1829
Op 23-02-1829 wordt voor de SPITSBERGEN door de Nederlandsche Groenlands en Straat Davids Visscherij Sociëteit uit Harlingen een eerste zeebrief aangevraagd voor commandeur H. Rickmers.
LC 170329
Harlingen. Uitgezeild: Den 8 maart het barkschip NEDERLAND, commandeur J.J. Adriaan (opm: na verkoop in 1835, in 1838 als DIRKJE ADAMA in de Groenlandvaart teruggekeerd), naar Groenland. Den 13 maart het pinkschip SPITSBERGEN, commandeur H. Rickmers, naar Groenland.
1830
LC 170830
Harlingen. Binnen gekomen: Den 12 augustus het pinkschip SPITSBERGEN, commandeur H. Rickmers, met 1375 robben (45 qs.) van Groenland.
1831
AH 290331
Vlie, 22 maart. Vertrokken: 22 maart. SPITSBERGEN, kapt. Rickmers, naar Groenland; NEDERLAND, kapt. Hoekstra, naar Groenland.
LC 010431
Harlingen. Uitgezeild: Den 20 maart de pinkschepen NEDERLAND, commandeur K. Hoekstra en SPITSBERGEN (opm: bark), commandeur H. Rickmers, beide met ballast naar Groenland.
AH 110831
Vlie, 7 augustus. Binnengekomen: 8 augustus. GROENLAND, kapt. H. Rickmers, van Spitsbergen (opm: SPITSBERGEN,H. Rickmers van Groenland), met 4000 robben.
LC 190831
Harlingen. Binnengekomen: Den 10 augustus. Het pinkschip SPITSBERGEN, kapt. Rickmers met 4000 stuks robben, 130 quardelen van de Groenland visserij.
1832
AH 260332
Vlie, 22 maart. Vertrokken: NEDERLAND, kapt. K. Hoekstra, naar Spitsbergen.
AH 270332
Vlie, 23 maart. Vertrokken: SPITSBERGEN, kapt. H. Rickmers, naar Groenland.
AH 300732
Vlie, 25 juli. Binnengaats: SPITSBERGEN, kapt. H. Rickmers, van Groenland. 26 juli. SPITSBERGEN, kapt. H. Rickmers, van Groenland, met 150 kwardelen walvis- en robbenspek.
LC 030832
Harlingen, 30 juli. Binnengekomen den 27 juli het smakschip ALIDA, kapt. H.B. Drok, en het tjalkschip de GOEDE VERWACHTING, kapt. J. Blom, beide met hout van Noorwegen; het pinkschip SPITSBERGEN, commandeur H. Rickmers, van Groenland, met 1 vis en 3354 robben, te samen 195 kwardelen spek.
1833
Op 01-04-1833 wordt voor de SPITSBERGEN door de Nederlandsche Groenlands en Straat Davids Visscherij Sociëteit uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor commandeur H. Rickmers.
1834
LC 080734
Verslagen van den heer Staatsraad, gouverneur, en van heren gedeputeerde staten, aan de heren staten der provincie Friesland, gedaan in dezelve gewone vergadering van den 1 juni 1834.
De Groenlands en Straat Davids Visserij, wegens de maatschappij te Harlingen, is in het afgelopen jaar alleszins ongunstig geweest, zodat de rekening met een nadelig saldo zal sluiten. Men was door de toenmalige omstandigheden huiverig om de schepen onder Nederlandse vlag te laten vertrekken, waardoor ene maand vertraging is veroorzaakt en de gehele Robbeslag verloren is.
Het schip SPITSBERGEN heeft 3 vissen (opm: walvissen) en 150 robben aangebracht, en NEDERLAND 1 kleine vis (opm: walvis) en 256 robben; de gezamenlijke vangst heeft slechts ongeveer 150 kwardelen traan opgeleverd en de prijzen waren bij publieke veiling niet gunstig, zijnde ruim 1/3 lager dan het vorig geweest. (opm: bekort, alleen de aan de scheepvaart gerelateerde passages zijn opgenomen).
