1828
RC 090828
Rotterdam, 8 augustus. Heden is op een geregelde wijze statig van stapel gelopen het fregatschip MARIA, gevoerd zullende worden door Franciscus van den Bergh, groot circa 200 lasten gebouwd op de scheepstimmerwerf Rotterdams Welvaren, door de bouwmeester B. de Jong, voor rekening van de heer A. van Hoboken, die op nieuw aan dezelfde helling de kiel heeft doen leggen voor een fregatschip van 450 lasten, hetwelk BATAVIA genaamd is.
RC 300828
Advertentie. Van Rotterdam zullen vertrekken naar Batavia: Het Nederlandse nieuw gebouwde gekoperde fregatschip MARIA, gevoerd door Franciscus van den Bergh, om op de 20e september gereed te zijn en Het Nederlandse gekoperde fregatschip de JONGE ADRIANA, gevoerd door Jacob Admiraal, om op de 10e oktober gereed te zijn. Beide schepen hebbende uitmuntende inrichtingen tot het overbrengen van families of enkele personen naar Nederlands Indië, waartoe men zich gelieve te adresseren bij de kapiteins aan boord der schepen.
Op 18-09-1828 wordt voor de MARIA door A. van Hoboken uit Rotterdam een eerste zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. Franciscus van den Bergh.
RC 211028
Rotterdam, 20 oktober. De 18e, des morgens, zeilden van Helvoetsluis MARIA, kapt. F. van den Bergh, de STAD ROTTERDAM, kapt. W. Poort en de JONGE ELIZABETH, kapt. H. Bruhn, naar Batavia.
1829
JC 140229
Den 11 februari is te Batavia gearriveerd het schip MARIA, kapt. F. van den Bergh, met een passagier en Zr.Ms. troepen, den 20 oktober van Rotterdam vertrokken.
AH 080829
Cargalijst Rotterdam. MARIA, F. van den Bergh van Batavia met 4.116 balen koffie, 1.109 kratjans suiker, 4 kisten indigo, N.H.M.
Op 23-10-1829 wordt voor de MARIA door A. van Hoboken uit Rotterdam een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. Jacob Admiraal.
RC 081229
Helvoetsluis, 7 december. Het schip MARIA, kapt. J. Admiraal, is van de rede, beoosten de haven, tussen de beide hoofden aan de palen vastgemaakt en het schip BORNEO, kapt. R.M. Wichelo ligt aan het hoofd van het Kanaal.
RC 221229
Rotterdam, 21 december. De 18e dezer, des namiddags, arriveerde te Helvoetsluis, ATTENTION, kapt. J. Haesloop, van Riga en is door ijssloepen op de haven gebracht. De 20e, des morgens, zeilde MARIA, kapt. J. Admiraal, naar Batavia.
1830
OHC 020130
Den 23sten december 1829 is te Whitstable binnen gebracht het schip MARIA, kapt. J. Admiraal, van Rotterdam naar Batavia.
RC 120130
Rotterdam, 11 januari. Volgens de Lloyds List van de 5e dezer is MARIA, kapt. Admiraal, van Rotterdam en Whitstable naar Batavia, Margate Roads voorbij gezeild.
JC 150430
Batavia, 12 april. Heden arriveerde alhier het schip MARIA, kapt. J. Admiraal, met Zr.Ms. troepen, van Rotterdam.
JC 180530
Batavia, 17 mei. Vertrokken MARIA, kapt. J. Admiraal naar Rotterdam.
RC 180930
Volgens rapport van de zeeloodsen was voor de wal met twee loodsen aan boord kapt. J. Admiraal, voerende het schip MARIA, van Batavia, laatst van de Kaap de Goede Hoop, welke rapporteert, dat kapt. B. Vis, voerende het schip NEÊRLANDS KONING, van Soerabaya naar Rotterdam gedestineerd, zijne bekomen schade hersteld had en voornemens was om twee dagen na hem zijn reis van de Kaap voort te zetten.
RC 180930
Amsterdam, 16 september. De schepen ANNA KATARINA, kapt. S.H. Veer en NEÊRLANDS KONINGIN, kapt. W. Verloop, waren, volgens brief van Batavia van de 6e mei, voor de Japanse reis bevracht; het schip MARIA, kapt. J. Admiraal, zou binnen weinige dagen van Batavia naar Rotterdam vertrekken.
RC 210930
Rotterdam, 20 september. De 17e dezer, des namiddags, arriveerde te Helvoetsluis MARIA, kapt. J. Admiraal, van Batavia en zeilde ANTHONY, kapt. A. Schaap, naar Padang.
Door het schip MARIA, kapt. Jacob Admiraal, op de 16e dezer van Batavia te Helvoetsluis binnengekomen, is gepraaid: de 15e dezer, in het Kanaal, op de hoogte van Bevesier, een Nederlands schip met de Rotterdamse vlag n.° 83, zijnde het schip HELENA CHRISTINA, kapt. B.J. Martens.
AH 250930
Cargalijst Rotterdam. MARIA, J. Admiraal van Batavia met 2.824 balen koffie, 821 schuitjes tin, 717 bossen rotting, N.H.M.
1831
RC 140431
Helvoetsluis, 12 april. Uitgezeild MARIA, J. Admiraal naar Batavia.
JC 300731
Batavia, 28 juli. Heden arriveerden alhier het schip MARIA, kapt. J. Admiraal, met zes passagiers, den 13 april vertrokken van Rotterdam.
