Familiegegevens en opleiding

      Krijn Pieters Haasnoot werd gedoopt te Katwijk op 08 oktober 1809 als zoon van Pieter Krijsz. Haasnoot en Neeltje Maartensd. Vooijs.

Hij trouwde te Karwijk in 1833 met Johanna Jansd.Kruyt, geboren te Noordwijk op 02 oktober 1813. Lid van het WZF per 12 juli 1839 en bedankt in 1860⁰⁰³.

Hij overleed te Katwijk op 06 maart 1879.

 

Volgens referentie 054 was hij in 1839 kapitein op de bark “Henriëtte” en in de periode 1842-1859 op de bark “Albatros”.

Hij voerde de collegevlag 461/181 van het Amsterdamse college Zeemanshoop.

De publicatie^054-046. bevat een foto van Krijn Pietersz Haasnoot

(in de vlagnummering van Krijn Pieters en Klaas Pietersz (zie hiervoor) is verwarring. Wellicht heeft van der Plas⁰⁵⁴ een verwisseling aangebracht, maar dat moet nog nader worden geverifieerd).

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

K.P.Haasnoot werd met nr.395 effectief lid van Zeemanshoop per 28 november 1837 op voorspraak van B.J.Smeengh. Zijn schip was de "Snelheid" (in de tekst van het Inschrijfregister doorgestreept en vervangen door ."Albatros")⁰⁰².

In de Algemene Vergaderingen van 21/28 november 1837 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Krijn Pieter Haasnoot, oud 28 jaar, voerend de bark “De Snelheid”, wonend te Katwijk aan Zee, en met adres bij J.D.Kuijper, op voordracht van kapitein B.J.Smeengh⁰²³.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam⁰⁰¹

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

       395                        1837-1838     bark                 Snelheid                                                 J.J.Poncelet & Zⁿ

                                      1839-1853     bark                 Albatros                                                 idem

       141                        1854-1859     bark                 Albatros                                                 idem

 

K.P.Haasnoot was in 1840 gezagvoerder van de "Albatros" (364 ton), te water gelaten op 28 januari 1840 op de werf "De Witte Olifant" van J.Meijjes & Zⁿ, Kleine Kattenburgerstraat Amsterdam voor rederij J.Poncelet & Z^{n 027}.

 

Bouma⁰²⁵ vermeldt K.(P.)Haasnoot als gezagvoerder gedurende:

*    van 1838 t/m 1839 op de bark “Snelheid”, gebouwd in 1838 te Alblasserdam, 230 ton o.m., varend voor J.J.Poncelet & Zⁿ te Amsterdam;

*    1840 t/m 1859 op de bark “Albatros”, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 364 ton o.m., varend voor J.J.Poncelet & Zⁿ te Amsterdam.

*    1856 t/ 1858 op de bark “Henriëtte”, gebouwd in 1855 te Amsterdam, 432 ton o.m., varend voor Jeremias Meijjes te Amsterdam (ook hier vraag ik me af of er door van der Plas⁰⁵⁴ geen verwisseling met Klaas Pietersz Haasnoot is aangebracht ).

 

Overige bijzonderheden

"De Bark "Albatros" groot 364 last gebouwd 1840 van J.J.Poncelet & Zⁿ. te Amsterdam, zeilde den 1en Juni 1847 van het Nieuwe Diep in zee met ruim 200 Landverhuizers uit Overijsel, en ankerd den 11en Juli voor de stad New-York; dus 40 dagen reis-Westwaards".

De Gezagvoerder schreef aan zijn patroon: "Ik heb slechts één dag geen schip gezien; er was een zeer drukke vaart op den Oceaan. Op 10 Juni hadden wij 6 schepen gelijk in 't zicht, waarvan 4 met Landverhuizers. Ik kon direct opvaren naar New York. Wij hadden op de Albatros slechts 4 zieken; een kind van 2 jaar en een vrouw van 74 jaar zijn overleden. Van een Engelsch schip met 300 passagiers waren 175 overleden. Twee andere Engelsche schepen moesten wachten met de zieken; wij konden direct opvaren". Per advertentie roemden eenige passagiers het schip en de degelijke ruimte aan boord, alsmede de goede behandeling van den kapitein ... ondervonden"^026(37/287).

 

In het Katwijks Museum te Katwijk aan Zee hangt een gouache door J. Spin uit 1834 van de bark “Snelheid”onder gezag van kapitein K.P.Haasnoot. Het schip draagt de Zeemanshoopvlag nummer 395. Op de achtergrond is een schip met vlagnummer 101 van Zeemanshoop. Volgens de ledenlijst van Zeemanshoop⁰¹⁹ wordt dit nummer in 1834 gevoerd door kapitein J.S.Okkes, dan gezagvoerder van de kof “Elisabeth Maria”.