RC 160834
Rotterdam, 15 augustus. Commandeur J. Ocken, van de Groenlandse robbenvangst te Nyborg aangekomen, rapporteert, dat de 23e juni de Harlingse Groenlandse SPITSBERGEN, commandeur H. Rickmers en NEDERLAND, commandeur K. Hoekstra, de eerste slechts 20 en de laatste 4 robben geslagen, doch nog geen vis gevangen hadden.
AH 180834
Binnengekomen: Vlie, 15 augustus. Nog binnengaats: NEDERLAND, kapt. K. Hoekstra; SPITSBERGEN, kapt. H. Rickmers.
AH 190834
Binnengekomen: Vlie, 16 augustus. NEDERLAND, kapt. K. Hoekstra, van Groenland, met 300 robben en 8 vaten spek; SPITSBERGEN, kapt. H. Rickmers, van Groenland, met een vis, 30 quardelen (opm: een oude inhoudsmaat voor vaten) spek.
LC 301234
Advertentie. De notarissen Hanekuijk en Wijma te Harlingen zullen op maandag de 26e januari 1835, des voormiddags ten 10 ure bij de beschrijving, en des avonds ten 7 ure bij de eindelijke toewijzing, ten verzoeke van heren directeuren der Nederlandsche Groenlands en Straat Davids Visscherij Societeit te Harlingen, in de herberg Roma in het openbaar veilen de voor gemelde visserij gebruikt geweest zijnde schepen, enz., als:
- Het pinkschip, genaamd NEDERLAND, lang over stevens 29 el 55 duim, wijd 5 el 80 duim, hol 4 el 77 duim, tussendeks 1 el 47 duim, groot 363 gemeten tonnen of circa 240 rogge lasten, waarop tot strijkgeld wordt gesteld NLG 100.
- Het brikschip, genaamd SPITSBERGEN, lang over stevens 26 el 18 duim, wijd 5 el 26 duim, hol 4 el 10 duim, tussendeks 1 el 68 duim, groot 251 gemeten tonnen of ongeveer 150 rogge lasten, in het jaar 1829 te Harlingen nieuw uitgehaald, waarop tot strijkgeld wordt gesteld NLG 150.
Beide met derzelver rondhout, opstaand en lopend want, ankers, touwen, zeil en treil, en verdere daarbij zijnde goederen of complete inventaris, zoals dezelve zijn liggende in de Zuiderhaven, voor na te melden pakhuis, te Harlingen.
- Een hecht en sterk en tot berging van allerlei koopmansgoederen geschikt pakhuis, voorzien van verscheidene zolders en een zeer grote kelder, met een brede loods aan de Zuidzijde en 15 v. roede achtergrond, zeer gelegen ter plaatsing van houtwaren en andere artikelen, staande aan de Zuiderhaven bij de Westerkerk te Harlingen, wijk H, no. 219, waarop tot strijkgeld wordt gesteld NLG 50.
De schepen zowel als het pakhuis terstond na de verkoop vrij te aanvaarden, en breder bij biljetten, te bekomen bij gemelde notarissen, gespecificeerd.
- Op dinsdag de 27e januari 1835, in de herberg Roma, te beginnen ten 10 ure voor de middag: de vleten met visgereedschappen, en hetgeen verder te voorschijn zal worden gebracht, volgens gedrukte catalogussen, te bekomen bij de heer D. Fontein Pz., ten gemelde stede. Alles te bezichtigen in de week, voorschreven geannonceerde verkoop voorafgaande.
1835
Op 09-02-1835 wordt voor de SPITSBERGEN door de firma Barend Visser & Zoon uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor commandeur H. Rickmers.
AH 030235
Amsterdam, maandag 2 februari. Men meldt ons uit Harlingen, d.d. 30 januari, dat het schip SPITSBERGEN door de kopers weder ter walvisvangst zal worden uitgezonden.