JC 160831
Batavia, 14 augustus. Uitgezeild MARIA, J. Admiraal naar Soerabaja.
JC 060931
Soerabaja, 27 augustus. Binnengekomen MARIA, J. Admiraal van Batavia.
NIH 300931
Batavia, 12 september. Binnengekomen MARIA, J. Admiraal van Soerabaja.
1832
AH 160132
Batavia, 13 augustus 1831. Vertrokken: 14 augustus. MARIA, kapt. J. Admiraal, naar Soerabaja.
AH 170132
Hellevoetsluis, 14 januari. Volgens rapport van vissers bevonden zich op 14 dezer twee driemast-schepen voor de wal, 1 onder Hollandse en 1 onder Engelse vlag, naar gissing is de eerste de VROUW MARIA, kapt. J. Admiraal, welke op 10 dezer des morgens ten 10 ure van Cowes naar zee is gezeild; de beide schepen hebben vissers tot assistentie aan boord.
AH 190132
Hellevoetsluis, 17 januari. Binnengekomen: VROUW MARIA, kapt. J. Admiraal, van Batavia; WILHELMINA, kapt. H.B.C.H. Ruysch, van Baltimore.
AH 230132
Cargalijst Rotterdam. MARIA, J. Admiraal van Batavia met 3.627 balen koffie, 1.661 bladen tin. A. van Hoboken.
RC 280132
Advertentie. Naar Batavia ligt in lading te Rotterdam: Het Nederlands gekoperd schip MARIA, kapt. J. Admiraal, om op den 1 april te zeilen. Adres voor passagiers en goederen bij de heren Kuijper, Van Dam en Smeer, Hudig en Blokhuijzen en bij de kapitein aan boord.
Op 14-03-1832 wordt voor de MARIA door A. van Hoboken & Zn. uit Rotterdam een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. Jacob Admiraal.
Op 24-03-1832 wordt voor de MARIA door A. van Hoboken & Zn. uit Rotterdam een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. J.A. Pronk.
AH 090432
Helvoetsluis, 6 april. Uitgezeild MARIA, J.A. Pronk naar Batavia.
JC 170732
Batavia, 14 juli. Heden arriveerde alhier het schip MARIA, kapt. J.A. Pronk, met een passagier, den 6 april vertrokken van Rotterdam.
JC 260732
Advertentie. Wordt ter kennis van het publiek gebracht, dat het brievenpakket voor Nederland, per het schip MARIA, kapitein J.A. Pronk, op zaterdag den 28sten dezer, uiterlijk te twaalf ure, gesloten zal worden. Batavia, De Postmeester den 25sten juli 1832.
JC 020832
Batavia, 31 juli. Vertrokken MARIA, J.A. Pronk naar Rotterdam.
LC 271132
Londen, 17 november. Het gedeelte van het verenigd eskader, hetwelk tot dusverre te Deal was verbleven, is gisteren uitgezeild om op de Hollandse kusten te gaan kruisen. De CONWAY, kapt. Eden, heeft wederom twee Hollandse Oost-Indiënvaarders, van Batavia naar Rotterdam bestemd, opgebracht; dezelve zijn de MARIA, kapt. Pronk en de HENRIETTA CLASINA, kapt. Fuchs.
RC 271132
Rotterdam, 26 november. De schepen HENRIETTA CLASINA, kapt. J.B. Fuchs, van Batavia naar Amsterdam en MARIA, kapt. J.A. Pronk, van Batavia naar Rotterdam, door het Engels oorlogsschip CONWAY genomen en den 18 november te Portsmouth opgebracht, hebben elkander aangezeild, waardoor de boegspriet van het eerste en de fokkenmast van het laatste verloren zijn en beide nog andere schade bekomen hebben.
1833
AH 210233
Zie hier een opgaaf der ladingen koffie in Engeland onder embargo liggende:
Voor Amsterdam, aan de Nederlandsche Handel Maatschappij: CLARA HENRIETTA, kapt. W. Blom, 3.271 balen; HENRIETTE CLASINA, kapt. J.B. Fuchs, 7.131 balen; MINERVA, kapt. Ahlers, 3.886 balen; HENRIETTE EN HENRI, kapt. Vlieger, 2.831 balen; CATHARINA ELIZABETH, kapt. Lutjes, 2.170 balen; de ZEEUW, kapt. J.J. ter Hofstede, 3.591 balen, totaal 22.880 balen.
Voor Rotterdam aan particulieren: HARM, kapt. P. Rynbende, MARIA, kapt. J.A. Pronk; de INDIAAN, kapt. H. Peter, tezamen 7.000 balen.
Voor Amsterdam aan particulieren: ANTONIUS EN CORNELIA, kapt. G. Blom; JOHANNES ARNOLDUS, kapt. P.J. Kerkhoven en IDA ALEYDA, kapt. J. Sipkes Fzn, tezamen 9.825 balen.
Welke schepen alzo tezamen 39.705 balen hebben aangebracht.
JC 160433
Batavia, 13 april 1833. Lijst der uit Nederlands Indië vertrokken schepen, welke tussen de 1e september en de 5 december l.l. (opm: 1832) St. Helena hebben aangedaan: waar onder op 28 september: het Nederlandse schip MARIA, kapt. J.A. Pronk, van Batavia naar Rotterdam.
