Inloggen
AURORA - ID 10828


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1814-06-21 / 1820-11-00 | Reden uitgevlagd: Sloop, afgekeurd

Identification Data

Bouwjaar: 1797
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Pink (grote vaart)
Masten: Three masts
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: Unknown, Stettin
Date Laid Down: 1796-00-00
Delivery Date: 1797-00-00
Technical Data

Net Tonnage: 320.00 lasts
 
Length 1: 112.00 Feet (Amsterdam) Registered
Beam: 28.00 Feet (Amsterdam) Registered
Depth: 14.00 Feet (Amsterdam) Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1814
Datum agenda: 1814-06-21
Register nr: 18140839
Scheepsnaam: AURORA
Type: Pink
Lasten: 220
Gebouwd in binnen- of buitenland: Buitenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Smit, Fredrik
Plaats: Amsterdam
Kapitein op moment van verzoek: Baas, Foppe
Opmerkingen: Eerste zeebrief
bevorens genaamd OBERON
mede-reder

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1814-06-21 AURORA
Manager: Johannes Preijer, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

Mede eigenaren 12 mei 1810:

T.H. Backer, Amsterdam. 8/32 part.
Barend Visser en Zoon, boekhouder, Harlingen. 13/32 part.
Van Ceulen & Comp., Amsterdam. 6/32 part.
Frederik Smit, Amsterdam.3/32 part.
Foppe Baas, Schipper, Den Helder. 2/32 part

Mede eigenaren 21 november 1814:

Jacobus Gerardus van der Meulen, koopman, Amsterdam. 1/8e part.
Johannes Preyer, koopman, Amsterdam. 1/8e part.
A. Holtman, Amsterdam. 1/8e part.
L. Brandligt & Zoon, Amsterdam. niet vermeld.
en B. Otto …  (onleesbaar), Amsterdam.

Mede eigenaren 25 november 1817:

J.G. van der Meulen, Amsterdam. 3/16e part.
Johannes Preijer, Amsterdam. 3/16e part.
C. Brandligt, Amsterdam. 1/8e part.
Hooft Graafland & Co., Amsterdam. 4/8 part.

Mede eigenaren 15 november 1819:

Joh. Preijer, Boekhouder, Amsterdam voor 1/8 part.
Claus Suwerkrop, Boekhouder, Amsterdam voor 1/8 part.
Hooft Graafland, Amsterdam voor 1/8 part.
David Beets, Amsterdam voor 1/8 part.
A. Holtzman, Amsterdam voor 1/8 part.
Jan Wils, Amsterdam voor 1/8 part.
Coenraad Brandligt,Amsterdam voor 1/8 part.
Albert Ahlers, Amsterdam voor 1/8 part.

Ship Events Data

1814-12-10: Bevrachting
Van der Meulen en Preyer bieden de AURORA aan voor vervrachting naar Suriname vergezeld van diverse kenmerken van het schip.
Klik hier om de afbeelding te bekijken
1814-12-31: Charterparty
In December 1814 wordt er een chartercontract opgesteld met het Departement van Koophandel en Kolonien. Dit contract wordt hierna weergegeven.
1820-11-00: Final Fate: Sold at auction

In november 1820 is de AURORA te Amsterdam geveild en waarschijnlijk gesloopt.

Gezagvoerders

Datum vanaf: 1797
Kapitein: Röhlef, Martin Georg
Overige informatie: 0

Datum vanaf: 1804
Kapitein: Bradenahl, Christoph
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Foppe Foppes Baas werd geboren/gedoopt te Hollum, Ameland op 31 maart 1757/14 januari 1781 als zoon van schipper Fopke Foppes Baas en Anke Eiberts. Hij was Doopsgezind.

Hij trouwde voor de kerk te Den Helder op 20 maart 1785 met Hiske Dirks Driewes, geboren/gedoopt in 1760/25 februari 1781 te Den Helder als dochter van Dirk Driewes en Geertje Walig. Ook zij was Doopsgezind. Hiske overleed op 21 januari 1797 te Den Helder.

Foppe trouwde voor de 2e maal op 21 juni 1800 te Den Helder met Barbertje Jans Walig, geboren/gedoopt op 06 september 1759/ 25 februari 1781 te Den Helder als dochter van Jan Waligh en Maartje Timmer, geloof Doopsgezind. Zij overleed op 17 maart 1829 te Den Helder.

Foppe Baas overleed op 21 maart 1829 te Den Helder.

Gegevens dd augustus 2008 van fa. Borsch, Ameland,

 

De schepen van de kapitein

In het Stadsarchief van Amsterdam bevindt zich in inventaris 5181/7150 een akte van vrijwillige koop/verkoop dd Amsterdam 21 november 1814 van de pink “Aurora”, gevoerd door kapitein Foppe Baas. De verkopers zijn Jan van Ouderkerk de Vries, Johannes Engelhardus Lublink en Harmanus Smit, makelaars te Amsterdam, in opdracht van de firma Barend Visser & zoon. De aankopers voor f 15.500,- zijn Jacobus Gerardus van der Meulen, koopman (1/8ste part), Johannes Preyer, koopman (1/8ste part), A.Holman (1/8ste part), L.Brandligt & Zoon (part niet vermeld) en B.Otto… (onleesbaar, allen te Amsterdam. Het schip zal na de verkoop worden gevoerd door kapitein Coenraad Brandligt Jr. De verkoop werd geregeld door D.H.Marinus, deurwaarder te Amsterdam.

Het schip lag bij deze verkoop in het Braauw Waal te Amsterdam.

Op 22 november 1814 verklaarden alleen Jacobus Gerardus van der Meulen en Johannes Preyer, dat zij het schip aanvaardden. Zij (met hun aandeel) en de overige drie mede-reders staan vermeld in de bij de acte van aan-/verkoop gevoegde eigendoms-ceduul dd. 09 januari 1815, ter verkrijging van een zeebrief voor de “Aurora”.

 

Het Archief van de Amsterdamsche Waterschout in het Stadsarchief van Amsterdam11a bevat monsterrollen met als gezagvoerder Foppe Foppes Baas op de :

“Hoop”, dd 24 februari 1770; 05 maart 1772;

“Catharina & Sara Hendrina”, dd 07 april 1772; 20 maart 1775; 01 juli 1775; 22 juli 1776; 27 augustus 1777, 04 juni 1778; 11 juli 1785; 17 november 1787 en 30 mei 1788;

”Neptunis”, dd 18 april 1797 (Pruisische vlag);

“Triton”, dd 14 mei 1798;

“Neptunis”, dd 21 juli 1801;

“Vriendschp”, 30 november 1801; 26 november 1802;

“Aurora”, dd 28 mei 1810 en 24 juni 1814.

38-89    28 mei 1810, pink “Aurora”, kapitein Foppe F.Baas, bestemming Hollandse vlag, bestemming Argangel, correspondent F.Smith, 12 bemanningsleden i.c. stuurman, timmerman, bootsman, kok, 6 matrozen, ligtmatroos en een kajuitwachter.

38-92    24 juni 1814, pink “Aurora”, kapitein Foppe Baas, varend onder Hollandse vlag, bestemming Riga, correspondent B.Visser, 12 bemanningsleden i.c. stuurman, onderstuurman, timmerman, bootsman, kok, 6 matrozen, en een jongen

 

In het Archief van de Waterschout te Amsterdam 011a zijn monsterrollen op naam van kapitein Foppe Baas van de “Anthonetta & Jacoba” van 25 november 1815 en 29 april 1817 en van de “Wilhelmina Henderina” van 02 april 1822.

Is hier sprake van twee kapiteins met dezelfde naam?

Van Sluijs013 vermeldt kapt Foppe Baas als gezagvoerder gedurende:

1817,1818 van het 2-deks gek. pinkschip “Antoinette Jacoba”, geen bouwplaats en jaar vermeld, varend voor boekhouder T.H.Backer. In Febr. 1817 “in lading te A/dam naar Batavia”. 2 Sept 1818 “in Texel van Batavia”. Het schip wordt daarna genoemd met kapitein Dirk Kraaijer (zie aldaar).

 

Overige bijzonderheden

F.Baas verzorgde per 19 juni 1817 vanuit Texel een troepentransport op de Antoinetta Jacoba naar Nederlands Oost-Indië met een detachement van 1 officier en 70 manschappen065.

 

Amsterdamsche Courant 15 november 1814114

“J. van Ouwerkerk de Vries, J.E.Lublink en H. Smit, Makelaars, zullen ten overstaan van … D.H.Marinus, op Maandag den 21sten November 1814 ’s avonds ten 6 ure, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren Logement, op den Haarlemmerdijk, verkoopen: Een extra ordinair welbezeild Pink-schip genaamd Aurora, gevoerd door kapitein Foppe Baas, lang over Steven 112 voet, wijd 28 voet, hol 14 voet, het verdek hoog 6½ voet, alles Amsterdamsche maat … “.

 

Rotterdamsche Courant 17 november 1814114

Advertentie. De makelaars J. van Ouwerkerk de Vries, J.E. Lublink en H. Smit zullen op maandag den 21 November ’s avonds ten 6 uren (ten overstaan van Huissier D.H. Marinus) in het N.Z. Heeren-Logement aan de Haarlemmerdyk openbaar verkoopen: een extraordinair welbezeild Pinkschip, genaamd AURORA, gevoerd door kaptein Foppe Baas, lang over steven 112 voet, wyd 28 voet, hol 14 voet, ’t Verdek hoog 6½ voet, alle Amsterdamse maat, breeder bij den Inventaris omschreven.

 

Rotterdamsche Courant 25 juni 1818114

Amsterdam, 23 juni. Den 14 februari lagen te Batavia de schepen de VROUW AGATHA, kaptein Roelof Witsen, naar Macassar; CANTON, kaptein J. Schinderhutte, naar Sourabaija; AURORA, kaptein Nannings, naar Amboina (opm: Ambon), en ANTONETTA JACOBA, kaptein F. Baas, naar Amsterdam gedestineerd.

 

Rotterdamsche Courant 08 september 1818114

Amsterdam, 6 september. Kaptein F. Baas, van Batavia in Texel binnengekomen, heeft, bij het inzeilen van Baai Fals, aan de Kaap de Goede Hoop, in goede staat gepraaid het schip SAMARANG, J. Scholtys, met Zijner Majesteits troepen, naar Batavia gedestineerd.

 

Rotterdamsche Courant 02 november 1822114

Rotterdam, 1 november. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 29 oktober:

Het schip PARAMARIBO (opm: galjoot, kapt. M. McDougal), van Rotterdam naar Surinamen, is den 22 augustus op 22 graden N.B. gepraaid.

Den 16 augustus is aan de Kaap de Goede Hoop gearriveerd het schip WILHELMINA HENDRINA, Baas, uit Texel, laatst van Buenos-Aijres, en den 4 dier maand in de Algoabaai het schip CATHARINA THEODORA, W. Schipman, van Batavia naar Amsterdam (opm: zie RC 051122).

Den 19 juni te Sourabaija gearriveerd JOHANNA ELIZABETH, Roeloffs (opm: fregat JOHANNA ELISABETH, thuishaven Antwerpen, kapt. R. Rolufs), van Antwerpen.

 

 

Datum vanaf: 1810
Kapitein: Baas, Foppe
Overige informatie: Foppe Foppesz Baas. * Ameland 31.03.1757, † Den Helder 21.03.1829. Eerste huwelijk in 1785 met Hisje (Hiske) Driewes te Den Helder. Tweede huwelijk 21.06.1800 te Den Helder met Barber Jans Walig. Het Archief van de Amsterdamsche Waterschout in het St

navolgende gegevens kunnen zijn verward met die van de volgende Coenraad Brandligt

Familiegegevens en opleiding

Geen

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

C.Brandligt werd met nr.22 effectief lid van Zeemanshoop. Er zijn geen verdere gegevens vermeld in het Inschrijfregister behalve de toevoeging “bedankt”002. In de notulen van de algemene ledenvergadering van het College op 07 juni 1822 wordt gemeld dat C.Brandligt als effectief lid is aangenomen op voordracht van W.Blom en het vlagnummer 22 krijgt toegewezen. In de vergadering van 27 september 1822 wordt hij benoemd tot commissaris van het College023.