DC 050235
Dordrecht, 4 februari. De verkoop der eigendommen en goederen, aan de thans gedissolveerde Harlinger Groenlands- en Straat Davids Visscherij Sociëteit toebehoord hebbende, heeft, in de op 26 en 27 januari ll. daarvan gehouden publieke veilingen opgebracht, te weten: Het pinkschip NEDERLAND, groot 363 gemeten tonnen of ongeveer 240 roggelasten (opm. in 1838 als DIRKJE ADAMA weer ter robbenvaart uitgerust). NLG 6.605,-. Het brikschip SPITSBERGEN, groot 251 gemeten tonnen of ongeveer 150 roggelasten. NLG 15.277,-. Het pakhuis De Walvisch NLG 1.970, en de vleten en andere goederen bij kavelingen, pl.m. NLG 8.000,-. Voorts schrijft men uit Harlingen, dat het brikschip SPITSBERGEN door de kopers wederom ter walvisvangst zal worden uitgerust.
PGC 100235
’s-Gravenhage, 6 februari. Dezer dagen zijn te Harlingen in het openbaar verkocht de schepen en verdere goederen, afkomstig van de aldaar bestaan hebbende en onlangs ontbonden Groenlands- en Straat Davis-Visscherij-Sociëteit. Met genoegen verneemt men van daar, dat de kopers van een dier schepen, de SPITSBERGEN, voornemens zijn hetzelve wederom ter walvisvangst uit te zenden, en dat derhalve de vrees niet bevestigd wordt, dat die gewichtige tak van nijverheid in die stad te niet zoude gaan.
MCO 260335
Volgens bericht van Vlieland, in dato 20 maart, is dien dag het te Harlingen te huis behorende schip SPITSBERGEN, kapt. H. Rickmers, ter walvisch-vangst naar Groenland uitgezeild.
LC 140735
Leeuwarden, 13 juli. Commandeur N. Paulsen, van de Groenlandse robbenvangst, met 5.900 robben te Flensburg aangekomen rapporteert, dat den 2 juni de Harlinger Groenlandsvaarder SPITSBERGEN, commandeur H. Rickmers, 2.500 robben geslagen had. De 15 overige, op de Elve en Weser thuisbehorende schepen hadden met elkander 34.600 robben.
LC 140735
Verslagen van den heer Staatsraad, gouverneur, en van heren gedeputeerde staten, aan den heren Staten der Provincie Vriesland, gedaan in derzelver gewone vergadering van den 7 juli 1835: De Groenlands en Straat Davis Visscherij Societeit te Harlingen werd ten gevolge van het daartoe door de directie gezamenlijk met de deelnemers genomen besluit ontbonden en gelijk algemeen bekend is, was zulks met schade voor de actiehouders vergezeld.
Het schip SPITSBERGEN is evenwel in dit jaar door de heren Barend Visser en Zoon te Harlingen, voor hunne bijzondere rekening ter walvisvangst uitgerust, en daardoor heeft die stad, tenminste gedeeltelijk, deze voor haar vertier belangrijke inrichtingen mogen behouden.
LC 110835
Harlingen. Binnengekomen: Den 6 augustus het barkschip SPITSBERGEN, kapt. H. Rickmers, van Groenland.
1836
LC 080336
Harlingen. Uitgezeild: Den 6 maart, het barkschip SPITSBERGEN, kapt. Hk. Rickmers, ter Groenlandse visserij; de kofschepen MARTHA ALIDA, kapt. K.H. Plukker, naar Dundee en WILHELMINA, kapt. A.B. Visser, naar Noorwegen.
AH 220336
Uitgezeild: Vlie, 19 maart. ANNA CATHARINA, kapt. O. Houwing, naar Memel; SPITSBERGEN, kapt. H. Barkmers (opm: H. Rickmers), naar Groenland.
