Inloggen
ANTOINETTA MARIA - ID 10123


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1836-07-30 / 1855-03-20 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1836
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Bark
Masten: Three masts
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: De Jong, Kortlandt & Anthony, werf ‘de Naarstigheid’, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Date Laid Down: 1835-07-22
Launch Date: 1836-07-14
Delivery Date: 1836-07-21
Technical Data

Gross Tonnage: 271.00 lasts
 
Length 1: 34.90 Meters Registered
Beam: 6.22 Meters Registered
Depth: 5.32 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1836
Datum agenda: 1836-07-30
Register nr: 18360344
Scheepsnaam: ANTOINETTA MARIA
Type: Bark
Lasten: 271
Gebouwd in provincie: Zuid-Holland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Bruyn, L.F. de
Plaats: Rotterdam
Kapitein op moment van verzoek: Ruysch, H.B.C.H.
Opmerkingen: Eerste zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1836-07-30 ANTOINETTA MARIA
Manager: Leonardus Franciscus de Bruyn, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Leonardus Franciscus de Bruyn, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands

Ship Events Data

1847-01-00: Damaged
NRC 260147 Rotterdam, 25 januari. Kapt. J.C. van der Zweep schrijft ons uit Brouwershaven d.d. 22 januari het volgende:
In mijn vorige Ued. gemeld hebbende dat het ijs hier zeer verminderd was, zo moet ik Ued. thans tot mijn leedwezen melden, dat hetzelve wederom zo toegenomen heeft, dat ik geen ogenblik gerust ben en zo als deze morgen te 9 ure bleek niet ten onrechte, daar met een onafzienbaar veld ijs hetwelk tussen Dwars in de Weg (opm: eiland vlak vóór de haven van Brouwershaven) en de schepen in de knel kwam, de ANTOINETTAMARIA’sachtertrossen braken en deszelfs werpanker zich begaf, waardoor dezelve ons achter in de spiegel liep. Door de schok en de aandrang zowel van de ANTOINETTA MARIA als door het ijs, braken onze bakboords polders (opm: bedoeld is bolders) en beide trossen af, gaf het tuianker, hetwelk ik achteruit heb staan, 8 à 10 voet mede, zodat wij op onze beurt op de SOURABAYA aankwamen, hetgeen gelukkig vrij liep met het breken onzer bakboords blinde ra. Gelukkig had ik des avonds te voren de bakboord-ketting, welke bakboord achteruit aan land vast was, dwars over laten nemen en de stuurboords polders mede, waardoor bij het breken der bakboords polders de ketting toch vast bleef, en de stuurboords polders bewaarde van ook te breken, hetgeen anders het geval zoude geweest zijn en alsdan zoude de schade onmetelijk geweest zijn. Ons hek is geheel ingesloten van stuurboordszijde, onze reling en bootsdavid zijn gebroken, de ANTOINETTAMARIA’s gehele bakboordsboeg is in het halve galjoen weg en enig touwwerk gebroken. Kapt. Day (opm: kapt. J.J. Day van de bark ANTOINETTA MARIA) en ik hebben de heer De Kater doen verzoeken de schade te komen opnemen. Wij zijn de gehele dag altijd maar bezig met kettingen en trossen uitbrengen, stijf hieven en zo veel als mogelijk is het schip voor het ijs te beveiligen, alhoewel daar zeer weinig tegen te doen is. Ik begin het thans sterk te betwijfelen wie voordeliger handelt, wij die in een zogenaamde Hollandse haven veilig liggen, of de schepen, die in Engeland binnen zijn. Het is waar, die gaan niet op de bevrachtingslijst (opm: van de Nederlandsche Handel-Maatschappij) door, maar zij maken ook geen averijen en liggen niet gedurig in gevaar, want ik vrees, zo er geen verandering komt, dat de schepen hier nog schrikkelijk veel te lijden zullen hebben.