In de Algemene Ledenvergadering van 16 juli 1828 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen Coenraad Brandligt, wonende in de Kromme Binnenkant te Amsterdam, 43 jaar, voerende het schip de “Astrea”, op voordracht van kapitein P.F.Wegener. Maar in de Algemene Ledenvergadering van 22 juli 1828 staat het volgende: “In de ballotage werdt de Somma van dertig Guldens gevonden ter afkeuring van den Heer Coenraad Brandligt…”. Daarmee ging een benoeming niet door. Kennelijk was het zeer van twee jaar geleden nog niet geheeld.

Is hij in 1830 alsnog lid geworden? Zie volgend blad.

C.Brandligt was van 1822-1823 bestuurslid van het College Zeemanshoop019.

C.Brandligt was met vlagnummer 23 in de periode 1827-1830 lid van het Antwerpse zeemanscollege “Tot Nut der Zeevaerd”108.

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 december 1825 wordt het volgende gemeld:

“Door één der Leden wordt hierop bericht, dat Kapitn C.Brandligt, als boekhouder van het schip Dido, opentlijk in de Kollegie Kamer had verklaard, dat hij de ongehuwde manschappen van die bodem, had verboden, om aan het Fonds deel te neemen, en dus tegenstrijdig aan art.15 van het Reglement heeft gehandeld, en wordt besloten aangezien voorn. Heer Brandligt, zich alsmede in de Kollegie Kamer onvoegzame en beledigende uitdrukkingen, zoo jegens het Bestuur als ten opzicht van bijzondere leden had veroorloofd eenen brief namens het Bestuur te schrijven met uitnodiging om zoo veel mogelijk, door aansporing tot deelneming bij voorn. ongehuwde manschappen van gez. schip de Dido, de schade door zijn gedrag aan het Fonds toegebracht te herstellen, en zich voortaan van onvoegzame uitdrukkingen te onthouden en dezelven te herinneren aan art 15 van het Reglement en 82 & 83 der wetten, wordende de uitvoering hiervan aan den Heer Biben opgedragen.”042

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 17 mei 1832 is sprake van: “Twee brieven van kapitein Jacob Oelsen 5 & 10 Mei wegens onaangenaamheden met kapitn C.Brandligt over het niet hijsen van de vlag op zijn schip.”042.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop van 03 januari 1826 wordt melding gemaakt van de onmiddellijke opzegging van zijn lidmaatschap door kapitein C.Brandligt. De reden is dat hij zich door het optreden van enkele bestuursleden ernstig gegriefd toonde. Men zou een door hem ingekomen missive niet ter kennis van de vergadering hebben willen brengen en de voorzitter zou een vergadering afgehamerd hebben zonder hem de gelegenheid te geven zijn zegje te doen. Als reactie hierop en “om het Bestuur eene onaangenaamheid aan te doen” had hij “als meester van zijn eigen bodem, de ongehuwde manschappen van de Dido ... verboden om deel te nemen aan het Weldadig Zeemans Fonds”. Brandligt verliet direct na zijn opzegging de vergadering, maar in de daaropvolgende toelichting door het Bestuur reageerde geen van de aanwezigen ten gunste van Brandligt. Daarmee was voor de President het incident gesloten023. (een aardig kijkje in de psyche van kapitein Brandligt).

C.Brandligt, vlagnummer 22, bedankt in 1826.084

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                  jaren                        type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

         22                        1825                           geen opgave van schip en boekhouder

 

C.Brandligt was in 1823 gezagvoerder op de “Thalia”.

Ontleend aan: “De laatste reis van Carel Fredriks. Verslag van de reis met het fregatschip Nieuwe Zeelust naar Batavia”. J.M.Fredriks. Typoscript, Vianen 1998, 95 pp. Op de voorzijde een tekening van het schip door J.Mooij, dd.1818.

 

In het Stadsarchief van Amsterdam bevindt zich in inventaris 5181/7150 een akte van vrijwillige koop/verkoop dd Amsterdam 21 november 1814 van de pink “Aurora”, gevoerd door kapitein Foppe Baas. De verkopers zijn Jan van Ouderkerk de Vries, Johannes Engelhardus Lublink en Harmanus Smit, makelaars te Amsterdam, in opdracht van de firma Barend Visser & zoon. De aankopers voor f 15.500,- zijn Jacobus Gerardus van der Meulen, koopman (1/8ste part), Johannes Preyer, koopman (1/8ste part), A.Holman (1/8ste part), L.Brandligt & Zoon (part niet vermeld) en B.Otto… (onleesbaar, allen te Amsterdam. Het schip zal na de verkoop worden gevoerd door kapitein Coenraad Brandligt Jr. De verkoop werd geregeld door D.H.Marinus, deurwaarder te Amsterdam.

Het schip lag bij deze verkoop in het Braauw Waal te Amsterdam.

Op 22 november 1814 verklaarden alleen Jacobus Gerardus van der Meulen en Johannes Preyer, dat zij het schip aanvaardden. Zij (met hun aandeel) en de overige drie mede-reders staan vermeld in de bij de acte van aan-/verkoop gevoegde eigendoms-ceduul dd. 09 januari 1815, ter verkrijging van een zeebrief voor de “Aurora”.

 

Het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevat monsterrollen op naam van kapitein Coenraad Brandligt Jr op de:

“Aurora”, dd .16 februari 1815, pink “Aurora”, kapitein Coenraad Brandligt Jr, bestemming Batavia, correspondent J.G. v.d. Meulen & J.Preyen, 34 bemanningsleden i.c. opperstuurman, onderstuurman, bootsman, bootsmansmaat, bottelier, timmerman, ondertimmerman, kok, dokter, matroos/zeilmaker, matroos/klamphouder, 13 matrozen, 4 ligtmatrozen, koksmaat, 4 jongens en een hofmeester;

“Fredrik Hendrik”, dd 20 oktober 1820;

“Thalia”, dd 01 augustus 1823;

“Epaminodas”, dd 01 juni 1827;

“Astrea”,

Archiefn. 39-131, 06 november 1828, brik “Astrea”, kapitein Coenraad Brandligt, bestemming Batavia, , 19 bemanningslede, i.c. opperstuurman, onderstuurman, derde stuurman, bootsman, timmerman, kok, 5 matrozen, 3 ligtmatrozen, doktoor, hofmeester.

Archiefnr. 38-133, 28 juli 1829, brik “Astrea”, kapitein Coenraad Brandligt, bestemming Batavia, boekhouder de kapitein zelve, 16 bemanningsleden i.c. stuurman, onderstuurman, doktoor, timmerman, bootsman, kok, 6 matrozen, 2 ligtmatrozen, jongen, hofmeester, leerling.

Archiefnr. 38-135, 28 juli 1830, brik “Astrea”, kapiten Coenraad Brandligt, bestemming Batavia, boekhouder de kapitein zelf. 17 bemanningsleden i.c. stuurman, onderstuurman, doktoor, timmerman, bootsman, kok, zijlemaker/matroos, 5 matrozen, 3 ligtmatrozen, hofmeester, leerrling

Archiefnr. 38-139, 13 juli 1832, brik “ Astrea”, kapitein Coenraad Brandligt, bestemming Kaap de Goede Hoop en Batavia, boekhouder de kapitein, correspondent den Vries & Comp., 18 bemanningsleden, i.c. opperstuurman, onderstuurman, derde waak, bootsman, timmerman, kok, 8 matrozen, 2 ligtmatrozen, jongen, hofmeeste, kajuitoppasser.

“Rhijn”, dd 15 februari 1837

Bouma025 (zie ook van Sluijs012) vermeldt C.Brandligt als gezagvoerder gedurende:

  • 1815-1817 op de pink “Aurora”. Was op 21 november 1814 te Amsterdam in veiling (zie Asd. Crt. 26 nobember 1814 en 20 april 1816).
  • 1821 (t/m 1825?) op het 3/m schip “Frederik Hendrik”, bouw- en tonnagegegevens ontbreken, , Vermoedelijk als eigenaar vanuit Amsterdam. In 1826 wordt hij als reder opgegeven, waarbij het schip door P.Zink wordt gevaren.

Het schip werd op 18 november 1822 te Amsterdam in veiling gebracht.

Amsterdamsche Courant  09 november 1822 in de rubriek Advertenties:

“ … den 18den November 1822 … te Amsterdam, in het voormalig Nieuwezijds Heeren Logement, op den Haarlemmerdijk, verkoopen: Een … fregat-schip, genaamd Fredrik Hendrik, gevoerd door kapitein C.Brandlicht (sic), Lang 32 Ellen, 85 duimen, Wijd 8 ellen, 8 duimen, Hol 3 ellen, 76 duimen … alles

  • 1824-1825 op de 3/m hoeker “Thalia”, bouwgegevens ontbreken, 224 ton o.m., varend als eigenaar vanuit Amsterdam.

 

Het Archief van de Waterschout te Amsterdam11a bevat monsterrollen op naam van Coenraad Brandligt Jr   van de “Frederik Hendrik (10 oktober 1820); Thalia ( 01 augustus 1823); Epimondas (01 juni 1827).

Overige bijzonderheden

Ver Huell was “Kolonel en kapitein ter Zee, Equipagemeester der marine in het Hoofd-departement van de Maas, Lid van het Bataafsch Genootschap der Proefondervindelijke Wijsbegeerte te Rotterdam, en van het Provinciaal Utrechtsch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen”.

Uit het boek blijkt, dat hij een ruime cultuurhistorische en natuurhistorische belangstelling had. Zijn verslag is gebaseerd op herinneringen, daar zijn dagboek van de reis bij een scheepsramp verloren is gegaan. Ver Huell wilde uitgezonden worden naar Indië en zou zich op zijn marineschip inschepen. Toen hij echter te Nieuwediep aankwam was zijn schip juist uitgevaren. Hij scheepte zich in november 1815 in op de koopvaarder de “Aurora” “welke in Texel zeilree lag, met ambtenaren voor de kolonie, en werklieden voor de constructiewinkel te Sourabaia , op Java ...”. De kapitein van de “Aurora” was C. Brandligt. “Ik stapte over, en vond het dek opgepropt met mannen, vrouwen en kinderen, en in de kajuit eenige militairen en civiele ambtenaren”. Hij noemt met name zijn medepassagiers Smulders, van Son en van der Graaf. De reis ging via Wight naar Portsmouth, waarnaar werd uitgeweken vanwege het slechte weer. Daarna ging men verder via Teneriffe en Palma naar de Kaap Verdische eilanden. Op het eiland St. Jago werd enige tijd verbleven en Ver Huell doet verslag van een paar tochten met vermelding van diverse natuurhistorische bijzonderheden. Na passage van Tristan da Cunha wordt Kaapstad aangedaan, alwaar een maand wordt verbleven. Tenslotte arriveerde hij te Batavia, met vermelding van passage van de eilandjes Noessa Cambaya en Klapperseiland ten zuiden van Java en van “Cracatouw en Slebeze, dwars van Prinseneiland” in Straat Soenda. Er is een vrij uitgebreide beschrijving van het de legerplaats Anjer aan de Javaanse Westkust. Tijdens de zeereis worden eveneens diverse natuur-historische opmerkingen gemaakt.

Ik heb alleen de eerste c. 30 pagina’s, die over de tocht met de “Aurora” gaan, gelezen. De rest van het boek en ook deel 2 doet verslag over zijn verdere belevenissen in Indië.

In: “Herinneringen van eene reis naar de Oost-Indiën”. 1835-1836 Nederlands Scheepvaart Museum inv. nr S.0187.

