Inloggen
ELISABETH EN HESTER - ID 12788


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1818-04-01 / 1838-09-01 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 18??
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Brik
Material Hull: Wood
Construction Data

Scheepsbouwer: Built abroad
Technical Data

Gross Tonnage: 84.00 lasts
 
Length 1: 24.20 Meters Registered
Beam: 4.97 Meters Registered
Depth: 2.97 Meters Registered
Configuration Changes

Datum 22-01-1819
Type: Rebuilt
Omschrijving: Bijzonderheden: schip buiten Nederland gebouwd, doch voor meer dan 3/4e deel in Nederland vertimmerd.
Certificaat van vertimmering afgegeven op 22 januari 1819 door A. de Graaf, meesterscheepstimmerman te Amsterdam.

Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1818
Datum agenda: 1818-04-01
Register nr: 18180159
Scheepsnaam: ELISABETH EN HESTER
Type:
Lasten: 0
Gebouwd in binnen- of buitenland: Buitenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Meeteren en Brand, van
Plaats: Dordrecht
Kapitein op moment van verzoek: Blom, O.P.
Opmerkingen: Eerste zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1818-04-01 ELISABETH EN HESTER
Manager: Firma Van Meeteren en Brand, Dordrecht, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Firma Van Meeteren en Brand, Dordrecht, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Dordrecht / Netherlands
Additional info: Ex. JULIUS (onbekend)

Date/Name Ship 1819-09-03 VESTA
Manager: Ruben Vogelsang, Dordrecht, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Ruben Vogelsang, Dordrecht, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Dordrecht / Netherlands

Date/Name Ship 1821-08-23 VESTA
Manager: Firma Van Meeteren & Grim, Dordrecht, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Firma Van Meeteren & Grim, Dordrecht, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Dordrecht / Netherlands

Date/Name Ship 1823-05-22 HENDRICA ELISABETH
Manager: Firma C.W.H. van Dam & Co., Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

Acte d.d. 23 augustus 1821                VESTA
Van Meeteren & Grim en
de heer Jan Grim, Dordrecht

Acte d.d. 22 mei 1823                        HENDRICA ELISABETH
firma C.W. van Dam & Co, kooplieden te Rotterdam (1/4e part),
Jurgen Pruyssing, oud-scheepskapitein en winkelier te Rotterdam (1/4e part),
Anne Glazener, scheepskapitein te Rotterdam (1/4e part)
en zijn broeder Hessel Glazener, scheepskapitein te Rotterdam (1/4e part)
Acte d.d. 13 maart 1828
firma C.W. van Dam & Co, kooplieden te Rotterdam (3/8e part),
David Miercke, scheepskapitein te Rotterdam, (1/4e part),
Mej. Klasina van Duijm, weduwe Jurgen Pruijssing, particuliere te ‘s Gravenhage, (3/8e part).

Ship Events Data

1819-07-29: Sold at auction
Advertentie. Gerard Mauritz, Pieter van Volkom en Nicolaas van Meeteren Brouwer, makelaars binnen Dordrecht, als last hebbenden van hunne Principalen, zullen, ten overstaan van een daartoe bevoegd Beambte, op donderdag den 29 juli 1819, des morgens te elf uren, te Dordrecht, in het Venduhuis den Gouden Molen, op de Hooge Nieuwstraat, verkopen: een snelzeilend Brikschip, in het jaar 1818 in Amsterdam meer dan drie vierde vernieuwd, genaamd ELISABETH EN HESTER, gevoerd door kapitein O.P. Blom, lang over steven 88 voeten 4 duimen, wijd binnen zijn berghouten 24 voeten 2 duimen, hol op zijn uitwatering 13 voeten 6 duimen, alles Amsterdamse maat, met deszelfs rondhout, staand en lopende want, ankers, touwen, zeilen en verdere Scheepsgoederen; zo als hetzelve is liggende in de Kalkhaven, en aldaar daags voor en op de dag der verkoop voor een ieder te zien is. Nader onderrigting begerende, adressere men zich bij de gemelde makelaars.
(opm: als schoener JULIUS in 1818 uit het buitenland aangekocht en tot brik verbouwd)
1838-02-13: Damaged
Het schip HENDRICA ELISABETH, kapt. A. Riedijk, is te Dover met verlies van zeilen en schade aan het roer binnen gelopen.
1838-09-01: Final Fate: Piracy - Act of Piracy, Piraterij

Op 1 september 1838 is de HENDRICA ELISABETH bij eiland Psará, (38º35’ N.B. 25º35’ O.L.) door piraten tot zinken gebracht. De bemanning overleeft het ter nauwer nood.
1842-03-09: Piracy - Act of Piracy, Piraterij
De kapers van de Nederlandse brik HENDRIKA ELISABETH, kapitein A. Riedijk, waarvan hij in september 1838 het slachtoffer is geweest, zijn alsnog gepakt.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Oele Pieters Blom werd geboren te Hindelopen op 29 november 1771.

Hij huwde met Goverdina Bonten, geboren te Dordrecht op 21 november 1770. 003.

Geen overlijdensakte in Fresland gevonden.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

O.P.Blom, adres P.Blom, werd met nr.93 effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop”. Geen vermelding van schip, datum van aangifte en referentie. Bedankt in 1845002.

In de Algemene Ledenvergadering van het college op 07 december 1824 werd O.Pieter Blom, oud 52 jaar, wonende op de Stroomarkt en hoek van de Gouverneursteeg, met vlagnummer 93 aangenomen als effectief lid op voordracht van P.F.Wegener023.

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop op 22 december 1825 en bedankte in 1845.

O.P.Blom voerde vlagnummer 93 van het College Zeemanshoop van 1834 t/m 1836 en vlagnummer 52 van 1836 t/m 1845.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 25 juli 1833 staat een mededeling van kapitein O.P.Blom “berichtende zijne vertrek met der woon naar Hinlopen.”042.

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 09 september 1845 staat de mededeling dat kapitein O.P.Blom bedankt voor zijn effectief lidmaatschap.023.

In de notulen van de Algemene Ledenvergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 02 juni 1829 staat de volgende mededeling:

Ingekomen “… eene brief van kapitein O.P.Blom, dato 2 maart 1829 alsmeede een van de Effectieve Leeden P.Schakkel en B.E.Holwedel inhoudende klagten en voorzieningen, ingeval van IJsgang in het gat van Texel, en over den slechten staat der Vuren te Egmond … “. Een en ander zal door het Bestuur ter kennis worden gebracht van het Ministerie van Marine023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer            jaren                type        scheepsnaam                      naam reder/boekhouder

         93                1825-1828            kof         Anthonius en Kornelia       L.Bouman

                               1829-1831            galjoot   Anthonius en Kornelia       L.Bouman

                               1832-1835            geen opgave van schip en boekhouder

         52                1836-1844            geen opgave van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt O.P.Blom als gezagvoerder gedurende:

*    1820 t/m 1828 van de kof “Antonius & Cornelia”, gebouwd in 1817, bouwlocatie niet vermeld, 180 ton o.m., varend voor Kloppenborg te Amsterdam;

*    1828 t/m 1830 van de bark/galjoot “Antonius & Cornelia”, gebouwd in 1828 te Harlingen, 354 ton o.m., varend voor L.Bouman te Harlingen.

 

Het Archief van de Amsterdamse Waterschout op het Stadsarchief te Amsterdam bevat monsterrollen op naam van Oeds/oept Pieters Blom op de:

”Seldenrust”, dd 18 mei 1804;

“Werlvaart:, dd 05 april 1814;

“Elisabet & Hester”, dd 08 april 1818;

“Antonius & Cornelia:, dd 06 juli 1820; 21 oktober 1820; 25 juni 1821; 03 april 1822; 25 april 1823; 30 oktober 1825; 17 december 1824; 08 augustus 1825; 09 maart 1826; 16 mei 1826; 02 december 1826; 04 september 1828; 12 mei 1829; 11 november 1829; 01 juli 1830 en 30 oktober 1830.

 

Overige bijzonderheden

Nr. 8 31-8-1819 Kofschip ,,FLORA,, 52 last

Transport makelaar 11-12-1818 : van de Heren Dieraxen ? te Amsterdam

Aan:       Ruben Vogelsang te Dordrecht / voor f 3.780, -

                Kapitein: Obbe P. Blom / vlag Amsterdam nr. 52/93 1e reis Monsterrol te Dordrecht nr.26,  4-9-1819 met 6 man naar Plymouth.

                Niet door mij geverifieerde gegevens van Frank van Peperstraten te Lelystad.

 

Rotterdamsche Courant 25 januari 1817114

Amsterdam, 23 januari. Te Veere is binnengelopen het schip de WELVAART, kapt. O.P. Blom, van St. Martin (opm: St. Maarten) naar Dordrecht; hetzelve heeft den 18 januari de reis vervolgd, doch is de volgende dag door de loods bij Krammer aan de Kollina, niet ver van Ooltgensplaat, op een zeer gevaarlijke plaats aan de grond gezet, alwaar hij, bij gebrek van adsistentie, nog zat. De kaptein heeft toen een vaartuig aangenomen, met hetwelk hij hoopte die nagt in vlot water te komen; de steven en naden waren reeds ontzet en het schip lek; van de lading zout is een gedeelte over boord geworpen.

 

Rotterdamsche Courant 17 juli 1819114

Advertentie. Gerard Mauritz, Pieter van Volkom en Nicolaas van Meeteren Brouwer, makelaars binnen Dordrecht, als last hebbenden van hunne Principalen, zullen, ten overstaan van een daartoe bevoegd Beambte, op donderdag den 29 juli 1819, des morgens te elf uren, te Dordrecht, in het Venduhuis den Gouden Molen, op de Hooge Nieuwstraat, verkopen: een snelzeilend Brikschip, in het jaar 1818 in Amsterdam meer dan drie vierde vernieuwd, genaamd ELISABETH EN HESTER, gevoerd door kapitein O.P. Blom, lang over steven 88 voeten 4 duimen, wijd binnen zijn berghouten 24 voeten 2 duimen, hol op zijn uitwatering 13 voeten 6 duimen, alles Amsterdamse maat, met deszelfs rondhout, staand en lopende want, ankers, touwen, zeilen en verdere Scheepsgoederen; zo als hetzelve is liggende in de Kalkhaven, en aldaar daags voor en op de dag der verkoop voor een ieder te zien is. Nader onderrigting begerende, adressere men zich bij de gemelde makelaars.