NRC 080247 Hellevoetsluis, 5 februari. Hebben wij reeds bij verschillende gelegenheden het grote nut van de alhier gestationeerde stoomsleepboot KINDERDIJK voor de handel mogen opmerken, dat vooral deze winter met zware ijsgang bij het arrivement van het schip SOOLO en meer dergelijke gevallen is gebleken, zo zagen wij daarvan op nieuw een treffend bewijs, daar dezelve van Brouwershaven door zee met twee schepen, zijnde de SOURABAYA, en de ANTOINETTE MARIA, elk 16 voet Rl. (opm: Rijnlandsche voet) diepgaande, zonder enige beletselen alhier op de rede is gearriveerd. Hoogst wenselijk is het dus voor de heren reders en de handel in het algemeen, dat die goede gelegenheid om de schepen te brengen waar zulks behoeft, blijve bestaan, daar gemelde sleepboot KINDERDIJK daartoe niets te wensen overlaat.
1852-02-00: NRC 100452 Kaap de Goede Hoop, 3 maart. De schepen ANTOINETTE MARIA, kapt. Day, van Batavia naar Rotterdam, en ERNST MAURITZ ARNDT, kapt. Haucke, van dito naar Falmouth, zijn de eerste de 19e en de laatste de 21e fabruari in de Tafelbaai binnengelopen. Beide schepen hebben de 24e en 25e januari op 27º Z.B. en 61º O.L. hevige stormen doorgestaan en daarin zeilen verloren en andere schade bekomen. Van de ANTIONETTE MARIA heeft men een gedeelte van de lading over boord geworpen
1855-03-20: Final Fate:
NRC 230355. Rotterdam, 22 maart. Volgens telegrafisch bericht uit Bremerhaven, zijn de alhier te huis behorende schepen ANTOINETTE MARIA, kapitein J.P. Huezer, van Batavia naar Rotterdam (opm: naar Bremen, zie volgend bericht), en VIER GEZUSTERS, kapitein P. Verschuur, van dito naar Bremen, in de nabijheid van Bremerhaven gestrand. Eerstgenoemde bodem is totaal weg en de laatste had reeds 17 voet water in het ruim. De equipage van de ANTOINETTE MARIA is gered en te Bremerhaven aangekomen. Van de equipage der VIER GEZUSTERS was nog niets bekend.
NRC 240355. Rotterdam, 23 maart. In het bericht nopens het vergaan van de schepen ANTOINETTE MARIA en VIER GEZUSTERS, voorkomende in ons nommer van gisteren, is een klein abuis ingeslopen. Er staat namelijk, dat de ANTOINETTE MARIA, kapt. Huezer, van Batavia naar Rotterdam bestemd was. Wij zijn echter heden onderricht, dat zulks niet het geval is, en dat dit schip, even als de VIER GEZUSTERS, naar Bremen moest.
NRC 260355. Rotterdam, 25 maart. De Duitse bladen, die wij heden ontvingen, delen omtrent het ongeluk aan de schepen VIER GEZUSTERS en ANTOINETTE MARIA overkomen, het volgende mede: Bremen, 22 maart. De Nederlandse schepen VIER GEZUSTERS, kapt. Verschuur, en ANTOINETTE MARIA, kapt. Huezer, beiden van Batavia naar Bremen bestemd, zijn de 20e dezer in de monding van de Jahde (opm: Jade) aan de grond gekomen. Eerstgenoemd schip is door de stoomboot SIMSON, van Bremen, in zinkende staat naar Horumersiel gesleept en daar op het strand gezet. Laatstgenoemde is totaal verloren. De equipagiën van beide schepen zijn gered. Volgens later ontvangen telegrafisch bericht – zie ons vorige nommer – was men bezig om de lading van de VIER GEZUSTERS te lossen en koesterde men de hoop, dat het schip afgebracht zou kunnen worden.
NRC 300355. Bremerhaven, 23 maart. Heden werd alhier met de Oldenburger loodskotter aangebracht, de bemanning, enige zeilen, boten en iets van de lading van het verongelukte Nederlandse barkschip ANTOINETTE MARIA, kapt. J.P. Huezer – zie ons nommer van 26 dezer.

NRC 050156 Rotterdam, 4 januari. De Zeepost bevat de volgende lijst van Nederlandse schepen, welke in het jaar 1855 verongelukt, verbrand, afgekeurd, gesloopt of vermist zijn: (o.a.)
Scheepsnaam: Gezagvoerder:
ANTOINETTE MARIA J.P. Hueser

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Hendrik Balthazar Constantijn Helvetius Ruysch werd geboren te Huissen op 08 september 1805. Hij trouwde met Sara Frederica de Jong, geboren te Rotterdam op 06 juli 1811. Lid van het WZF per 12 augustus 1833. Toegevoegd is: “de kapt voor een andere Haven als Amstdm varende betaald ingevolge Art 35* dubb. Contr.” Bedankt in 1860003

 

Hendrik Balthasar Constantijn Helvetius Ruysch werd geboren op 08 september 1805 te Arnhem als zoon van de Nederlands Hervormde Balthasar Constantijn Ruysch en Maria Gesina de Roos. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Westerstraat Wijk 15 nr. 710 en vertrok op 27 juli 1858 naar Twello. Hij trouwde op 19 september 1832 te Rotterdam met Sara Frederika de Jong, geboren 06 juli 1811 te Rotterdam, dochter van de Doopsgezinde Johannes de Jong, scheepsbouwmeester, en Geertruy Johanna Pereboom005.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.B.C.H.Ruysch (adres bij kapitein S.van Delden) werd met vlagnummer 342 per 23 augustus 1831 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop op voordracht van kapitein B.J.Martens. Als zijn schip is genoemd de "Hendrik Jan". Toegevoegd is "bedankt"002.

In de Algemene Vergaderingen van 16/23 augustus 1831 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgesteld/benoemd Hendrik Balthazar Constantijn Helvetius Ruysch, oud 26 jaar, afkomstig uit Rotterdam, voerende het schip Wilhelmina, adres bij de heer I Bondix, op voordracht van kapitein B.J.Martens. Hij kreeg vlagnummer 342023.

 

H.B.C.H. Ruysch was met vlagnummer R71 in de periode 1830 t/m 1877 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart-058.

