Inloggen
Gezagvoerder

Martens, Broder Johannes

Naam: Martens, Broder Johannes
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 3
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
ADMIRAAL VAN KINSBERGEN 1839 Fregat Sailing Vessel 10050 Bekijk schip
ALEXANDER 1810 Bark Sailing Vessel 12101 Bekijk schip
BATAVIA 0 Fregat Sailing Vessel 12475 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Broder Johannes Martens werd geboren te Oland, bailluage Husum in Falkenskiolo op 17 oktober 1792.

Hij huwde voor de eerste maal met Christina Bondix, geboren te Amsterdam op 01 november 1795 en voor de tweede maal met Dorothea van Aalborg, geboren te Monnikendam op 07 februari 1811.

Hij werd vermist in 1855.003

 

In een typoscript van de heer P.C.J.Martens te Den Haag dd oktober 2011 staan de volgende bijzonderheden betreffende Broder Jahannes Martens 1792-1853.

In de Rotterdamse adresboeken staat hij in 1847 beschreven als “ particulier”, wonende aan de Boompjes 1-188 en in 1851-52 vinden wij hem vermeld als “ expert”, wonende aan de Westerstraat 15-772. In 1854 is zijn adres Maasstraat 15-772 en is hij preesident der Societeit tot Nut der Zeevaart aan de Boompjes 1-196.

Nog maal elf dagen voor zijn dood, treffen we in het Rotterdams Nieuwsblad van 15 januari 1855 het volgende bericht:

“ Een rapport van de heeren B.J.Martens, A. van Wijk Jurriaanse, J.J.Day, P.J. van Emmerik en D.Keus, benoemd tot deskundigen, ingediend bij de Kamer van Koophandel alhier, over het plaatsen van een vuurschip op de Banjaard.”

Op 26 januari 1855 verdwijnt hij door een zelfgekozen dood in de Ierse zee tijdens een reis op de “ Admiraal Kinsbergen”. Een conclusie over de oorzaak van zijn handelen is uit de ons bekende gegevens niet te trekken.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

In de Algemene Ledenvergadering van het Amsterdamse zeemanscollege "Zeemanshoop" op 28 december 1824 werd Broder Johannes Martens, oud 32 jaar, wonende op de Korte Prinsengracht bij de Brouwersgracht, met vlagnummer 95 aangenomen als effectief lid op voordracht van kapitein P.F.Wegener023.

In het Inschrijfregister van Zeemanshoop werd B.J.Broder ingeschreven als effectief lid met vlagnummer 95. Zijn schip was de "Helena Christina". Toegevoegd is "vermist"002.

Hij was lid van “ Zeemanshoop” in de periode 1824-1836 met vlagnummer 95, in deperiode 1836-1854 met vlagnummer 54 en in de periode 1854-1855 met vlagnummer 17.

 

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 18 juli 1831. "met 1o Mei 1842 van beroep veranderd. Vermist 1855"003.

 

Broder Johannes Martens was met vlagnummer R83 in de periode 1826 t/m 1855 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. De ledenlijsten uit de periode 1820 t/m 1825 ontbreken en het is dus mogelijk dat hij in één van de jaren uit genoemde periode tot het College is toegetreden058.

B.J.Martens was in 1837-1838 en 1841-1842 afwisselend commissaris en van 1846-1854 president van de Maatschappij058

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 april 1855 staat een verzoek om uitkering van D. van Aalburg, de weduwe van kapitein B.J.Martens, welke haar in de vergadering dd 12 juni 1855 wordt toegekend, voorlopig voor 1 jaar, voor haar en 1 kind, ingaande 01 februari 1855, mits zij een bewijs overlegd van het overlijden van haar man.042.

In de Bestuursvergadering dd 27 december 1855 staat de melding van het overlijden van B.J.Martens door zijn weduwe D. van Aalburg. Tevens is vermeld dat de uitkering voorlopig voor 1 jaar wordt verlengd “onder gehoudenheid om nadere en betere bewijzen over te leggen.”042

In de Bestuursvergadering (dd.?)staat het verzoek van D. van Aalborg, weduwe kapitein B.J.Martens om de uitkering te continueren. Het Bestuur gaat accoord voor 12 maanden, maar ze moet bewijzen overleggen van het overlijden van haar man.042.

In de Bestuursvergadering dd 29 april 1858 verzoekt de wed. B.J.Martens geb. D. van Aalburg om een continuering van haar tijdelijke uitkering, maar die wordt geweigerd wegens “gebrek aan een bewijs van het overlijden” van haar man. Ze krijgt wèl een gratificatie van f 25,-. In de vergadering dd 03 juni 1858 wordt de uitkering toch voor 12 maanden verlengd, maar daarop wordt de eerder verstrekte gratificatie in mindering gebracht.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 januari 1859 dringt D. van Aalburg “zich noemende Wed. B.J.Martens” om een uitkering. Het verzoek wordt afgewezen “als niet blijkende van het overlijden van B.J.Martens. Het verzoek om steun wordt herhaald in de vergadering dd 24 februari 1859 en het Bestuur verleent haar een gratificatie van f 50,-.. In de vergadering dd 28 april 1859 vraagt de “zich noemende wed. B.J.Martens” weer om een ondersteuning, maar het Bestuur blijft bij het besluit. Het laat haar weten “dat zij een vermoedelijke overlijden moet bewijzen.”. De weduwe houdt vol en op 30 juni 1859 vraagt zij weer om een uitkering, maar het Bestuur weigert weer en herhaalt de opmerking over het overleggen van het bewijs van overlijden van kapitein Martens.042