 

Dordrechtsche Courant 25 december 1819114

Aan deze stad is gearriveerd het schip FLORA, kapt. O.P. Blom, van Liverpool, met zout en stukgoederen

 

Rotterdamsche Courant 21 april 1821114

Rotterdam, 20 april. Van Vlissingen meldt men …. ….Sedert den 15 zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild de schepen de DRIE GEBROEDERS, L. Lorentzen, naar Noorwegen; CATHARINA MARIA, C.G. Krohs, naar Hamburg; IDUNA, P. Smith, en ERICHINE CATHARINE, H. Richelieu, naar de Oostzee; de HOOP, J. van der Lusdonck, en DIE HOFFNUNG, P.J. de Boer, naar Lissabon; THE ALBION, J. Hurst, naar Londen; HENRIETTE (opm: fregat HARRIET, thuishaven Antwerpen), M. Erichsen, naar Madera; THE EAGLE, T. Mix, naar New-York; de VROUW ALIDA, T.E. Bart, en ANTHONIUS EN CORNELIA, O.P. Blohm, naar Liverpool; LE LEVIER, J. Piebers, naar Rouaan; CAROLINA, N. Page, naar Salem, en JOHN AND EDWARD, S. Webb, naar New Orleans.

 

Rotterdamsche Courant 20 september 1821114

Rotterdam, 19 september. Den 17 arriveerden te Helvoetsluis de schepen HELENA, AURORA, J. Davids, van Libau (opm: Liepaja), en ANTHONIUS EN CORNELIA, O.P. Blom, van Drontheim, en zeilde FLORA, J.W. Berisford, naar Rochester; de wind W.N.W.

Den 18 arriveerden de HOFFNUNG, J.S. Hansen, van Kopenhagen; FLORA, J.W Berisford, terug uit zee.

 

Rotterdamsche Cournt 11 mei 1822114

Amsterdam, 9 mei. Door de Texelse loodsschipper P. Kuijper is, den 28 april, bij de Singels, in goede staat gepraaid, kapt. O.P. Blom, voerende het kofschip ANTONIUS EN CORNELIA, van Amsterdam naar Genua en Livorno, hebbende toen oostelijke wind; ook is door dezelfde, den 29 dito, bij Bevesier (opm: Beachy Head) een loods overgezet aan boord van het kofschip de DRIE GEBROEDERS, gevoerd door kapt. J. Sipkes, van Cette (opm: Sète) naar Amsterdam

 

Rotterdamsche Courant 31 januari 1824114

Amsterdam, 29 januari. Kapt. O.P. Blom, voerende het Nederlandse kofschip ANTONIUS EN CORNELIA, van Lissabon naar Marseille, meldt van Barcelona in dato den 13 januari, dat hij, den 4 december van Lissabon gezeild zijnde en tot den 17 dito met tegenwind en storm hebbende moeten worstelen, den 26 dito de Straat van Gibraltar passeerde en den 29 tot 4½ mijl van Marseille kwam, doch toen tegenwind kreeg met storm en daardoor 28 mijlen terug dreef. Vervolgens den 3 januari Marseille tot op 2½ mijl van het land wederom genaderd zijnde, werd hij door een zo vreselijke storm belopen, dat men geen zeil kon voeren. Des nachts waaide het een orkaan met hoge en draai-zeeën, waardoor het schip geweldig slingerde en werkte, van de zee gesmeten werd en onder dezelve bedekt scheen, hetgeen hem den 4 deed besluiten het gereefde topzeil te laten vastmaken, waardoor er een matroos over boord sloeg en, daar er geen mogelijkheid tot redding was, verdronk. Deze orkaan bleef vijf etmalen zonder tussenpozing voortwoeden, zodat de stouthartigste zeeman moest beven en het naar mensengedachten onmogelijk uit te houden was, bij al het werk het schip nochtans dicht bleef. Toen circa 50 mijlen van Marseille terug gedreven en ten tweede malen beneden en dan weder boven Barcelona gestormd zijnde, besloot hij, doordien het bovenschip veel geleden had, de gehele equipage afgemat was, de harde wind aanhield en steeds hangen bleef, om te Barcelona binnen te lopen, alwaar hij den 12 binnen kwam en dadelijk onder quarantaine gelegd werd. Na zich hersteld te hebben, zou hij zo spoedig doenlijk de reis naar Marseille vervolgen.

 

Dordrechtsche Courant 22 juli 1824114

Vlissingen, 17 juli. Den 14 dezer zijn van de Schelde afgekomen en naar zee gezeild de GOEDE VERWACHTING, kapt. J.J. Schuring, met boomschors en meekrap; l’EMILIE (opm: pleit, Oostende), kapt. M. van der Kerkhoven, en de GOEDE HOOP, kapt. J.G. Boon, beide met boomschors, en alle drie naar Londen; de MERKURIUS, kapt. P. Smith (opm: brik MERCUUR, Antwerpen, J.F.P. Smit), naar Rio-Janeiro, MARIANNE PACKET, kapt. H. Ottes, naar Lissabon, en AIMABLE PAULINE, kapt. L.J. Luijtjes, naar Rio-Janeiro, alle drie met stukgoederen; de ZEEMEEUW, kapt. W. Plug, BELLE ALLIANCE, kapt. O.A. Wilman, en de VROUW JAANTJE, kapt. A.G. Jonkhoff, alle drie naar Londen, met boomschors; WILHELMINA MARIA, kapt. J.J. Peters, AURORA, kapt. S.J. Brouwer,de WINDLUST, kapt. J.R. Engelsman, en KLAZINA MARGARETHA, kapt. J.B. Schippers, alle vier naar Londen, met boomschors; ANTHONIUS en CORNELIA, kapt. O.P. Blom, op avontuur, met ballast…..

 

Rotterdamsche Courant 08 januari 1825114

Amsterdam, 6 januari. De kof ANTONIUS EN CORNELIA, kapt. O.P. Blom, van Amsterdam naar Gibraltar en Marseille, is in goede staat in het Nieuwe Diep gekomen.

 

Rotterdamsche Courant 15 januari 1825114

Amsterdam, 13 januari. Den 9 dezer lagen in het Nieuwe Diep de volgende schepen, welke gedeeltelijk sedert de maand september op gunstige wind wachtten, om naar zee te zeilen, ……, de ANTONIUS EN CORNELIA, kapt. O.P. Blom, naar Marseille; ….

 

Rotterdamsche CourantC 04 augustus 1825114

Amsterdam, 2 augustus. Kapt. O.P. Blom, voerende het schip ANTONIUS EN CORNELIA, van Marseille te Antwerpen gearriveerd, meldt vandaar van den 30 juli, dat hij in Het Kanaal met een menigte schepen gekruist heeft, waaronder een Bremer galjoot van Cette, hetwelk vijftien, een brik van Gibraltar, welke negen en een schip van St. Ubes, hetwelk zeven weken reis had; den 18 juli was door hem in goede staat gepraaid de kof deVROUW ANNA, kapt. J. Meijer, van Cette naar Amsterdam, aan welks boord alles wel was.

 

Dordrechtsche Courant 06 augustus 1825114

Vlissingen, 30 juli. ….Ook zijn, den 28 dezer voor Antwerpen bestemd op onze rede aangekomen: ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. O.P. Blom, van Marseille met stukgoederen; ECONOME, kapt. J.L. Duncan, van Port-Dundas met aluin; de ZWAAN, kapt. F.J. Seil (opm: schoener, kapt. Torgier Iversen Seel), van Triëst met stukgoederen; LES DEUX SOEURS, kapt. J.M. Verspeeke, van Havre de Grace met koffie.

 

Dordrechtsche Courant 10 september 1825114

Vlissingen, 4 september. Van den 31 augustus tot heden zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild: ANTONIUS CORNELIS, kapt. O.P. Blom, naar Bristol met boomschors; CONCORDIA, kapt. J.D. Zijlstra, naar Arbroath met….

 

Rotterdamsche Courant 03 november 1825114

Amsterdam, 1 november. Kapitein O.P. Blom, voerende het Nederlands kofschip ANTHONIUS EN CORNELIA, met zout en katoen beladen voor Amsterdam, meldt van Liverpool, in dato den 27 oktober, dat hij sedert den 18 dito door tegenwind aldaar werd teruggehouden. Enkele schepen, die het gewaagd hadden te vertrekken, waren met schade teruggekomen…..

 

Rotterdamsche Courant 03 juli 1828114

Amsterdam, 1 juli. …..Kapt. O.P. Blom, voerende het schip ANTHONIUS EN CORNELIA, van Harlingen naar de Oostzee, te Elzeneur aangekomen, heeft de 20e juni bij Schagen gepraaid het schip JAN EN JACOBUS, kapt. J.S. Okkes, van Pernau naar de Maas, aan welks boord alles wel was.

 

Rotterdamsche Courant 19 augustus 1828114

Rotterdam, 18 augustus.  De 17e dezer, des namiddags arriveerden te Helvoetsluis DE JONGE DOCHTER REMPKE, kapt. J.J. Oltmans, van Libau; DE TWEE GEBROEDERS, kapt. C. Moller, van Riga. De 18e, des morgens, ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. O.P. Blom, van Riga. ….

 

Algemeen Handelsblad 03  september 1828114

Carga-lijsten….. Schiedam, 30 augustus. DE WELVAART, kapt. A.H. Dijkhuis en ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. O.P. Blom, van Riga.

 

Rotterdamsche Courant 03 januari 1829114

Amsterdam, 1 januari. Kapt. O.P. Blom, voerende het schip ANTONIUS EN CORNELIA, van Liverpool naar Amsterdam, meldt van Minehead van de 22e december, dat hij op de 19e dito, wegens tegenwind en storm, aldaar is binnengelopen. Het schip en de equipage waren in de beste staat.

 

Rotterdamsche Courant 22 januari 1829114

Amsterdam, 20 januari. Volgens brief van kapt. O.P. Blom, voerende het schip ANTONIUS EN CORNELIA, van Liverpool naar Amsterdam (laatst van Minehead), in dato 11e dezer, was hij toen met harde O.Z.O. wind zeilende op de hoogte van Goudstaart (opm: Start Point); het schip en de equipage waren in de beste staat.

 

Rotterdamsche Courant 03 februari 1829114

Amsterdam, 31 januari. Volgens brieven van de kapt. Marcussen, voerende het schip ALEXANDER, van Batavia en kapt. O.P. Blom, voerende het schip ANTONIUS EN CORNELIA, van Liverpool, beide naar Amsterdam bestemd, in dato 28edezer, kruisten zij toen in goeden staat op de hoogte van Egmond en hadden van daar loodsen aan boord gekregen.