In 2004 verscheen het boekje “Des Hemels Zegen. Scheepsbrieven van Murk Lelsz, 1803-1819” door Dorine Verheyden-Lels en Tineke de Bruyn-Lelsz, uitgegeven door de Stichting Lelsz-Lels bij Hollaers van Elkerzee BV. In het gedeelte van dit boekje, waarin scheepsbrieven aan de orde komen uit 1816 toen Murk Lellsz naar Indië voer met de “Onderneming”, schrijft deze op 16 maart 1816 vanuit Kaap de Goede Hoop aan zijn patroon de Commerciële Sociëteit in Amsterdam (p.60):

“Van mijn makkers arriveerde er nog geen een, doch ik heb van een Engelsman gehoord dat hij Brandligt op de Zout Eilanden had gezien dus dat die nu allerwaarschijnlijkst niet ver meer van hier is. Ze waren in goede staat.”

En in een brief dd 22 juni 1816 vanuit Batavia schrijft Lelsz (p.62):

“Mijn confrater Brandligt is … daags na mijn vertrek aan de Kaap gearriveerd, zodat ik die ook binnenkort tegemoet kan zien.” (d.i. volgens de auteurs van voormeld boekje 22 dagen na de de aankomst van Lelsz in Kaap de Goede Hoop.)

Amsterdamsche Courant 20 april 1816 onder de rubriek Scheepstijdingen

Cornelis Quak,kapitein van de pink “Vrouw Aletta” meldde dat hij op weg naar Batavia op 12 januari 1816 Porto Prayo was binnengelopen “waar hij liggende gevonden had het Pink-Schip Aurora, kapt. Coenraad Brandligt Jr … “ eveneens op weg naar Batavia.

 

Java Governmental Gazette 20 juli 1816114

…Het Nederlandse schip AURORA, kapt. C. Brandligt, den 20 november 1815 van Amsterdam vertrokken, arriveerde den 16 dezer ter rede Batavia.

 

Java Governmental Gazette 10augustus 1816114

….Den 7 dezer zijn de schepen AURORA, kapt. C. Brandligt, en ONDERNEMING, kapt. M. Lels, en den 9 dezer de VROUW ALETTA, kapt. C. Quak, van Batavia als transportschepen naar het oosten vertrokken. (opm: waarschijnlijk gehuurd door het Nederlands gouvernement)….

 

Rotterdamsche Courant 03 september 1817114

Amsterdam, 1 september. Kaptein Coenraad Brandligt Jr, voerende het schip AURORA, den 26 augustus van Batavia in Texel binnengekomen, meldt dat zijn schip in de best mogelijke staat is, en alle de schepelingen zich in volmaakte welstand bevinden; voorts rapporteert hij den 25 dito in het Kanaal in goede staat gepraaid te hebben, de schepen JAN EN CORNELIS, kapt. J. Duyf, CORNELIA, kapt. E. Sipkes, en VROUWE IDA ALIDA, kapt. K. Sipkes, naar Batavia, en ADRIANA JOHANNA, kapt. T.K. Kleyn, naar Lissabon gedestineerd, alle den 21 dito uit Texel gezeild.

 

Rotterdamsche Courant 21 juli 1821114

Rotterdam, 20 juli. Uittreksel uit de Lloyd’s List van den 17 juli:

Den 23 april is van Kaap de Goede Hoop vertrokken het schip FREDERICK HENDRICK, Brandlight (opm: fregat FREDRIK HENDRIK, kapt. C. Brandligt)……

Rotterdamsche Courant 25 april 1822114

Amsterdam, 23 april. Bij Kaap de Goede Hoop zijn gearriveerd C. Brandligt (opm: fregat FREDRIK HENDRIK), van Batavia naar Amsterdam, en J. ten Boekel (opm: pink JOHANNA JACOBA), van Amsterdam, laatst van Rio-Janeiro.

 

Rotterdamsche Courant 02 mei 1822114

Amsterdam, 30 april. Sedert onze laatste is in Texel binnengekomen C. Brandligt (opm: fregat FREDRIK HENDRIK), van Batavia; dezelve is bij het binnenkomen in het gat bij Kaap Hoofd aan de grond gezeild, doch met assistentie weder in vlot water en in het Nieuwe Diep gekomen.

 

Rotterdamsche Courant 14 november 1822114

Advertentie. R. Hoijman, T. van Olivier, J.E. Lublink, G.J. Roland Holst, A. van der Sluijs en J. Boelen, makelaars, zullen, op maandag den 18 november 1822, des avonds te zes uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extraordinair welbezeild nieuw-gekoperd Fregatschip, genaamd FREDRIK HENDRIK, gevoerd door kapt. C. Brandlicht (opm: C. Brandligt); lang 32 ellen 85 duimen, wijd 8 ellen 8 duimen, hol 3 ellen 76 duimen, het verdek hoog aan boord 1 el 98 duimen (opm: 32,85 x 8,08 x 3,76 / 1,98 m.); alles Nederlandse maat; zijnde Amsterdamse maat lang 116 voeten, wijd 28 voeten 6 duimen, hol 13 voeten 2 duimen, het verdek 7 voeten; breder bij de inventaris en berigt bij de bovengenoemde makelaars.

 

 

Datum vanaf: 1814
Kapitein: Brandligt, Coenraad
Overige informatie: Coenraad Brandligt. * Amsterdam 27.3.1785, † Bloemendaal 2.10.1856. Eerste huwelijk met Metta Peters * Tonningen 4.2.1785, † 1841. Tweede huwelijk te Amsterdam op 31.01.1844 met Maria Margrita Visser.* Kaap de Goede Hoop 6.5.1805, † 00.4.1853. Lidma

Familiegegevens en opleiding

Albert Ahlers werd geboren te Oldenburg ca 1762.

Hij was getrouwd met Johanna Maria Dirker. Johanna overleed op 23 oktober 1821, 07 uur ´s avonds in de Princestraat 26, Amsterdam, 48 jaar. Bij de aangifte was aanwezig haar man, zeeman, 59 jaar

Albert overleed op 21 december 1845 te Amsterdam, voormiddags 08 uur op de Nieuwe Zijds Voorburgwal 151, 83 jaar, weduwnaar.

 

Algemeen Handelsblad  25 april 1845

Advertentie. Heden overleed na een kortstondige ziekte in de ouderdom van ruim 83 jaren, onze waarde vader en behuwdvader de heer Albert Ahlers, oud-koopvaardijkapitein om de West.

Mede namens mijn broeders en zusters, A. Ahlers Jr.

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt A.Ahlers als gezagvoerder gedurende:

      *    1818 t/m 1831 van het fregat “Aurora”, gebouwd in 1815 te Stettin, 503 ton o.m., varend voor v/d Meulen & Co te Amsterdam.

 

In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Albert Ahlers op de”

“Wilhelmina”, dd 02 november 1808 ( vlag Mecklenburg);

“Catharina Margaretha” dd. 19 juli 1814; 29 november 1819;

Pinkschop “Aurora” onder kapitein Albert Ahlers op de volgende data:

Archiefnr. 38-109, dd 16 november 1818, bestemming Suriname, boekhouder Preijer, 22 bemanningsleden i,c, opperstuurman, onderstuurman, derde waak, bootsman, timmerman, onderrtimmerman, bootmansmaar/zijlemaker, 8 matrozen, , kok, koksmaat, kajuitwachter, stuurmansjongen.

Archiefnr. 38-112, dd 24 november 1819, bestemming Suriname, boekhouder J.Preijer & Suwerkrap,  21 bemanninsleden 3 ligtmatrozen i.c. opperstuurman, onderstuurman, derde waak, bootsman, timmerman, ondertimmerman, kok, bootmansmaat, 6 matrozen, 4 ligtmatrozen, koksmaat, 2 jongens.

Archiefnr. 38-116, dd 19 maart 1821, bestemming Suriname, boekhouder Preijer, 18 bemanningsleden i.c. opperstuurman, onderstuurman, derde waak, bootsman, timmerman, kok, bootmansmaat/zijlemaker, 6 matrozen, 2 ligtmatrozen, kuiper/ligtmatroos, kajuitwachter, stuurmansjongen.

Archiefnr. 38-117, dd 22 oktober 1821, bestemming Suriname, boekhouder Preijer, 18 bemanningsleden i.c. opperstuurman, onderstuurman, derde waak, bootsman, timmerman, kok/jongen, 7 matrozen, ligtmatroos/kuiper, 3 ligtmatrozen, kajuitwachter, stuurmansjongen.

Archiefnr. 38-119, dd 10 augustus 1822, bestemming Suriname, boekhouder Preijer, 19 bemanningsleden i.c. opperstuurman, onderstuurman, derde waak, bootsman, timmerman, kok/jongen, 6 matrozen, 3 ligtmatrozen, ligtmatroos/kuiper, hofmeester, kajuitwachter, stuurmansjongen.

Archiefnr. 38-120, dd 24 juli 1823, bestemming Suriname, boekhouder J.G. Vandermeulen & J.Preijer, 18 bemannigsleden i.c. stuurman, onderstuurman, derde waak, bootsman, timmerman, kok, 5 matrozen, kuiper/ligtmatroos, 4 ligtmatrozen, 2 jongens.

Archiefnr. 38-122, dd 12 juli 1824, bestemming Suriname, boekhouder J.G. van der Meulen & J.Preijer, 19 bemanningsleden i.c. opperstuurman onderstuurman, derde waak, bootsman, timmerman, kok, zijlemaker/matroos, 5 matrozen, kuiper/ligtmatroos, 3 ligtmatrozen, schrijver, kajuitwachter, stuurmansjongen.

Archiefnr. 38-125, dd 15 augustus 1825, bestemming Suriname, boekhouder Johannes Preijer, 18 bemanningleden i.c. stuurman onderstuurman, bootsman, timmerman, kok, kuiper/matroos, 6 matrozen, 3 ligtmatrozen, schrijver, jongen, koksmaat.

Archiefnr. 38-127, dd 14 juli 1826, bestemming Suriname, boekhouder Johannes Preijer, 18 bemanningsleden i.c. stuurman, onderstuurman, derde waak, bootsman, timmerman, kok, matroos/kuiper, 6 matrozen, 2 ligtmatrozen, hofmeester, schrijver, jongen.

Archiefnr. 38-131, 14 oktober 1828, bestemming Suriname, boekhouder Wurfbein, 18 bemanningsleden i.c. stuurman, onderstuurman, derde waak, bootsman, timmerman, kok, zeilmaker/matroos, 6 matrozen, 3 ligtmatrozen, 2 jongens.

Archiefnr. 38-129, 23 november 1827, bestemming Suriname, boekhouder Wurfbain, 19 bemanningsleden i.c. stuurman, onderstuurman/timmerman, derde waak, bootsman, 2 ondertimmerlieden, kok, kuiper/matroos, 6 matrozen, 3 ligtmatrozen, kajuitwachter, stuurmansjongen,

Archiefnr. 38-133, dd. 07 oktober 1829, gezagvoerder Jan Adrianus den Haan p.p. Albert Alers, bestemming Suriname, boekhouder niet ingevuld, 17 bemanningsleden i.c. stuurman, onderstuurman, derde waak, bootsman, timmerman, kok, zijlemaker/matroos, 5 matrozen, 3 ligtmatrozen, 2 jongens.

 

Overige bijzonderheden

Kapitein Albert Ahlers was, samen met de koopman Ary Martens, de kapitein Fredrik Greeper en Hester Spitz, de weduwe van koopman Isaac Aron, allen te Amsterdam de verkoper voor f480,-  van van de tjalk “Johanna Maria” (32 ton, gebouwd in 1784 te Papenburg) aan kapitein Jan Knobbee te Amsterdam113

 

Rotterdamsche Courant 17 september 1818114

Amsterdam, 15 september. De schepen CONSTANTIA, kapt. M. Spreeuw, en DE HARMONIE, kapt. H.J. de Bloom, den 12 september in Texel binnengekomen van Surinamen, zijn beide den 31 juli van daar vertrokken, tegelijk met de schepen SPECULATION, kapt. Thomas Pietersz; de VRYHEID, kapt. Rinse Sjeerd Rinses; JOHANNA PHILIPPINA, kapt. Willem de Boer; AURORA, kapt. Albert Ahlers; IGNATIA EN JENNY, kapt. Jan Nobel; en CATHARINA ANNA HELENA, kapt. Freerk Machielsen; naar Amsterdam.