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop (vergeten de datum in te vullen. Moet ergens in 1853-54 zijn geweest) staat het bericht dat B.J.Martens, correspondent van het College te Rotterdam, zijn funktie neerlegt “uit hoofde van veelvuldige bezigheden”. Zijn taak wordt overgenomen door H.Poppen.023.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 24 juli 1855 staat dat per 01 februari 1855 een uitkering wordt toegekend aan de weduwe van kapitein B.J.Martens geb. van Aalburg “voorlopig voor den tijd van één jaar” voor haar en 1 kind. Per  05 februari 1856 voor 12 maanden wordt gecontinueerd. In de notulen dd 03 februari 1857 een “Brief van de vermoedelijke Weduwe B.J.Martens geb. D. van Aalborg om voortduring van uitkeering welk verzoek voor nog twaalf maanden is toegestaan onder de vroegere voorwaarden.”. In de notulen van 18 mei 1858 wordt een verzoek om een uitkering afgewezen, maar wèl een gratificatie van f 25, - toegekend.  Op 15 juni 1858 een herhaling “nader aandringende”. In de notulen dd 01 februari 1859 staat een “Brief van D.van Aalburg, zich noemende Wed. B.J.Martens, aandringende om regt op uitkering, het verzoek gewezen van de hand. Op 01 maart 1859 is er een herhaald verzoek van “D.van Aalburg zich noemende Wed. B.J.Martens, welk verzoek afgewezen”, maar waarbij wèl een gratificatie van f 50, werd teoegekend. (de formulering “zich noemende Wed. B.J.Martens”, vraagt om nader onderzoek naar de aard van de verbintenis tussen van Aalburg en Martens-S.Parma.). In de notulen dd 31 mei 1859 is wederom sprake van een verzoek van D. van Aalburg “zich noemende Wed. B.J.Martens”, aandringend op herziening van de eerdere afwijzingen, maar tevergeefs. Idem per 20 juni 1859023..

 

In het Jaarverslag 1855 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat de weduwe van kapitein B.J.Martens een uitkering kreeg van f 155, 83 voor haar en haar kind voor 11 maanden. Daaruit is te concluderen dat kapitein B.J.Martens in januari 1855 is overleden. In 1858 en 1859 was de uitkering f 150.- voor haar alleen058.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                   jaren           type                  scheepsnaam                   naam reder/boekhouder

       95     1825           fregat               Helena Christina                                      geen opgave

                 1826           fregat               Helena Christina                                      E.Suermondt & Co te Rotterdam

                 1827           geen vermelding van schip en boekhouder

                 1828           fregat               Helena Christina                                      E.Suermondt & Co te Rotterdam

             1829-1835      fregat               Helena Christina                                      E.Suermondt & Zn te Rotterdam

       54     1836           fregat               Helena Christina                                      E.Suermondt & Zn & Co te Rotterdam

                 1837           geen vermelding van schip en boekhouder

             1838-1841      fregat               Admiraal Kinsbergen                               E.Suermondt & Zn & Co te Rotterdam

             1842-1853      geen vermelding van schip en boekhouder

       17     1854           geen vermelding van schip en boekhouder

 

In de Jaarverslagen 1849 en 1851 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart wordt kapitein B.J.Martens in de ledenlijsten genoemd als gezagvoerder maar zonder vermelding van schip en reeder058.

 

Volgens Bouma025 zijn er twee schepen "Helena Christina" voor Suermondt gebouwd: de eerste is van 1821 (356 ton o.m.), waarop B.J.Martens gezagvoerder was tot 1827 toen dit schip onder zijn gezag verongelukte bij Hellevoetsluis. De tweede werd gebouwd in 1827 te Amsterdam gebouwd (430 ton o.m.) en kwam in 1828 in de vaart wederom onder gezag van B.J.Martens. Deze was tot 1837 kapitein op dit schip.

B.J.Martens was van 1839 t/m 1842 gezagvoerder op het 3/m schip (fregat) “Admiraal van Kinsbergen”, gebouwd in 1839 te Rotterdam, 750 ton o.m., varend voor E.Suermondt & Zn te Rotterdam025.

 

In 1824 was B.J.Martens gezagvoerder op het Rotterdamse fregat de "Helena Christina" (191 lasten). De Boekhouders waren E.Suermondt en Zn en Co 012

 

Bouma025 vermeldt B.J.Martens als gezagvoerder gedurende:

*    1818 t/m 1823 van het 3/m schip “Alexander”, gebouwd in 1814 te Bremen, 335 ton o.m., varend voor Campbell & Co te Rotterdam;

*    1821 t/m 1827 van het 3/mschip “Helena Christina”, bouwjaar en -plaats niet vermeld, 356 ton o.m., varend voor E.Suermondt & Zn te Rotterdam. Het schip is in 1827 verongelukt bij Hellevoetsluis;

      er is een overlap in jaren met de vorige opgave.

*    1828 t/m 1842 van het 3/mschip “Helena Christina”, gebouwd in 1827 te Amsterdam, 430 ton o.m., varend voor E.Suermondt & Co te Rotterdam.

 

Het Archief van de Amsterdamse Waterschout op het Stadsarchief te Amsterdam bevat monsterrollen op naam van Broder Johannes Martens op de:

“Nepthunis”, dd 21 april 1814; 12 december 1814;

“Alexander”, dd 17 november 1817; 16 maart 1819;

“Helena Christina”, dd 12 juni 1828; 30 september 1833; 21 augustus 1834 en 21 november 1835.