 

Rotterdamsche Courant 10 december 1829114

Amsterdam, 8 december. ….Het schip ANTONIUS EN CORNELIA, kapt. O.P. Blom, van Amsterdam naar Suriname, is de 29e november in de Hoofden, af en aan de Vuren, in goede staat gepraaid door kapt. O.J. Woldringh, van Marennes te Vlissingen binnen.

 

Algemeen Handelsblad 13 maart 1830114

Te Suriname zijn gearriveerd: 9 januari, GUIANA, kapt. Popken en HOOP, kapt. Tennis, beide van Rotterdam; de 12e IPENRODE, kapt. Charlau en de 17e dito ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. Blom, beide van Amsterdam.

 

Algemeen Handelsblad 02 juni 1830114

Carga-lijsten. Amsterdam, 1 juni. ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. O.P. Blom, ….

 

Algemeen Handelsblad 28 oktober 1830114

Advertentie. In lading liggende schepen te Amsterdam.

Naar Nederlandse koloniën:

Suriname. Het tweedeks driemast galjootschip ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. O.P. Blom, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman…..

 

Algemeen Handelsblad 08 november 1830114

Advertentie. In lading liggende te Amsterdam naar Suriname: het tweedeks driemast galjootschip ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. O.P. Blom, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman. Sluit 8 november.

 

Rotterdamsche Courant 24 maart 1831114

Amsterdam, 22 maart. Volgens brief van Suriname, van den 10 februari, zou den 12 dito van daar vertrekken het schip SURINAME, kapt. W. Landzaat; in de loop van die zelfde maand het schip MERCURIUS, kapt. J.F.P. Smit en den 1 dezer het schip ANTONIUS EN CORNELIA, kapt. O.P. Blom, naar Amsterdam.

 

Algemeen Handelblad 31 mei 1831114

Het galjootschip ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. O.P. Blom, van Suriname naar Amsterdam, is den 29 mei bij Egmond gepraaid…..

 

Algemeen Handelsblad 02 juni 1831114

Texel, 30 mei. Binnengekomen: LADY HARVEY, kapt. March, van Hull; EMANUEL, kapt. Mochelbost, van Christiansand; CAROLINA, kapt. ?, van Noorwegen.

31 mei. ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. O.P. Blom, van Suriname; DE HERSTELLING, kapt. Z. Jans, van Londen; JOHANNA MARIA, kapt. Salvesen, van Drammen…..

 

Rotterdamsche Courant 02 juni 1831114

Amsterdam, 31 mei. Volgens brief van kapt. O.P. Blom, voerende het schip ANTONIUS EN CORNELIA, van Suriname naar Amsterdam, in dato 29 mei, was hij toen op de hoogte van Egmond in goede staat zeilende.

 

 

 

Datum vanaf: 1818
Kapitein: Blom, Oele Pieters

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a beat monsterrollen op naam van kapitein Jan S.Keijser op de:

“Anna Elisabeth”, dd 21 februari 1816 (Russische vlag) en 31 juli 1817;

“Triton”, dd 17 juli 1818.

 

Overige bijzonderheden

Rotterdamsche Courant 07 april 1818114

Advertentie. R. Hoyman, J.H. Gravenhorst, J. van Ouwerkerk de Vries, T. van Olivier, J.E. Lublink, F. der Kinderen en J. Boelen, makelaars, zullen, op maandag den 13 april 1818, ‘s avonds te 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extraordinair welbezeild Brikschip, genaamd ANNA ELIZABETH, gevoerd door kaptein J.S. Keyser, lang 79 voet, wijd 24 voet 2 duim, hol 12 voet 5 duim, alles Amsterdamse maat. Breder bij de inventaris. Berigt bij de makelaars en bij de Wed. P. Poolman Jurriaansz en Zoon.

 

Rotterdamsche Courant 03 oktober 1822114

Rotterdam, 2 oktober. Van Vlissingen meldt men …..

….van Anwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild de VROUW WEBBINA (opm: VROUW WIBBINA), J.H. Kuiper, naar Bayonne; de ONDERNEMING, J.E. Kwakenburg, naar Bristol, en VESTA, J.S. Keijser, naar Marseille.

 

 

Datum vanaf: 1819
Kapitein: Keyser, Jan S.
Overige informatie: 1819 - 1823

Familiegegevens en opleiding

Geboren te Nes op Ameland op 15 augustus 1796.

Overleden te Rotterdam op 08 maart 1879005.

 

Anne is de zoon van Andries Glazener en Tetje Hessels Schultetes. Vader Andries werd geboren te Nassau-Dietz in 1764 en is  overleden te Nes op Ameland op 06 oktober 1838. Hij vestigde zich c.1788 op Ameland en was daar "leermeester der jeugd en ontvanger van de belastingen". Andries en Tetje kregen vijf zonen: Nicolaas, Hessel, Michiel, Anne en Jacob. Naast Anne werd ook Hessel koopvaardijkapitein. Anne en Hessel voeren beiden voor (o.a.?) de firma Suermondt te Rotterdam.  Voorts werd broer Nicolaas gezagvoerder op de vaart naar Scandinavië terwijl ook Michiel heeft gevaren maar al snel de voorkeur gaf aan een baan aan de wal.

Informatie dd 09 juli 1999 van mevr. I.Glazener te Ede.

 

“In 1808 werd Andries Glazener benoemd als onderwijzer, hij volgde Enke Jcobs op. Deze Andries Glazener sprak gebrekkig Nederlands, dat is niet vreemd daar hij van Duitse afkomst was. Andries Glazener was naast schoolmeester tevens kastelein, politiebediende en kreeg later nog de functie van Rijksontvanger. Deze combinatie van functies maakte het Glazener mogelijk een woning te kopen. Hin beschikte namelijk in 1830 over een eigen woning die direct ten noorden van de dorpschool heeft gestaan. Een deel van deze woning, die gebouwd werd in 1736, bestaat nog (2001)en is eigendom van de fam. Schuurman.

Het artikel bevat een kaartje van het centrum van Nes met een aanduiding van de genoemde woning nr. 176. Later woonde kapitein Anne Glazener  inwoning nr. 174 dat eerder behoorde aan de Vlaamsche doopsgezinden.

Uit “Pollepraet”nr. 34, juni 2001

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

A.Glazener was met vlagnummer R125 in de periode 1826 t/m 1854 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. De ledenlijsten uit de periode 1820 t/m 1825 ontbreken en het is derhalve mogelijk dat hij in één van de jaren uit de genoemde periode tot het College is toegetreden058.

A.Glazener was in 1843 afwisselende commissaris van de Maatschappij058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen vande Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein A.Glazener met vlagnummer R125 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1849, 1851        van het fregat “Admiraal van Kinsbergen”    407 last     voor E.Suermondt & Zonen & Co te Rotterdam

 

Bouma025 vermeldt A.Glazener als gezagvoerder gedurende:

*    1826 t/m 1830 van de brik “Hendrika Elisabeth”, gebouwd in 1815, bouwlocatie niet vermeld, 160 ton o.m., varend voor Kuyper, van Dam & Smeer te Rotterdam;

*    1833 t/m 1835 van het 3/mschip “Maria Hillegonda”, gebouwd in 1809, bouwlocatie niet vermeld, 474 ton o.m., varend voor Suermondt & Co te Rotterdam; (Bouma geeft deze opgave voor een kapitein Glazener zonder initialen. Ik voeg hem op deze plaats omdat het past in de vaarperioden.)

*    1835 t/m 1838 op het 3/m schip “Kortenaar”, gebouwd in 1830 te Rotterdam, 590 ton o.m., varend voor E.Suermondt & Zn & Co te Rotterdam;

*    1852 op hetzelfde schip en dezelfde reder;

*    1853 t/m 1854 van het 3/m schip “Admiraal van Kinsbergen”, gebouwd in 1839 te Rotterdam, 750 ton o.m., varend voor E.Suermondt & Zn & Co te Rotterdam

 

Overige bijzonderheden

Net als broer Jacob voer Anne in 1815 bij zijn broer Hessel. Hij schreef toen een brief aan zijn ouders:

"                                                                                     Liverpool Den  Februarij 1815

Waarde En Zeer Geliefde Vaader en Moeder

Hoepe dat gij deze wijnege letteren in een Staat van Gezontheid moegen ontvangen  Wat mij aan gaat ik ben Goddank nog gezont  hoope van uw henZelfde;

Wij leggen hier nog te wagten,  bennen meest klaar om weg te gaan.  Als het vrede worden wil met Amerika dan ganen wij daar heen, maar anders bennen wij uitgedestineerd na Amelia IJland, maar hoe het gaan zal dat kan ik UE nog niet schrijven.

Hessel wil mij nu onderstuurman maaken; ik weet niet of weet niet of Hessel ook schrijft of niet.  Maar ik Zeg ook niet dat Wij Schrijven, weest maar niet ongerust  wij zijn nog alle goed in order, meer niews weet ik niet te schrijven;  Hier meede Breek ik af,  Groete Mijne lieve Broeders  Boevendien mijne lieve Vader en Moeder  Blijve met achting uwe altoos Lifhebbende Zoon

Anne Andris Glazener

Kopie ontvangen van mevr.I.Glazener,Ede, 04 augustus 1999. Spelfouten laten staan.

Per zelfde datum schreef broer Jacob die op hetzelfde schip voer, een brief aan zijn ouders. Vandaar vermoedelijk de frekwent gebruikte wij-vorm.

 

Een monsterrol dd.10 april 1819 afkomstig uit Amsterdam11 betreft  het brikschip Geertruida & Maria onder commando van Hessel Glazener (zie aldaar) . Als stuurman staat vermeld “Anne Glazener” (zie ook de opmerking over onderstuurman uit de brief hiervoor).

Het Archief van de Waterschout te Amsterdam 011 bevat één monsterrol op naam van  “Anne Glasener” (elders in de rol geschreven als Glazener) . Het betreft het fregat “Den Kortenaar”, gedateerd 11 Junij 1836, boekhouder E.Suermont & Zoon te Rotterdam. Voorst is vermeld dat het schip zal “reizen naar Helvoet en Van Daar te Varen naar Batavia onder Nederlandse vlag”. De rol bevat de namen van een “Doctor”en vijf matrozen, dus totaal een equipage van 6 man.

Een equipage van kapitein plus zes man op een fregat voor een reis naar Batavia is onwaarschijnlijk  weinig. Ik vermoed dat het schip in Hellevoetsluis (waar het immers eerst naar toe ging) de rest van de equipage heeft aangemonsterd.  Het  is te verwachten dat dit in een nieuwe of aanvullende monsterrol is vastgelegd (Rotterdam?).

