte te bekijken

ARCHIEF Gemeente Amsterdam archiefnummer 5074/1419-1820-161

ACTE AAN-/VERKOOP
schip voorheen genaamd Russisch schip CAROLINA ,thans genaamd de VRIENDSCHAP

plaats en datum acte Amsterdam, 17 november 1820

soort schip pink

gevoerd door kapt.

Bouwwerf / verkoper Frans Hendrik Vodiegel, fabrikant te Amsterdam

Eigenaar / aankoper Françoise Margaretha van Weede, douarière Jhr.Mr.Jacobus Salomon van de Poll, handelende onder de firma Wed.J.S. van de Poll, voor ½ part, en Rodolphe Le Chevalier, koopman te Amsterdam, handelende onder de firma Jean Jacques Poncelet & Zoon, ook voor ½ part.

te voeren door kapt.

groot volgens meetbrief in tonnen

tuigage en aantal dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating

plaats en nummer van registratie

datum van registratie

notaris Mr. Johannes Crommelin, notaris te Amsterdam

prijs (bij aan-/verkoop NLG. 7500,-

bijzonderheden
(opm. 200112: Makelaar firma De Vries & Co uit Amsterdam nam begin juli 1820 via de Directeur Inkomende- en Uitgaande Regten van Noord-Holland en Utrecht contact op met de Staatsraad in Den Haag om te zien of men bereid was voor de Russische pink CAROLINA een Nederlandse zeebrief en Turkse pas af te geven. Hiertoe werd op 20 juli 1820 in principe toestemming verleend (nr. 264, 8563) mits het schip zou voldoen aan de Wet op de Zeebrieven en Turksche Passen, en mits de verkoping publiekelijk zou geschieden.
Bron: N.A. Den Haag toegang 2.08.01.07 inventaris 83.






researcher/datum research ML-050306

Naam VRIENDSCHAP (de)
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1820
Toegang 5074
Inventaris 1419
Klik hier om de originele akte te bekijken

Stadsarchief Amsterdam Archiefnummer AMS 5074.1414.1820.118

foto IV– 095
CEDULE

Naam schip CAROLINA

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 6 september 1820

type schip pink

bouwwerf/verkoper niet vermeld

gevoerd door kapt. geweest door Jacob Jensen

eigenaar/koper Frans Hendrik Voddiegel, koopman te Amsterdam enig eigenaar

te voeren door kapt. thans door Pieter Zink

grootte in tonnen 115 lasten van twee zeetonnen

tuigage / aantal dekken drie masten, een dek

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd te
in Noorwegen

plaats / datum registratie Amsterdam, 6 september 1820

nummer registratie deel 4, folio 93, recto, vak 5.

notaris Regtbank van Eerste Aanleg, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de laatste koopacte; het schip ligt thans te Amsterdam.
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1819-1838. De cedule is in de kantlijn genummerd
Bij K.B. van 4 augustus 1820 no. 73 kreeg het schip toestemming voor een Nederlandse zeebrief.
De eed wordt afgelegd door Pieter Smit Devonshire te Amsterdam met volmacht van de eigenaar.
opm: vergelijk cedule 161 van 22 november 1820







researcher/datum research: ML / 020215

Naam CAROLINA
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1820
Toegang 5074
Inventaris 1414
Klik hier om de originele akte te bekijken

ARCHIEF Gemeente Amsterdam archiefnummer 5074/1419-1820-118

ACTE AAN-/VERKOOP
schip CAROLINA

plaats en datum acte publieke veiling, Amsterdam, 28 augustus 1820

soort schip pink

gevoerd door kapt. Jacob Jensen,

Bouwwerf/verkoper kapt. Jacob Jensen, daartoe te Archangel dd. 30 april 1820 schriftelijk gemachtigd door Johan Gernet

eigenaar/aankoper Frans Hendrik Voodiegel (?), fabrikant te Amsterdam

te voeren door kapt.

groot volgens meetbrief in tonnen

tuigage en aantal dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating

plaats en nummer van registratie

datum van registratie

notaris voor P. Tideman, griffier 3e kanton arrondissement Amsterdam

prijs (bij aan-/verkoop NLG. 4000,-

bijzonderheden (Vodegel? De naam Vodegel komt voor in Noord Holland)
opm. 200112: Makelaar firma De Vries & Co uit Amsterdam nam begin juli 1820 via de Directeur Inkomende- en Uitgaande Regten van Noord-Holland en Utrecht contact op met de Staatsraad in Den Haag om te zien of men bereid was voor de Russische pink CAROLINA een Nederlandse zeebrief en Turkse pas af te geven. Hiertoe werd op 20 juli 1820 in principe toestemming verleend (nr. 264, 8563) mits het schip zou voldoen aan de Wet op de Zeebrieven en Turksche Passen, en mits de verkoping publiekelijk zou geschieden.
Bron: N.A. Den Haag toegang 2.08.01.07 inventaris 83








researcher/datum research ML-260206

Naam CAROLINA
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1820
Toegang 5074
Inventaris 1419
Klik hier om de originele akte te bekijken

Bronnen

Jaar: 1820
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: N.A. Den Haag, toegang nummer 2.08.01.07 Zeebrieven verbalen, diverse bestanddelen.
N.A. Den Haag toegang 2.08.01.07 inventaris 83
Gemeente archief Amsterdam archiefnummer 5074/1419-1820-118
Gemeente archief Amsterdam archiefnummer 5074/1414-1820.118
Gemeente archief Amsterdam archiefnummer 5074/1419-1820-161
Gemeente archief Amsterdam archiefnummer 5074/1414-1820.161
AC = Amsterdamsche Courant
LC = Leeuwarder Courant
LCO = Leydsche Courant
OHC = Opregte Haarlemsche Courant
RC = Rotterdamsche Courant
SUC = Suriaamsche Courant