 

Overige bijzonderheden

Mail augustus 2011 Ger Mulder, Marhisdata

De historie van de pink DE HERSTELLER verloopt vrij curieus:

  1. Beijen namens firma Mannekus, Beijen & Steur, gevestigd te Maassluis verkoopt de pink op 31 maart 1817 aan C.H. Kraanstuyver. Het schip was tot dan gevoerd door Broder S. Marten, die werd vervangen door Joachim Christiaan Schmidt. Daarvoor werd op 9 mei 1817 wel een ZB afgegeven, maar reeds op 24 mei werd hij weer opgevolgd door Pieter Zink.

Kraanstuyver moet de pink hebben verkocht aan Albert Durks de Peer, koopman te Harlingen (nog geen akte gevonden), die het schip op 19 nov. 1818 verkocht aan koopman C. Brandligt: Pieter Zink voerde toen het commando. In RC 070119 zien we Zink met schade onderweg naar Suriname, en op 7 nov. 1819 was hij terug in Amsterdam. Ik ga er vanuit dat de pink die op 22 juni 1820 zou worden verkocht rijp was voor de sloop, want ik heb geen verdere (ver)koopakte gevonden, terwijl we in Amsterdam goed gedocumenteerd zijn.

Ik heb er nu als opmerking geplaatst: (opm: de pink DE HERSTELLER, laatstelijk gevoerd door kapt. Pieter Zink, werd waarschijnlijk verkocht voor de sloop) Ik heb het schip nu ook alsnog in de Verlieslijst opgenomen.

 

"Op Vrijdag 13 Juni 1827 ... had Kapt.Martens zijn ... schip (de "Helena Christina") op het strand bij Goedereede verloren, geladen met 507 Sch.Tin en 10000 Ned. ponden IJzeren schuitjes en andere Indische producten. Dit schip verging na een vlugge overtocht op de vaderlandsche kust. Volgens de toenmalige bijgeloovige opvatting mocht niet straffeloos zoveel haast worden betracht en dan nog wel op een Vrijdag den 13en". Na dit vergaan liep op 06 december 1826 een nieuw schip te water onder dezelfde naam en gebouwd op de werf "de Schol" te Amsterdam eveneens voor rederij Suermondt & Zn & Co. te Rotterdam026(37/285).

 

"Aangaande het gestrande schip Helena Christina, kapitein Broder Johannes Martens, van Batavia naar Amsterdam ... meldt men nader van Helvoet, dat, behalve de goederen der passagiers en ekwipagie, slechts 420 balen koffij, de eenige onbeschadigde, welke aan boord waren, geborgen zijn; doch het schip hield men voor verloren, alzoo hetzelve door het inloopend water en het zwellen der nat geworden koffij, tegen het bovendek, geheel ontzet is; men trachtte zoveel mogelijk van het tuig en want te redden.".  Uit: Scheepstijding  Amsterdamsche Courant 20 juni 1827.

 

Op 13 juli 1828 werd Hendrik Fredrik Gieseke geplaatst als ligtmatroos op het schip "Helena Christina", kapt. B.J.Martens, naar Batavia. Hij keerde terug op 04 mei 1829. Op 24 juli voer hij op hetzelfde schip, eveneens met kapitein Martens van Rotterdam naar Batavia en keerde op 26 april 1830 weer terug004(532/1560).

 

B.J.Martens verzorgde per 28 juni 1828 vanuit Texel met de “Helena Christina” een troepentransport van 2 officieren en 140 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 20 oktober 1828 na 114 dagen. Onderweg was 1 militair overleden en 1 gedeserteerd.

Op 23 juli 1829 voer hij uit van Hellevoetsluis met de “Helena Christina” en een contingent van 1 officier en 130 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 03 november 1829 na 103 dagen. Onderweg was 1 militair overleden.

Op 11 juli 1839 vertrok hij van Hellevoetsluis met de “Admiraal van Kinsbergen” en 1 officier. De aankomstdatum te Batavia is niet vermeld065.

 

De reder Suermondt te Rotterdam speelde een belangrijke rol in de carrieres van de kapiteins Broder Johannes en Broder Paul Martens. De verhouding was vriendschappelijk.

“Bij de Belgische opstand, uitgebroken op 25 augustus 1830, schrijft twee dagen later E.Suermondt & Zoonen & Co aan kapitein B.J.Martens van de Helena Christina, die voor verrtrek gereed lag te Reede van Hellevoetsluis:

‘Heden zijn er zeer ongunstige berichten uit Brussel gekomen, in navolging van Parijs is daar gisteren een opstand uitgebroken.’

Vier dagen later schrijft Suermondt hem opnieuw:

‘De berichten uit Brussel zijn nog allesbehalve geruststellend – allen de troepen hier van het Noorden moeten naar het Zuiden – dezelven passeeren dagelijks, hetgeen hier een heele drukte veroorzaakt. De Prins van Oranje en die van de Nederlanden zijn naar Brabant vertrokken om zich aan het hoof van de militaire macht te stellen. Volgens de stoomboot hedenmiddag  van Antwerpen gearrriveerd was het hoofdkwartier te Meghelen geplaatst. Wat er van worden moet is ons onbekend. Wij geven U in bedenking in geval van oorlog of het niet raadzaam zoude zijn bij Uwe terugkomst benoorden om te zeilen om zoodoende het Canaal te missen om de kapers te vermijden. Op de terugreis zal het beste zijn St. Helena wederom aan te doen, wijl daar dan te vernemen zal zijn hoe het met de politieke omstandigheden zit en gij dan kunt beslissen of het geraden zal zijn, ter vermijding van de Fransche kapers in het Canaal, benoorden om te zeilen. Daar gij zeker te Helvoet de couranten leest, zult gij zien het Brabantsche werk een zeer ernstig aanzien neemt en het niet te voorzien is tot welke gevolgen het zal leiden …etc …”