PGC 080736
Commandeur C. Stockfleth, voerende het schip FLORA, geheel vol met 5 vissen en 5.400 robben van Groenland te Elmshorn teruggekomen, rapporteert, dat de 9 juni bij zijn vertrek van de visserij, de Harlinger Groenlandsvaarder SPITSBERGEN, commandeur H. Rickmers, 3.000 robben geslagen had.
AH 270836
Vlie, 24 augustus. Binnengekomen: JOHANNA, kapt. J.A. Fries, van Tromsöe; SPITSBERGEN, kapt. H. Rickmers, van Groenland, met 100 kwardelen robbenspek.
LC 300836
Harlingen. Binnengekomen: Den 25 augustus het barkschip SPITSBERGEN, kapt. H. Rickmers, van de Groenlandse visserij.
1837
Op 23-01-1837 wordt voor de SPITSBERGEN door de firma Barend Visser & Zoon uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor commandeur H. Rickmers.
AH 200737
Volgens rapport van de commandant H. Porsilius, van Groenland te Brake teruggekomen, had kapt. H. Rickmers, voerende het schip SPITSBERGEN, van Harlingen, in de maand mei een vis (opm: walvis) gevangen.
RC 220737
Rotterdam, 21 juli. Commandeur (opm: kapitein) H. Ponselius, van de Groenlandse walvisvangst te Brake binnen, rapporteert, in de maand mei gepraaid te hebben de Harlinger walvisvanger SPITSBERGEN, commandeur H. Rickmers, hebbende als toen één vis gevangen.
AH 090837
Cargalijst Harlingen. SPITSBERGEN, commandeur H. Rickmers van Groenland met 1 walvis, 56 robben en 42 kwardelen spek. B. Visser en Zoon.
LC 150837
Harlingen. Binnengekomen: Den 11 augustus 1837 het barkschip SPITSBERGEN, kapt. H. Rickmers, van de Groenlandse Visserijgronden.
1838
LC 270338
Harlingen. Uitgezeild: den 23 maart het barkschip SPITSBERGEN, kapt. H. Rickmers, naar Groenland.
ZP 290338
Het schip SPITSBERGEN, kapt. H. Rickmers, is den 27 maart uit het Vlie naar Groenland gezeild (opm: ter walvis- en robbenjacht).
LC 100738
Het door de heren Barend Visser en Zonen te Harlingenter walvis- en robbenvangst uitgezonden schip SPITSBERGENheeft geen gunstige vangst gehad, zo dat de premie voor wanvangst aan de onderneming is toegekend. In het vorige jaar deelden wij UEd. Gr. Achtb. mede, dat deze heren nog een schip hadden aangekocht met het voornemen om ook hetzelve tot visserij uit te zenden. Dit voornemen is ten uitvoer gebracht, en in dit voorjaar zijn de beide schepen SPITSBERGENen DIRKJE ADAMA (opm. Ex. NEDERLAND, zie 1835) uit de haven van Harlingen,ter walvis en robbenvangst, uitgezeild. (opm: overgenomen uit een veel groter artikel dat verder niets met de scheepvaart te maken heeft)
LC 170738
De commandeur (opm: kapitein) van een den 23 juni van het ijs vertrokken en den 9 juli te Glückstadt (opm: plaats aan de Elbe) aangekomen Groenlandvaarder, rapporteert, dat bij zijn vertrek de Harlinger Groenlandvaarders SPITSBERGEN, commandeur H. Rickmers, 2 vissen en 600 robben, en DIRKJE ADAMA, commandeur J. Rickmers, 2 vissen en 130 robben gevangen hadden.
Volgens rapport van een Groenlandsvaarder, te Peterhead teruggekomen, had hij den 16 juli een der Hollandse Groenlandsvaarders vol spek, bij het ijs verlaten.
LC 270738
Harlingen, 25 juli. Heden is alhier de tijding bekomen, dat het schip DIRKJE ADAMA, commandeur (opm: kapitein) H.B. Rickmers, behouden in Texel is binnen gekomen, met 4 vissen (opm: walvissen) en 130 stuks robben, zo mede dat het schip SPITSBERGEN, commandeur H. Rickmers, met 3 vissen en 600 stuks robben, bij het Vlie (opm: Vlieland) voor de wal gepraaid was.