 

Rotterdamsche Courant 24 juli 1819114

Amsterdam, 22 juli. Kapitein Thomas Pietersz, voerende het schip SPECULATION, den 19 juli van Surinamen binnen gekomen, heeft 43 dagen reis en breng berigt, dat acht dagen na hem uit die kolonie zouden vertrekken de schepen AURORA, kapt. A. Ahlers, en ATHALANTE, kapt. J. Stoffers, beide mede naar Amsterdam.

 

Rotterdamsche Courant 23 september 1819114

Advertentie. Rutger Hoijman, David Beets, Gerhard Jacob Roland Holst en Hermanus Isaac Rietveld, makelaars, zullen, op maandag den 27 september 1819, des avonds te 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extraordinair welbezeild Pinkschip (opm: ook – onjuist - geadverteerd als Fregatschip), genaamd AURORA, gevoerd bij kaptein Albert Ahlers, lang 113 en 1 half voet, wijd 28 voet 6 duim, hol 13 voet 8 duim, het verdek 6 en 1 half voet, alles Amsterdamse maat; breder bij de inventaris en berigt bij de makelaars.

 

Rotterdamsche Courant 09 maart 1820114

Amsterdam, 7 maart. Kapt. A. Ahlers, AURORA (opm: pink), van Amsterdam naar Surinamen, heeft met het laatste stormweer en hoge deining, in de haven van het Nieuwe Diep liggende, schade aan het schip en tuigagie bekomen, door het aan boord (opm: langszij) liggen van het schip SUPERB, kapt. C. Weens; ook heeft het schip VICTOR, kapt. J. Johnston, deszelfs rusten verloren.

 

 

Datum vanaf: 1817
Kapitein: Ahlers, Albert
Overige informatie: Albert Ahlers. * Oldenburg circa 1762. Hij was getrouwd met Johanna Maria Dirker. Albert Ahlers overleed op 21 december 1845 te Amsterdam, voormiddags 8 uur op de Nieuwe Zijds Voorburgwal 151 op 83 jarige leeftijd. In het Archief van de Waterschout op

Monsterrollen

Opgemaakt Amsterdam
Datum: 1814-06-24
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: AURORA
Schipper: Baas, Foppe
Scheepstype: pink
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen Bekijk alle monsterrollen
Afbeeldingen


Omschrijving: Het koopvaardij pinkschip AURORA zeilt rond Kaap de Goede Hoop op weg naar de Valsbaai (Falls Bay). Aquarel door Q.M.R. Ver Huell. (Maritiem Museum Rotterdam, inv. nr. P2161/III.)
Collectie: Maritiem Museum Rotterdam
Vervaardiger: Unknown
Algemene informatie

1803

AC 201003
Zeetijdingen. Te Shilly is binnengekomen het schip (opm: pink) OBERON, kapitein Rohloff, van Stettin naar Liverpool gedestineerd.

1805

BLC 231105
Advertentie. Men zal den 10 december 1805, ’s namiddags twee uren, in de Herberg Roma te Harlingen, op weder uitvoer publiek verkopen: een lading fijn zout, van Liverpool met het schip OBERON, door schade binnen gekomen. Nadere informatie bij Barend Visser en Zoon aldaar.

1806

LC 080206
Harmanus Tanboezer, executeur te Harlingen, presenteert aldaar aan de meestbiedende te verkopen, ad opus jus habentium (opm: voor degene die het aangaat), uit krachte een finaal dispositiv van Drost en Gerechte dezer Stad, en authorisatie dies:
Een extra ordinair welbezeild pinkschip, OBERON genaamd, gevoerd bij Christoph Bradenahl, op naam van Martin Georg Röhlefs, van Stettin in 1797 aldaar nieuw gebouwd, laag over steven 110 voet, wijd over zijn dek 27 voet, hol in het ruim 11½ voet, tussen deks van balk tot balk 5 voet 1 duim, alle Hollandsche voeten, en dat verder met al zijn rondhouten, opstaande en lopende wand, ankers, touwen en zeilen, en andere scheepsbehoeftens, zo als het zelve is en tegenwoordig in de Zuiderhaven leggende te Harlingen.
Wie gadinge maakt, kome op dinsdag den 4 maart 1806, 's namiddags één uur bij de schrijvinge , en des avonds 6 uur bij de verhoginge en finale palmslag, ten huize van Abel Bolhuis, kastelein in de Herberg Roma te Harlingen, en kope op dan voor te lezene conditien, die inmiddelen tijde te vernemen zijn bij bovengemelde executeur.
ZEG HET VOORT.

1814

LCO 080714
Scheepstijdingen. Den 4 en 5 juli zijn in te Tessel zee gezeild: ANTONA (opm: pink AURORA), kapt. F. Baas, naar Riga en GERRITJE, kapt. J. Abrahams, naar de Oostzee.

Op 21 juni 1814 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de AURORA, aangevraagd door Fredrik Smit, mede reder, Amsterdam, voor Foppe Baas als kapitein.

LCO 031014
Scheepstijdingen. Den 28 september is in Tessel o.a. binnengekomen AURORA, kapt. T. Baas (opm: pink, kapt. Foppe Baas), van Riga.
RC 171114
Advertentie. De makelaars J. van Ouwerkerk de Vries, J.E. Lublink en H. Smit zullen op maandag den 21 November ’s avonds ten 6 uren (ten overstaan van Huissier [opm: deurwaarder] D.H. Marinus) in het N.Z. Heeren-Logement aan de Haarlemmerdyk openbaar verkoopen: een extraordinair welbezeild Pinkschip, genaamd AURORA, gevoerd door kaptein Foppe Baas, lang over steven 112 voet, wyd 28 voet, hol 14 voet, ’t Verdek hoog 6½ voet, alle Amsterdamse maat, breeder bij den Inventaris omschreven.

1815

Op 12 januari 1815 werd de eerste (bedoeld wordt nieuwe) zeebrief verstrekt voor de pink AURORA, aangevraagd door J.G. van der Meulen en Johannes Preyer, Amsterdam, voor Coenraad Brandligt jr. als kapitein.

LCO 291115
Zeetijding. Sedert onze laatste zijn te Tessel uitgezeild: AURORA, kapt. C. Brandligt (opm: pink, kapt. C. Brandligt jr), ALETTA (opm: pink VROUW ALETTA), kapt. C. Quack en ONDERNEMING, kapt. M. Lels, alle drie naar Batavia.
RC 091215
Amsterdam, 7 december. Den 30 november is te Portsmouth, wegens contraire wind, doch in goede staat, binnengelopen het schip (opm: pink) AURORA, kapitein C. Brandligt junior, van Amsterdam naar Batavia gedestineerd; hetzelve zoude met den eersten gunstige wind de reis vervolgen.
RC 161215
Amsterdam, 14 december. Volgens brief van den 8 december, had het te Portsmouth binnengelopen schip (opm: pink) AURORA, kapitein C. Brandligt jr., den vorigen dag, met een gunstige wind de reis naar Batavia vervolgd.

1816

OHC 200416
Amsterdam den 18 april. Volgens brief van kapt. C. Quak, voerend het pinkschip de VROUW ALETTA, van Amsterdam naar Batavia, geschreven den 5 februari op de zuiderbreedte 14 gr. 21 min. lengte (opm: graden slecht leesbaar) 35 gr. 28 min. bewesten Greenwich, was hij aldaar destijds in goeden staat van schip en volk zeilende. Na zijn vertrek uit Texel had hij wegens storm onder Duins gelegen en een anker moeten kappen om onder zeil te gaan; was, na variabel weer, verzeld van storm, den 12 januari te Porto Praijo binnengelopen, alwaar hij vond leggen het pinkschip AURORA, kapitein C. Brandligt junior, mede van Amsterdam naar Batavia gedestineerd, en dachten beiden den 15 dito de reis te vervorderen, doch welk vertrek, wegens het weglopen van drie man van kapt. Quak, die met een kleine sloep naar den wal waren en tot welker opsporing hij, benevens kapt. Brandligt, hoewel vruchteloos, alle pogingen had aangewend, eerst den volgende dag plaats had. Den 20 dito waren beide schepen met een flauwe koelte elkander uit het gezicht geraakt en kapt. Quak den 26 dito de linie gepasseerd.
JGG 200716
Het schip (opm: fregat) TWEE VRIENDEN, kapt. P.I. Pieters, den 10 juli met koffij van Indramajoe vertrokken, arriveerde den 12 dezer weder ter rede Batavia.
Het Nederlandse schip (opm: pink) AURORA, kapt. C. Brandligt, den 20 november 1815 van Amsterdam vertrokken, arriveerde den 16 dezer ter rede Batavia.
RC 230716
Amsterdam den 21 juli. Volgens brief van de Kaap de Goede Hoop, van den 25 april, lag het schip (opm: pink) AURORA, kapt. C. Brandligt junior, in den besten staat, gereed om den 29 of 30 dito de reis naar Batavia voort te zetten. Volk en passagiers waren in volkomen welstand.
JGG 100816
Den 7 augustus zijn de schepen AURORA (opm: pink), kapt. C. Brandligt, en ONDERNEMING, kapt. M. Lels, en den 9 dezer de VROUW ALETTA, kapt. C. Quak, van Batavia als transportschepen naar het oosten vertrokken. (opm: gehuurd door het Nederlands gouvernement)
OHC 311216
Amsterdam, 28 december. Den 16 juli is te Batavia gearriveerd ’t schip (opm: pink)  AURORA, kapt. C. Brandllgt junior.

1817

RC 220517
Amsterdam, 20 mei. Kapt. Coenraad Brandligt junior, voerende het Schip (opm: pink) AURORA, meldt van Batavia van den 2 december, dat zijn schip en volk in den besten staat waren en hij den 8 dito naar Indermajo en van daar naar Samarang zou verzeilen, ten einde het overige zijner lading in te nemen en vervolgens naar Amsterdam te vertrekken.
RC 030717
Amsterdam, 1 juni. Kapitein Coenraad Brandligt jr., voerende het schip AURORA (opm: pink), meldt van Soerabaija, van den 21 januari, dat hij den volgende dag met ene volle lading de reis naar Amsterdam zou aannemen.
OHC 090817
Het schip (opm: pink) de VROUW ALETTA, kapt. C. Quak van Batavia laatst van de Kaap de Goede Hoop, in Tessel binnengekomen, is den 17 mei uit Simonsbaai gezeild, tegelijk met het schip (opm: pink) AURORA, kapt. C. Brandligt mede van Batavia naar Amsterdam gedestineerd.
RC 030917
Amsterdam, 1 september. Kapt. Coenraad Brandligt Jr, voerende het schip AURORA, den 26 augustus van Batavia in Texel binnengekomen, meldt dat zijn schip in de best mogelijke staat is, en alle de schepelingen zich in volmaakte welstand bevinden; voorts rapporteert hij den 25 dito in het Kanaal in goede staat gepraaid te hebben, de schepen JAN EN CORNELIS, kapt. J. Duyf, CORNELIA, kapt. E. Sipkes (opm: fregat, kapt. Feijke Sipkes), en VROUWE IDA ALIDA (opm: fregat VROUW IDA ALEYDA), kapt. K. Sipkes, naar Batavia, en ADRIANA JOHANNA, kapt. T.K. Kleyn, naar Lissabon gedestineerd, alle den 21 dito uit Texel gezeild.
RC 041117
Londen, 31 oktober. De AURORA, kapitein C. Brandligt, van Amsterdam naar Batavia, is den 8 der vorige maand, op 14 graden 16 minuten noorderbreedte en 27 graden 36 minuten westerlengte, gepraaid door THE WELLINGTON, kapt. Lyons, van Ceylon aangekomen.