 

K.P.Haasnoot vervoerde per 15 april 1845 vanuit Nieuwediep met de “Albatros” 1 landmachtmilitair naar Batavia waar hij arriveerde op 01 augustus 1845 na een reis van 108 dagen⁰⁶⁵.

 

 

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma⁰²⁵ vermeldt J.T.Visser als gezagvoerder gedurende:

*   van 1840 t/m 1844 op de bark “Snelheid”, gebouwd in 1838 te Alblasserdam, 230 ton o.m., varend voor J.J.Poncelet & Zⁿ te Amsterdam;

*   1845 van de brik “Phoenix”, gebouwd in 1827 te Amsterdam, 212 ton o.m., varend voor J.J.Poncelet & Zⁿ te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Familiegegevens en opleiding

Jacob Jobs Gorter werd geboren te Ameland op 10 mei 1807 (Zie opgave WZF). Zijn huwelijk met Rinske Gerrits Brouwer is niet op Ameland gesloten (volgens Tresoar).Haar geboorte staat geadministreerd op 27 oktober 1812 te Ameland als dochter van Gerrit Jacobs Brouwer en Martje Hendriks.

Van het echtpaar ook geen melding van overlijden op Ameland. Maar Jacob moet, gezien de aanvraag voor een uitkering door zijn weduwe, in 1855 zijn overleden.

 

Jacob Jobs Gorter werd geboren te Ameland op 10 mei 1807 en overleed in 1854.

Hij trouwde met Rinske Gerrits Brouwer, geboren op Ameland op 27 oktober 1812. Zij overleed op 05 januari 1878.

Jacob overleed in 1854.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.J.Gorter (adres Kleine Kattenburgerstraat 128) werd met nr.505 lid van Zeemanshoop per 04 november 1839 op voorspraak van J.Visser. Zijn schip was de "Phoenix"⁰⁰². Ten tijde van de inschrijving waren Gorter en zijn vrouw 32 resp. 27 jaar. Toegevoegd is “overleden^”002a.

In de Algemene Vergaderingen van 29 oktober/05 november 1839 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Jacob Jobs Gorter, oud 32 jaar, voerend de brik “Phoenix”, wonend op de Kleine Kattenburgerstraat 128 te Amsterdam, op voordracht van kapitein J.Visser.⁰²³

J.J.Gorter werd per 27 april 1847 deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop.⁰⁰³

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 22 februari 1855 wordt een onderstand voor 3 maanden toegekend aan J.J.Gorter met de verplichting een bewijs van zijn ongesteldheid over te leggen.⁰⁴².

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 april 1855 vraagt R.G.Brouwer, de weduwe van kapitein J.J.Gorter, om een uitkering, die haar in de vergadering dd 12 juni 1855 wordt toegestaan met ingang van 01 februari 1855.⁰⁴².

 

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 februari 1856 krijgt J.J.Gorter een onderstand voor 3 maanden ingaande 01 februari 1856. In de vergadering dd 29 mei 1856 is sprske van een afwijzing voor verlenging “daar de verzoeker reeds weer aangemonsterd is.”^042-

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 augustus 1870 vraagt J.J.Gorter om een gratificatie. Op 27 oktober 1870 antwoordt het Bestuur dat hij niet meer heeft deelgenomen (in het Weldadig Zeemans Fonds) sinds hij is opgehouden te varen. Er wordt hem nu een gratificatie uit de bussen toegekend van f 15,-.⁰⁴².

In de Bestuursvergadering dd 27 juli 1876 wordt J.J.Gorter een gratificatie van f 15,- toegekend. Idem op 30 augustus 1877. Idem 29 augustus 1878. Idem 25 september 1879. Idem per 30 september 1880. Idem per 24 november 1881. Op 30oktober 1884 een gratificatie van f 20,-. Idem op 05 november 1885. Idem op 28 oktober 1886. ⁰⁴².

Deze ondersteuningsaanvragen duiden op een zeemans in een subalterne rang met dezelfde naam en initialen.

Tineke Borsch uit Ameland spreekt van een broer van Jacob i.c. Jan Jobs Gorter, geboren op 25 januari 1812 te Hollum waarvan haar geen verdere bijzonderheden bekend zijn. De oplossing is wellicht onderstaande bijlage.

In de bijlagen van een Bestuursvergadering van Zeemanshoop uit van 24 november 1881 (Stadsarchief Amsterdam 491-38) staat:

“Amsterdam Den 28 september (1882)

WelEdeleHeeren van het bestuur van het Colegie Zeemanshoop.

