Inloggen
Gezagvoerder

Kramer, Jacob Reinderz

Naam: Kramer, Jacob Reinderz
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 2
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
HILLECHIENA 1879 General Cargo schip Sailing Vessel 9106 Bekijk schip
JANTJE 1894 Schoener Sailing Vessel 3179 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Jacob Kramer werd geboren op 21 september 1850 aan boord van de “Fennegine" liggende in het Oosterdok te Amsterdam als zoon van de schipper Roelf Warnders Kramer en Fennechien de Vries.

Jacob trouwde te Veendam op 23 januari 1879 als schipper met Hillechien Mulder, geboren te Veendam op 06 oktober 1850 als dochter van de schipper Gerrit Harms Mulder en Grietje Jans Prins. Hillechien overleed te Dordrecht op het schip liggende in de Baanhoek op 25 november 1881, bij de geboorte van een tweeling, die niet levensvatbaar bleek te zijn. Jacob Kramer  was de zwager van de kapiteins Jan Gerrits Mulder, Harmen Gerrits Mulder en Johan Gerrits Mulder.

Jacob her trouwde op 05 april 1882 te Groningen  als schipper met Jantje Mulder, de oudere zuster van zijn 1e vrouw. geboren te Haarlem op 12 december 1846.  Jantje overleed te Groningen op 08 mei 1921, 74 jaar.

Jacob overleed te Groningen op 15 augustus 1927, 76 jaar, zonder beroep, weduwnaar.

 

In Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen wordt Jacob vermeld als schipper/scheepskapitein in 1879, 1882, 1883, 1884, 1887 en zonder beroep in 1915, 1821, 1827.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.R.Kramer was effectief lid van het Veendammer zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart” met vlagnummer D resp.  4 in de periode 1884 t/m 1906.

 

J.Kramer was effectief lid van het Groninger zeemanscollege “De Groninger Eendracht” met vlagnummer 32 in de periode 1890 t/m 1913.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Mulder083 vermeldt Jacob Kramer als gezagvoerder van de hektjalk “Hillechina” van 1879-1894 en de schoener “Jantje” van 1894-1898.

Hij leefde van 1850-1927 en was de schoonzoon van Gerrit Harms Mulder (1797-1870). Hij was tevens de zwager van de kapiteins Jan Gerrits Mulder, Harmen Gerrits Mulder en Johan Gerrits Mulder.

 

Bouma083a vermeldt:

“  'Hillechina'        Hektjalk b.j. 1879 M'hoek. K/E 2/1879-8/1895 J. Kramer te Gn. 8/1894-12/1896 T. Suk te Gn; gezonken tijdens reis Rostock/Papenburg.”

 

“ 'Jantje'    2m schoener, b.j. M'hoek 1894, 1898 bij Methil gestrand. 1900 eig W. Nettleton te Hull, Engeland, kapt Ellison; 3/1905 K/E Fred Lord en naam nu 'Mary'; 1/1913 bij Kaap Gris Nez gestrand en wrak.”

 

Bouma025 vermeldt Jacob Kramer als gezagvoerder gedurende

*    1880 t/m 1894 van de koftjalk “Hillechiena”, gebouwd in 1879 te Martenshoek, 66 ton n.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen;

*    1894 t/m 1898 van de ijzeren 2-mastschoener “Jantje”, gebouwd in 1894 te Martenshoek, 160 ton n.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen. Het schip strandde in 1898 bij Methil, werd gerepareerd en kwam onder Engelse vlag.

 

Marhisdata vermeldt de “Hillechiena”  gebouwd in 1879 bij Niestern & Te Velde te Martenshoek. In 1880 was de kapitein/eigenaar J.Kramer uit Groningen.

 

In de zeemansalmanak van “De Groninger Eendracht”  van 1892/1893 staat J.Kramer met vlagnummer 32 als gezagvoerder van de “Hillechiena”.

 

De Collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt”

03 februari 1885, tjalk “Geessien Brouwer”, kapitein Jan Kramer, 37 jaar uit Groningen/

16 maart 1896, schoener “Jantje”, schoener “Jantje”, kapitein Jakob Kramer, 45 jaar uit Groningen

05 september 1904, gaffelschoener “Jantine Fennegine”, kapitein Jacob Kramer, 54 jaar uit Groningen/Amsterdam

25 september 1905, schoener “Jantine Fennegine”, kapitein J.Kramer, 55 jaar uit Groningen.

 

Overige bijzonderheden

De navolgende gegevens zijn een verkorte vorm van een uitgebreide beschrijving in “De Schippers Mulder hun schepen en hun stamboom” door G.J.Mulder, uitg.Pirola, mei 2002, 239 pp.

Op 26 februari 1879 werd Jacob Kramer de eigenaar van de hektjalk “Hillechina”, genoemd naar zijn vrouw. Hij voer met dit schip zowel op de binnenvaart, o.a. op de Rijn als ook op zee. Hij verkocht het schip op 29 augustus 1894 aan Tammo Suk uit Groningen.

Op 16 oktober 1894 werd Jacob eigenaar van het tweemastschoonerschip de “Jantje”. het schip strandde op 17 oktober 1898 nabij Menthil, komend van Granton en werd total loss verklaard. Dit leverde verzekeringsgeld op, maar het wrak werd verkocht en kwam later weer in de vaart.

Vanwege het verzekeringsgeld kon Jacob begin 1900 een nieuw schip kopen en wel de stalen tweemast gaffelschoener “Jantine Fennegine”. Het schip werd in 1916 verkocht naar Rotterdam, wisselde vele malen van eigenaar, o.a. in Duitsland en werd pas in 1965 (!) gesloopt.

 

 

 

 

NRC 29 december 1895

Rotterdam, 28 december. Volgens telegram van Lloyd’s is de Nederlandse tjalk HILLECHIENA, van Rostock naar Papenburg, op zee in zinkende staat verlaten. De opvarenden, waaronder de vrouw en het kind van de gezagvoerder zijn gered en te Grimsby geland.

 

NRC 31 deceember 1895

Grimsby, 28 december. Het Nederlandse tjalkschip HILLECHIENA was de 23e dezer in de Noordzee, op de reis van Rostock naar Papenburg, zo lek geworden, dat het de 26e in de Noordzee door de opvarenden werd verlaten (opm: zie NRC 291295). Zij werden hedenmorgen alhier geland.

 

 

Final Fate: Provinciale Groninger Courant 24 januari 1896

Yarmouth, 18 januari. De Engelse trawler JAMES AND MARIA rapporteerde op 28 december 1895 op ongeveer een kwart mijl O.N.O. van Winterton Ridge te hebben aangetroffen de verlaten Nederlandse tjalk HILLECHIENA, van Groningen. Het vaartuig dreef in de richting van het Leeman Sand.