Op 26 november 1817 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de pink AURORA, aangevraagd door A.B. van Limbeeck c.s., Amsterdam, voor Albert Ahlers als kapitein.

1818

RC 170918
Amsterdam, 15 september. De schepen CONSTANTIA, kapt. M. Spreeuw, en DE HARMONIE, kapt. H.J. de Bloom, den 12 september in Texel binnengekomen van Surinamen, zijn beide den 31 juli van daar vertrokken, tegelijk met de schepen SPECULATION, kapt. Thomas Pietersz; de VRYHEID, kapt. Rinse Sjeerd Rinses; JOHANNA PHILIPPINA, kapt. Willem de Boer; AURORA, kapt. Albert Ahlers; IGNATIA EN JENNY, kapt. Jan Nobel; en CATHARINA ANNA HELENA, kapt. Freerk Machielsen; naar Amsterdam.

Op 10 november 1818 werd een Turkse Pas verstrekt, voor een reis naar Suriname, voor de pink AURORA, aangevraagd door A.B. van Limbeeck c.s., Amsterdam, voor Albert Ahlers als kapitein. (Schip buitenlands gebouwd.)

1819

RC 240719
Amsterdam, 22 juli. Kapitein Thomas Pietersz, voerende het schip (opm: pink) SPECULATION, den 19 juli van Surinamen binnen gekomen, heeft 43 dagen reis en breng berigt, dat acht dagen na hem uit die kolonie zouden vertrekken de schepen AURORA (opm: pink), kapt. A. Ahlers, en ATHALANTE (opm: fregat ATALANTE), kapt. J. Stoffers, beide mede naar Amsterdam.
OHC 100819
Amsterdam, 9 augustus. Den 8 dezer zijn in Tessel binnengekomen de schepen AURORA (opm: pink), kapt. A. Ahlers, van Suriname en HESPERUS (opm: fregat), kapt. T.C. Schenkhuizen, van Demerarij.
RC 230919
Advertentie. Rutger Hoijman, David Beets, Gerhard Jacob Roland Holst en Hermanus Isaac Rietveld, makelaars, zullen, op maandag den 27 september 1819, des avonds te 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extraordinair welbezeild Pinkschip (opm: ook – onjuist - geadverteerd als Fregatschip), genaamd AURORA, gevoerd bij kaptein Albert Ahlers, lang 113 en 1 half voet, wijd 28 voet 6 duim, hol 13 voet 8 duim, het verdek 6 en 1 half voet, alles Amsterdamse maat; breder bij de inventaris en berigt bij de makelaars. (opm: zie ook RC 281020)

Op 23 november 1819 werd voor de AURORA zowel een nieuwe zeebrief als een Turkse Pas verstrekt voor een reis naar Suriname, aangevraagd door J. Preyer en Suwerkrop te, Amsterdam, voor Albert Ahlers als kapitein.

1820

RC 090320
Amsterdam, 7 maart. Kapt. A. Ahlers, AURORA (opm: pink), van Amsterdam naar Surinamen, heeft met het laatste stormweer en hoge deining, in de haven van het Nieuwe Diep liggende, schade aan het schip en tuigagie bekomen, door het aan boord (opm: langszij) liggen van het schip SUPERB, kapt. C. Weens; ook heeft het schip VICTOR, kapt. J. Johnston, deszelfs rusten verloren.
OHC 190920
Amsterdam, 18 september. Den 17 dezer zijn te Tessel binnen gekomen de schepen AURORA (opm: pink), kapt. Ahlers van Suriname en LA BELLE ALLIANCE (opm: sloep, thuishaven Gent), kapt. L. Heyde van Demerarij, ligt quarantaine; de wind noord west.

Op 2 oktober 1820 werd de Turkse Pas ingetrokken, nadat deze door de Directeur der Inkomende- en Uitgaande Rechten voor Noord-Holland Utrecht vanuit Amsterdam naar de Staatsraad in ’s Gravenhage was opgestuurd. Daarop werd de cautie vrijgegeven.

RC 281020
Advertentie. D. Beets, J.E. Lublink, G.J. Roland Holst en F. der Kinderen, makelaars, zullen, op maandag den 6 november 1820, des avonds te zes uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, op den Haarlemmerdijk, verkopen: Een extraordinair wel bezeild gekoperd pinkschip, genaamd AURORA, gevoerd door kapitein Albert Ahlers, lang 113 en 1 half voet, wijd 28 en 1 half voet, hol 13 voet 8 duim en het verdek hoog aan boord 13 voet en 1 half duim; alles Amsterdamse maat. Breder bij den inventaris en bericht bij den makelaars. (opm: zie ook RC 230919; dit schip met bouwjaar Stettin 1797 werd verkocht, waarschijnlijk voor de sloop)

Op 2 december 1820 werd de zeebrief van 23 november 1819, vanuit Amsterdam door de Directeur der Inkomende- en Uitgaande Rechten voor Noord Holland en Utrecht naar de Staatsraad in Den Haag opgestuurd, waarna deze werd geroyeerd met de vermelding ‘schip verkocht’.


 

Transcript Charter Partij pink AURORA december 1814

  Wij ondergetekende de Staatsraad in buitengewone dienst, belast met de portefeuille van het Departement van Koophandel en koloniën, als bevrachter ter Eenre, en J.G. van der Meulen en Johannes Preijer als Directeuren en Mede reders van het Hollandsch gekoperd schip genaamd AURORA, groot ingevolge de meetbrief twee honderd negen en vijftig gemeten Rogge Lasten, gevoerd door Schipper Coenraad Brandligt junior als vervrachter ter andere zijde:
  Verklaren wegens de Bevrachting en Vervrachting van het gemelde Schip te zijn overeengekomen en geaccordeerd, op de navolgende voorwaarden.
  Dat het voorschreven Schip door de vervragters zal moeten worden geleverd, hegt, digt, wel gecalfaat en gekoperd, mitsgaders voorzien van drie complete stellen zeilen en vier zware Touwen en in het woord van al het geene tot eene reize naar Oost Indien en vandaar herwaarts, ten genoegen van den bevrachter benodigd is. En in zonderheid ook van een Turksche Pas, welke aan de Bevrachters zal moeten worden vertoond.
  Dat de Equipage welke door de Vervrachters zal moeten worden bezorgd, uit niet minder zal mogen bestaan dan Twee en Dertig manschappen waaronder niet meer als drie jongens zich zullen mogen bevinden.
  Dat den Schipper en Eersten Stuurman zullen moeten zijn ten genoegen van den Bevrachter voor denzelven Examens afleggen aan de Instructien die door denzelven zullen worden afgegeven.
  Dat het Schip voor de Stad Amsterdam ter belading leggende, vanwege den Bevrachter zal worden beladen, met zoveel goederen, dat hetzelve genoegzaam geballast is, om naar Texel te kunnen zeilen, werwaarts hetzelve dan ook terstond, weer en wind dienende, zal moeten vertrekken en ter Reede van Texel gearriveerd zijnde, zal het schip aldaar vanwege den Bevrachter verder worden beladen, met zodanige goederen als dezelve zal verkiezen in te schepen, tot de volle of bekwame lading toe, waarbij echter altoos zal moeten worden geobserveerd, dat er genoegzaam ruimte overblijve voor de natemeldene passagiers en derzelve bagage, mitsgaders voor de Victualie en provisien, welke tot onderhand en voeding voor de passagiers gedurende de reize zullen nodig zijn, welke goederen in die orde aan boord zullen worden geleverd, dat daarbij de dragt van het Schip in eene behoorlijken Stuagie kan worden in acht genomen, zullende de belading en expeditie van het Schip moeten Zijn volbragt, voor of op den 31 maart aanstaande. Langer opgehoudende, zal de Bevrachter verbeuren, negentig Guldens daags, totdat het Schip deszelfs expeditie zal hebben bekomen, om met ‘s lands eskader te zeilen naar Java, om aldaar hetzij te Batavia, hetzij te Sourabaija, zoals zulks door den kommandant van het Eskader aan den Schipper zal zijn geordonneerd, deszelfs ingenomen lading te ontlossen, welke leggelden indien er de zodanige zijn, met de eerste termijn der natemeldene vrachtpenningen, zullen worden uitbetaald.
  Dat dit Schip zal worden geemployeerd, om behalve de goederen, die in hetzelve zullen geladen worden, ook van hier naar Batavia of Sourabaija overtevoeren, een aantal van circa honderd personen, zoo mannen, vrouwen als kinderen, of zoo veel minder of meerder als den Bevrachter zal verkiezen. En daar inop een welvoegelijke wijze, zullen kunnen worden gelogeerd.
  Dat de Hutten en Appartementen voor de passagiers bestemd, met de Commoditeiten voor derzelver logement, van wegen, tot genoegen en voor rekening van den Bevrachter ingericht, betimmerd en bezorgd zullen worden, gelijk zomede de grote kombuis, het koks gereedschap en komaliewand, door denzelven aan boord zullen worden geleverd, en zullen de alzo aan boord geleverde Hutten, goederen en gereedschappen (zo verre het Schip van dezelve, voor zijne verdere bestemming noch op de retour reize niet zal benodigd zijn), wederom aan de orders van den Bevrachters te Batavia of Sourabaija, of anders bij retour van hetzelve, alhier uitgeleverd worden.
  Dat daartegen de Vervrachters voor hunne Rekening aan boord van het Schip zullen doen gereedmaken, de roosters en ventilators ter bevordering van lucht in de Scheepsdekken, de nodige schotten in het ruim of tussendeks, om ventilatie, volkslogies e.a. af te scheiden, hetwelk ook wederom te Batavia of Sourabaija, voor Scheepsrekening zal moeten worden hersteld.
  Dat vanwegen de vervrachters voor het nodig onderhoud der Passagiers, gedurende de reize zal worden gezorgd, naar de volgende Schaftregel en randsoenen, zoals zulks op de Nederlandsche Koopvaardijschepen gebruikelijk is, naamelijk per hoofd per week:
  Drie ponden Vleesch.
  Een pond Spek.
  Een pond Stokvisch.
  Een pond Kaas.
  Een en een half pond Boter.
  Drie en een half pond hard brood.
En veertien glaasjes goede Hollandsche Genever, waarvan de helft op Kina.

