Inloggen
Gezagvoerder

Fabritius, Ernst Willem

Naam: Fabritius, Ernst Willem
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 5
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
GIJSBERT KAREL GRAAF VAN HOGENDORP 1864 Bark Sailing Vessel 16016 Bekijk schip
ST. GEORGE DE LA MINA 1849 Brik Sailing Vessel 14238 Bekijk schip
PRINS VAN ORANJE 1871 Vracht-/passagiersschip Steamship 8318 Bekijk schip
PRINSES AMALIA 1874 Vracht-/passagiersschip Steamship 8320 Bekijk schip
PRINSES AMALIA 1874 Vracht-/passagiersschip Steamship 8320 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Ernst Willem Fabritius werd geboren op 28 september 1832 te Alkmaar als zoon van de Nederlands Hervormde Ernst Willem Fabritius en Jacoba Merck. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Mauritsstraat Wijk 15 nr. 12 (nieuw nr. 67). Hij vertrok op 02 mei 1872 naar Den Helder en behaalde op 26 november /03 december 1859 het diploma voor 1e stuurman op de grote vaart, en had daarbij kennis van het stoomwerktuig en de besturing van een stoomschip.

Hij huwde op 13 juni 1866 te Rotterdam met Maria Philomena Elizabeth Quekel, geboren 08 september 1837 te ’s Hertogenbosch als dochter van de Rooms-Katholieke Andrea Quekel, schoenmaker, en Maria Elisabeth Rijswijk005

 

Er wordt gesproken over de resultaten aan de zeevaartschool in Rotterdam tussen 1860-1865. “De behaalde diploma’s in de stuurmanskunst hadden overigens vooral betrekking op de zeilvaart. De stoomvaart had nauwelijks belangstelling. Alleen de uit Alkmaar afkomstige kapitein Ernst Willem Fabritius had kennis van het stoomwerktuig en de besturing van een stoomschip”005.

 Op 20 nov. 1881 te Haarlem overleed op bijna 14-jarige leeftijd de oudste dochter Jacoba Maria Elisabeth, na een hevige ziekte.

Na zijn varend bestaan werd E.W. Fabritius bij Koninklijk Besluit van 28 maart 1884 per 1 april aangesteld als Commissaris van het Loodswezen te Terschelling en werd met ingang van 1 april 1886 in dezelfde functie aangenomen te Vlissingen. Hij heeft op deze standplaats slechts 6 maanden gewerkt, want hij overleed na een kortstondige ziekte op 29 oktober 1886 en werd begraven op de algemene begraafplaats te Vlissingen.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

E.W.Fabritius was met vlagnummer R138 van 1865 t/m 1870 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Hij voerde dus wèl de collegevlag, maar had geen recht op financiële tegemoetkomingen058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein E.W.Fabritius met vlagnummer R138 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1864 t/m 1867  van de bark “G.K. Graaf van Hogendorp”     399 last  voor  Hartog & Glazener te Rotterdam

 

Bouma025 vermeldt E.W.Fabritius als gezagvoerder gedurende:

*    1862 van de brik “St.George de la Mina”, gebouwd in 1849 te Rotterdam, 188 ton o.m., varend voor H. van Rijckevorsel te Rotterdam;

*    1864 t/m 1871 van de bark “Gijsbert Karel van Hoogendorp”, gebouwd in 1864 te Lekkerkerk, 756 ton o.m., varend voor Hartog & Glazener te Rotterdam;

*    1873 van het ijzeren schroefstoomschip “Prins van Oranje”, gebouwd in 1871 te Glasgow, 1829 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland”(1870) te Amsterdam;

*    1875 t/m 1881 op het schroefstoomschip “Prinses Amalia”, gebouwd in 1874 te Glasgow, 3495 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” (1870) te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

E.W.Fabritius vertrok per 05 oktober 1872 van Nieuwediep met de “Prins van Oranje” en een detachement van 3 officieren en 100 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 12 november 1872 na een reis van 38 dagen.

Hij vertrok per 06 maart 1873 van Nieuwediep met de “Prins van Oranje” en een detachement van 3 officieren en 125 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 18 april 1873 na een reis van 43 dagen065.

Hij vertrok op 05 augustus 1873 van Nieuwediep met de “Prins van Oranje” en een detachement van 3 officieren en 300 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 16 september 1873 na een reis van 42 dagen. Onderweg was 1 manschap overleden065*.

E.W.Fabritius transporteerde met de “Prinses Amalia” vanuit Nieuwediep de volgende militaire detachementen naar Batavia065*:

*    Vertrek 17 juni 1874. Aankomst 31 juli 1874 na 44 dagen. 5 officieren en 151 manschappen.

*    Vertrek 21 november 1874. Aankomst 10 januari 1875 na 50 dagen. 3 officieren en 150 manschappen. Onderweg werd 1 manschap vermist.

*    Vertrek 02 mei 1875. Aankomst 14 juni 1875 na 43 dagen. 5 officieren en 125 manschappen.