Daar ik als oud zeeman op mijn 54 jaar door lighaams gebreken aan de wal moest blijven, en 40 jaar in het Colegie ben geweest, 24 jaar in kwalitijd als 2 stuurman meest gevaren voor het Kantoor voor de Heeren Gijzelaar en den Heer Hulsen, roep ik UEdele hulp in, nu 69 Jaren  ik kan niets meer verdienen  de kragten zijn mij begeven.

Ik blijf u Dienstwillige dienaar.

J.J.Gorter

Aderes C.Holm  Marniksstraat N^o13J.”

 

In de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 06 maart 1855 werd aan J.J.Gorter op zijn verzoek een ondersteuning toegekend, voorlopig voor een periode van 3 maanden.⁰²³

In de Algemene Vergadering dd 24 juli 1855 wordt aan de weduwe van kapitein J.J.Gorter, geboren Brouwer per 01 februari 1855 een uitkering toegekend.⁰²³.

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 17 juni 1856 wordt een aanvraag voor ondersteuning door J.J.Gorter “gewezen van de hand wegens vertrek … In de notulen dd 29 augustus 1876 wordt een gratificatie ad f15,- toegekend aan J.J.Gorter Idem per 18 september 1877. Idem per 10 september 1878. Idem per 07 oktober 1879. Idem per 13 december 1881. In de notulen van de Algemene Vergadering dd 18 november 1884 staat vermeld dat aan J.J.Gorter een gratificatie van f 25,- is toegekend.⁰²³

Idem f20,- per 01 december 1885 aan de wed. J.J.Gorter. Idem per 16 november 1886.⁰²³.

Het betreft hier zeker een andere J.J.Gorter, wellicht géén kapitein, daar kapitein Jacob Jobs Gorter is overleden in 1854. Zie de opmerkingen bij de Bestuursvergaderingen hiervoor.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop in Amsterdam⁰⁰¹

vlagnummer                   jaren                        type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

       505                        1839-1843                 brik                   Phoenix                                                 J.J.Poncelet & Zⁿ

                                      1844-1853                 bark                  De Snelheid                                           idem

       204                            1854                        bark                  De Snelheid                                           idem

                                          1855                        geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma⁰²⁵ vermeldt J.J.Gorter als gezagvoerder gedurende:

*    1840 t/m 1844 van de brik “Phoenix”, gebouwd in 1827 te Amsterdam, 212 ton o.m., varend voor J.J.Poncelet & Zⁿ te Amsterdam;

*    van 1845 t/m 1855 op de bark “Snelheid”, gebouwd in 1838 te Alblasserdam, 230 ton o.m., varend voor J.J.Poncelet & Zⁿ te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

Kapitein J.J.Gorter was van 1843-1855 gezagvoerder op de bark de Snelheid bij rederij J.J.Poncelet & Zⁿ te Amsterdam. Hij was in deze funktie de voorganger van kapitein J.H.Henning die in begin 1857 met het schip verongelukte op de Cobler-rotsen bij Barbados (zie aldaar). "Ruim negen jaar voor de fatale schipbreuk was de Snelheid onder bevel van Gorter eveneens onderweg van Suriname naar Amsterdam en was volgens een bericht "lek, met verlies van zeilen, rusten, verschansingen, schade aan het roer, gekraakte bezaanmast enz. (de haven van Falmouth) binnengeloopen, hebbende op 17 oct.1847 op 26^oBr. en 58^oL een orkaan en voortdurende storm doorgestaan"".

Uit: “Het schip van doop tot sloop”  Jos van den Borne  Jaarboek Centraal Bureau voor Genealogie 1998 p. 41. Gegevens door van den Borne ontleend aan Hoedemaker³⁸.

 

"De Drie Gebroeders" op de rede van Paramaribo⁰⁵⁷:

29 december 1839      "Gearriveerd kapt. Gorter brik de Phoenix van Amsterdam ...".

 

Falmouth 19 november, aldaar lek binnengelopen met verlies van zeilen, rusten, verschansingen, schade aan het roer, gekraakte bezaansmast, hebbende 17 oktober 1847 op 26° B en 58° L een orkaan en voortdurende storm doorgestaan. Men vreest van schade aan de lading.

De bark Snelheid werd in 1838 gebouwd in Alblasserdam gebouwd, 230 ton, voor de reder J.J. Poncelet & Z., Amsterdam. In 1857 verongelukt tijdens een reis van Suriname naar Amsterdam.

Bron: www.grotezeilvaart.nl

 

 

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma⁰²⁵ vermeldt kapitein Zomerdijk als gezagvoerder gedurende:

*      van 1856 op de bark “Snelheid”, gebouwd in 1838 te Alblasserdam, 230 ton o.m., varend voor J.J.Poncelet & Zn te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Familiegegevens en opleiding

Johan Hinrich Henning was getrouwd met Engel Louise Sivertsd Sörensen, geboren 13 januari 1811 en overleden 03 juni 1882.