      Daagsche Schafting:
  Zondag. Vleesch met Graauw Erwten en Augurken.
  Maandag. Stokvisch en witte Erwten.
  Dinsdag. Spek en Zuurkool.
  Woensdag. Vleesch en Graauwe Erwten.
  Donderdag. Stokvisch en witte Erwten.
  Vrijdag. Spek en Zuurkool.
  Zaterdag. Stokvisch en witte Erwten.
Voorts alle morgens Gort en een pint Bier, dog zullen voor kinderen onder de Tien Jaren van tijd tot tijd ligtere Spijzen hetzij Gort, Rijst, of Gierst met pruimen, Rozijnen of Korenten, worden verstrekt.
  Ook zullen de Vervrachters moeten zorgen voor het benodigde Zout, Peper, Mostaard Zaad en Azijn zo voor consumtie, als voor dagelijksche zuivering van het Schip, mitsgaders voor het benodigde brandhout en licht, en zullen de van de daagsche Schafting overblijvende restanten wederom opgeschaft en geconsumeerd moeten worden.
  Zullende alle de provisien voor de Schafting vanwegen den Bevrachter kunnen worden geïnspecteerd, ten einde zich van de deugdzaamheid derzelve te verzekeren.
  Dat de distributie der Levensmiddelen volgens Scheepsgebruik zal geschieden, dog zullen de gecommitteerden uit de passagiers verpligt zijn, den Schipper en Scheepsofficieren behulpzaam te weezen in het handhaven der goede order en voor zoveel van hun zal afhangen, in de zorg dat niets verkwist nog verwaarloosd worde.
  Dat wanneer de Scheeps Doctor, zijn of andere Spijzen als de gewone Schafting bepaald, mogte requireeren, ten gebruike voor zieken, zullen dezelve almeede door den Schipper mochten worden geleeverd, tegens ordonnantie, om wanneer blijken zoude dat zulks Strekken mogt tot merkelijke prejudicie en bezwaar van de Vervrachters, dezelve als dan daarin naar billijkheid te gemoet te komen boven de bedongen en hier na te vermelden Kostpenningen.
  Dat de Bevrachter zal zorgen voor een goede en welvoorziene Medicijn Kist, en de voornaamste der Chirurgicale Instrumenten doch dat de Scheeps Doctor voor Reekening der vervrachters zal worden aangenomen, en gesalariseerd en zal zodanig Doctor vooraf moeten produceeren een bewijs van admissie van de Geneeskundige Commissie te Amsterdam, tot het uitoeffenen zowel van de Externe als Interne praktijk, ten genoegen van de Bevrachter, ook zal de Scheeps Doctor gehouden zijn, de voormelde Medicijn Kist en Chirurgicale Instrumenten te Batavia of Sourabaija, in goede order aan de Directie over het Hospitaal aldaar uit te leeveren. En het verbruik te behoorlijk te verantwoorden waarvan het bewijs zal moeten worden vertoond, alvorens de hier na te meldene premie te kunnen ontvangen, en zal bij aldien door onachtzaamheid daaraan Schade mogte zijn toegebragt, zodanige Schade van deszelfs premie worden gekort.
  Dat de voornoemde Scheeps Doctor uit de voorzeide Medicijn Kist, zoveel van de resterende medicijnen, prijs courant en voor rekening van de vervrachters zal kunnen overneemen, als hij zal calculeren voor de verdere hier na te vermeldene bestemming van het Schip, te kunnen nodig hebben.
  Dat aan den Scheeps Doctor voor deszelfs attentie en activiteit in de behandeling en verzorging der zieken, zal worden toegelegd, een premie van Drie Guldens per hoofd voor ieder passagier zonder onderscheid van Sexe of ouderdom, welke te Batavia of Sourabaija levende zal zijn gedebarqueerd.
  Dat tot aanmoediging van den Schipper om door reiniging van het Schip, zuivering en verfrissching van Lucht en andere voorzorgen, te maken voor de conservatie der gezondheid, van de zich aan boord bevindende passagiers, aan denzelven zal worden toegelegd en voor hem aan de vervrachters worden uitbetaald bij de voldoening van den tweeden termijn der Vrachtpenningen, Vijf Guldens voor eene buitengewone premie voor elk levende passagier, welke hij te Batavia of Sourabaija zal hebben ontscheept, en zal dan al meede aan den Vervrachter worden voldaan, de premie hier voor aan den Scheeps Doctor toegelegd, van al het welk drie eensluidende declaratoiren van wegens het Gouvernement, aan den Schipper zullen worden ter hand gesteld, om door dezelve te worden overgezonden, en van welke de productie van derzelve zal valideeren.
  Dat voor Kostgeld van iedere passagier zonder onderscheid van ouderdom of Sexe zal worden betaald, dertien Stuivers per dag van welk kostgeld, zodra het schip na Zee zal zijn zal worden betaald, de Kostgelden binnengaats verscheenen, en daarenboven de gecalculeerde helft der Kostgelden van de reize gerekend over zeven maanden of Twee Honderden Tien dagen en dus voor de helft Honderd en Vijf dagen, en de wederhelft of de resterende dagen van de reize tot den dag der ontscheping te Batavia of Sourabaija bij het inkomen alhier van het berigt dat het Schip ter bestemder plaatse is gearriveerd en de passagiers heeft gedebarqueerd, en zal van de overledene boven de voorzegde Honderd en Vijf dagen, geen verdere Kostgeld worden betaald, als tot derzelver overlijden, hetwelk bij extract uit het Scheeps journaal, daartoe door den Schipper en Stuurman getekend en door de gecommiteerde uit de passagiers gecontrasigneerd, overgezonden, zal moeten constatereeren.
  Dat het Schip nadat te Batavia of Sourabaija de passagiers en goederen zullen zijn gedebarqueerd en ontlost en hetzelve van de gedane vertimmeringen zal zijn hersteld ten spoedigsten van wegen den Bevrachter zal worden beladen, met alle zodanige goederen en producten, als men zal gelieven in te schepen, echter altoos tot de volle of bekwame lading toe, en zullen de goederen welke tot belading van het Schip zullen zijn gedestineerd en zodanige order aan boord worden gezonden, als de Schipper tot behoorlijke belading van zijn Schip zal oordeelen benodigd te zijn, en tevens de vrijheid hebben, om zo veel Peper tussen deszelfs lading te storten, als daarin met behoorlijke conservatie der Lading, kan worden geborgen. Zullende de nodige emballage en garneering tot preserveering de Lading voor Reekening van de Bevrachter geleverd worden en aldus beladen zijnde, zal de Schipper terstond de reize na Herwaarts moeten aan neemen.
  Dat de goederen, zo op de Laad als Los plaatsen, den Schipper vrij aan boord van het Schip zullen geleverd en afgehaald worden.
  Dat den Schipper te Batavia of Sourabaija eenige behoefte benodigd zijnde, zo ook eenige reparatie aan het Schip moeten ondergaan, zal men het Schip daarin zoo veel doenlijk behulpzaam zijn, en bij aldien zich eenige zieken onder de equipage mogten bevinden, zullen dezelve na verzochte en bekomene permissie, in de Hospitalen van het Gouvernement gebragt, verpleegd, en verzorgd worden, echter alles ten kosten van de vervrachters en van al hetwelk den Schipper drie eensluidende onkost rekeningen zal moeten teekenen, welke hier te Lande van de Vrachtpenningen zullen worden gekort.
  Dat het Schip zo uitgaande als te huis komende, direct na deszelfs gedestineerde Losplaats zal moeten Zeilen, zonder eenige andere Havens te mogen binnen lopen, als door gebrek of onvoorziene toevalle daar toe genoodzaakt, of onder Convooij varende door den Commandant van het Convooij daartoe gelast wordende, zullende de Havens en andere verdere onkosten als mede averij grosse vallende, gedragen worden voor zo verre de uitreize, en dus zolang de passagiers zich aan boord zullen bevinden, aangaat Twee derde voor Reekening van het Schip en voor het overige gedeelte der reize en de na te meldene tussen reize, en Costume en Usantiën der Zee.
  De Havens – Loots – Baken – Vuur en paal gelden hier te Lande, als mede alle verdere Scheeps onkosten, zullen zijn voor Reekening der vervrachters, dog daarentegen zal het Schip te Batavia noch op eenige Laad of Losplaats, der na te meldene tussen reize, geene Havens, rivier noch andere ongelden van dien aard betalen, en genieten alle voorregten van den bevracht Schip van het Gouvernement.
  Ingeval echter de Hoge Indische Regering mogt afzien, om ook de retour reis voor Gouvernements reekening te bevrachten, en het Schip aldus te Batavia of Sourabaija door particuliere mogt beladen worden, dan zullen hier door alle verdere voorregten Cerfeeren, en de Schipper gehouden zijn te betalen alle uitgaande rechten en belastingen die wegens Schip en Lading in de Indische Havens zullen gevorderd worden.
  Dat den Schipper noch deszelfs equipage zonder speciaal verlof daartoe te hebben, gevraagd en bekomen, niet zal vermogen te doen eenige de minste negotie op de uit of op de t’huis reize, direct of indirect hoe ook genaamd, gelijk ook den Schipper noch zijne onderhebbende officieren noch onderhebbende Scheepsvolk geene andere goederen, uit of thuis varende, zullen mogen Laden, of dat gedogen dat ingeladen worden, zelfs ook niet onder pretext, van vivres, behoeften of iets anders, wat het ook zoude mogen zijn, dat niet tot de Victualie of behoefte voor het Schip behoord dan die goederen alleen, welke door zullen gezonden worden, zullende het denzelven ten allen tijden vrijstaan visitatie te laten doen, hetwelk den Schipper zal moeten gedogen, en zullen in cas van contreventie alle goederen, welke tegen dit beding mogten zijn of worden ingeladen, ten profijt van den Bevrachter, zonder enige form van proces worden geconfisqueerd, en daar te boven de Vervrachters vervallen zijn in de boeten van Twee duizend Guldens, ten behoeven als voren, welke somma van het kaplaken zal worden gekort, overlatende aan de Vervrachters de reserve van actie, tegen de geene welke de fraude zal hebben begaan, zoo als dezelve en echten, zal oordelen, te behoren.
  Dat den Schipper wanneer hij door sterfgeval, ziekte als anderszins te Batavia of Sourabaija volk kwam te ontbreken om de verdere reize te volbrengen, voor Scheeps rekening en dus ten kosten der vervrachters, zo veel manschappen zal mogen aanwerven, als hij zal nodig hebben en waartoe de Hoge Regering in Indien hem alle faciliteit zal bezorgen.
  Dat de Bevrachter tot de ontscheping der Manschappen, Bagagie, Gereedschappen en goederen, en tot de wederbelading op Batavia of Sourabaija en eindelijke ontlossing alhier, te zamen zal disponeren over negentig legdagen, in te gaan daags na dat het Schip ter Rheede van Batavia of Sourabaija het anker zal hebben laten vallen en achtereen volgend aflopende, tot dat hetzelve aldaar voor de retour reize, zal beladen en geëxpidieerd zijn, bij welk expeditie, de op Batavia of Sourabaija geëmploijeerde legdagen op de Cherterpartij zullen worden afgeschreven, welke bij arrivement hier te Lande, wedrom zullen beginnen te loopen, daags nadat den Schipper verklaard zal hebben, tot lossen gereed te zijn en dan ook gereed is, en langer dan de voorschreven legdagen opgehouden wordende zal voor elke overige legdag worden betaald negentig Guldens daags.
  Dat wanneer den Schipper kan worden beweezen, zich op enige plaatsen Zeilree zijnde en weer en wind dienende, nodeloos te hebben opgehouden, zal hem mede negentig Guldens daags van het Kaplaken worden gekort.
  De vracht voor de geheele uit en thuis reize zal berekend worden naar de alhier uit te levere goederen en van dezelve worden betaald Drie Honderd Negentig Guldens per last van:
Vier duizend Ponden:   Tin
                                      Salpeter en
                                      Suiker.
Drie duizend Ponden:   Koffij
                                      Peper
                                      Nagelen
                                      Indigo en
                                      Caliatours hout.
Twee duizend Ponden: Thee
                                      Caneel
                                      Lijmaten
                                      Catoene garens en
                                      Sapanhout
  Fustagien met natte of ingelegde waren acht oxhoofden per last, andere fust na rato van den inhoud, alles Bruto gewigt en beladen zal als hier boven is bepaald, en daarenboven tien percent voor ordinaire avarij en drie duizend Guldens tot een Caplaken voor den Schipper, alles Hollands courant geld.
  Welke betalingen zullen moeten geschieden aan de Vervrachters of hunne onder of rechtverkrijgende in de volgende Termijnen.
  Een derde der vracht, avarij en Kaplaken, dertig dagen nadat het Schip zal zijn in Zee gezeijld, onder verband van Restitutie wanneer mocht komen te blijken, dat het Schip (het welk God verhoede) mocht gebleven zijn binnen drie maanden na den dag, dat het Schip zal zijn in Zee gezeild, en waarvan het montant voor alles in eens af (de voorenstaande kost, leg en premie gelden uitgezonderd) werd bepaald naar aanleiding der gemeten Lasten op de Somma van Acht en dertig duizend Guldens.
  Een zesde wanneer het schip op Batavia of Sourabaija zal zijn gearriveerd en zijne Manschappen en goederen zal hebben gedebarqueerd en het bericht daarvan alhier zal zijn ingekomen, waartoe drie eensluidende declaratoiren van wegens de Hoge Indische Regering aan den Schipper zullen worden ter hand gesteld, en een derzelve alhier zal worden geproduceerd en welk montant naar aanleiding als boven word bepaald, op de helft ter Somma van Negentien Duizend Guldens.
  En eindelijk de resteerende Helft bij retour na getrouwe ontlossing van het Schip in het vaderland, zullende als dan de boven betaalde gelden, in mindering van het geheel verreekend worden en Valideeren.
  Het zal echter aan de Hoge Indische Regering hetzij uit gebrek aan genoegzame voorraad van producten, om het Schip terstond te beladen, wederom te doen repatrieeren of ook uit eenige andere oorzaak vrijstaan het Schip tot een tussen reize te engageren, hetzij op de Kusten van Java of andere naburige eilanden, hetzij voor eene reize naar Japan of naar China, en in het laatste geval, om, of direct op Batavia te retourneeren, of wel van China terug over Batavia, of direct te repatrieeren, alles zoals de Hoge Indische Regering zulks ten meesten voordele van den Bevrachter of voor de Kolonie zal oordelen nodig te hebben, en alzoo te behoren, en zal ingevalle van zodanige tussen reize, deze Cherterpartij ook ten aanzien van de Legdagen worden gereekend stil te staan, met den dag, dat daarvan aan den Schipper aanzegging zal worden gedaan, hetwelk op de Cherterpartij zal worden aangetekend, terwijl daags na de uitlevering der Lading, bij retour van de tussen reize te Batavia, de Legdagen en verdere Conditien dezer Cherterpartij, wederom zullen gerekend worden te Continueeren.
  Wanneer echter de Hoge Indische Regering mogt verlangen alzoo over het Schip voor een reize naar Japan of China of op de Kust van Java of naburige eilanden, te disponeren, dan zal derzelve over de vracht om Conditien met den Schipper zodanig kunnen Contracteeren als onderling zal kunnen worden overeen gekomen, altoos ook zelfs voor China met direct of indirect, ten grondslag aanneemende de alhier gemeeten groote van het Schip en waaraan beide contractanten, verklaren bij deeze zich te refereeren ente Submitteeren als of hetzelve contract door hun gesloten en in deeze, was geinsereerd; zullende de vrachtpenningen van zodanige reize alhier worden betaald, zoo dra behoorlijk bewijs van de Hoge Indische Regering hoeveel het Schip op zoodanige terug of heen reize zal zijn geproduceerd.
  Dat dewijl het voor de Vervrachters niet mogelijk is hun Schip voor zodanige onbekend tussen reizen alhier te laten assureeren, zo zal in zulk een geval de waarde van het Schip op Batavia, door wederzijdsche te benoemen Tauxateurs werden geestimeerd en deze waarde door de Hoge Indische Regering verzekerd worden tegen genot van Eene percent premie van dat montant per maand, of twaalf percent in het jaar gerekend, welke premie op de ordonnantie der Vrachtpenningen, na volbrachte tussen reize, zal worden af getrokken, en zal bij onverhoopt verongelukken van het Schip de alzo verzeekerder waarde, hier te Lande worden vergoed boven de Vrachtpenningen welke de Hoge Indische Regering tot dato van het ongeluk op de voorschreeve ordonnantie erkennen zal verdiend te zijn geweest.
  Dat het aan den Bevrachter zal vrijstaan het Schip bij retour geheel of gedeeltelijk te beladen met goederen aan het Gouvernement behorende en de overige ruimte met goederen van Particuliere aan te vullen, zo als zulks de Bevrachter zal goed vinden, edoch indien door de Hoge Regering zelve, geen gebruik van het Schip zal worden gemaakt, zal het aan den Schipper geoorloofd weezen, om naar een bekwame retour Lading bij Particulieren om te zien, gedurende den tijd dat de bepaalde legdagen lopen en die vindende zal hij zich aan de Hoge Regering moeten addresseeren, om tot de inneeming van goederen op vracht, permissie te bekomen, welke aan hem niet zal worden geweigerd, edoch van dat ogenblik af aan zal het verband dezer tegenwoordige Cherterpartij worden gehouden voor gecesseerd, en door de Bevrachters daaraan te zijn voldaan, door de betaling van het een derde en een zesde der bedongen vrachtpenningen benevens de premie aan den Schipper en Doctor voor de overgebrachte manschappen voor zo verre echter den Schipper op deze wijze geen volle of bekwame Lading mogt bekomen zal deze Cherterpartij voor de resteerende wan ruimte, worden gestand gedaan en de gemeten Lasten als dan tot grondslag van bereekening worden aangenomen.
  Den Schipper nalatig blijvende, aan het een of ander der vorenstaande overeengekomen pointen te voldoen, zal voor de Vervrachters worden verbeurd een Panaliteit ten belopen van vijtien duizend Guldends, te korten aan de tweede termijn der Vracht.
  Tot de getrouwe naarkoming van het geen voorschreeven staat verbinden de Bevrachters ter Eenre alle middelen en effecten van het Departement van Koophandel en Kolonien en Vervrachters ter andere zijde, het gemelde Schip en gereedschappen met de te verdienen vrachtpenningen en voorts wederzijdsch onder verband als naar Rechten.
  Aldus gepasseerd in ‘s Gravenhage,
  den December 1814                       
  J.G. Johan Goldberg
  J.G. van der Meulen
  Johannes Preijer