 

Van Sluijs013 en Bouma025 geven de volgende informatie omtrent Anne Glazener:

*   kapitein op de "Hendrika Elisabeth" (geen jaartal). Van Hellevoetsluis naar Smirna met levensmiddelen en ziekenkost naar de Levant.(Dit gegeven zou vermeld zijn in de memoires van de marineofficier C.J.Wolterbeek (NSM BII 307), maar ik heb dit niet in het manuscript terug kunnen vinden).

*   kapitein op de "Kortenaer" van 1835-1839. Dit fregat werd op 08 augustus 1835 op de werf van St.Joris te Rotterdam te water gelaten. Scheepsbouwmeesters waren De Jong, Kortlandt en Anthony. Het schip mat 400 lasten resp. 750 ton o.m.. Boekhouders waren E.Suermondt & Zn & Co te Rotterdam. Het schip werd in 1857 verkocht aan C.Smit te Alblasserdam en herbenoemd als "Bijenkorf".

 

Jan Willem Retgers werd per 22 april 1825 vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam als kajuitwachter geplaatst op de “Hendrika Elisabeth” onder gezag van kapitein A.Glazener voor een reis naar St.Jago de Cuba vertrekkend vanuit Rotterdam. Hij keerde op school terug op 26 november 1825004-532/1452

 

Mevr. Glazener uit Ede stuurde mij per brief dd 07 april 2000 een fotokopie van een portret van kapitein Anne Glazener. De foto zou omstreeks 1860/1865 genomen zijn.

 

In de Harlinger Courant van begin maart 1853 (geen datum op de fotokopie van de pagina) staat onder de rubriek GEPRAAIDE SCHEPEN het volgende096:

“Den 21sten Febr., op 29o31 WL., Admiraal van Kingsbergen, Glazener., v.Batavia n. Rotterdam.”

 

Rotterdamsche Courant 20 augustus 1822114

Rotterdam, 19 augustus. Den 16 arriveerden te Helvoetsluis MINERVA, C.C. Bos, van Oleron, en VRIENDSCHAP, H.J. Ketelaar, van Kadix, laatst van Vlieland.

Den 18 zeilden GEERTRUIDA MARIA, A. Glazenier, naar de Middellandsche Zee; de ZEEMEEUW, A. van Dijk, naar Gibraltar.

Den 19 zeilden de JONGE ELIZABETH, H.E. Hendriks, naar Smirna (opm: Izmir) en BETSEIJ, D. Cameron, naar Surinamen; de wind N.O.

 

Dordrechtsche Courant 21 januari 1823114

Hellevoetsluis, 18 januari. De brik die binnen de Goereese haven tegen de Zuidwal aan de grond gebracht is en daar nog ligt, is volgens rapport van de veerman van Dirksland vol water, beladen met krenten en rozijnen, en voert een Hollandse vlag; de naam is nog onbekend.

Den 19 dito. De brik gisteren gemeld is gevoerd door A. Glazener, GEERTRUIDA EN MARIA, van Cephalonica; van de lading is reeds een derde aan wal gebracht

 

Rotterdansche Courant 23 januari 1823114

Het schip GEERTRUIDA EN MARIA, kapt. Anne Glazener, van Cefalonia naar Rotterdam, is den 14 januari des avonds door een loodsboot uit zee binnen en, uit hoofde van het ijs Helvoet niet kunnende bereiken, onder de Goeree te anker gebracht, alwaar het de volgende ochtend door het in die nacht aangedreven ijs hoog op de wal gezet en het boord aan de stuurboordszijde ingedrukt werd, zo dat er zelfs enige inhouten door het ijs mede genomen werden en het schip geheel over zijde geworpen werd. De vaten krenten, te zwaar zijnde om over de modderige grond vervoerd te worden, heeft men gedeeltelijk moeten openbreken en in zakken bergen. 145 Zakken droge en 308 zakken natte krenten, tezamen de inhoud van een klein en 23 grote vaten uitmakende, waren den 17 gered, zo ook drie kleine en nog 20 vaten, die in hun geheel gebleven zijn, al hetwelk in een gebouw te Goeree geborgen zijn. Het schip lag met hoog tij gedeeltelijk tot op het dek onder water. (opm: de brik ging verloren,

 

Rotterdamsche Courant 08 maart 1823114

Advertentie. Nicolaus Montauban van Swijndregt, Hubertus Montauban van Swijndregt en Fredrik van Dam, makelaars te Rotterdam, als last hebbende van hunne meesters en geautoriseerd door de Rechtbank van Koophandel, zijn van mening, na gedane aangifte ingevolge de de wet, op dinsdag den 1 april 1823, des namiddags te vijf uren, in het logement genaamd Het Badhuis, in de Boompjes in het openbaar te veilen en verkopen: een partij scheepsgereedschappen, bestaande in ankers, touwen, zeilen, rondhout, enz, geborgen van het verongelukte brikschip de GEERTRUIDA EN MARIA, gevoerd door kapt. Anne Glazener, komende met stukgoederen van Cefalonia en op de slijken van Stellendam gestrand en verongelukt. Zullende voorschreven gereedschappen genummerd zijn liggende in twee pakhuizen op de Punt aan de Scheepmakershaven, alwaar dezelven den 29 maart en des morgens voor de veiling door een ieder zullen kunnen worden bezichtigd.

 

Amsterdamsche Courant 10 maart 1823114

Advertentie. G. Duuring, D.H. Joosten en J.J. Verhoeff, makelaars te Rotterdam, als daartoe geautoriseerd door mijnheer de president van de Rechtbank van Koophandel, zitting houdende binnen die stad, zullen, ten overstaan van de griffier van gemelde Rechtbank, na gedane aangifte, conform de wet, op vrijdag den 14 maart 1823, des voormiddag ten 11 ure, in het notarishuis, op de Geldersche Kaai, om contant geld, publiek verkopen het alhier aangebrachte geborgen gedeelte van 162/1 (opm: 162 hele) en 38/2 (opm: halve) boten (opm: mogelijk een verpakkingseenheid) krenten, geladen geweest in het van Cefalonia naar herwaarts bestemde, doch op de slijken voor Stellendam gestrande en verongelukte brikschip de GEERTRUIDA EN MARIA, gevoerd door schipper Anne Glazener, en dat bij kavelingen zoals dezelve zijn liggende in twee pakhuizen, op de Scheepmakershaven, Wijk A, no. 454. Nadere onderrichting bij bovengemelde makelaars.

 

 

Datum vanaf: 1823
Kapitein: Glazener, Anne Andriesz

Familiegegevens en opleiding

David Miercke werd op 02 augustus 1790 geboren te Jasenitz in Pruisen als zoon van David Miercke en Anna Catharina Brussow. Vóór 1825 vestigde hij zich te Rotterdam. Drie van zijn vier broers verdienden, net als David, hun brood op het water.

David huwde op 06 september te Rotterdam met Geeske Meeuw, een naaistertje, geboren op 17 april 1801 te Borkum in Hannover. Het echtpaar woonde aan de Groenendaal waar op 28 maart 1828 een dochtertje werd geboren. Het overleed na 2 maanden. Het echtpaar verhuisde naar de Wijnbrugstraat (Wijk A nr.431) waar op 12 januari 1832 een zoon werd geboren, die echter al na twee weken overleed. Het totaal aantal kinderen van het echtpaar is niet duidelijk, maar vermoedelijk heeft er maar één de volwassen leeftijd bereikt, te weten Catharina Miercke, overleden in 1891 aan de Binnenweg te Rotterdam.

David was in 1826 nog stuurman, maar in 1828 kreeg hij een aanstelling als gezagvoerder op de “Hendrika Elizabeth”. Hij werd in 1828 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart en kreeg vlagnummer 146. Met de “Hendrika Elizabeth” maakte hij diverse reizen naar Smirna. “Hij nam touwwerk (al of niet geteerd), paardelijnen en loodwit op de heenreis mee, en keerde terug met rozijnen en opium. Op de allereerste reis vervoerde hij levensmiddelen en ziekenkost bestemd voor de Levant-divisie. De enige uitzondering op zijn reizen met de “Hendrika Elizabeth” naar Smirna vormde een uitstapje naar New York, die David in 1835 beladen met meekrap, opium en lijnolie maakte.

In 1839 werd hij aangesteld op de bark “Beurs van Rotterdam’, gebouwd in 1838-39 op de werf “Het Land van Belofte” aan de Schiedamsedijk te Rotterdam. Hiermee maakte hij van oktober 1839 tot juli 1840 een reis naar Oost-Indië. Dit is zijn laatst bekende reis. Zijn verdiensten waren goed geweest want kort na terugkomst kocht hij twee woningen, gelegen aan de Hooge Schielandsche Zeedijk te Schoonderloo voor ƒ 2000,-. Hijzelf woonde in die tijd aaan de Bierhaven bop de hoek van de Oranjesteeg te Rotterdam en verhuisde later naar de Rotterdamsedijk te Delfshaven nr.62. Hij overleed op dit adres op 20 maart 1843. Zijn vrouw kreeg een uitkering van het Zeemanscollege, bv in 1847 en 1850 van ƒ 170,- resp ƒ150,-. Dit laatste bedrag werd in 1859 nog steeds aan haar uitbetaald005.

Deze samenvatting is ontleend aan Rimkus005, maar de lezer wordt aangeraden het origineel te lezen, waaronder een overzicht van de reizen met de gevoerde lading

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

David Miercke was met vlagnummer R146 van 1828 t/m 1843 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

D.Miercke was in 1838 afwisselend commissaris van de Maatschappij058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1849 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat bij de Rekening van Ontvangst en Uitgaaf dat de weduwe D.Miercke een uitkering krijgt van f 170,- voor haar en haar kind. In de jaren 1851, 1855, 1858 en 1859 was de uitkering alleen voor haarzelf zijnde  jaarlijks f 150

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt D.Miercke als gezagvoerder gedurende:

*    1831 t/m 1835 op de brik “Hendrika Elisabeth”, bouwjaar en -plaats en tonnage niet vermeld, varend voor Kuyper, van Dam & Smeer te Rotterdam.

      Met dit schip maakte hij vele reizen naar Smirna waarbij hij als lading vervoerde: Touwwerk, rozijnen, loodwit, en vooral opium005.

      Bouma025 vermeldt NIET het gezagvoerderschap op de:

*    bark “Beurs van Rotterdam”, gebouwd in 1839 te Rotterdam, 540 ton o.m. De vermelding van kapiteins van dat schip begint bij Bouma in 1841 onder kapitein W.C.Veenstra varend voor C.W.van Dam & Co te Rotterdam.

      Miercke maakte met dit schip een reis in 1839/1840 naar Batavia vanuit Hellevoetsluis005.