AH 210633
Helvoetsluis, 18 juni. Binnengekomen MARIA, J.A. Pronk, van Batavia, laatst van Portsmouth.
AH 220633
Cargalijst Rotterdam. MARIA, J.A. Pronk, van Batavia met 517 kanaster suiker, 2.749 bladen tin, 4kisten schildpad, A. van Hoboken en Z.: 51 kanaster suiker, Order.
Op 22-10-1833 wordt voor de MARIA door A. van Hoboken & Zn. uit Rotterdam een Turkse pas aangevraagd voor kapt. J.A. Pronk.
RC 161133
Rotterdam, 15 november. De 13e dezer, des namiddags, zeilde van Helvoetsluis MARIA, kapt. J.A. Pronk, naar Batavia, doch is bij de Goereese haven ten anker gekomen.
RC 161133
Rotterdam, 15 november. De 14e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis Zr.Ms. transportschip DORDRECHT, kapt.-luitenant Jonkers en zeilde MARIA, kapt. J.A. Pronk, naar Batavia.
1834
JC 050334
Batavia, 3 maart. Heden zijn alhier binnengekomen het Nederlandse schip MARIA, kapt. J.A. Pronk, met enige passagiers, de 14e november 1833 van Rotterdam vertrokken, en het Nederlandse schip ASIA, kapt. Ritchee, de 27e oktober van Middelburg vertrokken.
AH 120734
Kapt. B.J. Martens, voerende de HELENA CHRISTINA, van Batavia 17 maart vertrokken en in Helvoetsluis binnen, rapporteert, dat te Batavia zijn gearriveerd: de MARIA, kapt. Pronk, van Rotterdam en de AZIA, kapt. Ritchie, van Middelburg.
DC 240734
Hellevoetsluis, 21 juli. Gisteren namiddag arriveerde uit zee: MARIA, kapt. J.A. Pronk, van Batavia.
Op 29-07-1834 wordt voor de MARIA door A. van Hoboken & Zn. uit Rotterdam een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. J.A. Pronk.
DC 120834
Hellevoetsluis, 10 augustus. Heden morgen zeilde naar zee: MARIA, kapt. J.A. Pronk, naar Batavia.
JC 221134
Batavia, 20 november. Heden is alhier aangekomen het schip MARIA, kapt. J.A. Pronk, met een passagier, de 11e augustus van Rotterdam vertrokken.
1835
RC 110435
Rotterdam 10 april. De 10e, des morgens, arriveerde te Helvoetsluis MARIA, kapt. J.A. Pronk, van Batavia.
AH 200435
Advertentie. Naar Batavia ligt in lading te Rotterdam, voor passagiers en goederen, om op de 1e mei te vertrekken: het schip MARIA, kapt. J.A. Pronk. Adres bij de heren Kuyper, Van Dam & Smeer en Hudig & Blokhuyzen en bij de kapitein.
Op 25-04-1835 wordt voor de MARIA door A. van Hoboken & Zn. uit Rotterdam een Turkse pas aangevraagd voor kapt. J.A. Pronk.
RC 070535
Rotterdam, 6 mei. De 6e dezer, des morgens, zeilden van Helvoet ELIZA, kapt. H. Peters en MARIA, kapt. J.A. Pronk, naar Batavia.
RC 260535
Rotterdam, 25 mei. Het schip MARIA, kapt. J.A. Pronk, van Rotterdam naar Batavia, te Portsmouth binnen, heeft de reis voortgezet.
JC 220835
Batavia, 20 augustus. Heden is alhier aangekomen het Nederlandse schip MARIA, kapt. J.A. Pronk, met een passagier, de 6e mei vertrokken van Rotterdam.
AH 091235
Binnengekomen: Batavia, 20 augustus. MARIA, kapt. J.A. Pronk, van Rotterdam.
RC 291235
De 28e dezer, des morgens, arriveerde te Helvoetsluis MARIA, kapt. J.A. Pronk, van Batavia en de BATAVIER, kapt. D. Dunlop, van Londen.
1836
RC 180236
Naar Batavia liggen in lading te Rotterdam, om spoedig te vertrekken: Het fregatschip RHOON EN PENDRECHT, kapt. A. Schaap. Het barkschip MARIA, kapt. J.A. Pronk. Het barkschip JACOBUS, kapt. J. Laurens.
Op 22-02-1836 wordt voor de MARIA door A. van Hoboken & Zn. uit Rotterdam een Turkse pas aangevraagd voor kapt. J.A. Pronk.
DC 190436
Hellevoetsluis, 15 april. Heden morgen zeilden naar zee: MARIA, kapt. J.A. Pronk, JACOBUS, kapt. J. Laurens, JAVA, kapt. H. Peters, en RHOON EN PENDRECHT, kapt. A. Schaap, allen naar Batavia.
JC 270836
Batavia, 25 augustus. Heden zijn alhier aangekomen het Nederlandse schip GOUVERNEUR, kapt. L. Vink, van Portsmouth vertrokken de 24e april, het schip MARIA, kapt. J. Pronk, met Zr.Ms. troepen.
AH 291136
Kapt. J.G. Veening, voerende de NEERLANDSCH INDIE, van Batavia de 27e november in Texel binnen en de 24e augustus van Batavia vertrokken, rapporteert op die dag bij zijn vertrek gezien te hebben de MARIA, kapt. Pronk, van Rotterdam.
