Familiegegevens en opleiding
Jan Ydses van der Zweep werd geboren/gedoopt te Lemmer op 10/21 februari 1790 als zoon van Yde Jansz van der Zweep en Jo(h)anna Klüger.
Hij trouwde in 1821 te Antwerpen met Antje de Boer (datum en plaats onzeker), geboren/gedoopt op Oost-Vlieland op 05 januari/08 feburari 1801 als dochter van Thomas Cornelis de Boer en Tietje Tortel. Uit dit huwelijk werden drie kinderen geboren.
Na het overlijden van Antje trouwde hij voor de 2de maal op 01 september 1831 te Middelburg met Dieuwertje/Dieuwke de Boer, geboren/gedoopt op 23/25 december 1802 te Vlieland en de zuster van zijn eerste vrouw. Uit dit huwelijk werd een zoon geboren. Zij overleed op 05 november 1832, 30 jaar.
Daarna had Jan een relatie met Wilhelmina Abels, geboren op 17 juli 1815 te Zierikzee als dochter van Willem Abels en Neeltje van der Ende. Uit deze verbintenis werd een dochter geboren, die door beide ouders werd erkeend.
Jan Ydesz overleed te Antwerpen op 25 juli 1851.
Er zijn portretten van Jan Ydesz van der Zweep en Antje de Boer
Gegevens van Ch. van der Zweep te Diepenheim, zomer 1999 en aan Tresoar en www.allezeeuwengezocht.nl
In “Reizen rond Kaap Hoorn onder Nederlandse vlag. Overzicht vanaf de ontdekking in 1616 tot het einde van de Nederlandse grote zeilvaart in 1911”. door H.Hazelhoff Roelfzema. Uitgave Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarder, 2010, 88 pp plus Bijlage met een Chronologisch Register van Reizen van 1616 tot 1911,
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.Y van der Sweep was met vlagnummer 4 in de periode 1828-1830 lid van het Antwerpse zeemanscollege “Tot Nut der Zeevaart”
J.Y van der Zweep (met als adres M. van Arp & Zn) werd met vlagnummer 253 op 25 maart 1828 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” op voordracht van J.K. de Vries. Als zijn schip is vermeld de “Eendracht”. Toegevoegd is “bedankt”002.
Jan Ydes van der Zweep werd in de Algemene Vergaderingen van Zeemanshoop van 18/25 maart 1828 voorgesteld/benoemd tot effectief lid met vlagnummer 253. Hij was 38 jaar, woonde te Antwerpen met als adres J.Daniels & Zn&Arbman te Amsterdam en als zijn schip wordt vermeld het fregat “Java”023
Jan Ydses van der Zweep werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds per 03 februari 1829. Hij bedankte in 1846003
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 januari 1830 wordt besloten een aantal leden aan te schrijven met het verzoek de verschuldigde financiën te voldoen, waaronder J.Y van der Zweep.042
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 23 februari 1832 staat de volgende melding:
“Bij Hoofdelijke omvrage verzoekt de President Penningmeester of de Heeren Effectieve Leden
A.van den Abeele J.J.Lausen Fr.P.Hoed
N.Hensken O.Olferts J.A.Zeylinga
J.B.Frerichs P.J.Spilliard J.Tholen
P.Bostijn P.Rolff F.A.Bunnemeijer
J.Boelen Jz J.E.Beckman O.R.Engelman
J.Stoffers J.Hartwijk J.G.Bart
H.H.Zeijlstra J.Y v.d.Zweep W.H.Boon
hebbende hunne contributie nog niet voldaan daartoe volgens de Wet door het Bestuur zoude worden aangemaand.”042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 juni 1834 staat een lijst van kapiteins die gedurende een bepaalde periode hun contributie niet hebben voldaan. Daarbij is J.IJ.van der Zweeep, vlagnummer 253, “sedert 3 Jaar” 042
De schepen van de kapitein
De Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart van 1830 bevat in de ledenlijst van het Antwerpse zeemanscollege de vermelding van J.Y van der Zweep met vlagnummer 4.
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam
vlag periode type scheepsnaam reder/boekhouder
253 1828 fregat Java de Cock, Frères te Gent (sic)
1829-1831 fregat Java Boekhouders te Antwerpen
1832-1835 fregat Java geen opgave
157 1836-1838 fregat Eendragt Scheepsreederij te Schiedam
1839-1845 geen vermelding van schip en boekhouder
Jan Ydesz was koopvaardijkapitein op de volgende schepen:
* 12 november 1822 “Hortense” van Batavia naar Antwerpen
* 1829-1836 fregat “Java”
* 1835-1836 “Eliza”, van Suriname naar Antwerpen
* 1837-1839 fregat “Eendragt”
Gegevens van Ch. van der Zweep te Diepenheim, zomer 1999
Van Sluijs013 vermeldt het schip “Amazone”, varend in 1825-1827 vanuit Antwerpen onder kapitein J.van der Zwiep. En J.Y van der Zweep van 1829 t/m 1836 als gezagvoerder van het fregat “Java”, c. 600 ton o.m., gebouwd in 1828 te Antwerpen door Le Carpentier met als reders N.& J. de Cock Frères te Antwerpen van 1829 t/m 1832 en in 1832 dezelfde reder maar nu te Rotterdam. Er wordt verwezen naar het Handelsblad van 06 maart 1832.
Jan Ydes van der Zweep is, vermoedelijk in Antwerpen, opgeklommen als zeeman en voerde in 1828 het commando over de Java, het grootste schip van de rederij N.J. de Cock. Net als Douwe Hendriks de Boer, verhuisde van der Zweep met ijn rederij naar Rotterdam, die van naam veranderde tot De Maleijer. “In totaal maakte hij op de Java vier retourreizen naar Oost Indië, terwijl het schip in 1829 bovendien voor de jaarlijkse expeditie naar Japan opgenomen was.”
Van der Zweep kwam daarna bij de Schiedamsche Scheepsreederij en werd kapitein van de Eendragt maar dit bleek van de rederij een ongelukkige keus. “Reeds voor het vertrek voor de eerste reis van Hellevoetsluis in 1837 besloot de eerste stuurman, dat met van der Zweep geen land te bezeilen was en verliet het schip.. Zoals het vervolg van de reis zou leren waren zijn klachten niet ongegrond geweest. Kort na het uitzeilen van Pasuruan, waar de Eendragt volgeladen was, weigerde het grootste deel van de bemanning alle verdere dienst. Van der Zweep kon niet anders doen dan buigen voor de werkstaking en zeilde terug naar Surabaja. Toen hij het schip wilde verzeilen naar Batavia begon de muiterij opnieuw, waarop hij alle weigeraars op het wachtschip van de marine in de boeien liet slaan. Dat het niet zo maar willekeurige klachten over van der Zweep’s chronische dronkenschap betrof, bleek uit het feit, dat zowel de eerste als de tweede stuurman tot de muiters behoorden! De derde stuurman, de Schiedammer D. van Leeuwen, bleef aanvankelijk aan boord, vermoedelijk omdat hij familie van enkele aandeelhouders van het schip was en zich medeverantwoordelijk voor de bewaking voelde. Zodra er een nieuwe bemanning was aangenomen, ging hij ook over op een ander schip. de Amsterdamse Schoon Verbond. De marine-officieren, die de muiterij onderzochten, erkenden volledig de juistheid van de beschuldiging van de weigeraars, en van der Zweep was gedwongen naar een andere bemanning uit te kijken. Daar hij zelf niets onmiddellijk strafbaars had verricht, kon hij niet afgezet worden, maar dit betekende slechts uitstel, geen afstel. Toen de Eeendragt in Holland was teruggekeerd, kon ook een presentje van “60 stuks kroonen annanassen en twee pompelmoesen”aan Loopuyt hem niet redden. Hij werd op staande voet ontslagen en heeft daarna niet meer gevaren”039
Driemastschip “AMAZONE”, kapitein Jan Ydesz van der Zweep (voer vanaf 1819 als gezagvoerder en had in 1820 al een reis naar Rio gemaakt), is op 6 maart 1826 in Valparaiso aangekomen uit Antwerpen. Had sloepen verloren. Was 10 oktober in Arica, nog wachtend op betalingen. Komt ook in Callao. Op 19 mei 1827 terug in Antwerpen (laatste haven Rio) met kinine, tin en zilver. Twee rondingen (rond Kaap Hoorn), resp O/W en W/O.100a
Bouma025 vermeldt J.Y van der Zweep als gezagvoerder gedurende:
* 1833 t/m 1835 van het 3-mastschip “Java”, gebouwd in 1828, bouwlocatie niet vermeld, 560 ton o.m., varend voor N.J. de Cock te Rotterdam;
* 1837 t/m 1838 van het fregat “Eendragt”, gebouwd in 1837 te Schiedam, 793 ton o.m., varend voor de Scheepsreederij in Schiedam.
