Familiegegevens en opleiding
Marcus Marcussen werd geboren ca. 1792 te Oldensum, Denemarken, als zoon van Marcus Marcussen en Krasse Marcusse.
Hij trouwde op 19 november 1819 te Amsterdam als zeeman met Wilhelmina Baldina Berkenfelder geboren ca. 1796 te Amsterdam als dochter van Willem Berkenfelder en Willemina van Deventer.
Algemeen Handelsblad 30 januari 1845
Advertentie. Heden ontving ik de lang gevreesde smartelijke tijding dat te Batavia, op de 12de oktober 1844, in de ouderdom van ruim 52 jaren overleden is mijn hartelijk geliefde echtgenoot Marcus Marcussen, gezagvoerder van het fregatschip VAN GALEN; mij nalatende negen kinderen, waarvan twee nog te jong zijn hun onherstelbaar verlies te beseffen.
Amsterdam, 25 januari 1845, W.B. Berkenfelder, Wed. M. Marcussen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
In de Algemene Ledenvergadering van 02 november 1824 van het Amsterdamse zeemanscollege "Zeemanshoop" werd "kapitein Marcus Marcussen, oud 32 Jaren wonende in de oude Teertuinen No 41 voorgesteld door kapitein Corns.Pakes" als effectief lid. Maar in de Algemene Ledenvergadering van 09 november 1824 wordt gemeld: "is ... gebleken de tot Effectief Lid voorgedragen kapitein Marcus Marcussen te zijn gedisapprobeerd gevonden"023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In 1824 was M.Marcussen gezagvoerder op het Amsterdamse fregat de "Alexander" (180 lasten, gebouwd in Bremen). De boekhouders waren de Wed.P.van Veen & Zn 012.
Bouma025 vermeldt M.Marcussen als gezagvoerder gedurende:
* 1824 t/m 1828 van het 3/m schip “Alexander”, gebouwd in 1814 te Bremen, 335 ton o.m., varend voor de wed. P.van Veen & Zn te Amsterdam;
* 1840 t/m 1845 van het 3/mschip “van Galen”, gebouwd in 1839 te Amsterdam (op 27 februari van stapel op de werf Witte Olyfant van Jerem. Meijjes & Zn 023), 609 ton o.m., varend voor Pook van Baggen & Co te Amsterdam.
Van Sluijs013 vermeldt M.Marcussen als kapitein t/m 1843 met als opvolger van 1844 t/m 1845 kapitein F.Greeper (zie aldaar).
In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Marcus Marcussen als gezagvoerder van de:
“Alexander”, dd 17 mei 1820; 23 februari 1821; 26 november 1821; 25 november 1822; 22 april 1824; 06 december 1824; 13 december 1825; 07 maart 1828; 08 maart 1830; 05 april 1833 ( Bremer vlag); 26 oktober 1833 ( Br.).
Overige bijzonderheden
M.Marcussen verzorgde per 07 januari 1826 vanuit Texel met de “Alexander” een troepentransport van 4 officieren en 100 manschappen. Het schip arriveerde te Batavia op 02 mei 1826 na 115 dagen. 065.
Rotterdamsche Courant 26 maart 1822114
Amsterdam, 24 maart. Volgens brief in dato den 31 januari van kapt. M. Marcussen, voerende het schip (opm: bark) ALEXANDER, den 4 derzelver maand van Amsterdam naar Batavia vertrokken, was hij toen in goede staat zeilende op 2º6’ N.B, en geobserveerde lengte West van Greenwich 21º22’; aan boord was alles wel.
Bataviasche Courant 27 april 1822114
Batavia, 26 april. Van den 20 tot den 22 dezer maand zijn niet minder dan zes schepen uit Europa, waarvan vijf uit Nederlandse havens, voorbij Anjer gezeild. Onder deze laatsten bevonden zich de Nederlandse schepen ALEXANDER, kapt. Marcussen, van Amsterdam vertrokken den 4 januari, ARINUS MARINUS, kapt. J. Hahn, van Amsterdam vertrokken den 31 december l.l. en de JORINA, kapt. Duijvenboden, van Hellevoetsluis gezeild den 6 januari l.l. welke schepen dus alle van 106 tot 110 dagen de reis volbracht hebben.
Zij brengen ons de berichten mede omtrent de aankomst van de brik de JONGE JACOBUS, kapt. Bonn (opm: H.J. Bon), aan boord van welke de eerste officiële mededeling van de uitslag der Palembangse expeditie naar het vaderland is gezonden, en het blijkt dat die tijding aldaar allerwege met de vreugde en belangstelling welke zij verdiende, is ontvangen.
De JONGE JACOBUS is ditmaal niet beneden de roem gebleven, die hij zich als snelzeiler in drie vorige reizen had verworven, zijnde hij de 6 november l.l. op de rede van Hellevoetsluis aangekomen, na die van Batavia den 22 juli te hebben verlaten, en dus (de dagen van vertrek en aankomst, daarbij gerekend) 108 etmalen in zee te zijn geweest.