 

Overige bijzonderheden

D.Miercke verzorgde per 01 oktober 1839 vanuit Hellevoetsluis met de “Beurs van Rotterdam” een troepentransport van 4 officieren en 110 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 12 januari 1840 na 103 dagen065.

 

 

Datum vanaf: 1828
Kapitein: Miercke, David
Overige informatie: 1828 – 1836

Familiegegevens en opleiding

Arie Riedijk werd gedoopt te Vlaardingen 0- 03 augustus 1788 als zoon van Arie Claasz Riedijk en trijntje Stolk

Hij trouwde te Vlaardingen op 11 juni 1814 met Ariaantje van Noort, gedoopt te Vlaardingen op 05 augustus 1792 als dochter van Wouter van Noort en Ariaentje Heubink.

Arie overleed te Vlaardingen op 12 mei 1876.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

A.Riedijk was met vlagnummer R65 in de periode 1828 t/m 1859 en met vlagnummer R454 in de periode 1859-1876 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

A.Riedijk was in 1874 afwisselend commissaris van de Maatschappij058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1839 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld: “Gratificatiën van een honderd guldens zijn in het afgeloopen jaar verleend, 1e. aan Kapitein A.Riedijk, No 65, ter gemoetkoming in de schade bij het berooven van zijn schip geleden; … “ 058.

In de Jaarverslagen 1855, 1858 en 1859 van het College staat vermeld dat hij in die jaren een uitkering van f 200,- heeft gekregen vanwege ouderdom en/of behoeftigheid058.

 

In het Jaarverslag 1874 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat de “rustend gezagvoerder A.Riedijk voor zijne uitkeering afstand (heeft) gedaan”058.

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van het College  staat kapitein A.Riedijk met vlagnummer R65 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*   1849, 1851           sch.hoeker “Twee Gebroeders”            69 last                C.W. van Dam & Co te Rotterdam

*   1855                    geen schip vermeld

In de Jaarverslagen 1858, 1859, 1862 t/m 1867, 1874 van de Maatschappij staat kapitein A.Riedijk met vlagnummer R454 in de ledenlijsten als gezagvoerder maar zonder vermelding van schip en boekhouder058.

 

Bouma025 vermeldt A.Riedijk als gezagvoerder gedurende:

*   1831 t/m 1834 van de hoeker “Vrouw Maria”, gebouwd in 1830, bouwplaats niet vermeld, 247 ton o.m., varend voor Betz & Co te Vlaardingen;

*   1836 t/m 1838 van de brik “Hendrika Elisabeth”, gebouwd in 1815, bouwlocatie niet vermeld, 160 ton o.m., varend voor Kuyper, van Dam & Smeer te Rotterdam. Het schip werd in 1838 bij Smyrna door zeerovers leeggehaald en tot zinken gebracht;

*   1840 t/m 1847 van de hoeker “Twee Gebroeders”, gebouwd in 1828, bouwplaats niet vermeld, 135 ton o.m., varend voor C.W. van Dam te Rotterdam. Het schip voer in 1848 voor v/d Heuvel te Vlaardingen en was herdoopt in “Animo”;

*   1874 van de 2/msch “Colibri” ex St.Jacques, gebouwd in 1849 te Calais, 42 ton o.m., varend voor P.Varkevisser & Zn te Rotterdam. Het schip werd in 1874 verkocht als kolenhulk.

     niet zeker of deze opgave hier thuishoort. Wellicht bij A.Riedijk met nummer R454?

 

 

Overige bijzonderheden

“In de maand Junij des jaars 1814 bevond ik (i.c. Gerrit Metzon) mij met mijn onderhebbend buisschip DE TWEE GEBROEDERS, … in de haven van Kadix. Nevens mij waren destijds daar onder anderen de Nederlandsche kapiteins ANDRIES RIJK en ARIJ RIEDIJK, de eerste voerende het kofschip de Vigilantie, de andere het kofschip de Vrije Zee.

Op p.179 van het verslag omtrent de slavenperiode vermeldt kapitein Metzon op 5 augustus 1816 dat hij “met kapt. A.Riedijk naar zijne woning (ging) om afscheid van hem te nemen en vond alles in beweging met inpakken en wegdragen”

Na het bombardement van Algiers door o.a. de Engelsen werden de slaven aan boord genomen voor de thuisreis:

“Wij namen een dankbaar en hartelijk afscheid van den admiraal en vertrokken naar DE DAGENRAAD, alwaar wij door den commandant met dezelfde genegenheid als tevoren door den vice-admiraal ontvangen en behandeld werden. Den volgende dag (i.c. 30 augustus 1816), toen de kapt RIJK en RIEDIJK met hunne manschappen insgelijks aan boord van dit fregat aankwamen, werd ons schippers en stuurlieden een verblijf in de konstapelskamer aangewezen en onze matroozen werden onder het andere scheepsvolk geplaatst.”

Na terugkomst in Nederland arriveerden o.a. de kapiteins Metzon en Riedijk in Enkhuizen.: “… kapt. RIEDIJK met zijn zoon en schoonzoon, … namen hun intrek in het logement de Toren, waar zij niet alleen van een behoorlijke slaapplaats, maar ook rijkelijk van eten en drinken voorzien werden, zonder dat de eigenaar daarvoor bij hun vertrek eenige betaling wilde ontvangen.”

Uit deze opmerking maak ik op dat ook het schip van kapitein Riedijk in 1814, na het uitzeilen van Cadiz, is buitgemaakt door de Algerijnse zeerovers.

Uit: “DAGVERHAAL VAN MIJNE LOTGEVALLEN gedurende eene gevangenis en slavernij van twee jaren en zeven maanden te Algiers” hetgeen is gepubliceerd in Memoria 1 “Tussen zeerovers en christenslaven” door Dr. G. van Alphen & Mr. H.Hardenberg, H.E.Stenfert Kroese’s Uitgevers-Mij N.V. Leiden, 1950, 195 pp. (Nederlands Scheepvaartmuseum 2729. Cat.nr.Mi 84-291 K IIa). Dagverhaal door kapitein Gerrit Metzon.

Niet zeker of deze vermelding op deze Arij Riedijk slaat.

 

Rotterdamsche Courant 17 juni 1815

Van Lissabon wordt in dato van 26 mei laatstleden gemeld, dat kaptein Hendrik Das, de 21e tevoren uit de Taag uitgezeild, de volgende dag door een Algerijns fregat ontmoet werd, hetwelk daadlijk op hem afkwam, doch dat hij door het snel zeilen ontkwam; dan naauwlijks uit het gezicht van hetzelve zijnde, bevond hij zich op zijde van een andere rover, met een stijve noorden wind: dezelve schoot daadlijk met handgeweer, zodat de kogels door de zeilen vlogen, zonder dat echter de equipagie gekwetst werd; kaptein Das wendde daarop naar land, en sneller zeilende dan het roofschip, geraakte hij vooruit, wanneer er verscheidene kanonschoten op hem gelost werden, die echter niet raakten; de wind was zo hevig, dat de beide schepen bijna onder water doorzeilden, en nabij het land gekomen zijnde, liet het roofschip af en kaptein Das kwam weder behouden in de Taag, alwaar de schepen reeds gewaarschuwd waren. Onder anderen lagen nog binnen de kapteins Verschoor, Van Rijn, Helm, L. Das, C. van Gelderen, Furrtman, K.J. de Grooth en H. Siegers. Kaptein A. Riedijk was de 20e vertrokken; men hoopte dat hij het gevaar zoude ontkomen zijn. Volgens rapporten hadden de Algerijnen een Kof en een Pink genomen, de eerste onderstelde men van Amsterdam te komen; kaptein Smit van Rotterdam was behouden gearriveerd.

 

Rotterdamsche Courant 17 augustus 1815

Amsterdam, 15 augustus. Door een Algerijns fregat is genomen en de 3e juni te Algiers opgebracht het schip DE VRYE ZEE, kapt. Riedijk, van Lissabon naar de Oostzee.

 

Rotterdamsche Courant 01 oktober 1822114

Rotterdam, 30 september. Den 28 dezer arriveerden te Den Briel de VERWACHTING, H. Gerdes, van Libau, en de ANNA CATHARINA, F.J. Vonk, van Rouaan naar Dantzig (opm: Gdansk), als bijlegger.

Den 29 zeilde de HOOP, A. Riedijk, naar Bilbao.

 

Rotterdamsche Courant 05 november 1822114

Rotterdam, 4 november. Den 3 dezer arriveerden te Den Briel de VROUW MARGARETHA, A. de Zeeuw, en de HOOP, A. Riedijk, van Bilbao; de HOOP, E.G. Jonker, van Cardiff; de laatste als bijlegger, naar Amsterdam, door lekkagie, heeft in het Kanaal op de Singels (opm: ondiepten in de inham bij Winchelsea, westelijk van Dungeness) gestoten en een anker, touw en zeilen verloren; dezelve zal trachten naar Rotterdam op te zeilen, om te repareren, geladen met ijzer; de wind W.

 

 

Datum vanaf: 1836
Kapitein: Riedijk, Arij
Overige informatie: 1836 – 1838

Monsterrollen

Opgemaakt Amsterdam
Datum: 1818-04-08
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: ELIZABET EN HESTER
Schipper: Blom, Oeds P
Scheepstype: brik
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen Bekijk alle monsterrollen
Algemene informatie

1819

Op 03-09-1819 wordt voor de VESTA door Ruben Volgelzang uit Dordrecht een zeebrief en Turkse pas aan gevraagd voor kapt. Jan Schotman Keijser.

RC 230919
Rotterdam, 22 september. Den 21, des morgens, zeilde van Helvoetsluis VESTA, J.S. Keijzer, naar Palermo.

1820

MCO 180420
Vlissingen, 15 april. Den 12 dezer van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild VESTA, J.S. Keyser naar Marseille.

1821

RC 140721
Rotterdam, 13 juli. Van Vlissingen wordt van den 10 juli gemeld: Den 8 dezer zijn voor Antwerpen bestemd alhier ter rede gekomen de DRIE GEBROEDERS, H. Schwitters, van Petersburg, en VESTA, J.S. Keijser, van Marseille.
RC 190721
Rotterdam, 16 juli. Uittreksel uit de Lloyd’s List van den 13 juli: Het schip VESTA, Keijser, van Marseille naar Antwerpen, bevond zich den 10 dezer op de hoogte van Douvres (opm: Dover).

Op 02-10-1821 wordt voor de VESTA door van Meeteren & Grim uit Dordrecht een zeebrief en Turkse pas aan gevraagd voor kapt. Jan Schotman Keijser.