Overige bijzonderheden
Ontleend aan:
“Reizen rond Kaap Hoorn onder Nederlandse vlag. Overzicht vanaf de ontdekking in 1616 tot het einde van de Nederlandse grote zeilvaart in 1911”. door H.Hazelhoff Roelfzema. Uitgave Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarder, 2010, 88 pp plus Bijlage met een Chronologisch Register van Reizen van 1616 tot 1911.121
p.48-49: “Een brik onder twee vlaggen 1830-1835. Flora”.”
In het Antwerpsch Nieuwsblad van 28 februari 1832 staat:
“Voorleden zaterdag zijn vertrokken met ballast, twee Oost-Indisch-vaerders, in deze haven gebouwd, genaemd de STAD GENT van 1100 tonnen en de JAVA van 900. Deze schepen behoorende aan het huys N.J. de Cock, gingen naar Rotterdam, alwaer gemeld huys zich sedert de omwenteling heeft gevestigd”.
In hetzelfde blad dd 17 maart staat:
“De (Vlaamse) matroozen van de oost-indisch-vaerders de Stad Gent en Java welke hier (in Antwerpen) zyn teruggekomen, zyn ten getale van dertien.
Indien men een dagblad dezer stad wil geloven, zouden de twee hollandsche kapiteynen die matroozen onder schoone beloften in dienst hebben genomen, alleenlyk om de schepen den stroom te doen afzakken en met beloften van hun niet af te danken, gelyk zy vreesden. Maer nauwelyks waren zy onder de (Nederlandse) kanonneer-booten (die zich van Antwerpen naar Lillo en Vlissingen hadden teruggetrokken) , of Versluys en van der Zweep, de twee kapiteynen, niets van de Belgen meer vreezende, begonnen de matroozen beestagtig te beschimpen; in het gezigt van Vlissingen wierd de belgische vlag door die twee lafaards afgescheurd en door de hollandscche vervangen. Na acht dagen te Vlissingen te hebben doorgebragt, onder geduerig vloeken van Versluys, wierden zy schielijk afgedankt en door de policie buyten de stad gebragt, zonder eene duyt voor reyskosten of arbeyd te hebben ontvangen …”
Rotterdamsche Courant 25 maart 1819
“Rotterdam, 24 maart. Te Vlissingen zijn onder anderen gearriveerd de schepen de MARIA, J.IJ. van der Zweep, van Rio-Janeiro …”
Rotterdamsche Courant 25 maart 1819114
Rotterdam, 24 maart. Te Vlissingen zijn onder anderen gearriveerd de schepen de MARIA, J.IJ. van der Zweep, van Rio-Janeiro; COROMANDEL, W. Daij, en LEO, C. Liblij, van Batavia, en te Veere de schepen de DAGERAAD, J.J. Boon, van Bordeaux naar Rotterdam, en ZELDENRUST, G.J. Kleun, van Bayonne naar Antwerpen.
Dordrechtsche Courant 08 januari 1820114
Vlissingen, 4 januari. …..
…..Gisteren is naar zee gezeild de MARIA, kapt. J.Y. van der Zweep, van Ostende naar Brazilië, met tarwe, ligt ter rede van Rammekens……
Rotterdamsche Courant 03 maart 1821114
Rotterdam, …...Voorts tot heden de Schelde af en naar zee gezeild VERHILDERSUM, J.C. Visser, de ZEELUST, J. Lissnijder, JOHANNES VAN LETTE, H.J. Spans, LOUISE, D. Guijt, NEPTUNES, H.S. Leedig en de JONGE JAN, J. Petit, naar Londen; de HARMONIE, B.J. Wijgers, naar Noirmoutier; AURORA, S.J. Brouwer, en THERESIA, J.H. Arends, naar Liverpool; VENTROSE, J. ALLE, naar Charlestown; DELPHINE, C.D. Ludwigse, naar Napels; JEANNETTE JOSEPHINE, J. van Haverbeeke, naar Port-au-Prince; le VOLTIGEUR, W. de Ruijter, naar Rio-Janeiro; HORTENSE, J. van der Sweep, naar Havana; de DAME COLLETTE, C. Nierijnk, naar Cette (opm: Sète); WILHELMINA LAURENTIA, J.J. Swart, naar Oleron, en GEORGINE, N.E. Siemsen, naar Lissabon.
Havenregister Stadsarchief van Antwerpen 26 juli 1821114
aangek. Antwerpen uit Havana (J.Y. van der Zweep)
Havenregister Stadsarchief van Antwerpen 28 september 1821114
Uit dok Antwerpen vertrokken naar ? HORTENSE (J.Y. van der Zweep)
Rotterdamsche Courant 28 februari 1822114
Amsterdam, 26 februari. Te Havana is gearriveerd J.Y. van der Zweep (opm: driemaster HORTENSIE, varend voorde Cock te Gent), van Antwerpen.
Havenregister Stadsarchief van Antwerpen 03 maart 1822114
Aangek. Antwerpen uit Havana HORTENSE (J.Y. van der Zweep)
Rotterdamsche Courant 05 maart 1822114
Rotterdam, 4 maart. Den 28 februari, in de vroege morgen, is ter rede van Vlissingen en vervolgens in de haven binnengekomen de Engelse sloep the GOOD INTENT, Th. Button, komende van Plymouth, met zich brengende de tweede stuurman W. Poort, met nog 14 man, zijnde de rest van de equipagie van het verongelukte Oost-Indische schip JOHANNA ELISABETH, J. Lucas (opm: fregat ELISABETH JOHANNA, kapt. Willem Lucas), van Batavia, hetwelk onlangs op de hoogte van Port-IJsak (opm: Port Isaac) is verongelukt.
Ook is aldaar ter rede gekomen het schip HORTENSE, J.IJ. van der Zweep (opm: Jan Ydesz van der Zweep, thuishaven Gent), van de Havana naar Antwerpen gedestineerd; hetzelve is onder een provisionele quarantaine gelegd.
Rotterdamsche Courant 09 maart 1822114
…..Van den 2 tot den 5 dezer zijn, voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen PHILOTAXE (opm: brik, thuishaven Antwerpen), J. Corran, van Rio-Janeiro; de VROUW ANNA, P. de Heer, van Kadix (opm: Cadiz), moet quarantaine houden.
Den 4 dezer is van quarantaine ontslagen en naar Antwerpen opgezeild HORTENCE, J.IJ. van der Zweep, van Havana.
Havenregister Stadsarchief van Antwerpe 12 april 1822114
uit dok Antwerpen vertrokken naar ? (J.Y. van der Zweep)
Rotterdamsche Courant 04 mei 1822114
Rotterdam, 3 mei. Van Vlissingen meldt men den 30 april:….
…en van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild de schepen BROEDERLIEFDE, H.J. Carst, naar de Oostzee; THEODORE, S. Martin, naar Petersburg; HORTENSE, J.IJ. van der Sweep (opm: brik, thuishaven Gent, kapt. Jan Ydesz van der Zweep), naar Batavia; WEMELINA KRANENBURG, J.J. Prange, de NIEUWE ONDERNEMING, K.L. Domine, en de VROUW MARIA, Z.K. Schutt (opm: S.K. Schut), naar Liverpool; de JUFVROUW TITSIA, L.J. Besseling, naar Engeland, en PARADIJS, J.W. Poel, naar Lissabon.
Dordrechtsche Courant 12 april 1823114
Vlissingen, 5 april. Sedert den 1 dezer is, voor Antwerpen bestemd, op onze rede aangekomen (o.m.) HORTENCE (opm: fregat HORTENSE, thuishaven Gent), kapt. J. van der Zweep, van Batavia, met koffie en suiker.
Havenregister Stadsarchief van Antwerpe 08 mei 1823114
HORTENSE uit dok Antwerpen vertrokken naar ?