In de maanden november en december hebben overigens vele en zware ZZW stormen gewoed, waardoor vele en grote zeeschaden zijn veroorzaakt en meerdere schepen vergaan zijn. Dit lot schijnt echter geen van de uit Indië thuis komende schepen getroffen te hebben; alleen het schip DIJKZIGT, in het begin van november herwaarts gezeild, is, na op Kentish Knock gestoten te hebben, lek in Ramsgate binnengevallen.
Familiegegevens en opleiding
Cornelis Dekker werd geboren ca.1816.te Texel als zoon van de loods Nanning Dekker en Geertje Schellinger.
Cornelis trouwde op 17 november 1843 te Amsterdam als zeeman met Johanna Maria Nieuwenhuijs, geboren 1824 te Amsterdam als dochter van de commissaris van het Buiksloterveer Roelof Nieuwenhuijs en Maria Johanna Balfoort
Johanna Maria Nieuwenhuys hertrouwde na het overlijden van Cornelis op 06 april 1854 te Amsterdam met de winkelier Henrik Willem Loose
Cornelis Dekker overleed op 27 april 1851 te Amsterdam op de Haarlemerdijk 28, scheepsgezagvoerder, 34 jaar, geboren te Texel, echtgenoot van Johanna Maria Nieuwenhuys.
Algemeen Handelsblad 01 juni 1851114
Advertentie. Op heden overleed tot mijn bittere droefheid, na een smartelijk lijden van zestien maanden, mijn dierbaar geliefde echtgenoot Cornelis Dekker, in leven scheepsgezagvoerder om de Oost, in de ouderdom van 34 jaren en 7 maanden, na een echtvereniging van bijna acht jaren, mij nalatende twee nog jonge kinderen, die dit hun verlies niet beseffen kunnen. Innig gevoel ik met zijn ouders en betrekkingen dit voor ons zo bedroevend afsterven. Niet twijfelende aan de deelneming van allen, die de overledene gekend hebben, berusten wij in de weg des Heren, met de bede ook door Hem gesterkt te mogen worden.
Amsterdam, 26 juni 1851, J.M. Nieuwenhuys, wed. C. Dekker.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
C.Dekker Nz werd met vlagnummer 727 effectief lid van Zeemanshoop per 27 januari 1846 op voorspraak van H.Olie. Zijn schip was de "van Galen"002. Hij was gehuwd met Cornelia Nanning002a.
In de Algemene Vergaderingen van 20/27 januari 1846 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Cornelis Nanning Dekker, oud 29 jaar, voerend het fregat “Van Galen”, op voordracht van kapitein H.Olie.023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 juni 1850 staat een bericht van ongesteldheid van kapitein C.Dekker Nz bij zijn terugkomst van een reis.042
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 31 juli 1851 staat de toekenning van een uitkering aan de weduwe kapitein C.Dekker Nz voor haar en 2 kinderen ingaande 01 augustus 1851.042
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 27 augustus 1857 vraagt H.W.Loose, de voogd van de kinderen van wijlen C.Bakker Nz de uitkering voor de kinderen te mogen ontvangen, hetgeen wordt toegestaan.042
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 26 augustus 1851 staat dat aan de weduwe van kapitein C.Dekker Nz een uitkering is toegekend per 01 augustus 1851 voor haar en 2 kinderen.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
727 1846-1850 fregat van Galen van Baggen en Co
In het Register van Schepelingen nummer 19 staat de registratie per 28 januari 1846 van kapitein Cornelis Dekker als gezagvoerder van het fregat “Van Galen”011b.
Bouma025 vermeldt C.Dekker Nz als gezagvoerder gedurende:
* 1847 t/m 1850 van het 3/mschip “van Galen”, gebouwd in 1839 te Amsterdam (op 27 februari van stapel op de werf Witte Olyfant van Jerem. Meijjes & Zn 023), 609 ton o.m., varend voor Pook van Baggen & Co te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
In het Bevolkingsregister 1851 van Amsterdam staat de koopvaardijkapitein Jan Remkes Smit, geboren op 06 maart 1818 te Amsterdam, Engels Hervormd, in 1853 wonend op het Damrak.
Jan Riemkes Smit (43 jaar) was getuige bij het huwelijk van kapitein Tjerk Dirk Gollards met Neeltje Lysbeth Jans (zie aldaar).
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.R.Smit was met vlagnummer 789 per 17 april 1849 effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein J.D.Diets. Als zijn schip is genoemd de “Pieter Florisz” 002.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd. 10/17 april 1849 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Jan Remkes Smit, oud 31 jaar, voerend het fregat “Pieter Florisz”, op voordracht van kapitein J.D.Diets.023.