Reisverhaal van Quirinus Maurits Rudolph Ver Huell (1787-1860)

 

‘Maurits’ Ver Huell was tijdens zijn leven Kolonel en Kapitein ter Zee, Equipagemeester der marine in het Hoofd-departement van de Maas, Lid van het Bataafsch Genootschap der Proefondervindelijke Wijsbegeerte te Rotterdam, en van het Provinciaal Utrechtsch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen.

Ver Huell wilde uitgezonden worden naar Indië en zou zich op zijn marineschip inschepen. Toen hij echter te Nieuwediep aankwam was deze juist uitgevaren. Hij scheepte zich in november 1815 in op het pinkschip AURORA welke in Texel zeilree lag, met ambtenaren voor de kolonie, en werklieden voor de constructiewinkel te Sourabaija op Java. “Ik stapte over, en vond het dek opgepropt met mannen, vrouwen en kinderen, en in de kajuit eenige militairen en civiele ambtenaren". De reis ging via Wight naar Portsmouth, waarnaar werd uitgeweken vanwege het slechte weer. Onderweg naar Batavia deed de AURORA, als in die tijd gebruikelijk, een aantal havens aan om levensmiddelen en vers water in te nemen. Men zeilde via Teneriffe en Palma naar de Kaap Verdische eilanden. Op het eiland St. Jago werd enige tijd verbleven en Ver Huell doet verslag van een paar tochten met vermelding van diverse natuurhistorische bijzonderheden. Hij verbaast zich over de algemene armoede daar. Eén van zijn mede-passagiers verkoopt zonder enige moeite zijn oude laarzen aan de militaire commandant ter plaatse. Kapitein Brandligt van de AURORA slaat er voor weinig geld verse vruchten, kippen en schapen in, genoeg voor de reis naar Kaap de Goede Hoop. Na passage van Tristan da Cunha werd Kaapstad aangedaan, waar de AURORA een kleine maand in de Tafelbaai voor anker bleef liggen. Ver Huell maakte uitstapjes in de wijde omgeving van Kaapstad en tekende naar hartelust. Wederom goed voorzien van verse voorraden vertrok de AURORA voor het laatste stuk van de reis naar Batavia. Eerst werd in zuidoostelijke richting gezeild tot op de hoogte van 45° Z.Br. en daarna werd de koers verlegd in oostelijke richting tot voorbij de eilanden Amsterdam en St. Paul; vandaar ging het in noordelijke richting op Straat Soenda af.
In juni 1816 kwam de AURORA voor Anjer. Ver Huell is opgetogen: ‘Verrukkend schoon doet zich Java op. Van de kruinen der bergen tot aan het strand, daar de schuimende golven tegen de rotsen breken, is alles met weelderig geboomte overdekt. Schilderachtige rotsen, van allerlei vormen en grootte, liggen hier langs de kust.’ Tenslotte arriveerde hij te Batavia, met vermelding van passage van de eilandjes Noessa Cambaya en Klapperseiland ten zuiden van Java en van "Cracatouw en Slebeze, dwars van Prinseneiland" in Straat Soenda.


Ver Huells verslag is gebaseerd op herinneringen, daar zijn dagboek van de reis bij een scheepsramp verloren is gegaan.

Bovenstaand is een compilatie van fragmenten uitHerinneringen van eene reis naar de Oost-Indiën” (Haarlem 1835/1836) en uit De Indische wereld van Maurits Ver Huell (1787-1860), Peter van Zonneveld, “Indische Letteren. Jaargang 4 “, uitgegeven door de Werkgroep Indisch-Nederlandse Letterkunde, Oude Wetering 1989.

 


Cedule akte 15363, november 1819

Wij ondergetekenden Johannes Preijer, Claus Suwerkrop, David Beets, Coenraad Brandligt en Albert Ahlers alle wonende binnen deze Stad, Boekhouders en voorname meer reders van het Pinkschip genaamd AURORA gebouwd buiten het Koningrijk der Nederlanden en wel te Stetten (dog waarvoor bereids te voren eenen Nederlandsche Zeebrief is verleend) hebbende twee dekken en drie masten zijnde groot 195 lasten van twee zeetonnen te huis behorende en leggende te Amsterdam en gevoerd wordende door Capitein Albert Ahlers verklaren wij, met en benevens onze hierna te meldene meede reders, zijn de enige eigenaars van het voorschreven Schip, en zulks ieder voor zodanig gedeelte, als achter elks naam zal worden uitgedrukt, te weten:
Joh. Preijer, Boekhouder, wonende te Amsterdam voor:                           1/8 gedeelte.
Claus Suwerkrop, Boekhouder, wonende te Amsterdam voor:                  1/8 gedeelte.
Hooft Graafland, wonende te Amsterdam voor:                                         1/8 gedeelte.
David Beets, wonende te Amsterdam voor:                                                1/8 gedeelte.
A. Holtzman, wonende te Amsterdam voor:                                                1/8 gedeelte.
Jan Wils, wonende te Amsterdam voor:                                                      1/8 gedeelte.
Coenraad Brandligt, wonende te Amsterdam voor:                                    1/8 gedeelte.
Albert Ahlers, wonende te Amsterdam voor:                                               1/8 gedeelte.
te zamen geheel of 8/8 gedeelte.
Amsterdam 15 november 1819
(getekend)
Johannes Preijer.
Cls. Suwerkrop.
David Beets.
C. Brandligt.
A. Ahlers.
Geregistreerd te Amsterdam den achttienden november 1819, deel 1, Folio 56, verso vak 7, ontvangen met de verhogingen negen en vijftig cents. Get. Fabritius

Heden den twee en twintigste november 1800 negentien, compareerde voor de eerste kamer der Regtbank van eersten aanleg zittende te Amsterdam:
Pieter Smit de Vonshire, Convooijloper, wonende binnen deze Stad, in qualiteit als Speciale gemagtigde blijkens onderhandsche Procuratie door Johannes Preijer, Claus Suwerkrop, David Beets, Coenraad Brandligt en Albert Ahlers den 15 november alhier getekend en geregistreerd volgens quitantie luidende Geregistreerd te Amsterdam den achttiende november 1819 deel 1, Folio 57, recto vak 2, ontvangen met de verhogingen negen en vijftig cents = get. Fabritius, dewelke na aan ons weten benevens den laatsten koopbrief van het omschrevene te hebben overgegeven het origineel van de bovenstaande Rederij Cedulle daarop in onze handen heeft afgelegd en in onze Pretentie heeft ondertekend den navolgende Eed:
  “Ik Pieter Smit de Vonshire, (convooijloper) wonende binnen deeze Stad, ten deezen Speciale gemagtigde blijkens voormelde Procuratie van mijne gemelde Principalen, Boekhouders en voorname Meede Reders van het Pinkschip genaamd AURORA gebouwd buiten het Koningrijk der Nederlanden doch waarvan bereids een Zeebrief verleend hebbende twee dekken en drie masten zijnde groot honderd vijf en negentig Lasten of drie honderd negentig zeetonnen te huis behorende en leggende te Amsterdam en genoemd wordende door mijne meede Principaal Albert Ahlers, zweere, voor en in naam van mijne meergemelde Principalen en zulks wat hun bijzonder eigendom aangaat stellig, doch voor zoo veel het eigendom hunner meede reeders betreft, naar hun besten weten, dat zij te zamen met hunne meede eigenaren op de hierboven door mij overgelegde rederij cedulle uitgedrukt, zijn de eenige reders van hetzelve Schip, dat het voorschreven Schip door hun is gekocht, en dat die koop is geweest gaaf ongeclausuleerd, zonder dat iemand, veelmin eenig buitenlander, eenig intrest in hetzelve Schip is gereserveerd of beloofd, of naderhand verrekend zal worden, dat zij allen zijn onderdanen van het Koningrijk der Nederlanden, bezittende de vereischten, bij de regerende wet op de Zeebrieven en Turksche Paspoorten omschreven en eindelijk, dat ook op het voorzeide Schip door geen buitenlander eenig geld is gestoken.
  Zoo waarlijk helpe mij God Almagtig.
Pieter Smit Devonshire