Dordrechtsche Courant 10 juni 1823114
Vlissingen, 20 mei. Den 18 en 19 dezer zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild (o.m.) HORTENCE, kapt. J.Y. van der Zweep (opm: fregat HORTENSE, thuishaven Gent, kapt. Jan Ydesz van der Zweep), naar Rio Janeiro.
Amsterdamsche Courant 05 oktober 1825114
Te Mauritius aangekomen, den 4 juni: HORTENSE (opm: fregat, thuishaven Gent), kapt. J.Y. van der Zweep, van Antwerpen.
Havenregister Stadsarchief van Antwerpen 000028
HORTENSE naar Rio de Janeiro
Rotterdamsche Courant 29 juli 1837
Rotterdam, 28 juli. Heden werd op de scheepstimmerwerf de Nijverheid, gelegen aan de Maas te Schiedam, met het beste gevolg te water gelaten het door de scheepsbouw-meesters Gebrs. Gips aldaar gebouwde barkschip EENDRAGT, groot 500 lasten, gevoerd bij kapt. J.IJ. van der Zweep, en onmiddellijk daarna de kiel gelegd voor een fregatschip van gelijke grootte, genaamd WILLEM DE EERSTE, waarover kapt. H. Poppen het bevel zal voeren, beide voor rekening van de aldaar gevestigde Rederij.
ZP 29 augustus 1838 – 170
Aangaande het schip (opm: bark) de EENDRAGT, kapt. J.Y. van der Zweep, van Batavia naar Rotterdam, den 10 april te Sourabaija aangekomen, wordt van Batavia in dato 30 april gemeld, dat tussen de equipage en de kapitein onenigheid gerezen zijnde, laatstgemelde de hulp van het te Sourabaija liggend wachtschip had ingeroepen, ten gevolge waarvan 18 man, waaronder de eerste en tweede stuurman, de boots- en timmerman in verzekerde bewaring waren genomen, ten einde deze zaak, die aan de beslissing der Raad van Justitie is onderworpen, nader te onderzoeken. (opm: zie volgend bericht)
Zeepost 30 augustus 1838 – 171
Het schip de EENDRAGT, kapt. van der Zweep – zie nommer 170 – is, na te Sourabaija voor zo veel nodig van andere manschappen tot de equipage voorzien te zijn geworden, volgens brief van Batavia in dato 15 mei, na een oponthoud van vier maanden en twaalf dagen, van daar naar Rotterdam vertrokken.
“J.Y van der Zweep maakte … met de HORTENSE (reder N.J. de Cock, Gent), volgens een advertentie in de “Journal Commerce d’Anvers” van 2 jan. 1824, een reis naar Rio de Janeiro en vertrekt eind januari 1824 uit Antwerpen, - wanneer hij weer in Antwerpen terugkomt weet ik nog niet, dat moet ik te zijner tijd in Antwerpen gaan uitzoeken-, vervolgens vertrekt hij volgens de Journal d’Anvers op 11 april 1827 met de FANNY, eveneens van De Cock, uit Antwerpen naar Montevideo. De reis met de AMAZONE past hier m.i. aardig tussen, nader onderzoek naar vertrek- en aankomstdata zal dit echter moeten uitwijzen.
Toch blijft er nog enige twijfel. Met het Vlaamse contact …, de heer L.van Coolput te Ninove … heb ik inmiddels een uitvoerige briefwisseling gehad … Daarbij is gebleken dat er nog een kapitein J. of F. van der Sweep heeft bestaan. Deze voer als kapitein op de STAD ANTWERPEN 1829/1830, de HIRONDELLE 1834 en op de ELISA 1835 en 1838, het jaar waarin hij 38 jaar oud overleed. Hij zou op zijn 25ste het commando op de AMAZONE gehad kunnen hebben, wel jong, maar uitgesloten is het niet. Ik hoop over de voornaam en de afstamming van deze Van der Sweep binnenkort meer gegevens te krijgen, volgens mij is hij geen familie. Onderzoek naar zijn reizen tussen 1825 en 1827 zal de oplossing moeten brengen”.
Gegevens van Ch. van der Zweep te Diepenheim, mei 2005
Per 15 oktober 1825 werd Joannes Michael de Winter vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam als lichtmatroos geplaatst op de “Amazone” voor een reis vanuit Antwerpen naar Lima (vermeld is van der Zwiep, maar dat moet een verschrijving zijn). Hij kwam op 30 mei 1827 terug op school van deze reis maar zonder de zg. “attestatie”.(d.i. het gunstige getuigschrift). Volgens N.J. de Cock te Antwerpen (de reder) “… was de reden daarvan meerendeels aan de Captn te wijten …”.
Familiegegevens en opleiding
Hendrik Fredrik Gieseke werd vlg.doopceel nr.1560 gedoopt te Amsterdam op 08 maart 1812. Hij was de gereformeerde zoon van Christiaan Fredrik Gieseke, luthers, uit Amsterdam, en Petronella Strik, gereformeerd, uit Amsterdam. Ten tijde van de inschrijving van Hendrik aan de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam op 13 juni 1825 waren zijn ouders woonachtig in Den Haag en zijn vader "geemployeerd bij het Ministerie van Oorlog". Hendrik was 13¼ jaar, 1 el-43 duim lang en gevaccineerd. Per 01 oktober 1825 werden 3-maandelijkse rapporten over zijn vorderingen bijgehouden en tevens de volgende bijzonderheden vermeld:
07 augustus 1826 "bekomt een Prijs in de Rekenkunde Campbell reizen om de Waereld".
06 augustus 1827 "bekomt een Prijs in de 2de kl. Zeevaartkunde Heeren Staatsgesteldheid van Europa"
27 september 1827 "als Ledemaat aangenomen bij Ds Weiland".
13 juli 1828 "geplt als ligtmatroos op het schip Helena Christina kapt.B.J.Martens (=Broder Johannes Martens) naar Batavia a ¦12".
04 mei 1829 "terug van de reis met zeer goede attestatie".
24 juni 1829 "geplt als ligtmatroos op het schip Helena Christina kapt.B.J.Martens naar Batavia voor Rotterdam".
26 april 1830 "terug van de reis met zeer goede attestatie".
28 april 1830 "honorabel ontslagen"004(532/1560).
Javasche Courant 22 februari 1840
“Heden overleed aan de gevolgen eener hevige longteering, de Heer H.F.Gieseke,gezagvoerder van het barkschip Eendragt, in den jeugdigen ouderdom van nog slechts 27 jaren en 11 maanden. Crediteuren en debiteuren worden verzocht binnen den tijd van drie maanden aangifte of betaling te doen aan de
De executeuren testamentair
-
SUERMONDT, te Batavia
H.A.TROMP Sourabaija
-
WESTENBRINK MEIJER Sourabaija”
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.F.Gieseke (adres J.Bondix) werd met nr.385 lid van Zeemanshoop per 22 augustus 1837 op voorspraak van P.Kraaij. Zijn schip was "De Eendragt"002.
In de Algemene Vergaderingen van 15/22 augustus 1837 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Hendrik Fredrik Gieseke, oud 25 jaar, voerend het fregat “Macassar”, afkomstig uit Rotterdam, met adres J.Bondix te Amsterdam, op voordracht van P.Kraaij023
H.F.Gieseke was met vlagnummer R53 in de periode 1837 t/m 1840 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop in Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
385 1837 fregat Macasser J.B.Donnet&Co te Rotterdam
1838-1839 fregat Eendragt Reederij te Schiedam
Bouma025 vermeldt H.F.Gieseke als gezagvoerder gedurende:
* 1838 van het 3-mastschip “Macassar”, gebouwd in 1830, bouwlocatie niet vermeld, 640 ton o.m., varend voor J.B.Donet & Co te Rotterdam;
* 1839 t/m 1840 van het fregat “Eendragt”, gebouwd in 1837 te Schiedam, 793 ton o.m., varend voor de Scheepsreederij te Schiedam.
Overige bijzonderheden
De slechts 26-jarige J(sic).F.Gieseke was in 1838 de opvolger van van der Zweep op de Eendragt, eveneens bij de Schiedamsche Scheepsreederij. Hij had toen al een retourreis als kapitein achter de rug, nl als gezagvoerder van de Rotterdammer de Macassar, als opvolger van Hendrik Poppen. Gieseke stierf op de terugreis van Batavia
"Gieseke schijnt reeds voor de aanvang van zijn loopbaan ter zee naar Rotterdam verhuisd te zijn; zijn naam komt niet voor op enige Amsterdamse monsterrol, terwijl hij in 1831/1832 als derde stuurman op de Helena Christina van Suermondt voer. Gieseke's carrière is de voorspoedigste mij bekend en zijn uitzonderlijke talenten krijgen bijzonder reliëf, indien men beschouwt, dat zijn opperstuurman op de Helena Christina. J.M.Lunsen, pas in 1840 zijn eerste commando verwierf, op de Groot Roelants & Co's kleine schoenerbrik De Jonge Jan".039.