Uit een manuscript van Peter J.C.Martens, die de genealogie verrzorgt van de familie Martens. Dd. 01 oktober 2011

 

Rotterdamsche Courant 22 maart 1817114

Advertentie. J.H. de Witt, R. Hoyman, W. van Spreekens Jr, J. Tentye, J. van Ouwerkerk de Vries, T. van Olivier, J.E. Lublink, B. Oostrum de Waal, F. der Kinderen, A. van der Sluys, H. Smit, J. Boelen, H.J. Rietveld en C.W. Sisink Clee, makelaars, zullen, ten overstaan van een daartoe bevoegde beambte, op maandag den 31 maart 1817, des avonds ten 6 uren, in het Nieuwezijds-Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, te Amsterdam, verkopen: een in Engeland ter Walvisvangst expres gebouwd extraordinair welbezeild Pinkschip, genaamd NEPTHUNUS, laatst gevoerd door kapt. B.J. Martens, lang over steven 101 voet, wijd 26 voet, hol 13 voet 4 duim, het verdek 6 en 1 half voet, alles Amsterdamse maat; breder bij de inventaris, en berigt bij de makelaars.

 

Rotterdmsche Courant 23 augustus 1817114

Advertentie. R. Hoyman, J. Tentye, J. van Ouwerkerk de Vries, T. van Olivier, J.E. Lublink en J. Boelen, makelaars, zullen, op maandag den 1 september 1817, des avonds ten 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, verkopen: een extraordinair welbezeild gekoperd Fregatschip, genaamd JUNO, gevoerd door kaptein B.J. Martens, lang 100 voet, wijd 27 8 duim, hol 14 voet, het verdek 6 en 1 half voet; alles Amsterdamse maat. Breder bij inventaris en berigt bij de makelaars.

 

Rotterdamsche Courant 14 januari 1819114

Amsterdam, 12 januari. Kaptein B.J. Martens, voerende het schip ALEXANDER, den 16 september (opm: 1818) van Batavia gezeild en den 8 januari in Texel binnen gekomen, heeft den 19 dito buiten Straat Sunda in goede staat gepraaid het schip de VROUW IDA ALIDA, kaptein (opm: VROUW IDA ALEYDA), mede naar Amsterdam gedestineerd, en daags voor hem van Batavia gezeild.

 

Rotterdamsche Courant 29 juni 1820114

Te Rotterdam in lading liggende schepen naar:

Batavia: het gekoperd Fregatschip HELENA CHRISTINA, kapt. Broder Johannes Martens, hebbende een kajuit ongemeen geschikt voor passagiers…..

 

Bataviasche Courant 07 april 1821114

Te Sourabaija ….Vertrokken:….

….26 Maart Ned. schip CLARA, L. Denecker, naar Antwerpen.

29 Maart Ned. schip HELENA CHRISTINA, B.J. Martens, naar Bordeaux; passagiers kapt. Gautherin en equipage…..

 

Rotterdamsche Courant 09 oktober 1821        114

Amsterdam, 7 oktober. Het schip HELENA CHRISTINA, kapt. B.J. Martens, van Batavia naar Bordeaux, is den 30 juni met schade te Port Louis op Mauritius binnengelopen.

 

Rotterdamsche Courant 17 november 1821114

Rotterdam, 16 november. Den 9 arriveerde op de rivier van Bordeaux het schip de HELENA CHRISTINA (opm: ex BATAVIA, fregat, eerste rondreis onder deze naam), B.J. Martens, van Sourabaija, laatst van Mauritius.

 

Rotterdamsche Courant 26 maart 1822114

Amsterdam, 24 maart. Kapt. W.G. Hellinga (opm: EIZO DE WENDT), van Marseille in Texel binnen, rapporteert, dat hem den 4 maart op 40º25’ N.B. 50º30’ gegiste lengte west van Tenerife, in goede staat zeilende gepasseerd is een fregatschip met seinvlag met blaauw, wit en blaauw, R 83 (waarschijnlijk groen, wit en groen, zijnde de kleuren van het zeemans-collegie te Rotterdam, waarvan No. 83 gevoerd wordt door kapt. B.J. Martens, voerende het fregat HELENA CHRISTINA, van Bordeaux naar Batavia).

 

Rotterdamsche Courant 21 december 1822114

Rotterdam, 20 december. Den 18 arriveerde te Helvoetsluis het schip (opm: fregat) HELENA CHRISTINA, kapt. B.J. Martens, van Batavia, laatst van Texel.

 

Rotterdamsche Courant 27 maart 1823114

Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading naar:

Batavia, voor passagiers, waartoe hetzelve uitmuntend is ingericht, het Nederlands gekoperd fregatschip HELENA CHRISTINA, kapt. Broder Johannes Martens…..

 

Rotterdamsche Courant 05 juni 1823114

Te Rotterdam liggen in lading naar:

Batavia, voor passagiers, waartoe hetzelve uitmuntend is ingericht: het Nederlands gekoperd Fregatschip HELENA CHRISTINA, kapt. Broder Johannes Martens. ....

 

Dordtsche Courant 21 juni 1823114

Hellevoetsluis, 18 juni. ….