RC 151221
Rotterdam, 14 december. Van Vlissingen wordt van den 11 gemeld: Van Antwerpen naar zee gezeild de JENNY, A. Scotland, naar Schotland; VESTA, J.S. Keijzer, naar Marseille.

1822

RC 040522
Rotterdam, 3 mei. Van Vlissingen meldt men den 30 april: binnengekomen VESTA, J.S. Keizer, van Marseille, moet quarantaine houden
RC 031022
Rotterdam, 2 oktober. Van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild de ONDERNEMING, J.E. Kwakenburg, naar Bristol, en VESTA, J.S. Keijser, naar Marseille.

1823

Op 21-03-1823 wordt voor de HENDRICA ELISABETH door C.W. van Dam & Co een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. Anne Glazener.

DC 240423
Vlissingen, 19 april. Voorts zijn van den 16 dezer tot heden voor Antwerpen bestemd op onze rede aangekomen la MARIE JOSEPHINE, kapt. S. de Boer (opm: schoener, thuishaven Antwerpen, kapt. Sent de Best), van Messina met fruit; VESTA (opm: brik), kapt. J.S. Keyser van Marseille met fruit.
DC 231023
Hellevoetsluis, 20 oktober. Den 21 dito. zeilden in zee ACTIVE, kapt. R. Greves, naar Salem; HARLINGEN (opm: schoener), kapt. T.J. Smith, naar Brest; HENDRIKA ELISABETH (opm: brik HENDRICA ELISABETH), kapt. A. Glazener, naar Lissabon.

1824

MCO 150424
Vlissingen, 13 april. Voor Antwerpen bestemd hier te rede gekomen HENDRICA ELISABETH, kapt. A. Glazener van Mallaga met fruit en wijn.
RC 060524
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading: Naar Gibraltar, Maltha en Smyrna, het Nederlands brikschip HENDRICA ELISABETH, kapt. Anne Glazener.
RC 200724

Helvoetsluis, 20 juli. Den 18de des morgens zeilde de HENDRICA ELISABETH, kapt. A. Glazener naar Smirna
OHC 211024

Arrivementen: Te Smirna HENDRICA ELISABETH, kapt. A. Glazener.

1825

RC 040125
Van Helvoetsluis wordt van den 3den gemeld, dat het schip, waarvan men de naam niet heeft kunnen te weten komen, genaamd is HENDRICA ELISABETH, A. Glazener, van Smirna; zijnde, na de visitatie, van quarantaine ontslagen.
RC 210525

Den 19de, des morgens, zeilde van Helvoetsluis HENDRICA ELISABETH, A. Glazener naar St. Jago.
OHC 181025

Te Helvoet binnengekomen A. Glazener van St. Jago de Cuba.

Op 20-12-1825 wordt voor de HENDRICA ELISABETH door C.W. van Dam & Co een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. Anne Glazener.

OHC 221225
C. Reub en J.W. Peerstorff, makelaars te Rotterdam, gelast bij appointment door den Wel-Ed. Gestr. Heer President van de Regtbank van Koophandel, zitting houdende te Rotterdam, zullen, ten overstaan van den heer griffier van gemelde Regtbank, op vrijdag den 23 december 1825, des voormiddags ten elf uren , in het Huis der Notarissen, op de Gelderschekade, publiek verkopen: 260 kisten wit en 295 dito blond Havanah en 15 vaten Cuba suiker, alhier beschadigd aangebracht aan de Nederlandsche Handel-Maatschappij, per het schip HENDRICA ELISABETH, Kapitein A. Glazener, van St. Jago-de-Cuba; liggende als per notitie wordt aangewezen en zijnde daags voor en op den verkoopdag te bezichtigen.

 
1826

RC 060526
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading: Naar Smyrna, het Nederlands brikschip HENDRICA ELISABETH, kapt. Anne Glasener.
RC 071226
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading: Naar Smyrna, het Nederlands brikschip HENDRICA ELISABETH, kapt. Anne Glazener.

1827

RC 040827
Rotterdam, 3 augustus.Het brikschip HENDRICA ELIZABETH, gevoerd door kapt. Anna Glazener, de 8e mei uit Helvoetsluis naar Smyrna gezeild, is de 7e juni te Malta binnengelopen en zou de volgende dag, onder konvooi van het Engelsch oorlogschip BRISK, kapt. Ansen, zijne reis naar Smyrna voortzetten.
RC 090827
Rotterdam, 8 augustus. Het schip HENDRICA ELISABETH, gevoerd door kapt. Anne Glazener, hetwelk de 8e juni onder convooi van het Engelsch oorlogschip BRISK van Malta naar Smyrna is vertrokken, is aldaar de 24e juni behouden aangekomen.

1828

Op 18-04-1828 wordt voor de HENDRICA ELISABETH door C.W. van Dam & Co een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. David Miercke.

RC 070828
Rotterdam, 6 augustus. Kapt. D. Murcke, voerende het Nederlandse brikschip HENDRICA ELIZABETH, meldt uit Port Mahon de 5e juli, dat hij de volgende dag zijn reis naar Smirna zou voortzetten en door Zr.Ms. corvet HEKLA, gekonvooieerd worden tot Malta en dat zo daar bij zijne aankomst geen ’s lands schepen waren om hem dadelijk verder te konvooieren, dit corvet order had hem naar Smirna te begeleiden.
RC 200928
Rotterdam, 19 september. De 10e augustus is, onder konvooi van Zr.Ms. korvet HEKLA, te Smirna van Port-Mahon behouden gearriveerd het Nederlands brikschip HENDRICA ELIZABETH, gevoerd door kapt. David Miercke. Alles was te Smirna rustig en stil.

1829

RC 050329
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading: Naar Smirna, het Nederlandse brikschip HENDRICA ELISABETH, kapt. David Miercke.
RC 140529
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading: Naar Smirna, het Nederlandse brikschip HENDRICA ELIZABETH, kapt. David Miercke, om de 25e mei te vertrekken.
RC 130629
Rotterdam, 12 juni. De 11e, des morgens, zeilde HENDRICA ELIZABETH, kapt. D. Miercke, naar Smyrna.
RC 151229
Rotterdam, 14 december. De 11e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis HENDRICA ELIZABETH, kapt. D. Miercke en de JONGE MARIA, kapt. G.J. Meeuw, van Smyrna, welke beide in quarantaine liggen.

1830

Op 02-06-1830 wordt voor de HENDRICA ELISABETH door C.W. van Dam & Co een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. David Miercke.

RC 130730
Den 11 juli is van Helvoetsluis uitgezeild HENDRICA ELISABETH, D. Miercke naar de Middellandse zee.

1831

RC 230431
Gerrit Duuring Junior, Abraham Cornelis Dalen Junior, David van den Abeelen en Johannes Kolff, makelaars te Rotterdam, zijn van mening, als last hebbende van hunne meesters, ten overstaan van den heer griffier van de Regtbank van Koophandel na gedane aangifte conform de wet, op woensdag den 4 mei 1831, des voormiddag ten tien ure, in het Notarishuis op de Gelderschekade, publiek te verkopen: een partij van circa 1300 dozen Smirna vijgen, alhier van Smirna aangebracht per de schepen de NIJVERHEID, kapitein J. Rickmers, en HENDRICA ELISABETH, kapitein D. Miercke, en zulks bij kavelingen, zoo als dezelve zijn liggende in een pakhuis op de noordzijde der Wijnhaven, wijk B, n.° 206, en aldaar daags vóór en op den dag der verkoping voor een ieder te zien. Nadere onderricht bij bovengenoemde makelaars.

OHC 270831
Arrivementen: Te Gibraltar D. Miercke van Rotterdam.
OHC 051131
Arrivementen: Te Smirna D. Miercke van Rotterdam.

1832 

RC 080332
Rotterdam, 7 maart. Den 5 dezer, des namiddags, arriveerde te Hellevoetsluis: HENDRICA ELISABETH, kapt. M.D. Miercke, van Smyrna en ligt in quarantaine op de rede.

Op 05-06-1832 wordt voor de HENDRICA ELISABETH door C.W. van Dam & Co een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. David Miercke.

RC 120732
Den 11de, des morgens, zeilde van Helvoetsluis HENDRICA ELISABETH, kapt. D. Miercke, naar Smyrna.
AH 031132
Uit Smirna wordt onder dagtekening van 19 sept. bericht, dat sedert den 1sten juli, de volgende Nederlandse schepen aldaar zijn aangekomen: De EENDRAGT, kapt. C. van Gelderen, uit Vlaardingen. De JONGE MARIA, kapt. G.J. Meeuw, uit Rotterdam en Marseille. De JOHANNA, kapt. E. Bergman , uit Rotterdam. De HENDRICA ELISABETH, kapt. D. Miercke, uit Rotterdam. De ALIDA, kapt. A. M. Hughes, uit Triest. Alle deze schepen waren voornemens ene lading naar Holland in te nemen, behalve het laatste, hetwelk naar Antwerpen bevracht was tot ƒ62 per last. De twee eerste zouden in het laatst dier week zeilen naar Rotterdam, en de JOHANNA zou met het schip AMSTERDAM, kapt. de Jong, denkelijk volgen in het begin van augustus. Het was te dier tijd te Smirna bekend dat de MILTIADES, kapt. Corbière en de SNELHEID, kapt. Schackel, zich in de buurt van Konstantinopel bevonden en door noorden winden werden opgehouden om te Smirna te komen laden. De menigte vreemde schepen, meest Oostenrijkse en Engelse, uit Triest aangekomen en bevracht naar Hamburg, Bremen, Stettin, Amsterdam en Antwerpen, zullen waarschijnlijk nadeel doen aan onzen handel en scheepvaart en veroorzaken te Smirna een grote rijzing in de prijzen der vruchten. De staat der gezondheid was in de stad en omstreken volkomen goed, ofschoon de pest hevig in Konstantinopel en de cholera in Syrië heerste. Sedert den 1sten mei 1831 tot den 1sten juni 1832, zijn er zeven Nederlandse schepen te Smirna aangekomen, terwijl er sedert 20 sept. 1831 tot 21 juni 1832, negen van daar vertrokken zijn.

1833

RC 130633
Den 10 dezer arriveerde te Helvoetsluis HENDRICA ELISABETH, kapt. D. Miercke, van Smirna, laatst van Plymouth.
RC 150833
Den 14, des morgens, zeilde van Helvoetsluis HENDRICA ELISABETH, kapt. D. Miercke, naar Smirna.

1834

RC 010334
Den 26 dezer arriveerde te Helvoetsluis HENDRICA ELISABETH, kapt. D. Miercke, van Smirna.
RC 130534
In Rotterdam ligt in lading naar Smirna: Het Nederlands brikschip HENDRICA ELISABETH, kapt. David Miercke.