Familiegegevens en opleiding
Marinus Korteland werd geboren op 10 december 1804 te Rotterdam als zoon van de Nederlands Hervormde Kornelis Korteland en Lena van der Velden. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Houttuin Wijk 11 nr.195.
Hij trouwde op 03 september 1828 te Rotterdam met Magdalena Cornelia Jorissen, gedoopt 26 mei 1805 te Rotterdam als dochter van de Rooms Katholieke Petrus Antonius Jorissen en Maria Meerman.
Hij overleed te Rotterdam aan de Schielandsche Zeedijk Wijk 15 nr.674 op 24 december 1854005.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
M.Korteland was met vlagnummer R53 in de periode 1840 t/m 1854 effectief lid van het Rotterdams zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de Jaarverslagen 1855, 1858 en 1858 van de Maatschappij (Maritiem Musum, Rotterdam) staat vermeld dat zijn weduwe een jaarlijkse uitkering kreeg van f 150,-058.
De schepen van de kapitein
Martinus Korteland werd in 1849 gezagvoerder van de Sooloo. Hij was eerder stuurman op de Eendragt (en na Gieseke's dood in 1840 tijdelijk kapitein) en gezagvoerder op De Groot Roelants & Co's Mercator039.
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein M.Korteland met vlagnummer R53 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849, 1851 op de bark “Soolo 354 last varend voor de Groot, Roelants & Co te Schiedam
Bouma025 vermeldt M.Korteland als gezagvoerder gedurende:
* 1842 t/m 1848 op de bark “Mercator”, gebouwd in 1840 te Schiedam, 450 ton o.m., varend voor de Groot Roelants & Co te Schiedam;
* 1849 t/m 1854 op de bark “Sooloo”, gebouwd in 1843 te Schiedam, 660 ton o.m., varend voor de Groot Roelant te Schiedam.
Overige bijzonderheden
Op 27 december 1852 werd Hendrik Pieter Kluit vanuit de Amsterdamse kweekschool voor de Zeevaart als scheepsjongen geplaatst op de "Soolo" onder kapitein Korteland. De reis ging van Schiedam naar Australië en keerde in Nederland terug op 27 februari 1854004-533/2232.
De bark "Sooloo" stond onder gezag van kapitein M.Korteland van 1849-1855025.
M.Kortland (sic) verzorgde per 24 januari 1853 vanuit Hellevoetsluis met de “Soolo” een troepentransport van 5 officieren en 100 manschappen naar Nederlands Oost-Indië. Hij arriveerde te Batavia op 28 april 1853 na 94 dagen065.
Familiegegevens en opleiding
Hermannus werd geboren te Borgercompanie en gedoopt op 06 december 1800 te Kleinemeer zoon van de timmerman Henricus Jans Deuling en Anna Herms Huisman.
Hrmannus trouwde op 05 juli 1836 te Veendam als zeeman met de landgebruikster Anna Harmannus Heeres, geboren te Sappemeer en gedoopt op 14 september 1782 te Kleinemeer als dochter van de touwslager Harmannus Niclaas Heeres en Margarita Jans. Anna was de weduwe van Jan Johannes Kardas en later de zeeman Geert Jans Hooiman.
Antje Harmannus Heeres overleed op 07 oktober 1861 te Oosterdiep, gem. Veendam, 79 jaar, weduwe.
Harm Hendrik Deuling overleed op 04 oktober 1854 te Delfshaven, 53 jaar.
In Burgerlijke Stand akten in de provincie Groningen wordt Hermannus vermeld als zeeman in 1836.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.H.Deuling was met vlagnummer R67 in de periode 1839 t/m 1851 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
H.H.Deuling was effectief lid van het Veendammer zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart met vlagnummer L8 resp 179 in de periode 1852 t/m 1853.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1851 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat dat hij voor het lidmaatschap heeft bedankt.058
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van het College staat dat kapitein H.H.Deuling met vlagnummer R67 als gezagvoerder in de ledenlijsten voorkomt in058:
* 1849 van het fregat “IJssel” 311 last varend voor Minderop & van Heel te Rotterdam
H.H.Deuling was in 1840 gezagvoerder van de "Mercator" (350 last), op 13 augustus 1840 te water gelaten op de werf "de Nijverheid" van Cornelis Gips & Zn te Schiedam voor rederij de Groot Roelants & Co 027.
H.H.Deuling was vanaf 1841 gezagvoerder van de Eendragt. Zijn rederij was de Schiedamsche Scheepsreederij. Hij maakte in 1831 als tweede stuurman een reis naar Japan op De Jonge Jan van rederij Cornelis Smit te Allasserdam. In 1838 was hij de eerste kapitein van de Proteus van rederij De Groot Roelants & Co.039.
Bouma025 vermeldt H.H.Deuling als gezagvoerder gedurende:
* 1838 t/m 1841 op de bark “Protheus”, gebouwd in 1838 te Schiedam, 343 ton o.m., varend voor de Groot Roelants & Co te Schiedam;
* 1840 t/m 1841 op de bark “Mercator”, gebouwd in 1840 te Schiedam, 450 ton o.m., varend voor de Groot Roelants & Co te Schiedam;
* 1842 t/m 1847 op het 3mastschip “Eendragt”, gebouwd in 1837 te Schiedam, 793 ton o.m., varend voor Scheepsreederij Schiedam;
* 1849 van de bark “Macao”, gebouwd in 1848 te Capelle aan de IJssel, 381 ton o.m., varend voor W.C. Versluys te Rotterdam;
* 1849 t/m 1850 van het 3-mastschip “Yssel”, gebouwd in 1841, vermoedelijk in Capelle aan de IJssel, 549 ton o.m., varend voor Versluys & Co te Rotterdam.
In een Almanak voor Zeevarenden, vermoedelijk uitgegeven door het Groninger zeemanscollege “Eendragt” staat in de ledenlijst van het Veendammer eemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart kepitein H.H.Deuling met vlagnummer L8 als gezagvoerder van “de IJssel”.
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
03 maart 1820, geen scheepsnaam en type vermeld, schipper Harm Jans Nagel, kok Harm Hendriks Deuling.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Matthias van Velthoven werd gedoopt te Rotterdam op 25 maart 1799 als zoon van de Rooms Katholieke “bedienaar der begrafenissen” Theodorus van Velthoven en Helena Kitsen
Hij trouwde op 02 juli 1834 te Rotterdam als kapitein ter koopvaardij met Maria Joanna Wessels, geboren te Rotterdam op 09 oktober 1810 als dochter van de wagenmaker Everardus Wessels en Joanna Buderman. Maria Joanna overleed op 09 december 1851 te Schiedam. De overlijdensadvertentie vermeldt als echtgenoot M. van Velthoven, gezagvoerdr van de Nederlandse bark “Eendracht” op terugreis van Neerlandsch Indien
Hij huwde voor de tweede maal op 14 januari 1857 te Rotterdam met Suzanna MariaBöeseken, geboren te Ede/ Lunteren op 21 maart 1821 als dochter van de onderwijzer Hendrik Mijnoldus Böeseken en Jakoba Johanna Peltenburg
Een advertenie in de annoncecollectie van het Centraal Bureau voor Genealogie vermeldt:
“VAN VELTHOVEN en FAMIlLIE brengen bij Vertrek naar JAVA aan Familie en Vrienden een laatst en hartelijk vaarwel toe.
Brouwershaven 10 October 1861 M. VAN VELTHOVEN
In dezelfde collectie is de volgende advertentie:
“Den 23sten Januarij 1866 overleed te CHERIBON, eiland Java, Suzanna Maria Böeseken, echtgenoot van den Heer M van VELTHOVEN, in den ouderdom van bijna 45 jaren, diep betreurd door hare betrekkingen en hare moeder.
AMSTERDAM 9 Maart 1866 Wed. BÖESEKEN geb. PELTENBURG
Strekkende deze tot eenige kennisgeving aan familie en vrienden.”
http://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/SuzannaBoeseken geeft uitgebreide informatie over haar activiteit als romanschrijfster en dichteres. Zij verwierf vooral in protestantse kring faam als schrijfster.