Den 19 dito. Gisteren namiddag zeilden in zee EUROPA, kapt. P. Nieman en MAGDALENA, kapt. H.P. Evers, beide naar Rostock; CONCORDIA, kapt. C. Voss, naar Archangel; DANIËL, kapt. J.M. Heldt, ANDREAS, kapt. J. Kröhn, DOROTHEA, kapt. J.C. Drewes, JOHANNA, kapt. J.C. Wolter, ANNA MARGARETHA, kapt. P. Balrus, JOHANNA CHRISTINA, kapt. P.A. Wolter, FORTUNA, kapt. C.N. Zilmer en ZEEPLOEG, kapt. J.P. Beekman, allen naar de Oostzee; en arriveerden uit zee PROVIDENTIA, kapt. P. Ahrens, van Arendsburg. Van de morgen zeilde in zee VENILLA (opm: brik VENILLIA), kapt. W. van der Kolff, naar Suriname. Nog zeilde in zee HELENA CHRISTINA (opm: fregat), kapt. B.J. Martens, naar Batavia…..

 

Dordtsche Courant 24 juni 1823114

Hellevoetsluis, 20 juni. Kapt. B.J. Martens (opm: fregat HELENA CHRISTINA) is buiten de Goerese haven ten anker gekomen. Gisteren namiddag arriveerden uit zee MINERVA, kapt. L.H. Holst, van Holmstrand; HEBE, kapt. J.J. Scharnberg, van Arendsburg. ….

 

Dordtsche Courant 03 juli 1823114

Hellevoetsluis, 1 juli. …..

….Heden zeilden in zee HELENA CHRISTINA (opm: fregat), kapt. B.J. Martens, naar Batavia; CHARLES PATRICK EDUARD, kapt. K. Ouwehand, naar Boulogne: ST. LUKAS, kapt. J.C. Gurcke, naar Liverpool. De wind N.N.O.

 

Rotterdamsche Courant 15 april 1824114

Rotterdam, 14 april. Den 12 april arriveerden te Hellevoetsluis de schepen ONVERWACHT, kapt. J.E. Gust, en VLIJT, kapt. E.E. de Vries, beide van Liverpool; de CONCORDIA, kapt. H. Bos, en HELENA CHRISTINA, kapt. B.J. Martens, beide van Batavia; ANTHONIUS, kapt. J.P. Schoneke, VROUW ALYDA, kapt. T. Swiers (opm: VROUW ALIDA, Tijmen Swijrs), VROUW ALYDA, kapt. A. Kremer, en HARMONIE, kapt. A. Jongebloed, alle van Bordeaux, en JONGE ELIZABETH, kapt. H. Leening van Jersey.

Den 13 arriveerde aldaar de WILHELMINA, kapt. C. Cordia, van Liverpool.

 

BERICHTEN UIT 1825 NOG NIET BESCHIKBAAR (DD OKTOBER 2011)

 

Rotterdamsche Courant 21 januari 1826114

Rotterdam, 20 januari. Den 20 augustus 1825 is te Batavia gearriveerd de HELENA CHRISTINA, kapt. B.J. Martens, van Rotterdam.

 

Dordtsche Courant 20 april 1826114

Hellevoetsluis, 15 april. ….

….Den 16 dito. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: HELENA CHRISTINA, kapt. B.J. Martens van Batavia en MAASSTROOM, kapt. P.S. Schull van Suriname. Heden arriveerden uit zee: VIJF GEZUSTERS, kapt. M. Azon Jacometti van Canton in China; DE KONING DER NEDERLANDEN, kapt. P. Landberg van New Orleans. De wind NW…..

 

Rotterdamsche Courant 25 mei 05 1826114

Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading:

- Naar Batavia het opnieuw gekoperd fregatschip HELENA CHRISTINA, kapt. Broder

  Johannes Martens; hebbende voortreffelijk inrichtingen tot het vervoeren van passagiers. ….

 

Rotterdamsche Courant 22 juni 1826114

Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading:

- Naar Batavia, het opnieuw gekoperd fregatschip HELENA CHRISTINA, kapt. Broder

  Johannes Martens; hebbende voortreffelijk inrichtingen tot het vervoeren van Passagiers…..

 

Rotterdamsche Courant 20 juli 1826114

Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading:

- Naar Batavia, het opnieuw gekoperd fregatschip HELENA CHRISTINA, kapt. Broder

  Johannes Martens; hebbende voortreffelijke inrichtingen tot het vervoeren van passagiers…..

 

Rotterdamsche Courant 03 augustus 1826114

Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading:

- Naar Batavia, het opnieuw gekoperd fregatschip HELENA CHRISTINA, kapt. Broder

  Johannes Martens; hebbende voortreffelijke inrichtingen  tot het vervoeren van passagiers…..

 

Dordtsche Courant 19 september 1826114

Hellevoetsluis, 15 september. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: COMMERCE, kapt. S. Golder en HAYTI, kapt. R. Stevenson, beide van Londen. Van de morgen zeilden in zee: HELENA CHRISTINA, kapt. B.J. Martens naar Batavia; MAASSTROOM, kapt. P.S. Schuijl naar Suriname; ONDERNEMING, kapt. H. den Breem naar Gibraltar; CATHARINA MARGARETHA, kapt. C. Permien naar Belfast; MARIA, kapt. J. Sikkes naar Liverpool; THAMES, kapt. T. Atherden naar Londen; HEMMINA, kapt. S.P. Taay, VROUW PETRONELLA, kapt. W. Leeuwrik, en CONCORDIA, kapt. B.J. de Boer, alle naar Brest. ….

De wind NO.