J.R.Smit was van 1868-1879 bestuurslid van het College Zeemanshoop019
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
789 1849 Pieter Florisz van Baggen & Co
1850 geen vermelding van schip en boekhouder
1851-1853 fregat van Galen van Baggen & Co
403 1854-1859 fregat van Galen J.Rahder Hz
1860-1861 fregat Argus idem
1862-1863 bark Emergens idem
1864-1872 fregat Oceaan L.Bienfait & Zn
1873-1877 geen vermelding van schip en boekhouder
Vermelding van vertrek en aankomst in Amsterdam093
Naam kapitein Naam schip vertrek terugkomst
J.R.Smit Emergens 10 januari 1863 18 januari 1864
Oceaan 16 april 1864 05 juli 1865
Oceaan 01 oktober 1865 29 augustus 1866
Oceaan 26 april 1867 15 april 1868
Oceaan 30 augustus 1868 geen melding
Bouma025 vermeldt J.R.Smit als gezagvoerder gedurende:
- * 1850 op het 3/m schip “Pieter Florisz”, ex Dortenaar, gebouwd in 1830 te Dordrecht, 780 ton o.m., varend voor van Baggen & Co te Amsterdam. Het schip was in 1850 te koop;
- * 1851 t/m 1854 van het 3/mschip “van Galen”, gebouwd in 1839 te Amsterdam (op 27 februari van stapel op de werf Witte Olyfant van Jerem. Meijjes & Zn 023), 609 ton o.m., varend voor Pook van Baggen & Co te Amsterdam;
- * 1855 t/m 1860 van hetzelfde schip maar nu varend voor J.Rahder & Co te Amsterdam;
- * 1859 t/m 1862 op het 3/m schip “Argus” ex Agneta, gebouwd in 1841 te Amsterdam, 691 ton o.m., varend voor J.Rahder & Co te Amsterdam. Het schip werd in 1862 verkocht naar Engeland;
- * 1863 t/m 1864 van de ijzren bark “Emergens”, gebouwd in 1862 te Amsterdam, 436 ton o.m., varend voor J.Rahder & Co te Amsterdam. Het schip voer in 1865 voor J.Bletz & Co te Amsterdam en was herdoopt in “Presto”;
- * 1865 t/m 1873 van het 3/mschip “Oceaan”, gebouwd in 1857 te Kinderdijk, 920 ton o.m., varend voor L.Bienfait & Zn te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
J.R.Smit verzorgde per 24 april 1860 vanuit Nieuwediep met de “Argus” een troepentransport van 5 officieren en 125 manschappen naar Nederlands Oost-Indië. Hij arriveerde te Batavia op 03 oktober 1860 na een reis van 162 dagen. Onderweg overleed 1 soldaat. In Simonsbaai werden 2 arrestanten aan boord genomen065.
In een adres dd 12 december 1855 aan de Tweede Kamer der Staten Generaal drongen 58 gezagvoerders aan op de invoering van een Tuchtwet. Zij meldden dat de uitvoering van hun beroep dagelijks meer en meer werd belemmerd door de onmogelijkheid om aan boord der schepen behoorlijke orde en tucht te bewaren. Een van de ondertekenaars was J.R.Smit van het fregat “Van Galen”. 104.
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt C.B.Brandligt als gezagvoerder gedurende:
- 1850 t/m 1858 van de brik “Dolphijn”, gebouwd in 1850 te Amsterdam, 300 ton o.m., varend voor van Baggen & Co te Amsterdam;
- 1861 t/m 1863 van het 3/mschip “van Galen”, gebouwd in 1839 te Amsterdam (op 27 februari van stapel op de werf Witte Olyfant van Jerem. Meijjes & Zn 023), 609 ton o.m., varend voor J.Rahder & Co te Amsterdam. Het schip werd in 1863 (voor f 3000,-)013 verkocht naar Noorwegen en herdoopt in “Agnar”;
- 1868 t/m 1871 van het ijzeren 3/m schip “Nestor”, gebouwd in 1867 te Kinderdijk, 1579 ton o.m., varend voor L.Smit te Kinderdijk;
- 1872 t/m 1873 van het ijzeren 3/mschip “Industrie”, gebouwd in 1872 te Kinderdijk, 1700 ton o.m., varend voor L.Smit te Kinderdijk.
Overige bijzonderheden
Uit Handelsblad 01 oktober 1871:
“KINDERDIJK 29 Sept. Volgens telegrafisch bericht van Batavia is het Nederlandsche ijzeren fregatschip NESTOR den 27ste Sept. na een reis van 88 dagen met een lading steenkolen van Cardiff aldaar gearriveerd. Aan boord alles wel”038.
Foto van kapitein C.B.Brandligt (nr. 20) beschikbaar047.
In een adres dd 12 december 1855 aan de Tweede Kamer der Staten Generaal drongen 58 gezagvoerders aan op de invoering van een Tuchtwet. Zij meldden dat de uitvoering van hun beroep dagelijks meer en meer werd belemmerd door de onmogelijkheid om aan boord der schepen behoorlijke orde en tucht te bewaren. Een van de ondertekenaars was C.B.Brandligt van de brik “Dolphyn”.104.
|