H.B.C.H.Ruijsch was in 1835, 1840, 1846 en 1849 afwisselend commissaris van de Maatschappij058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1878 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat de weduwe H.B.C.H.Ruijsch afziet van haar recht op de jaarlijkse uitkering058

 

De schepen van de kapitein

lid van het college Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer              jaren            type                 scheepsnaam                         naam reder/boekhouder

       342                     1831-1832    brik                  Wilhelmina van Rotterdam geen opgave

                                     1833-1835    fregat              De Indiaan                             de Cock Frères te Rotterdam

     230                     1836-1837    bark                Antoinette Maria                   L.F.de Bruyn te Rotterdam

                                     1838-1839    fregat              Hendrik Jan                            idem

                                     1840-1853    fregat              Gerardus Jacobus                  idem

         65                      1854-1856    fregat              Gerardus Jacobus                  idem

                                     1857-1859    geen vermelding van schip en boekhouder

 

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein H.B.C.H.Ruysch met vlagnummer R71 vermeld in de ledenlijsten van058:

*   1849, 1851, 1855 van het fregat “Gerardus Jacobus”           397 last varend voor L.F. de Bruyn te Rotterdam

*   1858, 1859, 1862 t/m 1867, 1874,                                                           geen schip vermeld.

 

Bouma025 vermeldt H.B.C.H.Ruysch als gezagvoerder gedurende:

*   1829 t/m 1833 op het 3/m schip “Wilhelmina”, gebouwd aan de Oostzee in 1820, 388 ton o.m., varend voor Reijn, Varkevisser & Dorrepaal te Rotterdam. Verhoeff, april 2005 meldt als bouwjaar 1818 en als tonnage 589.

*   1832 t/m 1833 van de brik “Wilhelmina van Rotterdam, geen vermelding van bouwgegevens, en eigenaar. Varend vanuit Rotterdam;

*   1834 t/m 1836 van het fregat “Indiaan”, gebouwd in 1812, bouwlocatie niet vermeld, 343 ton o.m., varend voor de Cock Frères te Rotterdam.

     Verhoeff086 vermeldt dat het schip in 1833 werd overgenomen van J.& T.Marselis te Amsterdam als “l’Auguste”. De notatie zou dus moeten zijn “Indiaan” ex l’Auguste.

*   1837 van de bark “Antoinette Maria”, geboud in 1836 te Rotterdam, 510 ton o.m., varend voor L.F.de Bruyn te Rotterdam;

     *  1839 t/m 1840 van de bark “Hendrik Jan”, gebouwd in 1838 te Rotterdam, 721 ton o.m., varend voor L.F. de Bruyn te Rotterdam;

     *  1841 t/m 1857 van het 3/mschip “Gerardus Jacobus”, gebouwd in 1841 te Rotterdam, 739 ton o.m., varend voor L.F. de Bruyn te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

H.B.C.H.Ruysch verzorgde per 12 augustus 1850 vanuit Hellevoetsluis met de “Gerardus Jacobus” een troepentransport van 7 officieren en 100 manschappen naar Nederlands Oost-Indië. Hij arriveerde te Batavia op 04 december 1850. Onderweg was 1 manschap overleden065.

 

 

Datum vanaf: 1836
Kapitein: Ruysch, Hendrik Balthazar Constantijn
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Petrus Wap werd geboren te Rotterdam op 22 augustus 1807.

Hij was getrouwd met Helena Johanna Boom, geboren te Rotterdam op 24 juni 1810.

 

Petrus Wap werd geb./ged. op 22 augustus 1807 te Rotterdam als zoon van de Rooms-Katholieke Casparus Franciscus Wap en Joanna Maria Gerritz. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Weenastraat Wijk 14 nr. 317, aan de Westewaagenstraat Wijk 5 nr. 593 (nieuw nr. 53) en aan de Gaanderij Wijk 6 nr. 93. Hij vertrok op 25 april 1866 naar Delft.

Hij trouwde op 04 juli 1838 te Rotterdam met Helena Johanna Boom, gedoopt op 24 juni 1810 te Rotterdam als dochter van de Rooms-Katholieke Johannes Boom en Maria Frederica Artseelers058

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

P.Wap (met adres J.van Delden Az) werd met vlagnummer 552 per 22 september 1840 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein G.W.van Barneveld Kooy. Als zijn schip is genoemd de “Hendrik Jan”. Toegevoegd is “bedankt” 002. Ten tijde van de inschrijving waren Wap en zijn vrouw 33 resp. 31 jaar. Ingeschreven staat 1 zoon uit 1839002a.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 15/22 september 1840 werd voorgedragen/benoemd Petrus Wap, oud 33 jaar, voerend het fregat “Hendrik Jan”, wonend te Rotterdam, adres bij J.van Delden Az te Amsterdam, op voordracht van kapitein G.W. van Barneveld Kooy. Het vlagnummer was 552.023.

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 25 september 1840. “de Kapitein voor eenen anderen Haven dan Amstm varende betaald ingevolge Art 35* dubbele Contributie”. Bedankt003.