 

Rotterdamsche Courant 07 juni 1827114

Rotterdam, 6 juni. Het schip (opm: fregat) HELENA CHRISTINA, gevoerd wordende door kapt. B.J. Martens, komende van Batavia, is gisteren avond, tussen 9 en 10 ure, tegen het nieuwe baken op het Goereesche strand vastgeraakt. De passagiers en equipage zijn heden morgen ten half drie ure door een reddingboot en andere vaartuigen afgehaald. Er waren van Helvoetsluis en Goedereede schuiten naar toe tot assistentie.

 

Rotterdamsche Courant 07 juni 1827114

Rotterdam, 6 juni. Door bovengenoemde, kapt. B.J. Martens (opm: gezagvoerder fregat HELENA CHRISTINA), de 26e februari van Batavia vertrokken, is de 28e maart, op 28 gr. zuiderbreedte en 48 en 1 halve gr. lengte O. van Greenwich, het Nederlandsche schip COLONIST, kapt. Keijser, de 13e februari van Padang gezeild naar Antwerpen en de 3e juni in het Kanaal gezien, Wight N.O. ten O., een bij de wind om de west werkende hoeker, tonende Rotterdammer nommervlag.

 

Bataviasche Courant 10 januari 1827114

Te Batavia zijn gearriveerd: den 6 januari het fregat HELENA CHRISTINA, kapt. B.S. Martens, met 13 passagiers en enige kinderen, den 15 september vertrokken van Rotterdam, en het schip VROUW MARIA, kapt. F. van den Berg, met 2 passagiers en enige kinderen, den 11 augustus vertrokken van Rotterdam.

 

Leeuwarder Courant 12 juni 1827114

Dordrecht, 8 juni. Met het koopvaardijfregat de HELENA CHRISTINA, kapt. Martens, hetwelk des avonds van de 5 dezer, het Goerese gat binnen komende, op het Goerese strand is vastgeraakt, zijn van Batavia mede gekomen: de heer Baron de Salis, de heer kapitein Van Geen, de heer Van Schoor en de heer en mevrouw Van der Laan, welke allen gelukkig aan wal gekomen zijn.

 

Amsterdamsche Courant 19 juni 1827114

Texel, 16 juni. Men schrijft uit Hellevoetsluis, dat, behalve de goederen der passagiers en der equipage, er van het gestrande schip HELENA CHRISTINA, kapt. Broder Johannes Martens, slechts 420 balen koffiebonen, de enige onbeschadigde, welke aan boord waren, geborgen zijn. Door het ingelopen water en door het zwellen der natgeworden koffiebonen, tegen het bovendek, is het schip geheel ontzet. Hetzelve zal weg zijn. Men tracht zo veel mogelijk van het tuig en van het want te redden. (opm: tekst identiek aan Dordrechtsche Courant 16 juni 1827, maar hier naam kapitein volledig)

 

Dordrechtsche Courant 26 juli 1827114

Advertentie. N. Montauban van Swijndregt, H. Montauban van Swijndregt en F. van Dam, makelaars, te Rotterdam, zijn van mijn mening, als last hebbende van den Heer Agent van Lloyds, op dinsdag 7 augustus 1827, des namiddags ten 4 ure, in het Logement het Groot Hotel van Engeland, op de Grootemarkt, te verkopen: de geborgen tuigage van het gestrande fregatschip HELENA CHRISTINA, gevoerd geweest door kapt. B.J. Martens, bestaande in rondhout, ankers, ketting-kabel, touwen, zeilen, geschut, watervaten, enz.; alles bij kavelingen, zo als dezelve goederen genommerd zullen zijn liggende in en op een pakhuis en zolders in de Wijnbrugstraat, wijk A No. 422, en verdere aldaar aan te wijzen plaatsen.

 

 

BERICHTEN UIT 1828 t/m 1836 NOG NIET BESCHIKBAAR (DD OKTOBER 2011)

 

Rotterdamsche Courant 20 juli 1837114

Rotterdam, 19 juli. Den 17 arriveerden te Helvoetsluis ANTOINETTA MARIA, H.B.C.H. Ruysch, NEDERWAARD, M.D. Meyer, HELENA CHRISTINA, B.J. Martens, en MARY EN HILLEGONDA, D.A. de Jong, van Batavia; DE ONDERNEMING, G.B. Flik, van Marseille…..

 

Rotterdamsche Courant 09 maart 1837114

Rotterdam, 8 september. Den 6 dezer arriveerden te Helvoetsluis FLORA, J.D. Meincke, van Archangel; ALIDA, H.F.Deddes, van Cardiff, en ANNA CATHARINA, O. Houwink, van Arendsburg (opm: Kuressaare), en zeilden NEDERWAARD, M.D. Meyer, HELENA CHRISTINA, J. Martens, en DRIE MARIA’S, J. Glazener, naar Batavia…..

 

Rotterdamsche Courant 14 september 1837114

Rotterdam, 13 september. Kapt. S.G. Molenaar, van Batavia te Helvoetsluis binnen, rapporteert gepraaid te hebben den 30 juli, ter rede van St. Helena, de schepen DE NEDERLANDER, kapt. Struik, en de STAD UTRECHT, kapt. Rolff, en den 11 dezer, op de hoogte van Zuid-Voorland (opm: South Foreland), in goede staat zeilende gezien te hebben een schip tonende Amsterdamse nommervlag met 72, en de HELENA CHRISTINA (opm: fregat), kapt. B.J. Martens…..

 

Provinciale Groninger Courant 06 oktober 1837114

Het schip (opm: fregat) HELENA CHRISTINA, kapt. B.J. Martens, van Rotterdam naar Batavia, was de negentiende op de hoogte van Goudstaart (opm: Start Point).