Johan overleed in 1857. Bij het overlijden wordt als woonplaats Amsterdam opgegeven.¹¹⁸

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.H.Henning werd met nr.411 effectief lid van Zeemanshoop per 10 maart 1835 op voorspraak van A.Hansen. Zijn schip was de "Harmonie"⁰⁰².

In de Algemene Vergaderingen van 03/10 maart 1835 werd voorgedragen/benoemd Jan Hendrik Henning, oud 34 jaar, voerend de kof “Harmonie”, wonende bij J.H.Bodeman “op den Cingel” te Amsterdam, en op voordracht van kapitein A.Hansen⁰²³.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 april 1857 verzoekt de wed. J.H.Henning, geboren Sörensen om een uitkering voor haar en 2 kinderen, die haar in de vergadering dd 28 mei 1857 wordt toegekend ingaande 01 mei 1857.⁰⁴².

 

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 23 juni 1857 staat vermeld dat per 01 mei 1857 een uitkering is toegekend aan de weduwe van kapitein J.H.Henning, geb. Sörensen, voor haar en 2 kinderen.⁰²³.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam⁰⁰¹

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

         411                           1835           kof                   Harmonie                                              J.H.Bodeman

         298                      1836-1838     kof                   Harmonie                                              idem

                                           1839           sch.kof            Wilhelmina Frederiks                          idem

                                           1840           geen opgave van schip en boekhouder

                                      1841-1853     sch.kof            Plata                                                       J.J.Poncelet & Zⁿ

           94                      1854-1855     sch.kof            Plata                                                       idem

                                           1856           bark                 Snelheid                                                 idem

 

Bouma⁰²⁵ vermeldt J.H.Henning als gezagvoerder gedurende:

*    1833 t/m 1839 van de kof “Harmonie”, gebouwd in 1816 te Bremen, 192 ton o.m., varend voor J.H.Bodeman te Amsterdam;

*    1840 van de kof “Wilhelmina Frederika”, gebouwd in 1828, bouwplaats niet vermeld, 130 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Amsterdam. Het schip werd in 1840 afgekeurd met schade te Dartmouth;

*    1842 t/m 1856 van de sch.kof “Plata”, gebouwd in 1841 te Harlingen, 180 ton o.m., varend voor J.J.Poncelet & Zⁿ te Amsterdam;

*    van 1857 op de bark “Snelheid”, gebouwd in 1838 te Alblasserdam, 230 ton o.m., varend voor J.J.Poncelet & Zⁿ te Amsterdam. Het schip is op weg van Suriname naar Amsterdam, geladen met suiker op de Cobler’s rotsen (Barbados?) verongelukt waarbij 8 man zijn omgekomen;

De bark Snelheid werd in 1838 gebouwd in Alblasserdam gebouwd, 230 ton, voor de reder J.J. Poncelet & Z., Amsterdam. In 1857 verongelukt tijdens een reis van Suriname naar Amsterdam.

Bron: www.grotezeilvaart.nl

 

Overige bijzonderheden

"In de verzameling van familieadvertenties van het Centraal Bureau voor Genealogie is een annonce te vinden van 27 april 1857, ingezonden door de weduwe E.L.Sörensen. Zij ontving omstreeks die tijd "de bevestiging der noodlottige geruchten van het overlijden van (haar) dierbare Echtgenoot Johan Henrich Henning, gezagvoerder op de Nederlandse bark de Snelheid, in den ouderdom van ruim 56 jaren en van (haar) jongsten zoon Herman, in den jeugdigen leeftijd van bijna 16 jaren, welke beiden op de terugreis van Suriname naar hier op den 20sten maart bij Barbadoz met een gedeelte der equipage, door het vergaan van dien bodem, hun dood in de golven hebben gevonden.""

Henning was eveneens gezagvoerder op de Harmonie van 1833-1839 en de Plata van 1841-1856.

"De Snelheid was onderweg van Suriname naar Amsterdam met een lading suiker en verongelukte op 19 maart 1857 - een dag eerder dan de annonce opgaf - op de Cobler-rotsen. De scheepsramp kostte aan acht opvarenden het leven, waaronder kapitein Henning, zijn zoon - ... en een passagier, de heer Vulpen, wiens lijk werd gevonden en ten aarde werd besteld. Slechts vijf bemanninsleden overleefden de ramp: de tweede stuurman D.J.de Jonge en de matrozen H.G.Obbes, J.C.Landmeter, H.L.Glanenweigel en Frans Simon."

Een afbeelding van de Snelheid door D.A.Teupken is in het NSM te Amsterdam

Uit: Het schip van doop tot sloop  Jos van den Borne  Jaarboek Centraal Bureau voor Genealogie 1998: p.40-41.