 

P.Wap was met vlagnummer R162 in de periode 1838 t/m 1890 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

P.Wap was in 1846 en 1851 afwisselend commissaris en in 1855 secretaris van de Maatschappij058.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                 jaren          type                 scheepsnaam                                       naam reder/boekhouder

      552                       1840-1853    fregat              Hendrik Jan                                         L.F.de Bruyn te Rotterdam

      233                       1854-1855    fregat              Hendrik Jan                                         idem

 

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein R.Wap met vlagnummer R162 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*   1849, 1851           van het fregat “Hendrik Jan” 376 last            varend voor L.F. de Bruyn te Rotterdam

*   1855                      geen vermelding van schip en reeder

*   1858, 1859,

     1862 t/m 1864    van het fregat “Hollandia”   371 last            varend voor A.F.Ebeling & Co te Rotterdam

*   1865 t/m 1867, 1874, 1877,

     1878, 1880 t/m 1883, 1885 t/m 1888                 geen vermelding van schip en reeder

 

Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093

Naam kapitein           Naam schip            Vertrek                                                                   Terugkomst

P.Wap                         Hollandia               16 augustus 1859                                                 31 januari 1861

                                     Hollandia               29 juli 1861                                                           01 januari 1863

 

     Bouma025 vermeldt P.Wap als gezagvoerder gedurende:

     *   1838 t/m 1839 van de bark “Antoinette Maria”, gebouwd in 1836 te Rotterdam, 510 ton o.m., varend voor L.F.de Bruyn te Rotterdam;

     *   1841 t/m 1856 van de bark “Hendrik Jan”, gebouwd in 1838 te Rotterdam, 721 ton o.m., varend voor L.F. de Bruyn te Rotterdam;

     *   1858 t/m 1865 van het 3/mschip “Hollandia” ex Edouard, gebouwd in 1841 te Schiedam, 705 ton o.m., varend voor A.F.Ebeling & Co te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

De raad voor Tucht inzake de koopvaardij deed een uitspraak dd 04 juli 1864 inzake een klacht tegen kapitein Pieter Wab, gezagvoerder van het schip “Hollandia”, varend voor Ebeling & Co te Rotterdam. Er zijn geen details van deze uitspraak vermeld. 104*

 

Uit: “11 en 30”. Ned.Genealog.Ver. nr.25. Jaargang 7, nr.1, januari 2002.

“Op 18 november 1859 stuurde de Gelderse Staatsraad oftewel de Commissaris de Konings aan alle gemeenten binnen zijn provincie een gedrukte lijst van personen die niet voldaan hadden aan de oproep voor de vervulling van de nationale militie lichting 1859”. Hierin staat vermeld de zeeman Jan Hendrik Berghuis Krak uit Groenlo. “Op 10-10-1857 deserteerde hij in Sunderland van het Nederlanse fregatschip Hollandia onder kapitein P.Wap en ging als tweede stuurman over in Amerikaanse dienst.”

 

 

Datum vanaf: 1838
Kapitein: Wap, Petrus

Familiegegevens en opleiding

Johannes Jacobus Day werd geboren op 19 mei 1812 (of 1813?) te Arnhem als zoon van de Rooms-Katholieke James Day en Joanna Cors.

Hij trouwde te Rotterdam op 25 augustus 1841 met Anna Margaretha Luskens, geboren 18 februari 1817 te Rotterdam als dochter van Johannes Adolphus Luskens en Johanna Molemans. Hij trouwde voor de 2e maal op 08 januari 1845 te Rotterdam met Maria Elisabeth Theresia Sengers, geboren op 06 februari 1819 te Rotterdam als dochter van Petrus Sengers, koopman, en Maria van Winkel. Johannes Day woonde te Rotterdam o.a. aan de Westewagenstraat Wijk 5 nr. 712 en aan de Schiekade Wijk 14 nr.468. Hij vertrok op 01 mei 1865 naar Delft.

Hij overleed te Rotterdam op 27 september 1884005.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.J.Day werd met vlagnummer 606 effectief lid van Zeemanshoop per 19 oktober 1841 en op voorspraak van S.van Delden Az. Zijn schip was de Antoinette Maria002. Ten tijde van de inschrijving waren Day en zijn vrouw 29 resp. 25 jaar. Toegevoegd is “bedankt” 002a.

In de Algemene Vergaderingen van 12/19 oktober 1841 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Johannes Jacobus Day, oud 29 jaar, voerend de bark “Antoinette Maria”, wonend te Rotterdam en met als adres P.de Voys op de Bloemgracht te Amsterdam, op voordracht van kapitein S.van Delden Az 023.

 

J.J.Day was met vlagnummer R4 in de periode 1840 t/m 1871 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                 jaren                       type                 scheepsnaam                         naam reder/boekhouder

       606                      1841-1853                bark                 Antoinette Maria                   L.F.de Bruijn te Rotterdam

       262                         1854                       geen opgave van schip en boekhouder

 

De ledenlijsten van de Maatschappij in de Jaarverslagen vermelden kapitein J.J.Day met vlagnummer R4 in058:

*   1849, 1851                op de bark “Antoinetta Maria”   271 last   varend voor L.F. de Bruyn te Rotterdam

*   1855                           op de ss “Levant” ?                                       varend voor C.Balguerie & Zn te Rotterdam

*   1858, 1859 en            op de ss “Ary Scheffer”               215 last   varend voor C.Balguerie & Zn te Rotterdam

     1862 t/m 1867

J.J.Day was in 1853-1854 secretaris van de Maatschappij058.