 

Rotterdamsche Courant 10 oktober 1837114

Rotterdam, 9 oktober. Volgens brief, de dato 24 september, van kapt. B.J. Martens, voerende het schip HELENA CHRISTINA, den 7 dito uit Helvoetsluis naar Batavia gezeild, was hij, na in het oostelijk gedeelte van het Kanaal zwaar weder te hebben doorgestaan, toen tot in 45º N.B. 10º30’ W.L. van Greenwich gekomen zonder ergens binnen geweest of geankerd te hebben, en dus is de opgave in de Lloydslijst van het binnenlopen der HELENA CHRISTINA in Deal foutief geweest.

 

ZeePost 23 mei 1838 – 87114

Gedurende de eerste week van januari (opm:1838) zijn te Batavia de navolgende schepen gearriveerd, als:….

….Op den 4 januari: HELENA CHRISTINA, kapt. Martens, den 6 september van Rotterdam vertrokken…..

 

ZeePost 22 januari 1839 – 294114

De 29e november is door de officieren van Zr.Ms. korvet PANTHER, commandant kapt.luit. Vriese, van Hellevoetsluis naar Batavia, de 30e november te Corunha gearriveerd, in de Oceaan in goede staat gepraaid het schip (opm: fregat) HELENA CHRISTINA, kapt. B.J. Martens, van Rotterdam naar Batavia.

 

ZeePost 14 februari 1839 – 314114

Volgens brief van kapt. B.J. Martens, voerende het schip (opm: fregat) HELENA CHRISTINA, van Rotterdam naar Batavia, in dato 4 januari, was hij toen in goede staat zeilende op 01º Z.B. en 25º W.L, aan boord was alles wel. Nog rapporteert kapt. Martens dat hij na de 14e november uit Helvoet te zijn vertrokken, van 20 november tot 3 december tussen de westelijke monding van het Kanaal en Kaap Finisterre aanhoudende zware stormen had doorgestaan, waardoor de grote ra en bezaansboom gebroken, de hekjol weggeslagen en enige zeilen waren weggestormd. Overigens was de bodem dicht gebleven ofschoon men 4 dagen voor top en takel (opm: slechts onder het kale tuig) moest drijven, dewijl ook het kleinste stormzeil niet tegen de wind bestand was. Nog was een matroos door een stortzee over boord geslagen. De 26e november had hij (Red: het te Corunha sedert binnengelopen) schip PANTHER, kapt. Vriese, van Helvoet naar Batavia en de 24e dito een schip, vermoedelijk de PRINCES MARIANNE, kapt. Cadee, van Rotterdam naar dito gezien.

 

Dordrechtsche Courant 04 mei 1839114

Rotterdam, 1 mei. Gisteren is alhier van de werf St. Joris met het beste gevolg van stapel gelaten het door de scheepsbouwmeesters De Jong, Korteland en Anthony gebouwde fregatschip ADMIRAAL VAN KINSBERGEN, bestemd voor de vaart op Oost-Indiën, groot 425 lasten, voor rekening van de heren E. Suermondt en Zoonen en Co, en gevoerd zullende worden door kapt. B.J. Martens, waarna onmiddellijk op dezelfde helling de kiel is opgehaald voor een fregatschip, genaamd DILIGENTIA, groot 800 tonnen, voor rekening van de heren C. en A. Vlierboom.

 

ZeePost 03 juli 1839 – 432114

Gearriveerd te Batavia:….

….17 maart: Brandligt, DE RHIJN, dito, van Kaap de Goede Hoop

Martens, HELENA CHRISTINA van Rotterdam, 124 dagen reis…..

 

ZeePost 26 juli 1839 – 452114

Het schip (opm: fregat) ADMIRAAL VAN KINSBERGEN, kapt. B.J. Martens, van Rotterdam naar Batavia, is de 21e juli na de 17e dito een hevige storm doorgestaan te hebben, masteloos, met opengeslagen dek en meer andere schade te Milford binnengebracht.

Volgens een particuliere brief van Milford in dato 21 juli wordt aangaande het schip ADMIRAAL VAN KINSBERGEN, kapt. Martens, van Rotterdam naar Batavia, zie hier boven, gemeld, dat in de avond van de 17e juli een zware orkaan had gewoed, waardoor eerst de touwen en vervolgens de masten, boten en grote barkas werden stuk en overboord geslagen en na tot de 20e juli met zware storm geworsteld te hebben, het schip de 21e dito ’s morgens 5 ure te Milford werd binnengesleept.

 

ZeePost 29 juli 1839 – 454114

Aangaande het schip ADMIRAAL VAN KINSBERGEN, kapt. Martens, van Rotterdam naar Batavia, met schade te Milford binnengelopen – zie nommer 452 – wordt van daar van de 24e juli gemeld dat hetzelve lek is en zal moeten lossen om te repareren.

 

ZeePost 05 augustus 1839 – 460114

De admiraliteit te Milford heeft de 29e juli aan de equipage van het schip SKYLARK een som van GBP 500 toegekend voor bergloon wegens het binnenbrengen aldaar van het schip ADMIRAAL KINSBERGEN, kapt. Martens, van Rotterdam naar Batavia, zie no. 452.

 

ZeePost 13 augustus 1839 – 467114

Volgens brief van Milford van de 8e augustus, is de bootsman N.A. Nielsen, van het aldaar onder reparatie liggende schip ADMIRAAL VAN KINSBERGEN, kapt. Martens, van Rotterdam naar Batavia, in hechtenis genomen, als beschuldigd van subordinatie jegens de kapitein (opm: zie ook ZP 140839).