Matthias van Velthoven zou zijn overleden op 05 aprilo 1871 te Wonosobo, Java. Wonosobo ligt op Midden Java ten NW van Djokjakarta
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
M.van Velthoven werd met vlagnummer 391 per 12 augustus 1834 effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein S.van Delden. Als zijn schip is genoemd “De Maas” 002.
In de Algemene Vergaderingen van het college Zeemanshoop van 05/12 augustus 1834 is voorgedragen/benoemd tot effectief lid Matthias van Velthoven, oud 35 jaar, voerend de bark “Maas”, wonende te Rotterdam en met adres de heren M. van Arp & Co te Amsterdam op voordracht van kapitein S. van Delden. Het vlagnummer is niet vermeld maar uit de volgorde van aanmelding blijkt dat dit 391 is geweest023.
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 21 november 1837
-
van Velthoven was effectief lid van Zeemanshoop met vlagnummer 391 van 1834 t/m 1836, met vlagnummer 278 van 1836 t/m 1854 en met vlagnummer 87 van 1854 t/m 1871
-
van Velthoven was met vlagnummer R118 in de periode 1833 t/m 1862 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
Hij was permanent commissaris van de Maatschappij van 1841-1842058.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
391 1834-1835 fregat de Maas A.van Hoboken & Zn te Rotterdam
278 1836-1838 fregat de Maas Kuyper,van Dam & Smeer te Rotterdam
1839-1840 bark Jacatra M.P.Ketelaar te Rotterdam
1841 geen vermelding van schip en boekhouder
1842-1844 bark Elizabeth en Johanna Smith & Co te Rotterdam
1845 geen vermelding van schip en boekhouder
1846 bark Prins Veldmaarschalk De Groot Roelands & Co te Schiedam
1848-1853 fregat De Eendragt J.Loopuit te Schiedam
87 1854-1860 bark Herman N.A.Koning te Rotterdam
1861-1871 geen vermelding van schip en boekhouder
In de Jaarverslagen van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein M. van Velthoven met vlagnummer R118 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849, 1851 van de bark “Eendracht” 420 last varend voor de Groot, Roelants & Co te Schiedam
* 1855, 1858, 1859 van de bark “Herman” 338 last varend voor N.A.Koning te Rotterdam
Aankomst en vertrek te Amsterdam
Naam kapitein Naam schip Vertrek Aankomst
-
van Velthoven Herman 07 april 1858 21 mei 1861
Bouma025 vermeldt kapitein M.van Velthoven als gezagvoerder gedurende:
* 1835 t/m 1840 van het 3-mastschip “Maas”, gebouwd in 1827 op de werf Het Land van Belofte van P. van Swijndregt en de Wed. Visser te Rotterdam, 286 ton o.m., varend voor Kuyper, van Dam & Smeer te Rotterdam.
* 1840 t/m 1841 van de bark “Jacatra”, gebouwd in 1839 te Rotterdam, 476 ton o.m., varend voor M.P.Ketelaar te Rotterdam;
* 1843 t/m 1846 van de bark “Elisabeth & Johanna”, gebouwd in 1843 te Zierikzee, 406 ton o.m., varend voor Smith & Co te Rotterdam;
* 1847 op de bark “Prins Veldmaarschalk”, gebouwd in 1839 te Schiedam, 465 ton o.m., varend voor de Groot, Roelant & Co te Schiedam;
* 1848 t/m 1853 op het fregat “Eendragt”, gebouwd in 1837 te Schiedam, 793 ton o.m., varend voor J.Loopuit te Schiedam;
* 1855 t/m 1861 van de bark “Herman”, gebouwd in 1855 te Capelle aan de IJssel, 639 ton o.m., varend voor N.A.Koning te Rotterdam. Het schip voer in 1862 voor J.Keijser van Bulderen te Amsterdam en was herdoopt in “Johanna Elisabeth”.
Overige bijzonderheden
Van Sluijs013 vermeldt M.van Velthoven van 1833-1839 en Bouma025 van 1835-1840 als gezagvoerder van het fregat “De Maas”, op 14 september 1825 op stapel gezet op de werf “Het Land van Belofte” van P.van Swijndrecht te Rotterdam en op 13 oktober 1826 te water gelaten voor de rederij Kuyper, van Dam en Smeer te Rotterdam,; 286 ton n.m. De Nederlandsche Hermes012b vermeldt dat het schip op 13 oktober 1826 van stapel liep met als bouwmeesters P.van Swijndregt en Wed.Visser, groot 292 ton, 154 last Het schip werd op 17 november 1840 te Rotterdam geveild en gekocht door rederij C.Balguerie te Rotterdam.
“De Vrienden" op de rede van Passoeroean057:
23 december 1834 " ... arriveerde in de nademiddag Capt Veldhoven van Soerabaja ...".
01 januari 1835 " ...heden morgen ... vertrok ...naar Rotterdam Capt Veldhoven ...".
Van Sluijs013 vermeldt maar één kapitein met de naam M. van Velthoven. Deze was van 1835-1839 gezagvoerder van het fregat “De Maas”, varend voor Kuyper, van Dam en Smeer te Rotterdam. Ook Bouma025 geeft overeenkomstige opgaven.
Ik neem derhalve aan, dat M.van Veldhoven in december 1834 met het fregat “De Maas” op de rede van Passoeroean lag.
“Elisabeth & Johanna
Voor rekening van de rederij Smith en Comp. werd de Elisabeth & Johanna gebouwd Deze bark werd op 3 december 1842 te water gelaten vanaf de werf De Goede Intentie. Het had een grootte van 406 ton en kapitein M.van Veldhoven ging er het bevel over voeren.
Op 26 februari 1844 vertrok het schip op zijn eerste reis naar Batavia. In 96 dagen bereikte het schip zijn bestemming. Op 4 juli werd de thuisreis aanvaard en arriveerde de bark op 21 oktober in Nederlandse wateren op de rede van Brouwershaven.