 

Bouma025 vermeldt J.J.Day als gezagvoerder gedurende:

*   1840 t/m 1853 van de bark “Antoinette Maria”, gebouwd in 1836 te Rotterdam, 510 ton o.m., varend voor L.F. de Bruyn te Rotterdam;

*   1854 op het ijzeren schroefstoomschip “Admiraal Verhuell”, 50 pk, gebouwd in 1848 te Kinderdijk, 274 ton o.m., varend voor C.Balguerie & Zn te Rotterdam;

*   1855 t/m 1857 van het ijzeren schroefstoomschip “Levant”, 70 pk, gebouwd in 1848 te Londen, 308 ton o.m., varend voor C.Balguerie & Zn te Rotterdam;

*   1858 t/m 1868 van het 3/m ijzeren schroefstoomschip “Ary Scheffer”, gebouwd in 1857 te Glasgow, 408 ton o.m., varend voor C.Balguerie & Zn te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

Uit een briefvan Martin Lindenboom uit Arnhem aan G.N.Bouma te Haren dd 02 september 2001 ontleen ik het volgende:

Uit de Rotterdamsche Courant (datum?) het volgende bericht: “Hellevoetsluis, 26 maart 1854. Gister namiddag is uit zee van Glasgow aangekomen de stoomboot LEVANT, kaptein J.J.Day”. Zij vertrok op 24 mei 1854 voor de eerste keer van Hellevoetsluis in de lijndienst naar Havre, met als kapitein J.J.Day. Op 22 february 1854 vertrok de ADMIRAAL VERHUELL van Hellevoetsluis naar Havre, kapitein J.J.Day, en op 2 maart 1854 kwam dit schip van Havre weer in Hellevoetsluis, maar nu met gezagvoerder J.Hus.

“Speculatie mijnerzijds (aldus Lindenboom): J.J.Day is na aankomst te Havre van de ADMIRAAL VERHUELL afgestapt. In zijn plaats werd J.Hus gezagvoerder en J.J.Day reisde van Havre voor zijn reder Balguerie naar Glasgow om daar het aangekochte stoomschip LEVANT over te nemen en naar Rotterdam te brengen.”

 

In “Reizen rond Kaap Hoorn onder Nederlandse vlag. Overzicht vanaf de ontdekking in 1616 tot het einde van de Nederlandse grote zeilvaart in 1911”. door H.Hazelhoff Roelfzema. Uitgave Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarder, 2010, 88 pp plus Bijlage met een Chronologisch Register van Reizen van 1616 tot 1911.121

p.60-61 De eerste reizen met guano 1850-1855. Jan de Witt, Willem Barents.

De bark “Antoinette Maria” onder kapitein J.J.Day vertrok uit Helvoet op 17 juni 1850 en bereikte, via Kaap Hoorn”, op 05 oktober Valparaiso. Ging daarna naar de Chincha-eilanden om Guano te laden. Kwam aan in Callao op 08 februari 1851 en arriveerde, wederom via Kaap Hoorn, Engeland op 08 mei 1851.

 

Rotterdams Nieuwsblad van 15 januari 1855:

“ Een rapport van de heeren B.J.Martens, A. van Wijk Jurriaanse, J.J.Day, P.J. van Emmerik en D.Keus, benoemd tot deskundigen, ingediend bij de Kamer van Koophandel alhier, over het plaatsen van een vuurschip op de Banjaard.”

 

 

Datum vanaf: 1840
Kapitein: Day, Johannes Jacobus

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.P.Hueser was met vlagnummer R388 in de periode 1853 t/m 1858 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058

J.P.Hueser was in 1855 afwisselend commissaris van de Maatschappij058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1855 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij een schadevergoeding van f 100,- heeft gekregen, vermoedelijk vanwege geleden schade met zijn schip058.

In het Jaarverslag 1855 van het College staat kapitein J.P.Hueser met vlagnummer R388 in de ledenlijst als gezagvoerder maarzonder vermelding van schip en boekhouder058.

 

De schepen van de kapitein

De “Antoinette Maria”, geladen met producten, op weg van Batavia naar Bremen, onder gezag van kapitein Hueser, is op 22 maart voor de Weser gestrand en totaal verloren gegaan.078.

 

Bouma025 vermeldt J.P.Hueser als gezagvoerder gedurende:

*    1854 t/m 1855 van de bark “Antoinette Maria”, gebouwd in 1836 te Rotterdam, 510 ton o.m., varend voor L.F.de Bruyn te Rotterdam. Van Batavia naar Bremen voor de Weser gestrand. Bemanning gered;

*    1856 van de bark “Anna” resp “Anna Elisabeth” ex Marie Julie, gebouwd in 1840 te Zierikzee, 366 ton o.m., varend voor J.A.Scott & Co te Rotterdam.

      Het schip werd in 1856 als “Marie Julie” gekocht van E.Serruys te Rotterdam en herdoopt in “Anna”. In hetzelfde jaar werd het herdoopt in “Anna Elisabeth”.074.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1853
Kapitein: Hueser, J.P.

Afbeeldingen


Omschrijving: ANTOINETTA MARIA, Kapitein P. WAP (vlagnummer R162)
Collectie: Maritiem Museum Rotterdam
Vervaardiger: Spin, Jacob
Onderwerp: Zeeopname
Algemene informatie

DC 190736              Rotterdam, 15 juli. Gisteren is alhier van de werf De Naarstigheid met het beste gevolg van stapel gelaten het door de scheepsbouwmeesters de Jong, Kortelandt en Anthony gebouwde barkschip ANTOINETTA MARIA, groot circa 300 lasten, gevoerd zullende worden door kapt. H.B.C.H. Ruysch, voor rekening van de heer L.F. de Bruyn.