ZP 010838
Harlingen, 30 juli. Heden arriveerde alhier van Groenland het schip SPITSBERGEN, kapt. H. Rickmers, met drie vissen (opm: walvissen) en 600 robben.
1839
Op 11-02-1839 wordt voor de SPITSBERGEN door de firma Barend Visser & Zoon uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor commandeur H. Rickmers.
LC 190339
Harlingen. Uitgezeild: den 8 maart het pinkschip DIRKJE ADEMA, kapt. H.B. Rickmers, naar Groenland (opm: robbenjager). Den 10 maart het barkschip SPITSBERGEN, kapt. H. Rickmers, naar Groenland (opm: robbenjager); het schoenerschip FRIENDS, kapt. W. Cousins, naar Londen.
ZP 050839
Commandeur Nickelsen, van Groenland te Aarhuis (opm: Arhus) gearriveerd, rapporteert gepraaid te hebben de schepen SPITSBERGEN, commandeur Rickmers, met 180, en NEDERLAND (opm: DIRKJE ADAMA, ex. NEDERLAND), commandeur Rickmers Jr, met 200 robben.
LC 130839
Harlingen. Binnengekomen: den 4 augustus het barkschip SPITSBERGEN, kapt. H. Rickmers en het pinkschip DIRKJE ADEMA, kapt. H.B. Rickmers, beide van Groenland (opm: robbenjagers); het galjasschip MARIA LOUISE, kapt. J.F. Smidt, van Dantzig (opm: Gdansk).
1840
LC 170340
Harlingen. Uitgezeild: Den 11 maart het pinkschip DIRKJE ADEMA, kapt. H.B. Rickmers en het barkschip SPITSBERGEN, kapt. H. Rickmers, beide naar Groenland.
ZP 150640
De 10e mei zijn gepraaid geworden de schepen SPITSBERGEN, kapt. Rickmers, van Harlingen met 700 robben, en DIRKJE ADAMA, kapt. Rickmers Jr., van dito met 400 robben.
RC 230740
De commandeur van een te Gluckstad aangekomen walvisvanger rapporteert dat, bij zijn vertrek van de visserij , de Hollandse walvisvanger SPITSBERGEN, kapitein H. Rickmers, 1.100, en DIRKJE ADEMA, kapitein H.R. Rickmers, 700 robben geslagen hadden.
GRC 110840
Harlingen, 8 augustus. Binnengekomen SPITSBERGEN, Rickmers van Groenland.
1841
Op 13-02-1841 wordt voor de SPITSBERGEN door de firma Barend Visser & Zoon uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor commandeur Johan Both.
LC 120341
Harlingen. Uitgezeild Den 9 maart het pinkschip DIRKJE ADEMA, commandeur O. Mehlen en het barkschip SPITSBERGEN, commandeur J. Both, beide naar Groenland.
HC 260741
Volgens ontvangen bericht (opm: geen datum) heeft de Harlingse Groenlandvaarder SPITSBERGEN, commandeur J. Both, 1 walvis en 300 robben gevangen.
1842
LC 220342
Harlingen. Uitgezeild Den 10 maart het pinkschip DIRKJE ADEMA, kapt, O. Mehlen en het barkschip SPITSBERGEN, kapt. J. Both , beide naar Groenland.
DC 230642
Dordrecht, 22 juni. Volgens rapport van de Groenlandse visserij, hadden de Harlinger Groenlandsvaarders SPITSBERGEN, commandant J. Both, op 30 april 3.300, en DIRKJE ADAMA, commandant O. Mehlen, op 5 mei 3.500 robben geslagen.
DC 260742
Dordrecht, 25 juli. Volgens rapport van de Groenlandse visserij van 26 juni, hadden de Harlinger walvisvangers DIRKJE ADAMA, commandant O. Mehlen, 4.600 en SPITSBERGEN, commandant J. Both, 3.600 robben geslagen.