PGC 021236
Kapt. I.G. Veening, van Batavia in Texel binnen, heeft den 24 augustus onder de kust van Java gezien een schip, tonende Rotterdamsche vlag, met No. 128, zijnde die van kapt. J.A. Pronk, voerende het schip MARIA, van Rotterdam naar Batavia.
1837
Op 04-03-1837 wordt voor de MARIA door A. van Hoboken & Zn. uit Rotterdam een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. J.A. Pronk.
Op 30-03-1837 wordt voor de MARIA door A. van Hoboken & Zn. uit Rotterdam een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. D. Keus.
RC 060437
Helvoetsluis, 5 april. Uitgezeild MARIA, D. Keus naar Batavia.
JC 050737
Batavia, 3 juli. De 30e juni is hier aangekomen de Nederlandse bark MARIA, kapt. D. Keus, met enige passagiers, de 6e april vertrokken van Rotterdam.
JC 150737
Batavia, 14 juli. Uitgezeild de Nederlandse bark MARIA, D. Keus naar Rotterdam.
UCO 161037
Volgens ontvangen berichten van Batavia, in dato 29 juni 1837, waren aldaar met het barkschip de MARIA, kapt. D. Keus, toebehorende aan de heren A. van Hoboken en Zonen te Rotterdam, in goeden welstand gearriveerd de passagiers de heren de Roock, de Raedt, Dit schip is den 5 april van de rede van Hellevoetsluis vertrokken en alzo de reis in 85 dagen afgelegd.
RC 311037
Rotterdam, 30 oktober. Kapt. J. Parlevliet Fz, van Batavia te Helvoetsluis binnen, rapporteert,den 29 september, op 11º9’ N.B. 25º2’ W.L. gepraaid te hebben MARIA (opm: bark), kapt. D. Keus, van Batavia.
AH 031137
Het schip MARIA, kapt. D. Keus, de 31e oktober te Helvoetsluis van Batavia binnengekomen, is de 5e april laatstleden van Helvoetsluis vertrokken en heeft dus de heen- en wederreis in zes maanden en 26 dagen, of 209 dagen, afgelegd, de kortst bekende reis door een Nederlands schip gedaan.
AH 061137
Cargalijst Rotterdam. MARIA, D. Keus van Batavia met 840 kanaster suiker, 375 zakken rijst, 502 bladen tin, 2.359 bossen rotting, A. van Hoboken en Zn.
1838
Op 08-01-1838 wordt voor de MARIA door A. van Hoboken & Zn. uit Rotterdam een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. D. Keus.
RC 270138
Rotterdam, 26 januari. Den 26 zeilde van Helvoetsluis MARIA (opm: bark), D. Keus, naar Batavia, en heeft ijssloepen tot assistentie. Er drijft veel ijs op de stroom.
JC 160638
Batavia, 12 juni. Heden is hier aangekomen de Nederlandse bark MARIA, kapt. D. Keus, met drie passagiers en Zr.Ms. troepen, vertrokken van Rotterdam de 26e januari.
JC 200638
Batavia. Passage naar Rotterdam, met het extra snelzeilend en voor den overvoer van passagiers, bijzonder goed ingerichte barkschip MARIA, kapitein D. Keus, zullende in het begin der volgende maand, van hier vertrekken; adres bij Reijnst en Vinju.
JC 200638
Batavia, 19 juni. Uitgezeild MARIA, D. Keus naar Samarang, met drie passagiers.
JC 180738
Den 12 juli Straat Sunda gepasseerd MARIA, D. Keus naar Rotterdam.
RC 271038
Den 24 oktober, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis MARIA, D. Keus, en ASIA, B. Freeman, van Batavia.
AH 291038
Cargalijst Rotterdam. MARIA, D. Keus van Samarang met 492 schuitjes tin, 529 kr. suiker, 2.691 balen koffie, 1.473 bossen rotting, N.H.M. 3 kisten kleinigheden, Order.
Op 03-12-1838 wordt voor de MARIA door A. van Hoboken & Zn. uit Rotterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. E. Bergman.
AH 181238
Helvoetsluis, 16 december. Vertrokken MARIA, E. Bergman naar Batavia.
1839
AH 090139
Het schip MARIA, kapt. E. Bergman, van Rotterdam naar Batavia is gepraald op 48° 50' breedte, 6° W. lengte.
JC 060439
Batavia 4 april. Aangekomen het Nederlands schip MARIA, E. Bergman, van Rotterdam den16den december 1838.
JC 240439
Scheepsberichten. Straat Sunda. Doorgezeild. 15 april, het schip MARIA, E. Bergman, van Batavia den 14den april, naar Calcutta.
ZP 220739 – 448
De 10e april lagen ter rede van Batavia de schepen ANNA EN LOUISA, kapt. De Jong, CHRISTINA AGATHA, kapt. Fabius, MARIA, kapt. Bergman – laatst gemelde zou een tussenreis naar Calcutta doen – CATHARINA, kapt. Rietmeijer, COLUMBIA, kapt. Zeydeveld en DIANA, kapt. Lindeman.
JC 140839
Batavia, 10 augustus. Binnengekomen MARIA, E. Bergman, van Calcutta den 17den juni.
JC 170839
Batavia. Aanvoer. Van Calcutta, met het Nederlands schip MARIA, E. Bergman. 283 zakken salpeter, 486 balen en 243 bundels goeniezakken, N.H.M. En enige regalen.