RC 040836              Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Batavia: Met uitmuntende inrichtingen voor passagiers, het nieuw gebouwd en gekoperd Nederlands barkschip ANTOINETTE MARIA, kapt. H.B.C.H. Ruysch, om de 25e dezer te Helvoetsluis gereed te leggen

DC 150936              Hellevoetsluis, 13 september. Gisteren namiddag zeilden in zee: ANTOINETTE MARIE, kapt. H.B.C.H. Ruijsch, naar Batavia; en zeilden naar zee: PRINSES MARIANNE, kapt. A. Plug, DANKBAARHEID AAN DE NEDERLANDSE HANDELMAATSCHAPPIJ, kapt. P. Landsberg, ’s GRAVENHAGE, kapt. D.J. Bulsing, en NIJVERHEID, kapt. T.J.J. Bouwman, allen naar Batavia, dezelven zijn over Pampus ten anker gekomen.

JC 241236               Batavia, 22 december. Heden zijn alhier aangekomen het Nederlandse schip ANTOINETTE MARIA, kapt. H.B.C.H. Ruijsch, vertrokken van Rotterdam de 12e september,

RC 110537              Volgens de Javasche Courant van de 4de tot de 7e januari lagen te Batavia ter rede (o.a.) barken JADULKARIM, SUMANAP, POLLUX, NEDERLANDER, ANTOINETTA MARIA, ANNA AUGUSTINA en ZEELUST,

RC 130637              Rotterdam, 12 juni. Te Soerabaya zijn gearriveerd de Nederlands schepen ANTOINETTA MARIA en HET SCHOON VERBOND van Batavia.

RC 290637              Rotterdam, 28 juni. Kapt. S. van Delden Az. (opm: bark JAVA’S WELVAREN), van Batavia in Texel binnen, heeft den 25 februari, in Straat Sunda bij St. Nicolaaspunt, gepraaid het schip (opm: fregat) de OCEAAN, kapt. P. Zunderdorp, van Rotterdam naar Batavia; den 3 maart even buiten Straat Sunda de schepen (opm: brikken) de NOORD, kapt. J.A. Weyerbusch, en de NIJVERHEID (opm: brik), kapt. T.J.J. Bouman, beide den 17 februari van Batavia naar Rotterdam vertrokken, en den 8 april, op de hoogte van de Algoabaai, gezien het schip (opm: bark) ANTOINETTE MARIA, kapt. H.B.C.H. Ruisch, van Passaroeang naar Rotterdam.

RC 200737              Rotterdam, 19 juli. Den 17 arriveerden te Helvoetsluis ANTOINETTA MARIA, H.B.C.H. Ruysch, NEDERWAARD, M.D. Meyer, HELENA CHRISTINA, B.J. Martens, en MARY EN HILLEGONDA, D.A. de Jong, van Batavia; DE ONDERNEMING, G.B. Flik, van Marseille.

RC 220737              Rotterdam, 21 juli. Door kapitein Ruysch, voerende het Nederlands barkschip ANTOINETTA MARIA, van Batavia in Helvoetsluis binnen, is gepraaid, den 1 dezer, op 6º N.B. 212º40’ W.L. de VROUW MARIA, kapitein Noordbeek, van Rotterdam naar Batavia; den 14 dezer gezien, op de hoogte van Goudstaart (opm: Start Point), een driemast schip, tonende de Rotterdamse nommervlag, doch hij kon haar niet onderscheiden.

RC 210937              Rotterdam, 20 september. Den 20 zeilden van Helvoetsluis NEDERWAARD, M.D. Meyer, ANTOINETTE MARIA, H.B.C.H. Ruysch, en INDIAAN, O. Kievyt, naar Batavia;

AH 241137             Schepen in lading te Amsterdam: Marseille. Het Nederlandse gezinkte kofschip ANTOINETTE MARIA, kapt. J.J. Cramer. Adres bij Van Ulphen en Ruys

RC 020138              Rotterdam, 1 januari. De schepen (opm: koffen) AKKE BOON, kapt. B.A. Potjer, van Amsterdam naar Genua, en ANTOINETTE MARIA, kapt. J.J. Cramer, van Amsterdam naar Marseille, zijn den 22 te Ramsgate wegens tegenwind binnengelopen.

JC 060138               Batavia, 4 januari. Gisteren is hier aangekomen het dito schip STAD AMSTERDAM, kapt. L. Spengler, vertrokken van Amsterdam de 5e september, het dito schip OCEAAN, kapt. P. Zunderdorp, vertrokken van Amsterdam de 25e september, het dito schip ADMIRAAL ZOUTMAN, kapt. L. Heijkoop, met een passagier, vertrokken van Rotterdam de 22e september, het dito schip JAVAAN, kapt. J.A. Witzen, met drie passagiers, vertrokken van Amsterdam de 30e september, het dito schip EENDRAGT, kapt. J.Y. van der Zweet, vertrokken van Schiedam de 21e september, en het dito schip ANTOINETTA MARIA, kapt. H.B.C.H. Ruijsch, vertrokken van Rotterdam de 20e september.