Op 25 juni 1845 werd de bark in het openbaar verkocht in Rotterdam. Rederij M.C.de Crane & Zoon uit Zierikzee, bekend met het goede werk van de werf De Goede Intentie besloot het schip aan te kopen. Voor 81.200 werd zij eigenaar.”074
Hendrik Sweys was 1ste stuurman op 09 januari 1844 te Zierikzee op de “Elisabeth Johanna” onder kapitein M. van Velthoven. Het schip arriveerde te Batavia op 03 mei 1844 en zeilde weer uit naar Soerabaja op 07 mei met aankomst op de 17de . Toen naar Probolingo (25 mei - 26 mei), Tjilatjap ( 07 juni - 19 juni) en vandaar terug naar Nederland (06 juli) met aankomst in Brouwershaven op 19 oktober 1844.090
Algemeen Handelsblad 31 augustus 1840114
Rotterdam, 28 augustus. Dezer dagen houdt alhier aller gemoederen bezig een belangrijk, voor de correctionele rechtbank ter dezer stede aanhangig proces en wel tegen een zekere scheepskapitein, voerende het barkschip JACATRA, met name M. van V. en deszelfs eerste stuurman B.F., als zijnde dezelven door een groot gedeelte van de equipage aangeklaagd, van haar op de reis naar Batavia, op de vreselijkste wijze mishandeld te hebben. Dinsdag 25 dezer heeft de rechtbank onder het voorzitterschap van de edelachtbare heer Musquetier zich onledig gehouden met het getuigenverhoor, zijnde er 13 getuigen, waarvan 4 à decharge tegenwoordig, hetwelk tot 4 ure in de namiddag voortduurde, uit welke debatten bleek, dat de mishandelingen hun door gemelde kapitein en stuurman aangedaan, van dien aard waren, dat men dezelve niet langer kon uithouden, ten gevolge waarvan dan ook, hetgeen men niet met zekerheid, doch als hoogst waarschijnlijk kon opgeven, de lichtmatroos H. Friedrich en de scheepsjongen A. Ysenbrandt - als vermist door de kapitein opgegeven - zich zelf van het leven zouden beroofd hebben. Woensdag de 26e zijn de pleidooien in deze zaak begonnen en de daaropvolgende dag de 27e voortgezet en geëindigd. De edelachtbare heer substit.-officier Mr. Swellengrebel, voor het O.M. optredende, betoogde en heeft wel en terecht aangemerkt dat men niet meer in die barbaarse middeleeuwen leefde, waarin de roe van kastijding om het minste vergrijp als enige maatstaf moet gebezigd worden om zijn onderhorigen tot hun plichten te doen terugkeren, maar dat een verlichte eeuw, als die waarin wij thans het geluk hebben van te leven, wel andere en meer menslievende middelen aan de hand geeft, om tot dat doel te geraken. En welk een verschrikkelijk denkbeeld doet zich niet voor onze geest op, vervolgde zijne edelachtbare, dat een mens ten gevolge van mishandelingen, zich der wanhoop prijs geeft en een einde aan zijn leven maakt. Dien ten gevolge kon dan ook zijne edelachtbare, daar het gepleegde feit genoegzaam uit de verklaringen van de getuigen bewezen was, in het belang van de zaak als zaak en in dat van de maatschappij, niets anders dan de bepalingen daarvan in het wetboek van strafrecht vervat, inroepen, en concludeerde mitsdien dat de beide beklaagden veroordeeld zouden worden, ieder tot een gevangenis van 1 jaar, NLG 50 boete en solitair in de kosten. Waarop de heer adviserende raadsheer Mr. Van Reesema, voor de beide beklaagden het woord voerende, in een sierlijke en wegslepende rede hoofdzakelijk betoogde dat wat de mishandelingen betrof, waarvan men de beklaagden beschuldigde, zulks niet alleen niet bewezen was, maar zo zij al voor bewezen gehouden mochten worden, de gezagvoerder en officieren van het schip daartoe de bevoegdheid gehad hadden, aangezien uit het journaal van de kapitein bleek dat nimmer iemand gestraft werd of hij had zijn plicht verzuimd en dat hij alsdan zodanig werd gestraft als de bevoegde autoriteit zulks nodig oordeelde; dat de macht van een rechter, indien zijn edelgestrenge, zich zo eens mocht uitdrukken, nog beperkt mocht genoemd worden, in vergelijking van de macht van een kapitein op een schip; dat zulks niet meer dan hoogst noodzakelijk was, omdat hij gewoonlijk met de heffe des volks uit alle naties te doen heeft, die doof voor alle vermaningen, allicht tot de grofste buitensporigheden overslaan, hetgeen eindelijk in oproer kan ontaarden, zodat zelfs dan de kapitein zijn eigen leven niet meer zeker is en er dus bij buitengewone maatregelen ook buitengewone middelen moeten gebezigd worden. En wat de getuigen zelf betreft, die hier in grote getale zijn opgekomen om getuigenis van de waarheid af te leggen, op dezelven mag de rechter geen regard slaan, als zijnde dezelven allen oproerlingen tegen hun kapitein, getuigen in hun eigen zaak en alzo geen geloof verdiendende. Na nog het een en ander meer breedvoerig uiteen gezet en de verklaringen van de getuigen zo veel mogelijk ontzenuwd te hebben, concludeerde zijne edelgestrenge tot de onschuldig verklaring van de beide beklaagden. De rechtbank heeft de uitspraak van deze zaak bepaald op aanstaande donderdag.
Dat de toeloop van volk op deze drie rechtdagen buitengewoon groot was, behoeft wel geen betoog, maar dat de politie er tussen beide is moeten komen, om zo wel de kapitein als de stuurman in het naar huis gaan te beschermen voor de woede van het gemeen, pleit minder voor de voortgang van een beschaving, welke ook haar koesterende warmte aan de mindere klasse, God geve zulks, in ruimere mate nog eens moge mededelen. Het is te hopen dat zulke, de mensheid onterende tonelen, als die waarvan wij donderdag jl. getuige waren, voor als nu geen plaats meer zullen vinden, maar een iegelijk bij zulke gelegenheden, zich altijd bedaard en kalm moge houden, stil berustende in de uitspraak van de rechters, die wezenlijk, en daarop moeten wij vertrouwen, volgens de inspraak van hun geweten en naar de letter van de wet, recht zullen spreken. (opm: de betr. gezagvoerder M.v.V was kapt. M. van Velthoven)
NRC 01 juni 1855114
Rotterdam, 31 mei. Heden is van de werf van de heer W. C. Hoogendijk, te Capelle op d’ IJssel, met het beste gevolg te water gelaten het campagne barkschip genaamd HERMAN, groot 338 gemeten lasten, voor rekening van de heer N.A. Koning, te Rotterdam, zullende gevoerd worden door kapt. M. van Velthoven; en is daarna de kiel gelegd van het fregatschip MATADOR, groot 400 gemeten lasten, voor rekening van dezelfde firma.
NRC 18 augustus 1855114
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Java, om 10 september te vertrekken, het nieuw gebouwd en gekoperd Nederlands campagne-barkschip HERMAN, kapt. M. van Veldhoven. Dit schip heeft een zeer ruime en bijzonder elegante en doelmatige inrichting voor passagiers eerste en tweede klasse, en voert een geëxamineerde scheepsdoctor. Informatiën zijn te bekomen bij de cargadoors Wambersie & Crooswijck.
NRC 03 april 1856114
Batavia, 8 februari. Scheepsvrachten. De arrivementen (opm: aankomsten) van vrachtzoekende schepen waren minder talrijk dan de vorige maand. Vrachten bleven, ofschoon producten zeer verminderden vrij wel gesouteneerd (opm: gehandhaafd), daar ieder zich haast, met het oog op de Europese prijzen, om het nog voorradige zo spoedig mogelijk af te schepen. Naar Nederland werden de volgende Nederlandse schepen bevracht, als: (volgen de namen van een aantal schepen)…
…. Onbevracht zijn nog TWEELINGZUSTERS, HERMAN, OUDERKERK AAN DEN AMSTEL en SARA LYDIA, die allen nog lossen moeten
NRC 29 april 1856114
Batavia, 13 maart. Scheepsvrachten. De volgende Nederlandse schepen werden à NLG 105 door de Factorij gecharterd: HERMAN, SARA LYDIA, OUDERKERK AAN DEN AMSTEL, VERTROUWEN en PICTURA. Later werd nog de RIJSWIJK à NLG 100 door hetzelfde lichaam opgenomen. DE ELISABETH bedong NLG 102,50 voor rijst en huiden, te Soerabaya te laden. PHILIPS VAN MARNIX NLG 90 voor rijst en arak, hier en te Samarang; CANTON is voor NLG 12.000 (opm: blokvracht) via Macassar (opm: Ujung Pandang) naar China gecharterd. ….
NRC 25 november 1856114
Advertentie. Uit de hand te koop 3/60 aandelen in het nieuw gebouwd en gekoperd barkschip HERMAN, thans gevoerd door kapt. M. van Velthoven, hetwelk schip zijn eerste reis heden gedaan heeft van hier op Java en terug, en morgen of overmorgen beginnen zal zijn retourlading uit te lossen. Verzoeke schriftelijke aanvraag door de gadinghebbenden; brieven franco, onder het nommer van deze advertentie, aan het bureau van deze courant.
NRC 22 februari 1857114
Rotterdam, 21 februari. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende 16 schepen, als:
Voor Rotterdam: CATHARINA WILHELMINA, kapt. F.H. Popken; ELIZABETH, kapt. W.C. Veenstra; JAN DANIEL, kapt. H. Hagers; JAN VAN GALEN, kapt. P.H. de Boer; HERMAN, kapt. M. van Velthoven; BILITON, kapt. H. ten Zeldam Ganswijk.
NRC 19 maart 1857114
Hellevoetsluis, 18 maart. Het schip (opm: bark) LANDBOUW, kapt. P.A. Kleijnenberg, is heden van hier vertrokken naar Batavia (opm: eerste reis). Eveneens vertrok heden van hier, mede naar Batavia, het schip (opm: bark) HERMAN, kapt. M. van Velthoven.
NRC 19 juni 1857114
Advertentie. Openbare vrijwillige verkoping. De notarissen Van der Hoop en Reepmaker, residerende te Rotterdam, zijn voornemens op dinsdag de 23e juni 1857, des namiddags ten 1 ure in het notarishuis aldaar te verkopen:
- 5/60 Aandelen in het Nederlands barkschip HERMAN, kapitein M. van Veldhoven, boekhouder de heer N.A. Koning te Rotterdam, groot 338 lasten, thans op reis naar Java, bevracht door de Nederlandsche Handel-Maatschappij.
Nadere inlichtingen zijn te bekomen ten kantore van de genoemde notarissen.