Op 02-06-1834 wordt voor de HENDRICA ELISABETH door C.W. van Dam & Co een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. David Miercke.

DC 150734
Hellevoetsluis, 11 juli. Den 12 juli. Heden morgen zeilde naar zee: HENDRICA ELISABETH, kapt. D. Miercke, naar Smirna.
LCO 031134
Arrivementen: Te Smirna D. Miercke van Rotterdam.

1835 

RC 210335
Rotterdam, 20 maart. De 18e dezer, des namiddags zeilde van Helvoetsluis HENDRICA ELIZABETH, kapt. D. Miercke naar Newyork.
RC 160635
Rotterdam, 15 juni. De 10e mei laatsleden is te New-York behouden aangekomen het Nederlands brikschip HENDRICA ELIZABETH, kapt. David Miercke, van Rotterdam.
RC 110735
Advertentie. Te Amsterdam ligt in lading, naar Smyrna, het Nederlands brikschip HENDRICA ELIZABETH, kapt. D. Miercke, om het einde dezer maand te vertrekken. Adres bij Kuyper, Van Dam en Smeer, te Rotterdam en bij De Vries en Co., te Amsterdam.
AH 060835
Uitgezeild: Texel, 4 augustus. De VRIENDEN, kapt. C.W. Flens voor H.M. Lelsz, naar Batavia; HENDRICA, kapt. D. Miercke, naar Smyrna.

1836

RC 180236
Te Rotterdam ligt in lading: Naar New-York, het Nederlands gezinkt brikschip HENDRICA ELIZABETH, kapt. David Miercke.
RC 060936
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading: Naar Smirna, het Nederlands brikschip HENDRICA ELISABETH, kapt. A. Riedijk.

Op 16-09-1836 wordt voor de HENDRICA ELISABETH door C.W. van Dam & Co een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. A. Riedijk. 

RC 271236
Rotterdam, 26 december. De 26e november laatstleden is in goede staat te Smyrna aangekomen van Rotterdam het Nederlands brikschip HENDRICA ELIZABETH, kapt. A. Riedijk, na een reis van slechts 35 dagen.

1837

RC 010437
Rotterdam, 31 maart. Het Nederlandse brikschip HENDRICA ELIZABETH, kapt. A. Riedijk, van Smirna (opm: Izmir) naar Rotterdam, heeft den 3 maart Gibraltar aangedaan en de volgende dag de reis weder voortgezet.
RC 130637
Rotterdam, 12 juni. Den 9 dezer arriveerde te Helvoetsluis Zr.Ms. stoomboot CERBERUS, kapitein-luitenant Frank, van Vlissingen; ELIZABETH, H.H. Pot, van Libau (opm: Liepaja), en zeilde HENDRICA ELIZABETH, A. Riedijk, naar Livorno.
RC 290737
Rotterdam, 28 juli. Den 16 dezer is te Livorno in goede staat aangekomen het brikschip HENDRICA ELIZABETH, kapt. A. Riedijk, van Rotterdam.
RC 210937
Rotterdam, 20 september. Den 28 augustus is te Smyrna (opm: Izmir) in goede staat aangekomen het Nederlands brikschip HENDRICA ELIZABETH, kapt. A. Riedijk, van Rotterdam, laatst van Livorno.

1838

ZP 190238
Dover, 13 februari. Het schip HENDRIKA ELIZABETH (opm: brik HENDRICA ELISABETH), kapt. A. Riedijk, van Smirna (opm: Izmir) naar Rotterdam gedestineerd, is alhier heden met verlies van zeilen en schade aan het roer binnen gelopen.
LP 270938
Heden arriveerde een brief uit Smyrna (opm: Izmir) gedateerd 8 september, die melding maakt van een geval van bijzondere piraterij. De uit Rotterdam afkomstige brik HENDRIKA ELISABETH, onder kapitein Riedyk, van het handelshuis C. van Dam & Co, die reeds gedurende 15 jaar een geregelde dienst onderhoudt tussen Smyrna en Nederland, is tussen Scio en Ipsara geplunderd en daarna tot zinken gebracht. De kapitein en bemanning zijn gered. Een Amerikaanse brik zou door dezelfde piraten zijn geplunderd. (opm: zie o.a. ZZC 021038)
ZZC 021038
De brik HENDRICA ELISABETH (opm: bouwjaar < 1818), kapt. A. Riedijk, toebehorende aan de heren C.W. van Dam & Co te Rotterdam, is op de reis van Rotterdam, laatst van Triëst, naar Smyrna (opm: Izmir) den 1 september, in een stilte ten N.O. van het eiland Scio (opm: eiland Khíos, 38º22’ NB 26º08’ OL), door een vaartuig met twee masten gepraaid, in hetwelk naar het scheen, zich slechts twee man bevonden, die om water vroegen, doch uit welk vaartuig toen het nevens de brik gekomen was, tien gewapende rovers te voorschijn sprongen, die op de equipage hun schietgeweer losten, een matroos kwetsten, het schip enterden, alle man met geweld van het dek joegen, waarbij nog twee lieden gewond werden, de kapitein met veel bedreigingen zijn geld afpersten, zijn kist met kleren roofden en de lading, uit suiker en carotten bestaande, geheel uitplunderden, die goederen los in het ruim van hun vaartuig werpende (opm: zie ook LP 270938). Vervolgens probeerden zij het schip achter Scio in een bocht te brengen, doch dit gelukte niet, waarop ze naar Ipsara (opm: eiland Psará, 38º35’ N.B. 25º35’ O.L.) stuurden. Achter dit eiland lieten zij de brik naar zee drijven, roofden alles weg wat er nog overgebleven was, sloten het volk in het logies op, door het zwaar anker op de kap daarvan te zetten en bonden de kapitein de armen met koorden op het lijf en joegen hem in de kajuit, waarna zij het schip wilden doen zinkenen met dat oogmerk verscheidene gaten daarin boorden en kapten. Weldra kwam dan ook veel water in het ruim en geraakte de bodem in een zinkende staat, en nu verlieten de rovers het boord en koersten naar Ipsara. Kapitein Riedijk werd dit gewaar, begaf zich naar het logies en riep zijn volk toe, dat het zou beproeven om door het logies uit te breken, hetwelk aan drie man gelukte, die dadelijk de touwen met welk de kapitein zo stijf gebonden was, dat zijn armen geheel verdoofd waren, los sneden, vervolgens het anker van de kap afwentelden en ook hun makkers bevrijdden. Toen stond er reeds 2 el 51 duim water in het schip, en na vergeefs beproefd te hebben met pompen het vaartuig te behouden, verliet kapitein Riedijk met zijn volk in de grote boot het schip, dat zij spoedig daarna, bij of benoorden Scio, twee mijl van het land, zagen zinken. Den 3 september kwam Riedijk met de zijnen gelukkig te Smyrna aan, waar zij goed ontvangen werden, en de gekwetsten en zieken goede verpleging vonden. (opm: zie ZP 181038 en ZZC 041238).
De Nederlandse consul aldaar heeft bij de Franse admiraal Gallois en de Oostenrijkse commandore Bandiera van het voorgevallene kennis gegeven en hun bijstand ingeroepen; ook heeft hij de kanselier van het consulaat met hetzelfde oogmerk naar de kapitein-pacha gezonden, die nog met zijn vloot te Oulai ligt, en de volgende dag zijn een Franse en een Oostenrijkse brik, benevens een Turks fregat, naar Ipsara gestevend, om de rovers op te zoeken. Kapitein Riedijk heeft aan de heren C.W. van Dam & Co een verhaal van het gebeurde geschreven, waaruit bovenstaand een getrouw uittreksel is.
ZP 181038
Volgens brief van Smirna (opm: Izmir) van 25 september was de kruistocht tegen de rovers, welke het schip HENDRIKA ELISABETH beroofd hebben (opm: zie ZZC 021038) vruchteloos afgelopen en had men dezelve niet kunnen opsporen.
ZZC 041238
Van Smyrna (opm: Izmir) wordt van den 10 november gemeld, dat die morgen aldaar in de haven, op bevel van Hussein-bey, in beslag genomen is een verdacht vaartuig, waarvan men aan boord een zekere hoeveelheid wapens gevonden heeft. Er waren nog drie personen aan boord, die als zeerovers herkend zijn en die terstond in verzekerde bewaring zijn genomen. Men veronderstelde dat deze behoorden tot de bemanning van het roverschip, welke enige tijd geleden, de Nederlandse brik HENDRICA ELISABETH, kapt. Riedijk, geplunderd en genomen heeft. (opm: zie ZZC 021038 en ZP 181038)


1842

NSC 050442
Smirna, den 9den maart 1842. De Franse admiraal baron de Lasusse heeft de stoomboot de ACHERON en twee andere kleine schepen naar Ipsara gezonden, ten einde zich meester te maken van een Griekse zeerover en enige medeplichtigen, hetgeen met den besten uitslag is bekroond geworden, zodat dit roversnest thans zo gemakkelijk niet meer deszelfs roverijen zal kunnen ten uitvoer brengen, waarvan de Nederlandse brik HENDRIKA ELISABETH, kapitein A. Riedijk, in september 1838 het slachtoffer is geweest.

 

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

ARCHIEF Nat.Archief-Den Haag archiefnummer Dord.3.03.55.122.38
DVD 5 – 78.79
__________________________________________________
Eigendomsbewijs / Rederij-Cedule
Naam schip: ELISABETH EN HESTER, doch tevoren genaamd JULIUS

Plaats en datum acte geregistreerd Dordrecht, 31 maart 1818

Soort schip brik

Bouwwerf / verkoper

Gevoerd door kapt.

Eigenaar / aankoper Cornelis van Someren Brand, voor zijn firma van Van Meeteren & Brand, kooplieden te Dordrecht, enig-eigenaren

Te voeren door kapt. Oeds Pieter Blom

Groot volgens meetbrief 92 gemeten lasten van 2 tonnen

Tuigage en aantal dekken

Afmetingen

Kiellegging

Tewaterlating

Plaats en datum van registratie Dordrecht, 31 maart 1818

Nummer van registratie folio 143, reco, case 5.

Notaris verklaring van eigendom voor rechtbank Dordrecht

Prijs (bij aan-/verkoop vermeld)

Bijzonderheden: schip is buiten Nederland gebouwd
als JULIUS een schoener, doch in Nederland tot brik vertimmerd en verdoopt.






