Inloggen
Gezagvoerder

Metus, Jouke Cornelis Edzo

Naam: Metus, Jouke Cornelis Edzo
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 4
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
A.R. FALCK 1846 Bark Sailing Vessel 8405 Bekijk schip
JAN HENDRIK 1848 Bark Sailing Vessel 14033 Bekijk schip
MARIA 1855 Bark Sailing Vessel 16422 Bekijk schip
KEMANGLEN 1855 Bark Sailing Vessel 14887 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Jouke Cornelis Metus werd geboren te Schiermonnikoog op 13 augustus 1834 als zoon van Edzo Jans Metus en Grietje Joukes Visser.

Hij trouwde op 02 juni 1864 te Amsterdam met Margaretha Catharina Bakker, geboren te Amsterdam op 27 augustus 1839 als dochter van Hendrik van Peer Bakker, zeeman, en Gesina Donema. Ten tijde van het huwelijk was de vader overleden en de moeder staat geboekt als tapster te Amsterdam. Bij het huwelijk waren o.a. getuigen de koopvaardijkapitein Jan Eltjesz. Visser, 36 jaar, en de zeeman Teen Jaarsma, 24 jaar. (Teen werd later gezagvoerder en beide getuigen waren ook lid van “De Herkenning”- zie aldaar).

Bij de huwelijkse bijlagen was een onder ede afgelegde verklaring van de bruidegom aangaande zijn vader, en wel dat “hij onbekend is met zijne laatste woonplaats of plaats van overlijden.” Margaretha Bakker overleed te Amsterdam op 24 april 1923.

Jouke overleed te Amsterdam op 08 februari 1911.

In het bevolkingsregister van Amsterdam Index 1864, fiche 3730, staan een aantal personen Metus. In de bijbehorende fiche K341-1261 wordt vermeld Jouke Cornelis Metus als het hoofd van het gezin, geboren op 13 augustus 1834 te Schiermonnikoog, zeeman, wonende op de Zeedijk en in mei 1880 verhuisd naar L80 (niet verder nagekeken). Voorts zijn vrouw Margaretha Catharina Bakker, geboren te Amsterdam op 27 augustus 1837, zijn dochter Margartha Gesina, geboren te Amsterdam op 28 (maand onleesbaar), 1865, en zijn zoon Jouke Cornelis, geboren te Amsterdam op 22 januari 1867

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.C.Metus wass met vlagnummer 86 in de periode 1869 t/m 1917 lid van het Schiermonnikoger zeemanscollege “De Herkenning”.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 J./J.C./J.C.E. Metus als gezagvoerder gedurende:

*          1868 t/m 1871 van de bark “Houtvaart” ex Jan Hendrik, gebouwd in 1847 te Maassluis, 611 ton, varend voor N.Brantjes te Purmerend;

*          1872 t/m 1877 op de bark “Boni” ex Kemanglen, gebouwd in 1855 bij W.C.Hoogendijk te Capelle aan de IJssel, 575 ton, varend voor N.Brantjes te Purmerend;

*          1877 t/m 1885 van de bark “A.R.Falck, gebouwd in 1846  bij C.Smit te Alblasserdam, 641 ton, varend voor N.Brantjes te Purmerend;

*          1887 t/m 1892 van het 3-mastschip “Maria” ex Union, ex Lyra, gebouwd in 1855 te Newbury Port, 1062 ton  varend voor N.Brantjes te Purmerend.

            09 februari 1892: “Verk. om gesloopt te worden” (aan J.N.Prins te Nieuwediep) (Sweys).

 

Overige bijzonderheden

Bremer094 vermeldt de stranding van de bark “Boni” op 18 september 1871 bij het “Observatorium” (waar deze locatie is, weet ik niet) geladen met hout onder gezag van kapitein Metrus (sic)

 

In een artikeltje in het Noord-Hollands tijdschrift “De Speelwagen” uit 1951, 6de Jg. p.38-40 staat een herinnering van C.Oud uit Purmerend onder de titel “`Zeilschepen te Purmerend op het eind van de 19de eeuw”.

“De firma Brantjes (een houthandel in Purmerend) had zelf ook zeilschepen, waarvan ik mij nog de barken “Christoforos” en “Koophandel” en de brik “Marie” herinner. De “Koophandel” is in de Oostzee gestrand en verlaten, en de “Marie” na aanvaring in de Oostzee voor sloop verkocht.

…De firma Brantjes had ook nog een mooi ijzeren zeilschip, de “Willem Eggerts”, een schip, dat nooit in Purmerend kwam, in tegenstelling met de “Koophandel” en de “Marie”, die als regel in Purmerend overwinterden.”

 

In het kasboek 1898-1927 van het Pensioenfonds “Goede Voorzorg” is in 1899 de ontvangst vermeld van f 5,50 onder de vermelding “Jouke Metus, incl. boete”. Het betreft hier kennelijk een contribitiebetaling plus een boete vanwege achterstallige voldoening van de jaarlijkse bijdrage.