DC 300742
Dordrecht, 29 juli. Den 27 dezer zijn in het Vlie binnengekomen de twee Harlinger Groenlandsvaarders SPITSBERGEN, kapt. J. Both met 3.700 robben, en DIRKJE ADAMA, kapt. O. Mehlen, met 4.500 robben.
1843
Op 11-02-1843 wordt voor de SPITSBERGEN door de firma Barend Visser & Zoon uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor commandeur Johan Both.
AH 090343
Vlie, 6 maart. Uitgezeild SPITSBERGEN, J. Both naar Groenland.
DC 060643
Dordrecht, 5 juni. Volgens brief van de Groenlandsche Visscherij, van 13 mei, hadden de Harlinger Groenlandvaarders DIRKJE ADAMA, commandeur O. Mehlen, destijds 4.500, en SPITSBERGEN, commandeur J. Both, 3.000 robben geslagen.
DC 010843
Dordrecht, 31 juli. Op 26 juli is het schip genaamd DIRKJE ADAMA (opm: pink, commandeur O. Mehlen), van de Groenlandsche Harlinger Maatschappij, behouden ter rede van het Vlie gekomen, met een gunstige vangst, bestaande uit 4.800 stuks robben en 5 vissen, waaronder een grote en vier middelmatige. Door deze bodem was omstreeks Pinksteren het schip (opm: bark) SPITSBERGEN gepraaid, bestaande te dier tijd derzelver vangst uit ongeveer 3.000 stuks robben en één vis.
DC 100843
Dordrecht, 9 augustus. De 6e dezer is in het Vlie binnengekomen de Groenlandsvaarder SPITSBERGEN, kapt. (opm: commandeur is de titel bij deze schepen) J. Both, inhebbende 1 vis en 3.100 robben.
1844
LC 120344
Harlingen. Uitgezeild: Den 8 maart het barkschip SPITSBERGEN, kapt. J Both en het pinkschip DIRKJE ADAMA, kapt. O. Mehlen, beide naar Groenland.
AC 150644
Amsterdam, 14 juni. Volgens bericht van de Groenlandsche Visserij, had het Harlinger schip SPITSBERGEN, commandeur Both, de 3e mei 3 robben geslagen, de DIRKJE ADAMA, commandeur Mehlen, was op die datum nog ledig.
LC 230744
Amsterdam, den 20 juli. De Groenlandvaarder HANNIBAL (opm: buitenlander), den 2 dezer van de visserij vertrokken en den 13de te Peterhead binnengelopen, rapporteert, dat de Harlinger Groenlandvaarder SPITSBERGEN, commandeur J. Both, destijds nog schoon was.
AH 020844
Met betrekking tot de Groenland en Straat Davids visserij wordt medegedeeld, dat de beide schepen DIRKJE ADAMA en SPITSBERGEN ook weder in het vorige jaar ter walvis- en robbenvangst zijn uitgezonden geweest, en dat de heren B. Visser & Zoon, zeehandelaren te Harlingen en uitrusters dier schepen, nog steeds die belangrijke onderneming voortzetten. Met het schip DIRKJE ADAMA zijn aangebracht 4.536 stuks robben en vijf vissen, zijnde de hoogste vangst van al de voor Groenland uitgezonden schepen.Met het schip SPITSBERGEN zijn aangebracht 3.189 stuks robben en een vis, hetwelk als een middelmatige reis is aan te merken. (opm: citaat uit het verslag over 1843 van Gedeputeerde Staten van Friesland)
AH 030844
Vlie, 31 juli. Binnengekomen SPITSBERGEN, J. Both van Groenland.
1845
Op 15-03-1845 wordt voor de SPITSBERGEN door de firma Barend Visser & Zoon uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor commandeur Johan Both.