JC 210839
Batavia. Het brieven pakket per het Nederlandse schip MARIA, kapt. E. Bergman, naar Rotterdam, zal op vrijdag den 23sten augustus aan het post kantoor te Weltevreden, des middags ten een uur worden gesloten.
JC 310839
Batavia. Naar Nederland, met het Nederlandse schip MARIA, E. Bergman, 200 picols tin, 40 picols bindrotting, 999 picols suiker, 3.025 picols koffie, N.H.M 1.490 pond indigo, Wilson, Smith & Co.
JC 310839
Batavia, 28 augustus. Uitgezeild MARIA, E. Bergman naar Rotterdam.
AH 171239
Helvoetsluis, 15 december. Gister nog binnengekomen MARIA, E. Bergman van Batavia.
1840
Op 23-05-1840 wordt voor de MARIA door A. van Hoboken & Zn. uit Rotterdam een Turkse pas aangevraagd voor kapt. E. Bergman.
AH 300640
Helvoetsluis, 28 juni. Uitgezeild MARIA, E. Bergman naar Batavia.
OHC 020740
Advertentie. De ondergetekenden officieren, heden den 28sten juni het Vaderland verlatende, ten einde aan boord van het schip MARIA, kapt. E. Bergman, hunne bestemming bij het O.I. Leger te volgen, maken langs dezen weg gebruik, nog een laatst hartelijk vaarwel, aan hunne familie, betrekkingen en vrienden toe te roepen, in de hoop van een gelukkig wederzien. C. Almerood, kapitein, van verlof retournerende. D. Molenaar, 2e luitenant. C.P. A. Hofmann, idem. B. Engelbregt, idem. L. Rijzendaal, idem. Dr. C. Mandt, Officier van Gezondheid.
PGC 150940
Kapt. Bergman, voerende het schip MARIA, van Rotterdam over St. George d'Elmina naar Batavia gedestineerd, schrijft op 11 gr. 3 min. noorderbreedte en 24 gr. 18 min. westerlengte van Greenwich in dato den 4 augustus, den vorige dag gepraaid te hebben het schip GRAAF ADOLPH VAN NASSAU, van Tjilatjap komende.
JC 251140
Batavia, 21 november. Binnengekomen de bark MARIA, E. Bergman, van Rotterdam den 28sten juni met Zr. Ms. troepen, passagier, kapitein Almerood.
JC 251140
Passage naar Rotterdam, met het snel zeilend barkschip MARIA, kapitein E. Bergman, zullende in het laatst van de volgende maand, van hier vertrekken. Adres bij Reijnst & Vinju.
JC 281140
Batavia. Aanvoer. Van Nederland, met het Nederlandse schip MARIA, E. Bergman. 100 ledige waterleggers, Reynst & Vinju. 32.000 metselstenen, Order.
JC 021240
Batavia, 22 november. Uitgezeild MARIA, E. Bergman naar Soerabaja, met vier passagiers.
JC 021240
Batavia. Uitvoer. Naar Nederland via Soerabaja, met het schip MARIA, E. Bergman, 200 picols tin, N.H.M. 75 picols bindrotting, Reynst & Vinju.
JC 161240
Soerabaja, 6 december. Binnengekomen MARIA, E. Bergman van Batavia.
1841
JC 270141
Soerabaja, 20 januari. Vertrokken MARIA, E. Bergman naar Nederland over Probolingo.
JC 170341
Banjoewangie, 27 februari. Binnengekomen MARIA, E. Bergman van Probolongo den 24 februari.
RC 290641
Helvoetsluis, 27 juni. Des middags arriveerde MARIA, E. Bergman van Batavia.
Op 11-08-1841 wordt voor de MARIA door A. van Hoboken & Zn. uit Rotterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. E. Bergman.
AH 230841
Helvoetsluis, 20 augustus. Uitgezeild MARIA, E. Bergman naar Constantinopel.
RC 161241
Arrivementen: Te Odessa E. Bergman van Rotterdam.
RC 251241
Arrivementen: Te Constantinopel E. Bergman van Odessa.
1842
RC 270142
Den 25 dezer, des namiddags, arriveerde in de Maas de loodsboot n.° 1, welke rapporteert, den 24 januari, de Goederede in peiling Z.O. en Z. 11 mijl afstand, twee loodsen overgegeven te hebben aan het schip MARIA, kapitein E. Bergman, van Odessa.
RC 290142
Helvoetsluis, 26 januari. Binnengekomen MARIA, E. Bergman van Odessa.
AH 310142
Cargalijst Rotterdam. MARIA, E. Bergman van Odessa met: 260 vaten talk, 59 vaten potasch, 714 tzwts. lijnzaad, A. van Hoboken en Zn.
AH 210242
Advertentie. P.J. Cantzlaar, C.M. Overgaauw, J.P. de la Porte en P. Overgaauw CZN., makelaars te Rotterdam, zullen in het openbaar verkopen, op woensdag 2 maart 1842, des voormiddags ten elf ure, in het Notarishuis, op de Geldersche kade: 41/1 en 18/2 vaten Odessa potasch, direct van Odessa aangevoerd per het schip MARIA, kapt. E. Bergman. Bij kavelingen van een heel of halve vaten. Nadere onderrichting bij gemelde makelaars.
Op 23-03-1842 wordt voor de MARIA door A. van Hoboken & Zn. uit Rotterdam een Turkse pas aangevraagd voor kapt. E. Bergman.