NRC 24 juni 1857114
Publieke verkopingen. In het notarishuis aan de Gelderse Kade te Rotterdam, dinsdag 23 juni.
- 1/60 Aandeel in het Nederlandse barkschip, HERMAN, kapt. M. van Velthoven, boekhouder de heer N.A. Koning te Rotterdam, groot 338 lasten; thans op reis naar Java, bevracht door de Nederlandsche Handel-Maatschappij. Voor NLG 1.200 verkocht.
Zierikzeesche Courant 13 januari 1858114
Brouwershaven. Den 9 januari binnengekomen HERMAN, kapt. M. van Velthoven van Batavia; CIRCONSTANCE, kapt. A. Lefort van Alexandria,
NRC 22 januari 1858114
Advertentie. Openbare vrijwillige verkoping. De notarissen Van der Hoop en Reepmaker, residerende te Rotterdam, zijn voornemens om op dinsdag de 26e januari, des namiddags ten 2 ure precies, in het Notarishuis aldaar, in het openbaar te veilen en verkopen:
- 1/60e aandeel in het Nederlandse Barkschip HERMAN, kapt. M. van Velthoven, boekhouder de heer N.A. Koning, te Rotterdam, van Batavia geretourneerd, bevracht voor de Nederlandsche Handel-Maatschappij.
NRC 27 januari 1858114
Publieke verkopingen op 26 januari in het Notarishuis te Rotterdam: 1/60e aandeel in het barkschip HERMAN verkocht voor NLG 1.310.
NRC 24 september 1858114
Publieke verkopingen in het notarishuis aan de Geldersche kade alhier op donderdag 23 september: ….
….- 1/60e Aandeel in het Nederlands barkschip HERMAN, groot 338 lasten, kapt. M. van Velthoven, boekhouder de heer N.A. Koning, te Rotterdam. Opgehouden…..
NRC 03 oktober 1858114
Advertentie. Openbare vrijwillige verkoping van aandelen in schepen op donderdag de 7e oktober 1858, des namiddags ten 2 ure precies, in het notarishuis te Rotterdam, door en ten overstaan van de notarissen Sander en Paats en Dalen en Lambert:…..
….- 1/60e Aandeel in het barkschip HERMAN, kapt. M. van Velthoven, boekhouder de heer N.A. Koning te Rotterdam, groot 338 lasten, op reis van Londen naar Adelaide…..
….Nadere informaties en notities zijn te bekomen ten kantore van de voornoemde notarissen Sander en Paats aan de Hoogstraat en Dalen en Lambert aan de Zuidblaak te Rotterdam.
NRC 08 oktober 1858114
Publieke verkopingen in het Notarishuis aan de Geldersche Kade te Rotterdam op donderdag 7 oktober: …
….- 1/60e Aandeel in het barkschip HERMAN, kapt. M. van Velthoven, boekhouder de heer N.A. Koning, te Rotterdam, groot 338 lasten, op reis van Londen naar Adelaide, om NLG 580 verkocht. (opm: vergelijk deze opbrengst met de NLG 1.310 van 26 januari, een gevolg van onder sterke druk staande vrachten door overaanbod van tonnage en de opkomst van de stoomschepen)
NRC 06 juli 1859114
Batavia, 7 mei. Vrachten. Scheepsruimte is steeds overvloedig en de markt geheel zonder producten. De volgende bevrachtingen tonen aan, dat daarin nog geen verbetering heeft plaats gevonden.
De DELFSHAVEN is te Melbourne gecharterd voor een lading kolen naar Java, vracht onbekend. PRINS VAN ORANJE gecharterd tot NLG 35 per last voor tabak, en NLG 32 voor suiker naar Rotterdam. BROEDERTROUW NLG 32 voor suiker en tabak naar Amsterdam. ZEELANDIA NLG 35 voor suiker en NLG 32 voor tabak naar Amsterdam, op de kust te laden. HOLLANDIA bevracht voor NLG 0,80 per pikol voor kolen van Newcastle (Australië) naar Java. ALMELO NLG 7,50 per ton voor kolen van Banjermassing naar Batavia. AMICITIA 30 cents dollar voor rijst naar Amoy.
STRAAT BALI, JAN DANIEL en WHAMPOA laden voor reders rekening. EVERDINA ELISABETH 29½ dollar cents naar China via Singapore, JEDO NLG 35 naar Rotterdam. GOUV. GEN. DUIJMAER VAN TWIST NLG 42,50 voor koffij van Padang naar Amsterdam. Per schip SOPHIA (500 ton) 370 dollar cents naar Hamburg in eens.
Nederlands schip HERMAN gecharterd tot $ 3.400 naar Amoy.
NRC 27 maart 1860114
Batavia, 7 februari. Vrachten. Door meerdere vraag naar scheepsruimte voor China, zijn de vrachten enigszins verbeterd en kwamen sinds het jongste bericht de volgende transacties tot stand.
Nederlandse vlag: HENRIETTE $ 0,50 per picol voor rijst naar Hongkong; JOHANNES LODEWIJK NLG 60 voor suiker, NLG 70 voor tabak, NLG 30 voor tin naar Rotterdam; HENDRINA NLG 67,50 voor suiker, NLG 80 voor arak naar Rotterdam; CHERIBON NLG 70 voor suiker, NLG 60 voor thee naar Rotterdam; S. VAN HEEL NLG 70 voor suiker, NLG 60 voor thee, NLG 35 voor koper en NLG 30 voor tin naar Rotterdam; HERMAN $ 0,50 per picol voor rijst naar Hongkong; METALEN KRUIS NLG voor suiker en NLG 65 voor tabak naar Amsterdam; AMICITIA $ 0,42½ per picol rijst naar Hongkong; ZEPHIR laadt voor rederij-rekening; H. VINCENTIUS VAN PAULO NLG 70 voor suiker naar Rotterdam; GRAAF DIRK III NLG 70 voor suiker naar Nederland; A.R. FALCK NLG 70 naar Amsterdam; IDA ELISABETH NLG 70 naar Amsterdam.
NRC 15 april 1860114
Rotterdam, 14 april. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende 24 schepen:
Voor Rotterdam: JAN VAN GALEN, kapt. P.H. De Boer; BILITON, kapt. H. ten Zeldam Ganswijk; BEATRIX, kapt. C.A.L. van der Wijk; CONSTANCE, kapt. M. Kimmerer; VOORWAARTS, kapt. E.L. Kerkstra; MR. ISAÄC DA COSTA, kapt. H.C. Löschen; NOORD- BRABAND (opm: NOORD BRABANT), kapt. H.R. Bok.
Voor Amsterdam: JOHANNA MARIA CHRISTINA, kapt. C.N. Gorter; WILLEM EGGERTS, kapt. H. Faber; KIJKDUIN, kapt. S.C.T. Oldendorp; AMICIA, kapt. D. Gaaff; MARIA CATHARINA, kapt. J.A.F. Bertrand; POLLUX, kapt. H.P. Cruys; ZEELUST, kapt. J.A. Knaap; WILHELMINA MARIA, kapt. W. Postma q.q; PAULINE CONSTANCE ELEONORE, kapt. W.P. Pijbes; RESIDENT VAN SON, kapt. D. van der Hoff; CATHARINA WILHELMINA, kapt. F.H. Popken; ELISABETH, kapt. W.C. Veenstra; HERMAN, kapt. M. van Velthoven; de laatste vier van Rotterdam.
NRC 13 augustus 1860114
Hongkong, 22 juni. Het alhier van Batavia gearriveerde Nederlandse schip HERMAN, kapt. Van Velthoven, heeft 25 mei in Straat Mindoro een orkaan doorgestaan en daarin alle zeilen verloren.
Java Bode 06 juli 1861114
In Nederland te houden veilingen van schepen en scheepsparten……
…..Te Amsterdam op 14 mei 1861:
-
1/60e Part in het schip (opm: bark) TOLLENS, kapt. T. van Rossen, gebouwd in 1856, groot 370 lasten: NLG 375, opgehouden.