AH 090445
Vlie, uitgezeild op 6 april: DIRKJE ADAMA (opm: pink), kapt. O. Mehlen en SPITSBERGEN, kapt. J. Both, beide naar Groenland.
AC 230745
Harlingen, 19 juli. De alhier thuis behorende Groenlandsvaarders DIRKJE ADAMA, commandeur Mehlen en SPITSBERGEN, commandeur Both, hadden ieder, volgens bericht van het blad De Visscherij, een vis (opm: walvis) gevangen en 2.000 robben geslagen.
LC 010845
Harlingen, 30 juli. De alhier thuis behorende Groenlandsvaarder DIRKJE ADEMA (opm: pink, bouwjaar 1805), commandeur Mehlen, is met drie tamelijk grote vissen (opm: walvissen) en 1.900 robben van de visserij behouden terug gekomen. Volgens bericht van de commandeur had de SPITSBERGEN, commandeur Both, een vis gevangen en 2.100 robben geslagen.
LC 220845
Harlingen, 21 augustus. Dezer dagen is de tweede en laatste Groenlandsvaarder SPITSBERGEN, commandeur J. Both, met een vis en 1.900 robben alhier binnengekomen.
1846
LC 100346
Harlingen. Uitgezeild: Den 3 maart het pinkschip DIRKJE ADEMA, commandeur O. Mehlen en het barkschip SPITSBERGEN, commandeur Joh. Both, beide naar Groenland.
LC 100746
Verslag van den Staatsraad, Gouverneur en de Gedeputeerde Staten der provincie Friesland, aan de Staten van dat Gewest, in derzelver gewone vergadering van den jare 1846.
Paragraaf 34 [extract]. Ons nu nog overgebleven zijnde, om bij dit gedeelte van ons verslag mededeling te doen van de uitkomsten der Walvis- en Robbenvangst met de daartoe uitgeruste en uit Harlingen uitgezonden schepen DIRKJE ADAMA en SPITSBERGEN, is het ons aangenaam Ued. Groot. Achtb. te kunnen vermelden, dat deze uitkomsten gunstiger zijn geweest dan die van 1844, en dezelve dan ook gene aanleiding hebben behoeven te geven, om aanvrage ter bekoming van de bij wet bepaalde premie voor wanvangst te doen.
De schepen hebben, uit hoofde dezelve, even als die van Hamburg en Bremen, eerst naar Groenland konden afzeilen op den tijd dat de robbenslag aanvangt, dien slechts zeer kort kunnen uitoefenen, doch, zulks in aanmerkingen genomen, is men over de vangst tevreden geweest.
Met het schip DIRKJE ADAMA zijn aangebracht 2076 en met het andere 1934 robben.
De walvisvangst was over het algemeen ongunstig en er zijn slechts weinige vissen, meest zeer kleine, gevangen. Naar omstandigheden was de commandeur van het schip DIRKJE ADAMA daarin niet ongelukkig, daar hij 3 vissen medebracht. Minder gelukkig was evenwel de commandeur van het schip SPITSBERGEN, die slechts 1 vis had gevangen.
Na in dit jaar weder door de heren Barend Visser en Zoon te Harlingen ter walvis en robbenvangst te zijn uitgerust, zijn deze schepen op behoorlijke tijd uitgezeild.
NRC 180746
Glückstadt, 12 juli. Volgens bericht van de Groenlandsche Visscherij hadden de Harlinger schepen SPITSBERGEN, kapt. Both, en DIRKJE ADAMA, kapt. Mehlen, ieder 300 robben geslagen en luidden over het algemeen de berichten over de vangst ongunstig.
AH 060846
Vlie, 3 augustus. Binnengaats SPITSBERGEN, Both van Groenland.
1847
Op 17-02-1847 wordt voor de SPITSBERGEN door de firma Barend Visser & Zoon uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor commandeur Johan Both.