AH 060442
Helvoetsluis, 4 april. Uitgezeild MARIA, E. Bergman naar Batavia.
RC 280642
Rotterdam, 27 juni. Uittreksel uit de Lloydslijst tot de 24e dezer: Gepraaid, de 7e mei, op 1º ZB 19º OL, het schip MARY SOMERVILLE, van Liverpool, hebbende zware schade bekomen, door daags te voren in aanzeiling geweest te zijn met het schip MARIA, kapt. E. Bergman, van Rotterdam naar Batavia.
JC 230742
Batavia, 20 juli. Heden zijn hier aangekomen de Nederlandse bark de VROUW JOHANNA, kapt. C. van der Hoeven, vertrokken van Rotterdam de 18e april, de bark MARIA, kapt. E. Bergman, met drie passagiers, vertrokken van Rotterdam de 4e april.
JC 270742
Batavia. Aanvoer van Nederland, met het schip MARIA, E. Bergman met 100 kisten wijn, 30 kisten brandewijn, 600 kelder jenever, 410 fusten boter, 80 kisten kaas, 20 stuks gerookt vlees, 8 vaten en 2 kisten ijzerwerk, 38 vaten beenzwart, 50 stuks hammen, Reijnst & Vinju 14 pakken polemieten, 35.000 stuks metselstenen, N.H.M. 100 kistjes opium, Gouvernement.
JC 100842
Batavia, 6 augustus. Uitgezeild het schip MARIA, E. Bergman naar Soerabaja.
JC 310842
Soerabaja, 18 augustus. Binnengekomen MARIA, E. Bergman van Batavia.
JC 070942
Soerabaja, 30 augustus. Vertrokken MARIA, E. Bergman over Tjilatjap naar Nederland.
JC 191042
Tjilatjap, 29 september. Vertrokken MARIA, E. Bergman naar Rotterdam.
1843
GRC 240143
Den 1 december 1842 te St. Helena binnengelopen MARIA, Bergman van Batavia naar Rotterdam.
RC 280143
Brouwershaven, 24 januari. Binnengekomen MARIA, E. Bergman van Tjilatjap.
AH 300143
Cargalijst Rotterdam. MARIA, E. Bergman van Batavia met 4.927 balen koffie en 302 schuitjes tin. N.H.M.
AH 110243
Helvoetsluis, 9 februari. MARIA, Bergman van Batavia, laatst van Brouwershaven, dezelve ligt voor het Pampus ten anker.
1844
Op 14-02-1844 wordt voor de MARIA door A. van Hoboken & Zn. uit Rotterdam een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. E. Bergman.
RC 190344
Helvoetsluis, 17 maart. Vertrokken MARIA, E. Bergman naar Batavia.
JC 250644
Batavia, 24 juni. Heden is hier aangekomen het Nederlandse schip MARIA, kapt. E. Bergman, met een aantal passagiers, de 17e maart van Rotterdam vertrokken.
RC 081044
Te Soerabaja, 8 juli, binnengekomen MARIA, E. Bergman van Batavia.
RC 221044
Te Tjilatjap, 14 juli, binnengekomen MARIA, E. Bergman van Soerabaja.
NRC 221144
Cargalijst Rotterdam. MARIA, E. Bergman van Batavia met 4.026 balen koffie, 820 balen nagelen, 493 schuitjes tin en 687 bossen bindrotting. N.H.M.
1845
NRC 090245
Helvoetsluis, 8 februari. Uitgezeild MARIA, E. Bergman naar Bordeaux.
RC 250245
Te Bordeaux, 17 februari, MARIA, E. Bergman van Rotterdam.
RC 270345
Van Rouen, 17 maart, vertrokken MARIA, E. Bergman naar Batavia.
JC 090745
Batavia, 5 juli. Heden is alhier aangekomen de Nederlandse bark MARIA, kapt. E. Bergman, vertrokken van Bordeaux de 17e maart.
JC 060845
Batavia. Uitvoer. Naar Rotterdam, met het schip MARIA, E. Bergman met 200 picols tin, 90 picols rotting, 4.107 picols rijst, 120 balies kamfer, 64 pakken Java tabak, 2 kisten roode vischjes, 3 kisten Chinees speelgoed, 30 picols suiker, 2 kisten Java sigaren, 1 kist soja, 3 kisten drogerijen, 1 kist zuren Reijnst en Vinju. 1 kist inhoud 541 Java verlakte dozen, 70 stel viesjes Gebr. van Deun.
RC 221145
Helvoetsluis, 20 november. Binnengekomen MARIA, E. Bergman van Batavia.
1846
AH 030246
Door de Ned. Handel-Maatschappij zijn bevracht geworden de navolgende schepen, als: Voor Rotterdam: ANTOINETTE MARIA kapt. J.J. Day; MARIA, kapt. E. Bergman.
Op 12-03-1846 wordt voor de MARIA door A. van Hoboken & Zn. uit Rotterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. E. Bergman.
NRC 020446
Helvoetsluis, 1 april. Uitgezeild MARIA, E. Bergman naar Batavia.
JC 050846
Batavia, 3 augustus. Gisteren is hier aangekomen de Nederlandse bark MARIA, kapt. E. Bergman, met 8 passagiers, vertrokken van Rotterdam de 7e april.
NRC 301046
Batavia, 20 augustus. Vertrokken MARIA, E. Bergman naar Tjilatjap.
