Familiegegevens en opleiding
Georg Lodewijk Bok Mooi werd geboren op 17 december 1831 te Nieuw Beerta als zoon van de zeeman Jan Engels Mooi en Wupke Hindriks Houteboom. Hij was de jongere broer van kapitein en collegelid Hindrik Mooi.
Georg trouwde op 03 februari 1859 te Oude Pekela als schipper met Henderika Luikens, geboren op 24 oktober 1838 te Oude Pekela als dochter van de schipper Harm Wolters Luikens en Meiltje Jans Greven. Henderika overleed te Oude Pekela op 13 maart 1897, 58 jaar. Als relatie wordt opgegeven Georg Lodewijk Bok, dus zonder Mooi.
NRC 31 maart 1876
Amsterdam, 30 maart. Aangaande het Nederlandse schip CITO, kapt. G.L.B. Mooi Jzn., 9 oktober van Hartlepool naar Riga vertrokken, heeft men sedert niets vernomen.
In Burgerlijke Stand akten in de provincie Groningen wordt G.L.B.Mooi vermeld als schipper in 1859, 1863
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
G.L.B.Mooi was effectief lid van het zeemanscollege “De Trouw” te Oude Pekela met vlagnummer 109 in de periode 1856 t/m 1859 en met vlagnummer 30 in de periode 1860 t/m 1876 112.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt G.L.B.Mooi als gezagvoerder gedurende:
* 1857 t/m 1860 van de galjoot “Noordster”. gebouwd in 1856 te Pekela, 98 ton o.m., varend voor G.H.Addens te Winschoterzijl;
Van Sluijs013 vermeldt in 1858 nog een kapitein K.H.Meyer als gezagvoerder van dit schip, eveneens varend voor G.H.Addens te Winschoterzijl. Kennelijk één reis binnen dat jaar.
* 1861 t/m 1863 van de sch.kof “Hendrika Catharina”, ex Geziena Johanna, gebouwd in 1841 te Pekela, 181 ton o.m., varend voor J.U.Zuiderveen te Pekela. Het schip is in 1863 verongelukt op Kroserort;
* 1866 t/m 1876 van de sch.brik “Cito”, gebouwd in 1860 te Martenshoek, 163 ton o.m., varend voor U Zuiderveen te Pekela. Het schip werd vermist op reis van Drammen naar Emden, tegelijk met de “Maria Anna” (onder gezag van kapitein R.K.Zeven - zie aldaar).
De collectie monsterrollen in jet Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
04 februari 1848, schip “Vrouwe Anna Maria Catharina”, kapitein Engel Jans Mooi, lichtmatroos George Lodewijk Bok Mooi uit Oude Pekela.
15 februari 1849, schip “Vrouwe Anna Maria Catharina”, kapitein Engel Jans Mooi, lichtmatroos George Lodewijk Bok Mooi uit Oude Pekela.
11 februari 1851, schip “Renske”, kapitein Engel J.Mooi, lichtmatroos Georg L.H.Mooi uit Oude Pekela.
18 februari 1852, schip “Renske”, kapitein Engel J.Mooi, stuurman Georg L.B.Mooi uit Oude Pekela.
22 februari 1853, schip “Renske”, kapitein Engel J.Mooi, stuurman Georg L.B.Mooi uit Oude Pekela.
17 februari 1857, schip “Noordstar”, kapitein Georg L.B.Mooi uit Oude Pekela.
01 maart 1860, schip “Hinderika Catharina”, kapitein Georg L.B.Mooi uit Oude Pekela.
18 februari 1875, schoener “Cito”, kapitein Georg Lodewijk Bok Mooi.
Krantenberichten
NRC 04 augustus 1856114
Rotterdam, 3 augustus. Te Oude Pekela is de 29e juli van de werf van de scheepsbouw- meester H. Drenth aldaar te water gelaten het galjootschip de NOORDSTAR, groot 110 ton. Het zal worden bevaren door kapt. G.L.B. Mooi onder directie van de heer G.H. Addens te Winschoterzijl.
NRC 08 januari 1858114
Cuxhaven, 5 januari. De Nederlandse kof NOORDSTER, kapt. Mooy van Dantzig (opm: Gdansk) naar Hamburg bestemd, is hier heden namiddag met verlies van boegspriet in de haven gekomen.
NRC 25 april 1863114
Elseneur, 23 april. Het Nederlandse schip HENDRIKA CATHARINA, kapt. Mooi, van Rotterdam naar Dagö, is alhier lek binnengelopen.
NRC 26 april 1863114
Elseneur, 23 april. Het alhier lek binnengelopen Nederlandse schip HENDRIKA CATHARINA, kapt. Mooi – zie ons nommer van gisteren – heeft onder de kust van Seeland op een wrak gestoten en daardoor die schade bekomen. Het schip moet lossen om te repareren.
Provinciale Groninger Courant 10 november 1863114
Wijburg (opm: Vyborg), 3 november. De kof HENDRIKA CATHARINA, kapt. Mooi, van Petersburg met lijnzaad naar Amsterdam, is op Kresserort (opm: Kroser Ort) totaal verongelukt, doch het volk gered.
Provinciale Groninger Courant 21 augustus 1869114
Advertentie. Mr. J.C. van Slooten, notaris te Veendam, gedenkt op maandag de 30e augustus 1869, des avonds te 7 uur in het hotel De Unie publiek te verkopen:
- 2/56e aandeel in het schoener-kofschip JEANTINE, gevoerd door kapt. J.H. Zeven, onder directie van de heer U.F. Zuiderveen als boekhouder,
- 1/20e aandeel in het schoener-brikschip CITO, gevoerd door kapt. G.L.B. Mooi Sz, onder directie van de heer U.F. Zuiderveen,
- 1/40e aandeel in het galjootschip MARIA JANTINA, gevoerd door kapt. H.J. de Boer, onder directie van de heer Koerts als boekhouder.
Provinciale Groninger Courant 01 juni 1870114
Buenos Ayres, 29 april. Hier ligt zonder bestemming het schip CONCURRENT, kapt. De Jonge. Voorts lagen volgens de laatste berichten te Ascención de schepen JOLANDA MEIJER, kapt. Tholen, JOHANNA JACOBA, kapt. Velt, en LA PLATA, kapt. Kuiper. De eerste twee als depotschepen, het laatste om spoedig naar hier te vertrekken. Te Rosario lagen de SANTA FÉ FAVOR, kapt. Sannes, en CITO, kapt. Mooi.
NRC 29 juni 1870114
Buenos Aires, 30 mei. Het Nederlandse schip LA PLATA, kapt. Kuiper, lag volgens de laatste berichten nog te Asunción. Het Nederlandse schip CITO, kapt. Mooi, wordt van Rosario alhier terug verwacht. Alhier liggen ter rede de Nederlandse schepen WILLEM, kapt. De Weerd, PRESTO, kapt. Dijker en GEERTRUIDA MARIA, kapt. Coolen; het laatste als depotschip.
NRC 11 januari 1871114
Buenos Ayres, 30 november. Alhier liggen zonder bestemming de Nederlandse schepen CITO, kapt. Mooi, en MINERVA, kapt. Boelens. Het schip TWEE CORNELISSEN, kapt. Hoeksma, is bevracht om te Patagonië voor Europa te laden.
NRC 11 april 1876114
Rotterdam, 10 april. Het te Oude Pekela thuis behorende schoenerschip CITO, kapt. Mooi, 9 oktober van West Hartlepool naar Riga vertrokken, is vergaan. De bemanning heeft haar graf in de golven gevonden.