Researcher/datum research ML/060507

Naam ELISABETH EN HESTER
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1818
Toegang 3.03.55
Inventaris 122

ARCHIEF Nat.Archief-Den Haag archiefnummer Dord.3.03.55.122.38
DVD 5 – 78.79
__________________________________________________
Eigendomsbewijs / Rederij-Cedule
Naam schip: ELISABETH EN HESTER, doch tevoren genaamd JULIUS

Plaats en datum acte geregistreerd Dordrecht, 31 maart 1818

Soort schip brik

Bouwwerf / verkoper

Gevoerd door kapt.

Eigenaar / aankoper Cornelis van Someren Brand, voor zijn firma van Van Meeteren & Brand, kooplieden te Dordrecht, enig-eigenaren

Te voeren door kapt. Oeds Pieter Blom

Groot volgens meetbrief 92 gemeten lasten van 2 tonnen

Tuigage en aantal dekken

Afmetingen

Kiellegging

Tewaterlating

Plaats en datum van registratie Dordrecht, 31 maart 1818

Nummer van registratie folio 143, reco, case 5.

Notaris verklaring van eigendom voor rechtbank Dordrecht

Prijs (bij aan-/verkoop vermeld)

Bijzonderheden: schip is buiten Nederland gebouwd
als JULIUS een schoener, doch in Nederland tot brik vertimmerd en verdoopt.






Researcher/datum research ML/060507

Naam JULIUS
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1818
Toegang 3.03.55
Inventaris 122

ARCHIEF NA Den Haag 3.03.54 - 160 archiefnummer Dordt 7.
__________________________________________________

BIJLBRIEF / ACTE AAN- en VERKOOP
Naam schip: VESTA

Plaats en datum: transport voor de Griffie van Koophandel te Dordrecht, 29 juli 1819

Soort schip brik

Te voeren door kapt.

Bouwwerf / verkoper Van Meteren & Brand

Eigenaar / aankoper Ruben Vogelsang, Dordrecht

Groot volgens meetbrief 92 lasten

Tuigage en aantal dekken

Afmetingen

Kiellegging

Tewaterlating

Plaats en nummer van registratie

Datum van registratie

Notaris

Prijs (bij aan-/verkoop vermeld) NLG. 4950,-

Bijzonderheden






Researcher/datum research ML/011105

Naam VESTA
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1819
Toegang 3.03.54
Inventaris 160

ARCHIEF Nat.Archief-Den Haag archiefnummer Dord.3.03.55.122.57
DVD 5 – 116,117
__________________________________________________
Eigendomsbewijs / Rederij-Cedule
Naam schip: ELISABETH EN HESTER

Plaats en datum acte geregistreerd Dordrecht, 28 januari 1819

Soort schip brik

Bouwwerf / verkoper

Gevoerd door kapt.

Eigenaar / aankoper Arnoldus Gijsbertus Westrouen van Meeteren voor zijn firma van Van Meeteren & Brand, kooplieden te Dordrecht, enig-eigenaren.

Te voeren door kapt. Oeds Pieters Blom

Groot volgens meetbrief 92 gemeten lasten van 2 tonnen

Tuigage en aantal dekken

Afmetingen

Kiellegging

Tewaterlating

Plaats en datum van registratie Dordrecht, 28 januari 1819

Nummer van registratie folio 187, recto, case 2

Notaris verklaring van eigendom voor rechtbank Dordrecht

Prijs (bij aan-/verkoop vermeld)

Bijzonderheden: schip buiten Nederland gebouwd, doch voor meer dan 3/4e deel in Nederland vertimmerd.
Certificaat van vertimmering afgegeven op 22 januari 1819 door A. de Graaf, meesterscheepstimmerman te Amsterdam.






Researcher/datum research ML/060507

Naam ELISABETH EN HESTER
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1819
Toegang 3.03.55
Inventaris 122

ARCHIEF NA Den Haag 3.03.54 - 160 archiefnummer Dordt 24.
__________________________________________________

BIJLBRIEF / ACTE AAN- en VERKOOP
Naam schip: VESTA

Plaats en datum: notarieel transport, 23 augustus 1822

Soort schip bark

Te voeren door kapt.

Bouwwerf / verkoper R. Vogelsang

Eigenaar / aankoper Van Meeteren & Co & ..(onleesbaar) J.W. G(onleesbaar)

Groot volgens meetbrief 230 tonnen

Tuigage en aantal dekken

Afmetingen

Kiellegging

Tewaterlating

Plaats en nummer van registratie

Datum van registratie

Notaris

Prijs (bij aan-/verkoop vermeld) NLG. 4000,-

Bijzonderheden






Researcher/datum research ML/081105

Naam VESTA
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1822
Toegang 3.03.54
Inventaris 160

ARCHIEF Nat.Archief-Den Haag archiefnummer Rott.3.03.56.65.155 _________________________________________________
Acte van aan-/verkoop
Naam schip: VESTA, thans HENDRICA ELISABETH

Plaats en datum acte koop/verkoop, Rotterdam, 22 mei 1823

Soort schip Nederlands brikschip

Bouwwerf / verkoper Van Meeteren & Grim en de heer Jan Grim, kooplieden te Dordrecht

Gevoerd door kapt.

Eigenaar / aankoper firma C.W. van Dam & Co, kooplieden te Rotterdam (1/4e part), Jurgen Pruyssing, oud-scheepskapitein en winkelier te Rotterdam (1/4e part), Anna Glazener, scheepskapitein te Rotterdam (1/4e part) en zijn broeder Hessel Glazener, scheepskapitein te Rotterdam (1/4e part)

Te voeren door kapt.

Groot volgens meetbrief 238 tonnen of 84 lasten, volgens meetbrief, afgegeven te Antwerpen

Tuigage en aantal dekken

Afmetingen lang 24,20, breed 4,97, ? el

Kiellegging

Tewaterlating

Plaats en datum van registratie Rotterdam, 24 mei 1823

Nummer van registratie deel 9, folio 99, verso, afd 4 tot folio 100 verso, afd.2.

Notaris makelaar Fredrik van Dam, Rotterdam

Prijs (bij aan-/verkoop vermeld) NLG. 7.300,- (totaal)

Bijzonderheden: schip lag mei 1823 te Antwerpen.
Van Meeteren & Grim en de heer Jan Grim hadden het schip verkregen bij acte van transport voor notaris Gerardus Felders te Dordrecht, op 23 augustus 1821.






Researcher/datum research ML/281206

Naam HENDRICA ELISABETH
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1823
Toegang 3.03.56
Inventaris 65

ARCHIEF Nat.Archief-Den Haag archiefnummer Rott.3.03.56.65.224a __________________________________________________
Acte van aan-/verkoop
Naam schip: VESTA, thans HENDRICA ELISABETH

Plaats en datum acte koop/verkoop, Rotterdam, 22 mei 1823

Soort schip brik

Bouwwerf / verkoper Van Meeteren & Grim en de heer Jan Grim, kooplieden te Dordrecht

Gevoerd door kapt.

Eigenaar / aankoper C.W. van Dam & Co., kooplieden te Rotterdam,
Jurgen Pruijssing, oud-zeekapitein en winkelier te Rotterdam, Anne Glazener, scheepskapitein te Rotterdam en zijn broeder Hessel Glazener, scheepskapitein te Rotterdam, elk eigenaar van 1/4e part

Te voeren door kapt.

Groot volgens meetbrief 238 tonnen of 84 lasten (meetbrief afgegeven te Antwerpen)

Tuigage en aantal dekken

Afmetingen lang 24,20 m., breed 4,97 m, hol 2,97 m.

Kiellegging

Tewaterlating

Plaats en datum van registratie Rotterdam, 24 mei 1823

Nummer van registratie deel 9, folio 99, verso afd. 4 tot folio 100, verso afd. 2

Notaris Fredrik van Dam, makelaar te Rotterdam

Prijs (bij aan-/verkoop vermeld) NLG. 7.300,-

Bijzonderheden: bij verkoop in 1823 ligt het schip te Antwerpen.
Van Meeteren & Grim en Jan Grim hadden het schip verkregen voor notaris Gerardus Telders, Dordrecht, volgens acte dd. 23 augustus 1821.






Researcher/datum research ML/280107

Naam HENDRICA ELISABETH
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1828
Toegang 3.03.56
Inventaris 65

ARCHIEF Nat.Archief-Den Haag archiefnummer Rott.3.03.56.65.224b __________________________________________________
Acte van aan-/verkoop
Naam schip: HENDRICA ELISABETH, ex-VESTA

Plaats en datum acte koop/verkoop, Rotterdam, 13 maart 1828

Soort schip brik

Bouwwerf / verkoper Gebroeders Anne en Hessel Glazener, scheepskapiteins te Rotterdam, en samen eigenaar van 1/2e part

Gevoerd door kapt.

Eigenaar / aankoper David Miercke, scheepskapitein te Rotterdam, 1/4e part,
firma C.W. van Dam & Co, Rotterdam, nog 1/8e part en
Mej. Klasina van Duijm, weduwe Jurgen Pruijssing, particuliere te ‘s Gravenhage, nog 1/8e part.

Te voeren door kapt.

Groot volgens meetbrief 85 lasten (meetbrief afgegeven te Rotterdam op 4 maart 1828)

Tuigage en aantal dekken

Afmetingen lang 24,40 m., breed 5,01 m., hol 2,97 m.

Kiellegging

Tewaterlating

Plaats en datum van registratie Rotterdam, 18 maart 1828

Nummer van registratie deel 17, folio 45, verso vak 7 tot folio 47, recto vak 1.

Notaris Fredrik van Dam, makelaar te Rotterdam

Prijs (bij aan-/verkoop vermeld) NLG. 4.000,- (1/2e part van Gebr. Glazener)

Bijzonderheden.





Researcher/datum research ML/280107

Naam HENDRICA ELISABETH
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1828
Toegang 3.03.56
Inventaris 65

Bronnen

Jaar: 1819
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: N.A. Den Haag, toegang nummer 2.08.01.07 Zeebrieven verbalen, diverse bestanddelen.
N.A. Den Haag 3.03.54 - 160 archiefnummer Dordt 7.
N.A. Den Haag 3.03.54 - 160 archiefnummer Dordt 24.
N.A. Den Haag archiefnummer Rott.3.03.56.155
N.A. Den Haag archiefnummer Rott.3.03.56.65.224a+b
AH = Algemeen Handelsblad
DC = Dordtsche Courant
LCO = Leydsche Courant
LP = Le Précurseur (Antwerpen)
MCO = Middelburgsche Courant
OHC = Opregte Haarlemsche Courant
RC = Rotterdamsche Courant
ZP = Zeepost
ZZC = Zierikzeesche Courant