RC 031246
Van Tjilatjap, 16 oktober, MARIA, E. Bergman naar Rotterdam.
1847
NRC 010147
Tjilatjap, 26 september 1846. Vertrokken MARIA, E. Bergman naar Rotterdam.
RC 160147
De bark MARIA, kapt. E. Bergman, van Tjilatjap naar Rotterdam, was den 10 januari op de hoogte van Wight.
AH 180147
Brouwershaven, 14 januari. Binnengekomen MARIA, E. Bergman, van Tjilatjap naar Rotterdam, vertrokken 26 september 1846.
RC 190147
Cargalijst Rotterdam. MARIA, E. Bergman, van Tjilatjap. 3.530 balen koffie, 614 kisten indigo, 396 schuitjes tin en 937 bossen bindrotting, Ned. Handel-Maatschappij.
NRC 090247
De ondergetekenden, gezagvoerders van Nederlandse en vreemde schepen, wier onderhebbende bodems dezen winter van 1846 op 1847 aan de duc d'alves te Brouwershaven hebben gemeerd gelegen, delen met deze hunne gevoelens, ieder voor zooveel hun bekend is, mede, nopens de berging aldaar van schepen bij ijsgang en de behoefte aan een dokhaven in dit zeegat. Dat zij hebben bevonden, dat de rede aldaar, over 't algemeen weinig of geen ijs oplevert en het vaarwater uit zee, tot op die rede, zonder sleepboot steeds is bevaarbaar geweest, alsmede, dal er met den na vloed geen ijs was tussen Dwars in den Weg en de wal van Schouwen, zodat de schepen, het dok, wanneer het op die hoogte bestond, met hoog water altoos zouden kunnen bereiken. Dat het ijs, hetwelk zich vertoonde met de ebbe en veeltijds eerst met de na ebbe te voorschijn kwam, hetwelk zeer spoedig met den vloed werd opgeruimd, hebbende men niet kunnen bespeuren, dal er met den vloed of na vloed ijs uit zee of' het Goereesche zeegat kwam indrijven. Dat de ligplaats aan de duc d'alves geenszins voldoende of veilig is, zo als gebleken is, met de schepen ANTOINETTA MARIA en JACATRA, welke aanzienlijke schade bekomen hebben en in gevaar zijn geweest en zulks door het ijs, dat met de ebbe binnen Dwars in den Weg henen zet. Om welke reden het niet alleen te wensen maar dringend noodzakelijk is, om door een geschikte bergplaats de belangrijke kapitalen, die hier gewoonlijk overwinteren, in veiligheid te brengen; te meer daar dit zeegat door deszelfs diepte en het weinige ijs, dat zich daarin, in vergelijking van de Goeree bevindt, nu reeds niet alleen het toevluchtsoord bij ijsgang is voor alle schepen, die naar Zuid-Holland bestemd zijn, maar ook een wijkplaats is, voor die schepen, welke zich in zware averij bevinden en het niet langer op zee kunnen houden, zoo als onlangs met het schip MARGARETHA IDA gebleken is, waarbij men echter weder het niet bestaan van een dok moet betreuren, daar dit schip even dicht gemaakt zijnde, weder over zee naar Hellevoetsluis moest, om te kunnen repareren. De ondergetekenden vermenen verder, dat die bergplaats naar hunne vaste overtuiging aan den zuid wal van dit zeegat zou behoren gemaakt te worden, indien men dezelve met vrucht zoude willen gebruiken. Vooreerst omdat de schepen in ieder geval zeer nabij de Brouwershavense rede moeten komen, al was het springtij diep bevaarbaar en ten andere moet de reis, wanneer die over de genoemde rede niet wordt genomen, nog circa 2 Duitse mijlen tussen de banken door worden voortgezet om den noord wal te bereiken; alwaar men bovendien, bij ijsgang niet of minder veilig zoude kunnen aankomen, daar het ijs, volgens onze opmerking, onder den noord wal menigvuldiger is dan onder den zuid wal en dit het arrivement aldaar of zoude beletten, of wellicht de schepen op de banken aan, den mond doen drijven, terwijl er geen enkele reden bestaat, om dien gevaarlijke tocht van de Brouwershavense rede naar den noord wal te ondernemen, vermits men bij het binnenkomen van het zeegat, toch langs den zuid wal henen moet en het ons ongerijmd toeschijnt, dien wal te verlaten, alwaar geen beletselen door het ijs zijn, om een dokhaven aan te doen, ten einde aan de noordzijde een onzekere en gevaarlijke berging te zoeken. Wij achten het niet onbelangrijk hier bij te voegen, dat de vissloepen, die gedurende de ijsgang dit zeegat binnenvielen, hunne vaartuigen binnen Dwars in den weg brachten, daar toch den noord wal voor hunne belangen verre verkieselijk was, uithoofde zij in Flakkee te huis behoorden en het aas om weder naar zee te gaan, over Ouddorp werd aangevoerd, dat nu niet schuiten bij gunstige gelegenheid naar Brouwershaven werd overgebracht, hetgeen wij veronderstellen, dat door die visserslieden met hunne vaartuigen zelve zoude zijn afgehaald, indien zij hunne schepen met minder gevaar aan den noord wal hadden kunnen brengen.
Brouwershaven, januari 1847.
