Inloggen
Gezagvoerder

Broekema, G.E.

Naam: Broekema, G.E.
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 1
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
HILLECHIENA CHRISTINA 1836 Kof Sailing Vessel 9827 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Geen

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt G.(E).Broekema als gezagvoerder gedurende:

  • 1817 t/m 1818 van de tjalk “Jonge Gerrit”, geen vermelding van bouwgegevens, thuishaven en eigenaar. Het schip is 2 maal te Harlingen geregistreerd komend van Londen en Noorwegen.
  • 1820 t/m 1840 van de kof “Jetske Hillechiena”, gebouwd in 1819, bouwlocatie niet vermeld, 100 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela
  • 1837 t/m 1841 van de kof “Ida Hillechiena”, gebouwd in 1837 te Veendam, 66 ton o.m., geen vermelding van reeder en thuishaven;

Twee voorgaande opgaven vertonen overlap in vaarperioden. Twee personen?

  • 1839 t/m 1851 van de kof “Hillechiena Christina”, gebouwd in 1836 te Veendam, 91 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela. Het schip voer in 1851 voor kapitein/eigenaar B.H.Stubbe te Groningen en was herdoopt in “Weldaad”.

 

In het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Geert Ernst Broekman (sic) op de:

“Jonge Gerrit”, dd 14 september 1814;

“Jetske Aeilegina (sic) dd 12 juni 1814.

 

 

Overige bijzonderheden

Rotterdamsche  Courant 05 september 1816

Amsterdam, 3 september. Het schip de JONGE GERRIT, kapt. G.E. Broekema, van Libau (opm: Liepaja) naar Amsterdam bestemd, te Dantzig (opm: Gdansk) binnengelopen, heeft zware schade.

 

Rotterdamsche  Courant 05 september 1816

Amsterdam, 3 september. Het schip de JONGE GERRIT, kapt. G.E. Broekema, van Libau (opm: Liepaja) naar Amsterdam bestemd te Dantzig (opm: Gdansk) binnengelopen, heeft zware schade.

 

Leeuwarder Courant 25 augustus 1818114

Harlingen, 24 augustus. Den 21 dezer zijn alhier binnen gekomen het kofschip JUPITER, kapt. Barend Roelofs van Wijk, met hout van Noorwegen, het tjalkschip de VROUW JACOBA, kapt. J.H. van Veen, en het tjalkschip de JONGE GERRIT, kapt. Geert Broekema, beide met ballast van Londen…..

 

Leeuwarder Courant 25 augustus 1818114

Harlingen, 24 augustus. …..

Den 23 dito zijn alhier binnen gekomen het smakschip de WAAKZAAMHEID, kapt. Coert W. Stuit, en het smakschip de VROUW ENGELINA, kapt. E.H. de Groot, beide met hout van Noorwegen, en zijn uitgezeild het tjalkschip de VROUW JACOBA, kapt. J.H. van Veen en het tjalkschip de JONGE GERRIT, kapt. G.J. Broekema, beide ledig naar Groningen, het kofschip de VROUW ALIDA, kapt. Jan Klasen, het smakschip MARTHA HENDRIKA, kapt. Jan H. Jonker, en het smakschip de VROUW ANNA, kapt. Albert A. Smith, alle drie met ballast naar Noorwegen.

 

Leeuwarder Courant 06 oktober 1818114

Harlingen, 5 oktober.

Den 3 dito zijn alhier binnen gekomen het kofschip de GOEDE VERWACHTING, kapt. Jurgen J. Schuuring, met hout van Nerva (opm: Narva, Estland), de smakschepen de WAAKZAAMHEID, kapt. Coert W. Stuit, de VROUW ANNA, kapt. H.A. Smit, de VROUW LAMMEGINA, kapt. Otte P. Smid, het kofschip WINDLUST, kapt. Geert R. Engelsman, het tjalkschip de JONGE GERRIT, kapt. G.E. Broekema, allen met hout van Noorwegen, en het tjalkschip de DRIE GEBROEDERS, kapt. M.H. Groenewoldt, met granen van Dantzig (opm: Gdansk). Den 4 dito zijn alhier binnengekomen het galjootschip de VROUW HENDRIKA, kapt. Klaas van den Oever, met ballast van Londen, het kofschip de VROUW LUBBEGINA, kapt. Klaas H. de Weerd, met hout van Memel (opm: Klaipeda), het schoenerschip MARGARETHA, kapt. Laas Jacobsen, met hout van Noorwegen, het tjalkschip de JONGE EVERT, kapt. H. Willems, en het kofschip de JONGE DIRK, kapt. Thomas Smit, beide ledig van Amsterdam.