-
1/60e Part in het schip (opm: bark) HERMAN, kapt. M. van Velthoven, gebouwd in 1855, groot 370 lasten: NLG 130, verkocht (opm: vergelijk deze prijs met die genoemd in NRC 081058)
NRC 14 juli 1861114
Advertentie. De makelaars F.N. Montauban van Swijndregt, W. van Dam H.Hz, W.H. Montauban van Swijndregt, B.C.D. Hanegraaff en H.N. Montauban van Swijndregt, te Rotterdam, zullen op last van hun meester, op dinsdag 6 augustus 1861, des middags ten 12 ure, in de zaal aan de Scheepsmakershaven, wijk 1, No. 499, publiek verkopen: het extra snelzeilend, in 1855 gebouwde, gekoperd en kopervast Nederlands barkschip, HERMAN, laatst gevoerd door kapt. M. van Velthoven; volgens meetbrief lang 38 el 60 duim, wijd 7 el 35 duim, hol 5 el 5 duim en alzo groot 639 ton of 338 lasten, met al deszelfs rondhout, staand en lopend want, ankers, kettingen, touwen, zeilen en verdere scheeps-gereedschappen, zoals hetzelve thans is liggende aan de scheepstimmerwerf Prins Casimierus, van de heer F. Boelen, te Amsterdam. ….
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.L.W.F.Stern werd met vlagnummer 943 per 15 november 1853 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voorspraak van kapitein J.Baak Ez. Als zijn schip is vermeld de “Eendragt”. Toegevoegd is “overleden” 002.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 08/15 november 1853 wordt als effectief lid voorgedragen/benoemd Jan Lodewijk Willem Fredrik Stern, oud 28 jaar, voerend de bark “Eendragt”, voor rekening van Trakranen & Co, wonend op de Nieuwendijk bij de Raamskooi te Amsterdam, op voordracht van kapitein J.Baak Ez. Hij kreeg vlagnummer 943 en vanaf 01 mei het nummer 549. 023.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 31 maart 1859 ataat de mededeling van kapitein J.L.W.F.Stern dat hij een reis naar Afrika gaat maken, maar niet als gezagvoerder. Hij wil dan deelnemer blijven in het Weldadig Zeemans Fonds, maar het Bestuur wijst dit af, omdat uit zijn schrijven niet blijkt dat de reis als zeevarend lid wordt gemaakt.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 01 mei 1860 wordt een brief vermeld van J.L.W.F.Stern, die meldt dat hij heeft verzuimd kapitein J.C.Molenaar als deelnemer aan te melden en hij vraagt of dit alsnog kan gebeuren. Het Bestuur wijst dit verzoek af.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 01 mei 1860 staat vermeld een: “Brief van Kapt. J.L.W.F.Stern verzoekende om houdende regt op het Fonds eene reis te mogen doen naar Africa hoewel niet in kwaliteit als Gezagvoerder, welk verzoek is gewezen van de hand.” 023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
943 1853 bark Eendragt Trakranen & Co
549 1854 bark Eendragt idem
1855 sch.kof Decima idem
1856 bark Decima idem
1857-1869 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt J.L.W.F.Stern als gezagvoerder gedurende:
- * 1854 t/m 1855 van het fregat “Eendragt”, gebouwd in 1837 te Schiedam, 793 ton o.m., varend voor Trakranen & Co te Amsterdam;
- * 1856 t/m 1857 van de bark “Decima”, gebouwd in 1837 te Amsterdam 457 ton o.m., varend voor Trakranen & Co te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Jonathan Baak Ez werd geboren te Amsterdam op 03 september 1807. In het Bevolkingstregister 1850 van Amsterdam staat als zijn adres Reguliersgracht 31, wonend te Amsterdam sinds 1839, religie Nederduits Hervormd.098
Hij huwde met Anto(i)nette Marquerite van Barneveld, geboren te Weckendorff op 20 oktober 1810 en overleden in mei 1884.
Hij overleed in 1870. Bij zijn overlijden is Delft als woonplaats vermeld.003 en 118
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.Baak werd met nr. 393 effectief lid van Zeemanshoop op voordracht van A.C.van Braam Houckgeest. Entreedatum niet genoemd. Zijn schip was de “Elmina”002.
In de Algemene Vergaderingen van 17/24 oktober 1837 van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” wordt als effectief lid aangenomen/benoemd Jonathan Baak, oud 30 jaar, voerend de schoonerbrik “Elmina”, wonend op de Keizersgracht bij de Utrechtsestraat te Amsterdam, op voordracht van kapitein A.C.van Braam Houckgeest023.
J.Baak Ez was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1837 t/m 1870 met de vlagnummers 393 (1837 t/m 1854) en 140 (1854 t/m 1870)
Hij werd deelnemer van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop op 23 juli 1839003.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
De notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 31 mei 1859 meldem kapitein J.Janse “vragende wanneer hij als 1e stuurman op het Barkschip Eendragt van kapt. J.Baak gaat om het bevel van dien bodem, op de kust van Guinea overtenemen zijn doorlopend regt blijft behouden.”Het Bestuur stemt daarmee in.042
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 juni 1870 vraagt de wed. J.Baak Ez, geb. van Barneveld om de reglementaire uitkering. Deze wordt in de vergadering dd 25 augustus 1870 toegekend ingaande 01 augustus 1870, maar dan moet wel eerst de achterstallige contributie worden voldaan.042
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 07 juni 1870 staat vermeld een: “Brief van den Heer G.W.J.Baak, namens zijne schoonzuster, berigtende het overlijden van den Heer J.Baak Edz.” 023.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 13 september 1870 staat vermeld dat per 01 augustus 1870 een uitkering in de 1e klasse is toegekend aan de wed. J.Baak Ez geb. van Barneveld.023.
De schepen van de kapitein
Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
393 1837-1840 sch.brik Elmina de Vries en Co
1841-1843 bark Afrika Boelen en Co
1844 geen opgave van schip en boekhouder
1845-1846 brik Elmina Boelen en Co
1848 geen opgave van schip en boekhouder
1849-1852 bark Decima Tra Kranen en Co
140 1853-1854 bark Decima idem
1855-1861 bark Eendrag tidem
1862-1869 geen opgave van schip en boekhouding
:
J.Baak Ez Eendragt 16 juni 1859 Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093
Bouma025 vermeldt J(onathan) Baak Ez als gezagvoerder gedurende:
1838 t/m 1841 op de sch.brik “Elmina”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 160 ton o.m., varend voor de Vries & Co te Amsterdam. Het schip is in juli 1841 gestrand op de Goudkust. De bemanning is naar St.George d’Elmina gebracht;
1842 t/m 1844 op de bark “Afrika”, gebouwd in 1841 te Amsterdam, 362 ton o.m., varend voor Boelen & Co te Amsterdam;
1846 t/m 1848 van de brik “Elmina” ex Vrede & Vrijheid, gebouwd in 1810 in Engeland, 193 ton o.m., varend voor J.Boelen & Co te Amsterdam. In 1848 “verkocht” (niet vermeld aan wie);
1850 t/m 1855 van de bark “Decima”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 457 ton o.m., varend voor Trakranen & Co te Amsterdam;
1856 t/m 1859 van het fregat “Eendragt”, gebouwd in 1837 te Schiedam, 793 ton o.m., varend voor Trakranen & Co te Amsterdam. Het deed dienst als depotschip in Guinea.
Het Archief van de Waterschout te Amsterdam 011a bevat een monsterrol van 01 december 1837 van de “Elmina” met als gezagvoerder Jonathan Baak.
Overige bijzonderheden
Aktenummer 1839-s9, 22-05-1839.115
In een extract uit het Journaal van de schoenerbrik “Elmina” doet kapitein Jonathan Baak, “op een reis van Amsterdam naar de kust van Guinea, op dat moment zeilende in de Bento of St.John Rivier” de melding van het overlijden van een matroos op 30 juli 1838.
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.Jansen als gezagvoerder gedurende:
* 1831 t/m 1834 van de brik “Reigersdaal”, gebouwd in 1814, bouwplaats niet vermeld, 262 ton, rederij niet vermeld, maar wellicht S.Paleologo te Amsterdam. Het schip werd in 1834 verkocht;
* 1855 t/m 1858 van het 3/m schip “Elisabeth Antonia”, gebouwd in 1837 te Dordrecht, 862 ton o.m., varend voor J.J.Granpré Molière & A.W.ten Cate. Het schip werd in 1859 gesloopt;
* 1864 t/m 1868 van het fregat “Eendragt”, gebouwd in 1837 te Schiedam, 793 ton o.m., varend voor Trakranen & Co te Amsterdam. Het schip is in 1868 gezonken op de kust van Guinea, alwaar het dienst deed als depotschip.
Overige bijzonderheden
Geen
|