J. Day, gezagvoerder van 't schip ANTOINETTA MARIA.
J. C. van der Zweep, JACATRA.
G. W. Davids, Russisch schip CONSTANTIN.
E. Bergman, Nederlands schip MARIA.
F. Rietmeijer, CATHARINA.
A.M. Swarts, SOURABAIJA.
H.J. Schuring, STAD EDAM.
J.G. Middel, ST. PETERSBURG.
P. Poldervaart, VROUW MAARTJE.
W.V. Alewijn, DRIE KINDEREN.
B. Söderberg, Pruissisch schip HEINRICH III.
J.J. Koster, Nederlands schip MARTHA ELIZABETH.
D. Steur, SAMARANG.
RC 130247
Helvoetsluis, 10 februari. De barken MARIA, kapitein E. Bergman, van Tjilatjap, en CATHARINA, F. Rietmeijer, van Batavia, beiden naar Rotterdam, zijn binnen door van Brouwershaven in het Kanaal gekomen.
NRC 120447
Helvoetsluis, 11 april. Uitgezeild MARIA, E. Bergman naar Algiers.
RC 070847
De MARIA, kapitein E. Bergman, van Taganrok naar Antwerpen, den is den 15 juli te Constantinopel aangekomen, om dadelijk de reis voort te zetten.
RC 191047
Helvoetsluis, 18 oktober. Binnengekomen MARIA, E. Bergman van Antwerpen.
Op 02-11-1847 wordt voor de MARIA door A. van Hoboken & Zn. uit Rotterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. E. Verschoor.
NRC 131147
Rotterdam, 12 november. Zeilklaar MARIA, E. Verschoor naar Bordeaux en Batavia.
NRC 221147
Helvoetsluis, 20 november. Uitgezeild MARIA, E. Verschoor naar Batavia.
RC 111247
Bordeaux, 5 december. Gisteren op de rivier aangekomen MARIA, E. Verschoor, van Rotterdam (om wijn voor Batavia in te nemen).
1848
NRC 280748
Batavia, 26 april. Aangekomen MARIA, E. Verschoor, van Bordeaux.
NRC 270948
Batavia, 30 juni. Vertrokken MARIA, E. Verschoor naar Tjilatjap.
Tjilatjap, 12 juli. Binnengekomen MARIA, E. Verschoor, van Batavia.
NRC 281048
Tjilatjap, 3 augustus. Vertrokken MARIA, E. Verschoor naar Rotterdam.
NRC 271148
Helvoetsluis, 27 november. Binnengekomen MARIA, E. Verschoor van Tjilatjap.
NRC 281148
Cargalijst Rotterdam. MARIA, E. Verschoor, van Batavia met 3.080 balen koffie, 975 kanaster thee, 392 schuitjes tin, 456 bossen bindrotting, N.H.M.
Op 15-12-1848 wordt voor de MARIA door A. van Hoboken & Zn. uit Rotterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. W. Calander.
NRC 201248
Rotterdam, 19 december. Zeilklaar de Nederlandse bark MARIA, W. Calander naar Batavia.
NRC 251248
Helvoetsluis, 23 december. Uitgezeild MARIA, W. Calander naar Batavia.
1849
NRC 250149
Bordeaux, 20 januari. Binnengekomen MARIA, Calander, van Rotterdam om een lading voor Batavia in te nemen.
NRC 210249
Rouen, 12 februari. Uitgezeild MARIA, Calander van Rotterdam naar Batavia.
JC 130649
Batavia, 11 juni. Heden is hier aangekomen de bark MARIA, kapt. W. Calander, met vier passagiers, de 12e februari vertrokken van Rotterdam.
NRC 290949
Batavia, 5 juli. Uitgezeild MARIA, Calander naar Rotterdam.
NRC 201149
St. Helena, 2 oktober. Binnengekomen MARIA, Calander van Calcutta en is de 4e oktober naar Rotterdam vertrokken.
NRC 011249
Helvoetsluis, 30 november. De loodsboot No. 8 heeft onder de Singels loodsen afgegeven, aan de schepen ELIZABETH kapt. P. Serlée, MARIA, kapt. Calander, beide van Batavia, en aan een Napolitaanse brik, alle bestemd naar Rotterdam.
NRC 041249
Cargalijst Rotterdam. MARIA, W Calander van Batavia met 627 kanasters suiker, 1.047 balen rijst, 21 kwart kisten thee en 1.500 bossen rotting. Van Hoboken en Zn.
1850
NRC 150250
Advertentie. De makelaars H. en F.N. en H.W. Montauban van Swijndregt en F. en W. van Dam, te Rotterdam, als last hebbende
van hun meesters, zijn van mening op dinsdag de 5e maart 1850, des namiddags ten 4 ure, in de zaal op de hoek der Scheepsmakershaven en Bierstraat, wijk 1, No. 499, publiek te veilen: het snelzeilend Nederlands gekoperd barkschip, genaamd MARIA, laatst gevoerd door kapt. W. Calander, volgens meetbrief lang 29,30 el, wijd 5,40 el, hol 4,28 el, en alzo groot 301 tonnen, met al deszelfs rondhout, staande en lopend want, geschut, ankers, kettingen, touwen, zeilen, en verdere inventaris, zo als hetzelve ligt aan de scheepstimmerwerf, genaamd Rotterdamsch Welvaren, aan de Hooge Zeedijk, even buiten deze stad, zijnde inmiddels uit de hand te koop.