En hebben wij President der Regtbank van eersten aanleg, den voorbovengemelde gemagtigde aan ons vertoonde laatsten koopbrief behoorlijk geexamineerd denzelven ter onzer Griffier idem Registreren onder No. 129.
  Van welk een en ander mij de tegenwoordige acte hebben opgemaakt, welke wij nog met onzen Griffier hebben ondertekend.
  w.g. (twee onleesbare handtekeningen)
Geregistreerd te Amsterdam den zes en twintig november 1819. Deel 1, folio honderd zestien, vak drie

 

 

 

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

Nationaal Archief – Den Haag Archiefnummer 2.01.21 – 877b - 225

USB-stick foto IMG 8084-8086
REDERIJ - CEDULE

Naam schip AURORA

plaats en datum acte Amsterdam, 12 mei 1810

type schip Pink

bouwwerf/verkoper Stettin

gevoerd door kapt. Foppe Baas, Den Helder

eigenaar/koper T.H. Backer Amsterdam 8/32
Boekhouder Barend Visser en Zoon Harlingen 13/32
Van Ceulen & Comp. Amsterdam 6/32
Frederik Smit Amsterdam 3/32
Schipper Foppe Baas Den Helder 2/32

te voeren door kapt.

grootte in tonnen 120 lasten

tuigage / aantal dekken
afmetingen

kiellegging

tewaterlating

plaats / datum registratie Amsterdam, 11 mei 1810

nummer registratie nr. 44

notaris/bestuur

prijs

Bijzonderheden: De eed

Ligt in Amsterdam

researcher/datum research: EJ / 29-10-2013

21.06.1814 eerste zeebrief voor de AURORA, aangevraagd door Fredrik Smit, mede-reder, Amsterdam, voor kapt. Foppe Baas

22.11.1815 eerste zeebrief afgegeven voor de ANTOINETTA EN JACOBA, aangevraagd door J.H. Bakker, Amsterdam voor kapt. Foppe Baas. Binnenslands gebouwd; misschien ‘voor meer dan 2/3e vertimmerd’ ??
Het lijkt me dat de AURORA is verkocht (verdoopt?), zie mede-eigenaar T.H. Backer.
Van de AURORA is geen retour zeebrief gevonden.

Naam AURORA
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1810
Toegang 2.01.21
Inventaris 877B

ARCHIEF Gemeente-Archief Amsterdam archiefnummer Ams.5181-7148-187
DVD 6 – II – 197,198
__________________________________________________
Executoriale verkoop
Naam schip: OBERON

Plaats en datum acte openbare veiling, Harlingen, 27 wijnmaand 1810

Soort schip pink

Bouwwerf / verkoper Marten Georg Johloff (?), Stettin

Gevoerd door kapt.

Eigenaar / aankoper Egbert Jans Dik, die de aankoop deed voor de firma Baren d Visscher & Zoon, kooplieden te Harlingen

Te voeren door kapt.

Groot volgens meetbrief

Tuigage en aantal dekken

Afmetingen lang over stevens 110 voet, wijd over dek 27 voet, hol in ruim 11½ voet, tussendeks van balk tot balk 5 voet 1 duim, alles Hollandse voeten.

Kiellegging

Tewaterlating in 1797 nieuw te Stettin gebouwd

Plaats en datum van registratie

Nummer van registratie

Notaris Hermannus Tamboezer, executeur der stad Harlingen

Prijs (bij aan-/verkoop vermeld) NLG. 16275,-

Bijzonderheden: het schip lag onder beslag in de Zuiderhaven van Harlingen wegens het niet voldoen van een vordering, die de firma Barend Visscher & Zoon te Harlingen op Marten Georg Johloff (?) had.






Researcher/datum research ML/080607

Naam OBERON
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1814
Toegang 5181
Inventaris 7148
Klik hier om de originele akte te bekijken

ARCHIEF Gemeente Amsterdam archiefnummer 5181/7150-1815-1

DVD 6 – IV – 1-6

ACTE AAN-/VERKOOP
Naam schip AURORA

plaats en datum acte publieke vrijwillige verkoop, Amsterdam, 21 november 1814

soort schip pink

gevoerd door kapt. Foppe Baas

Bouwwerf/verkoper Jan van Ouderkerk de Vries, Johannes Engelhardus Lublink en Harmanus Smit, makelaars te Amsterdam, in opdracht van de firma Barend Visser & Zoon

eigenaar/aankoper Jacobus Gerardus van der Meulen, koopman (1/8e part), Johannes Preyer, koopman (1/8e part), A. Holtman (1/8e part), L. Brandligt & Zoon (niet vermeld) en B. Otto … (onleesbaar), allen te Amsterdam

te voeren door kapt. Coenraad Brandligt Jr.

groot volgens meetbrief in tonnen

tuigage en aantal dekken

afmetingen lang over stevens 112 voet, wijd bij eerste balk voor grootluik binnen de huid 28 voet, hol in het ruim bij eerste balk voor grootluik op uitwatering 14 voet, het verdek bij eerste balk voor grootluik hoog aan boord 6½ voet, alles Amsterdamse maat.

kiellegging

tewaterlating

plaats en datum van registratie Amsterdam, 25 november 1814

nummer van registratie deel 6, folio 2, verso, case 11 en 12.

notaris D.H. Marinus, deurwaarder te Amsterdam

prijs (bij aan-/verkoop) NLG. 15.500,-

bijzonderheden: schip lag bij deze verkoop in het Braauw Waal te Amsterdam
opm.: op 22 november 1814 verklaarden alleen Jacobus Gerardus van der Meulen en Johannes Preyer, dat zij het schip aanvaardden. Zij (met hun aandeel) en de overige drie mede-reders staan vermeld in de bij de acte van aan-/verkoop gevoegde eigendoms-ceduul dd. 9 januari 1815, ter verkrijging van een zeebrief voor de AURORA.



researcher/datum research ML/120707

Naam AURORA
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1815
Toegang 5181
Inventaris 7150
Klik hier om de originele akte te bekijken

ARCHIEF Gemeente-Archief Amsterdam archiefnummer Ams.5181-7154-1817-131
DVD 6 – VIII – 132,133
__________________________________________________
Eigendomsbewijs
Naam schip: AURORA

Plaats en datum acte Amsterdam, 25 november 1817

Soort schip pink (opm.: in de bijgevoegde aantekening staat brik)

Eigenaren J.G. van der Meulen (3/16e part), Johannes Preijer (3/16e part), C. Brandligt (1/8e aandeel), .. Hooft Graafland & Co. (aandeel niet genoemd)

Gevoerd door kapt. Albert Ahlers, Amsterdam

Eigenaar / aankoper

Te voeren door kapt.

Groot volgens meetbrief

Tuigage en aantal dekken

Afmetingen

Kiellegging

Tewaterlating

Plaats en datum van registratie Amsterdam, 22 november 1817

Nummer van registratie deel 8, folio 3, recto, afd. 8.

Notaris

Prijs (bij aan-/verkoop vermeld)

Bijzonderheden: bij de acte bevindt zich een notitie, luidende: “131. Het transport van het brikschip AURORA, schipper Albert Ahlers, te vinden onder de documenten ter verkrijging van zeebrieven van anno 1815, onder no. 1.”




Researcher/datum research ML/110907

Naam AURORA
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1817
Toegang 5181
Inventaris 7154
Klik hier om de originele akte te bekijken

Stadsarchief Amsterdam Archiefnummer AMS 5074.1413.1819.129

foto II – 028, 029
CEDULE

Naam schip AURORA

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 15 november 1819

type schip pink

bouwwerf/verkoper niet vermeld

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper zie bijlage

te voeren door kapt. Albert Ahlers, mede-eigenaar

grootte in tonnen 195 lasten van twee zeetonnen, of 554 metrieke of Nederlandse tonnen (opm: dit kan de verklaring van de zeetonnen met een vraagteken zijn)

tuigage / aantal dekken drie masten, twee dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd te Stettin

plaats / datum registratie Amsterdam, 18 november 1819

nummer registratie deel 1, folio 56, verso, vak 7

notaris Regtbank van Eerste Aanleg, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de koopbrief
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1819-1838. De cedule is in de kantlijn genummerd 15363

ML: nieuwe zeebrief 23 november 1819



researcher/datum research: ML / 260214








Bijlage bij cedule 129 van 15 november 1819, pink AURORA ________________________________________________

eigenaren per november 1819:

Johannes Preijer, Amsterdam (mede-boekhouder en 1/8e part)
Claus Suwerkrop, Amsterdam (mede-boekhouder en 1/8e part)
David Beets, Amsterdam (1/8e part)
A. Holtzman, Amsterdam (1/8e part)
Coenraad Brandligt (1/8e part)
Albert Ahlers, Amsterdam (schipper en 1/8e part)
Jan Wils, Amsterdam (1/8e part)

ML / 260214

Naam AURORA
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1819
Toegang 5074
Inventaris 1413
Klik hier om de originele akte te bekijken

ARCHIEF Gemeente Amsterdam
archiefnummer 5074/1419-1819-129

KOOPBRIEF schip AURORA

plaats en datum acte publieke veiling 27 september 1819

soort schip pink met koperen huid

gevoerd door kapt.

Bouwwerf/verkoper J.G. van der Meulen & J. Prenger, Amsterdam

eigenaar/aankoper J. Prenger & Co., Amsterdam

te voeren door kapt.

groot volgens meetbrief in tonnen

tuigage en aantal dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating

plaats en nummer van registratie

datum van registratie

notaris B. Nolthenius, Amsterdam

prijs (bij aan-/verkoop) NLG. 14.100,-

bijzonderheden








researcher/datum research ML-151105

Naam AURORA
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1819
Toegang 5074
Inventaris 1419
Klik hier om de originele akte te bekijken

Bronnen

Jaar: 0000
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: N.A. Den Haag toegang nummer 2.08.01.07 Zeebrieven verbalen, diverse bestanddelen
N.A Den Haag archiefnummer 2.01.21 – 877b – 225
N.A Den Haag, Ministerie van Kolonien, inventarisnummer 106
Archief Gemeente Amsterdam archiefnummer 5181/7150-1815-1
Archief Gemeente Amsterdam archiefnummer 5081-7154-1817-131
Archief Gemeente Amsterdam archiefnummer 5074/1419-1819-129
Archief Gemeente Amsterdam Archief van de Rechtbank van Eerste Aanleg en Rechtbank van Koophandel Inventarisnummer: 1413
Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam
Dhr. S. Parma, Hilversum
Dhr. A. Kuehn, Karlsruhe
Dhr. H. Karting, Itzehoe
AC = Amsterdamsche Courant.
BLC = Bataafsche Leeuwarder Courant
JGG = Java Government Gazette
LC = Leeuwarder Courant
LCO = Leydsche Courant
OHC = Opregte Haarlemsche Courant.
RC = Rotterdamsche Courant