ZP230538               Gedurende de eerste week van januari (opm: 1838) zijn te Batavia de navolgende schepen gearriveerd, als: den 25 september van Amsterdam vertrokken; ANTOINETTA MARIA, kapt. Ruysch, den 20 september van Rotterdam vertrokken;

ZP 120640              Kapt. W.H. Warnsinck, voerende het schip NEPTHUNUS, de 11e dezer van Batavia in Texel gearriveerd, rapporteert de 4e juni op 45º30’NB en 15º30’WL gepraaid te hebben het schip ANTOINETTA MARIA, kapt.P. Wap, van Batavia naar Rotterdam; hetzelve had op 06ºNB door een hoos de fokkemast verloren. Hetzelve is de 11e juni na posttijd in Helvoet binnen gekomen.

JC 020141               Batavia, 2 januari. De 30e december zijn van hier vertrokken: het Nederlandse schip PRINS HENDRIK, kapt. J.G. Veening, met twee passagiers naar Amsterdam; dito schip ELIZABETH EN ANTOINETTE, kapt. D. Spreeuw, naar Soerabaija, de dito bark ANTOINETTE MARIA, kapt. J.J. Day, met enige passagiers naar dito, de dito brik DOROTHEA, kapt. Ketjiel, naar Singapore en het dito schip MARZOEK, kapt. Said Mochamat bin Oesien Atas, naar Soerabaija.

RC 210442              Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading, naar Batavia, voor goederen en passagiers, het Nederlands gekoperd barkschip NEDERLANDSE NIJVERHEID, kapt. H.G. Pott, om de 23e dezer te vertrekken en het Nederlands gekoperd barkschip ANTOINETTE MARIA, kapt. J.J. Day, om en de loop der maand mei ter vertrekken.

Adres ten kantoren van Kuyper, Van Dam & Smeer en Hudig & Blokhuyzen.

JC 240842               Batavia, 22 augustus. De 18e dezer is hier aangekomen de Nederlandse bark ANTOINETTA MARIA, kapt. J.J. Day, vertrokken van Rotterdam de 15e mei.

JC 130744               Batavia, 11 juli. De 9e dezer zijn hier aangekomen het Nederlandse schip GENERAAL LIST, kapt. G.A.Sandman, met zes passagiers, de 31e maart van Amsterdam vertrokken, en de dito bark ANTOINETTA MARIA, kapt. J.J. Day, met twee passagiers, de 29e maart van Rotterdam vertrokken.

AH 260545             Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Batavia, mede voor passagiers, waartoe het bijzonder is ingericht: Het Nederlands gekoperd snelzeilend barkschip ANTOINETTA MARIA, kapt. J.J. Day, om spoedig te vertrekken.

Adres ten kantore van Kuyper, Van Dam & Smeer en Hudig & Blokhuyzen.

DC 030246              Dordrecht, 2 februari. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn voor de maand februari bevracht de navolgende schepen: voor Amsterdam: VAN GALEN en CHERIBON, voor Rotterdam: ANTOINETTA MARIA en MARIA.

JC 250746               Batavia, 22 juli. Heden zijn hier aangekomen het Nederlandse schip ANTOINETTA MARIA, kapt. J.J. Day, met 2 passagiers, vertrokken van Rotterdam de 6e april, het idem schip CORNELIA, kapt. T.S. Deinum, vertrokken van Amsterdam de 29e maart, en het idem schip CHERIBON, kapt. J. Douwes Dekker, vertrokken van Texel de 29e maart.

AH 261047             Door de Nederlandsche Handel Maatschappij zijn bevracht geworden de navolgende 14 schepen, als: (o.a.) Voor Rotterdam: CHRISTIAAN HUYGENS, kapt. H.R. Bock; ANTOINETTE MARIA, kapt. J.J. Day; NAGASAKI, kapt. F.A. Bunnemeyer; ROTTERDAM, kapt. P. Vis.

JC 050448               Batavia, 3 april. Gisteren zijn hier aangekomen de dito bark ANTOINETTA MARIA, kapt. J.J. Day, met vier passagiers, de 14e december vertrokken van Rotterdam, en de dito bark JONGE JAN, kapt. R.A. Tange, de 15e december vertrokken van Rotterdam.

DC 020649              Door de Nederlandsche Handel Maatschappij zijn bevracht de navolgende schepen: (o.a.) Voor Rotterdam: STAD SCHIEDAM, THERESIA, IJSSEL, ERASMUS, KONING WILLEM II, MOSAMBIQUE, EENDRACHT, AMBOINA, ANTOINETTA MARIA, MARIA HILLEGONDA, KORTENAAR, KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE YACHTCLUB.

JC 171049               Batavia, 15 oktober. De 13e dezer zijn hier aangekomen het dito schip MARIA, kapt. E. Goetskoke, de 9e juli vertrokken van Amsterdam, de dito bark ANTOINETTE MARIA, kapt. J.J. Day, de 7e juli vertrokken van Rotterdam, en het dito schip DOCTRINA ET AMICITIA, kapt. T.C.H. Wijnandts, de 6e juli vertrokken van Amsterdam.