 

ZeePost 14 augustus 1839 – 468114

Errata. In het artikel van het schip ADMIRAAL KINGSBERGEN (opm: ADMIRAAL VAN KINSBERGEN), zie ons vorig nommer, is een woord uitgebleven. Men leze: “als beschuldigd de subordinatie jegens de kapitein overtreden te hebben”.

 

ZeePost 30 september 1839 – 508114

Aangaande het schip ADMIRAAL VAN KINSBERGEN, kapt. Martens, van Rotterdam naar Batavia, met schade te Milford binnengelopen – zie no. 452 – wordt van daar van de 25e september gemeld dat men dacht dat hetzelve in de loop der volgende week gereed zou zijn om de reis weder voort te zetten.

 

ZeePost 11 oktober 1839 – 518114

Het schip (opm: fregat) ADMIRAAL VAN KINSBERGEN, kapt. B.J. Martens, van Rotterdam naar Batavia, met schade te Milford binnengelopen – zie no. 452 – heeft de 6e oktober na geëindigde reparatie de reis weder voortgezet.

 

ZeePost 16 oktober 1839 – 522114

Het schip (opm: fregat) ADMIRAAL VAN KINSBERGEN, kapt. B.J. Martens, van Rotterdam naar Batavia, is de 6de oktober van Milford vertrokken – zie no. 518 – volgens een die dag op zee geschreven brief, welke de 8e dito van Milford is afgezonden. (Hierdoor vervalt het uit de Shipping and Mercantile Gazette overgenomen bericht als of bovengemeld schip de 6e oktober uit zee zou terug gekomen zijn.)

 

 

In een typoscript van de heer P.C.J.Martens te Den Haag dd oktober 2011 staan de volgende bijzonderheden betreffende Broder Jahannes Martens 1792-1853.:

Leydse Courant 1815:

“ Neptunus, kapitein B.J.Martens naar Rio de Janeiro vertrokken op 2 en 3 januari 1815”

En eveneens:

“ 4 maart in goede staat aangekomen in San Salvador het schip Neptunus, van hieruit bestemming Rio de J. op 2 januari vertrokken van Tessel.”

 

Als kapitein heeft de in 1818 in Bremen gebouwde driemaster Alexander onder zijn bevel gestaan, van de rederij Campbell & Co te Rotterdam

 

Leeuwarder Courant 12 juni 1827

“ Met het koopvaardij-fregat Helena Christina van kapitein Martens, hetwelk des avonds van de 5den dezer, het Goereesche Gat binnenkomende op het Goereesche strand is vast geraakt zijn van Batavia meegekomen: de heer Baron de Salis, de heer kapitein van Geen, de heer van Schoor en de heer en mevrouw van der laan welke allen gelukkig aan wal gekomen zijn.”

 

In het archief van de Rotterdamse familie Mees, onder nr. 242, bevind zich een ingekomen brief uit 1827 van Rudolf Adriaan Mees Azn betreffende het stranden van het schip ‘ Helena Christina’  van de reder Suermondt.

 

Leydse Courant 09 juli 1833:

“ Kapt. B.J.Martens, van Helvoet binnen, rapporteert den 29 juny op de hoogte van Goudstaart gepraaid heeft eene smak toonende Rotterdamsche vlag met No. 103, zijnde die van Kapt. G.A.Boomgaard, voerende het schip de Vrouwe Christina, en de 30ste dito voor de Hoofde een Driemastschip, toonende de vlag van het Collegie Zeemanshoop met No. 354 zijnde die van Kapt. J.J.Brouwer, qq voerende het schip Maria, van Amsterdam naar Surinamen; als ook eene kof, toonende Rotterdamsche vlag met No. 85, zijnde die van Kapt. O.P Smith, voerende de kof Concordia, van Harlingen naar Leverpool.”

 

Vermeld staat verder het fregatschip “ Claudius Civilis”, gebouwd in 1835 voor de rede van Harpen & Zn. Gezagvoerder is Broder Johannes Martens met het Amsterdamsce vlagnummer 54. (deze melding kan ik niet terugvinden in o.a. Bouma. Was Broder Johannes wellicht toezichthouder bij de bouw? – S.Parma

 Op 9 augustus 1837 en in 1838/39 vaart Johannes Martens op de ‘ Helen Christina’  met een vracht koffie, tin, suiker en sapanhout.

 

Uit de Dordrechtsche Courant van 24 juni 1845:

“ Volgens brief van kapitein Martens voerende het schip Kortenaer waren de 17 februari gelijk met hem van Banjoewangie gezeild de schepen Nova Zembla, Lucie, Ceram en Pictura en had hij geseind den 18 mei op 34 gradenN.B. en 21 gradden W.L. de Nova Zembla van kapitein Heykoop, deze had op den 30 april gepraaid.”

Aansluitend:

“ Hellevoetsluis 20 juni  hedenmorgen arrriveerden uit zee: B.J.Martens van Batavia Kortenaer  deze ligt nog bij dee derde ton voor anker.”

 

In het Rotterdamsch Nieuwsblad van 7 januari 1851 treffen we het volgende bericht:

“ In eene vergadering van assuradeurs, gehouden ten einde de expertise der door de Handelmaatschappij te bevrachten schepen nader te regelen, wordt tot expert herbenoemd de heer B.J.Martens terwijl in eene commissie tot ontwerping eener instructie voor den expert worden benoemd de directie der Maatschappij van Assurantie en de heeren M.P.Ketelaar, A.N.Trenité, C.Vlierboom en D.A.Dunlop.”.