*    Vertrek 03 oktober 1875. Aankomst 19 november 1875 na 47 dagen. 8 officieren en 555 manschappen. In Port Said werden 3 deserteurs van de “Hampton” en 1 van de “Conrad” aan boord genomen. In Batavia ontbraken 10 manschappen zonder opgaaf van redenen.

*    Vertrek 18 maart 1876. Aankomst 26 mei 1876 na 69 dagen. 9 officieren en 158 manschappen.

*    Vertrek 18 oktober 1876. Aankomst 10 december 1876 na 43 dagen. Onderweg zijn 3 manschappen gedeserteerd.

      (Bossenbroek065 vermeldt op p. 70/71

      “Uit het inschepingsregister en de litteratuur zijn mij veertien meer of minder ernstige gevallen van muiterij of pogingen daartoe bekend, die zich in deze periode tijdens het vervoer van koloniale soldaten naar Indië hebben voorgedaan. Ze vonden plaats aan boord van de …Prinses Amalia …”. De muiterij vond plaats in het Suez-kanaal. In een “… vechtpartij met den sabel” waren de muiters … er niet malsch afgekomen; sabelhouwen op het hoofd, en een twee ribben stuk” waren het resultaat”. … “Voor de muiterij op de Prinses Amalia werden ‘speciaal Franschen en Belgen’ verantwoordelijk gesteld065)

*    Vertrek 07 april 1877. Aanlomst 19 mei 1877 na 42 dagen. 5 officieren en 260 manschappen. Onderweg was 1 manschap overleden.

*    Vertrek 01 september 1877. Aankomst 15 oktober 1877 na 44 dagen.

*    Vertrek 26 januari 1878. Aankomst 10 maart 1878 na 43 dagen. Onderweg ontbrak 1 manschap zonder opgaaf van reden.

      Hierna waren de vertrekdata vanaf Amsterdam.

*    Vertrek 30 augustus 1879. Aankomst 09 oktober 1879 na 40 dagen. 5 officieren en 60 manschappen.

*    Vertrek 18 januari 1880. Aankomst 04 maart 1880 na 46 dagen. 3 officieren en 63 manschappen.

*    Vertrek 05 juni 1880. Aankomst 19 juli 1880 na 44 dagen. 3 officieren en 54 manschappen.

*    Vertrek 23 oktober 1880. Aankomst 08 december 1880 na 46 dagen. 2 officieren en 54 manschappen.

*    Vertrek 12 maart 1881. Aankomst 08 mei 1881 na 57 dagen. 3 officieren en 50 manschappen. In het Suez-kanaal is het detachement overgegaan aan boord van de “Prinses Marie”.

 

In de Harlinger Courant dd 13 december 1874 staat het volgende bericht096:

“Het stoomschip Prinses Amalia, kapt. Fabritius, van Nieuwediep naar Batavia, is den 9 dezer des ochtends te Port-Saïd aangekomen.”

 

“De Prinses Amalia kreeg op de vijfde uitreis, vier uur na het verlaten van Suez op 7 april 1876, een gebroken krukas. Het schip werd teruggesleept naar Suez door het stoomschip Mandalay, maar kon daar niet worden gerepareerd. De lading ging uiteindelijk met de gecharterde Larington door naar Batavia. Het voor Indië bestemde landmachtdetachement aan boord vervolgde de overtocht met het SNM-schip Prins Hendrik (II) en het marinedetachement met het oorlogsschip Prins Hendrik  der Nederlanden; de overige passagiers gingen verder met de Drenthe, de Prins Hendrik en een Franse mailboot. De Engelse sleper Anglia bracht de Pinses Amalia naar de Elder-werf in Port Glasgow.”

Uit: p.13 “De eeuw van ‘Nederland’. Geschiedenis en vloot van de Stoomvaart Maatschappij ‘Nederland’” door A.J.J.Mulder.c.s. Uitg. Asia Maior. 2003.

“Op 28 juni 1880 deed de Prinses Amalia een poging de Venetia van P&O vlot te trekken, die aan de grond was gelopen bij het eiland Jebel Zukar in dce Rode Zee. Nadat de trossen verscheidene malen waren gebroken, nam het SMN-schip ten slotte de pasagiers en mails over en bracht die naar Aden.”

Uit: p.14 “De eeuw van ‘Nederland’. Geschiedenis en vloot van de Stoomvaart Maatschappij ‘Nederland’” door A.J.J.Mulder.c.s. Uitg. Asia Maior. 2003.

“De Prinses Amalia kwam in maart 1881 tijdens haar zeventiende uitreis, opnieuw na het vertrek uit Suez, in aanvaring met drijvend wrakhout, waardoor de schroefas en de roersteven werden beschadigd. Het schip werd door het stoomschip Kamtschatka teruggesleept naar Suez.”

Uit: p.13 “De eeuw van ‘Nederland’. Geschiedenis en vloot van de Stoomvaart Maatschappij ‘Nederland’” door A.J.J.Mulder.c.s. Uitg. Asia Maior. 2003.