NRC 250651           Rotterdam 24 juni. Door de Nederlandsche Handel Maatschappij zijn op heden de volgende schepen bevracht: (o.a.) Voor Rotterdam: NEERLANDS KONINGIN, kapt. H.H. Kramer; ANTOINETTE MARIA, kapt. J.J. Day; KOOPHANDEL, kapt. P.L. Dupain; HONGKONG, kapt. M. van der Putte; CORNELIS WERNARD EDUARD, kapt. J.M. Kleinhouwer; JEANNETTE, kapt. F.F. Zeven; NEDERWAARD, kapt. S.A. Meijer; BORNEO, kapt. C.C. Hansen.

NRC 100452           Kaap de Goede Hoop, 3 maart. De schepen ANTOINETTE MARIA, kapt. Day, van Batavia naar Rotterdam, en ERNST MAURITZ ARNDT, kapt. Haucke, van dito naar Falmouth, zijn de eerste de 19e en de laatste de 21e fabruari in de Tafelbaai binnengelopen. Beide schepen hebben de 24e en 25e januari op 27º Z.B. en 61º O.L. hevige stormen doorgestaan en daarin zeilen verloren en andere schade bekomen. Van de ANTIONETTE MARIA heeft men een gedeelte van de lading over boord geworpen.

JC 081252               Batavia, 7 december. Alhier zijn aangekomen:De 5e december de Nederlandse schepen ANTOINETTA MARIA, kapt. J. Day, met een passagier, vertrokken van Hellevoetsluis de 17e augustus

NRC 150253           Batavia, 27 december. De aankomst van verschillende particuliere schepen, heeft tot de volgende bevrachtingen aanleiding gegeven. (o.a.) ANTOINETTE MARIA naar Rotterdam, alhier rijst tot NLG 80, te Pekalongan suiker NLG 95 en te Cheribon thee à NLG 100;

AH 241153             Jongstleden zaterdag werden te Londen voor Australie beladen:naar Melbourne en Geelong HELLEVOETSLUIS, kapt. W.I. Vos, naar Port Philip STAD AMSTERDAM, kapt. A. Stokvliet en ANTOINETTE MARIA, kapt. J.P. Hueser.

JB 160854               Batavia, 15 augustus. De 12e dezer zijn hier aangekomen de Nederlandse schepen VIER GEZUSTERS, kapt. P. Verschuur, de 28e juni vertrokken van Melbourne, en ANTOINETTA MARIA, kapt. J.P. Heuser, de 30e juni vertrokken van Port Philip.

NRC 291054           Batavia, 7 september. De volgende Nederlandse schepen werden sedert ons vorige bericht gecharterd: de ZES GEZUSTERS naar de Golf van Perzië en terug voor NLG 36.000, de VIER GEBROEDERS naar Rotterdam à NLG 80 voor suiker en NLG 68,50 voor rijst, hier en te Samarang (opm: Semarang) te laden, de VIER GEZUSTERS en ANTOINETTA MARIA naar het Kanaal à GBP 3.5 voor rijst en GBP 5.10 voor suiker, de laatste moet nog repareren en vangen de ligdagen (opm: begin van overeengekomen laadtijd) eerst de 8e oktober aan. Ten slotte de SNELHEID naar Melbourne en Sydney à GBP 4/15 voor suiker in zakken.

 

 

Akten

ARCHIEF Nat.Archief-Den Haag archiefnummer Rott.3.03.56.65.333 Foto DVD IV – 079-081 _________________________________________________
Bijlbrief
Naam schip: ANTOINETTA MARIA

Plaats en datum acte bijlbrief, Rotterdam, 20 juli 1836

Soort schip bark

Bouwwerf / verkoper Johannes de Jong, namens zijn firma De Jong, Kortelandt & Anthony, scheepsbouwmeesters op hun werf De Naarstigheid, in de Houtlaan te Rotterdam

Gevoerd door kapt. Hendrik Balthazar Constantijn Helvetius Ruysch

Eigenaar / aankoper Leonardus Franciscus de Bruijn, zeehandelaar en wijnkoper te Rotterdam

Te voeren door kapt.

Groot volgens meetbrief 271 lasten

Tuigage en aantal dekken

Afmetingen lang 34,90 m., breed 6,22 m., hol 5,32 m.

Kiellegging 22 juli 1835

Tewaterlating 14 juli 1836, geheel volbouwd

Plaats en datum van registratie Rotterdam, 21 juli 1836

Nummer van registratie deel 5, folio 156, verso, vak 5 en 6.

Notaris Dammes Ledeboer, vrederechter te Rotterdam

Prijs (bij aan-/verkoop vermeld)

Bijzonderheden









Researcher/datum research ML/080407

Naam ANTOINETTA MARIA
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1836
Toegang 3.03.56
Inventaris 65

Bronnen

Jaar: 0000
Bron: NA-Den Haag
Omschrijving: BIJLBRIEF: ARCHIEF Nat.Archief-Den Haag / archiefnummer Rott.3.03.56.65.333

Jaar: 0000
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: AH = Algemeen Handelsblad
DC = Dordrechtsche Courant
JB = Java Bode
JC = Javasche Courant
NRC = Nieuwe Rotterdamsche Courant
PGC = ProvincialeGroninger Courant
RC = Rotterdamsche Courant
ZP = Zeeuwsche Post
(www.delpher.nl)
Documentatie Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders (SKHV), w.o. collectie Hoedemaker/Smit/Suyk