NRC 120347
Harlingen, 9 maart. De Groenlandsvaarders SPITSBERGEN, commandeur J. Both, en DIRKJE ADAMA, commandeur O. Mehlen, zijn, de eerste de 4e en de laatste de 5e dezer van hier naar de visserij vertrokken. De eerste is reeds de 7e uit het Vlie in zee gezeild.
RC 270547
Door de Oldenburger bark AUGUST, den 11 dezer van de Groenlandse visserij te Brake teruggekomen, zijn den 6 den 24 Groenlandsvaarders gepraaid, onder welke de Harlinger schepen DIRKJE ADAMA, commandeur O. Mehlen, die 9.000, en SPITSBERGEN, commandeur J. Both, die 5.000 robben geslagen had. Van al deze schepen had de DIRKJE ADAMA het meest gevangen en was reeds op de terugreis. De SPITSBERGEN is met vele anderen den 12den op de visvangst verder gezeild.
NRC 270547
Brake, 22 mei. Volgens rapport van de commandeur Matt, van Groenland alhier aangekomen, hadden de 6e mei de Harlinger schepen DIRKJE ADEMA, commandeur Mehlen, 2.000, en de SPITSBERGEN, commandeur Both, 5.000 robben geslagen.
AH 020847
(Geen plaats of datum) ook het tweede, ter walvis- en robbenvangst uitgezonden schip, de SPITSBERGEN, commandeur J. Both is thans binnengelopen, zijnde op 30 juli l.l. in ´t Vlie gearriveerd en hebbende gevangen een halve vis en 5.350 robben.
UCO 040847
Den 30 juli is de tweede Harlinger Groenlandsvaarder, de SPITSBERGEN, commandeur J. Both, met een halven vis en 5.350 robben in het Vlie binnengekomen. De DIRKJE ADEMA, den 13 juli te Harlingen gearriveerd, had 9.500 robben geslagen , zodat de vangst dit jaar zeer voordelig mag genoemd worden en gegronde hoop geeft op hervatting in het volgende jaar.
1848
GRC 140348
Harlingen, 8 maart. Uitgezeild SPITSBERGEN, Both naar Groenland.
RC 180348
De Harlinger Groenlandsvaarders SPITSBERGEN, commandeur J. Both, en DIRKJE ADAMA, commandeur O. Mehlen, zijn laatstleden maandag uit het Vlie naar de visscherij vertrokken.
NRC 150848
Vlie, 12 augustus. Gearriveerd SPITSBERGEN, J. Both van Groenland met 8 robben.
1849
Op 07-02-1849 wordt voor de SPITSBERGEN door de firma Barend Visser & Zoon uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor commandeur Johan Both.
AH 120349
Harlingen, 10 maart. Zeilklaar SPITSBERGEN, commandeur J. Both, en DIRKJE ADAMA, commandeur O. Mehlen naar Groenland.
NRC 240349
Vlie, 21 maart. Vertrokken SPITSBERGEN, J. Both naar Groenland.
RC 170749
De Harlinger Groenlandsvaarder SPITSBERGEN, commandeur J. Both, had den 19 mei 700 robben geslagen. Dit bericht is aangebracht door een schip, dat Groenland den 27 juni verlaten heeft; sedert de maand april is de vangst zeer slecht. Drie Engelse schepen zijn in het ijs verongelukt.
NRC 180749
Gepraaide Schepen. Leith, 10 juli. Commandeur Kölln, van de Groenlandsvaarder ALLIANCE, alhier binnengelopen, rapporteert gepraaid te hebben, de Harlinger Groenlandsvaarder DIRKJE ADAMA, commandeur Mehlen, met 1.100 en SPITSBERGEN, commandeur Both, met 700 robben.
NRC 010849
Rotterdam, 31 juli. De Harlinger Groenlandsvaarder SPITSBERGEN, commandant J. Both, is l.l. vrijdag (opm: 27 juli) van Groenland in het Vlie binnengekomen, hebbende 850 robben geslagen.(opm: vergelijk het aantal geslagen robben met het in Kroniek 1847 in dato 2 augustus, genoemde aantal)
1850
Op 15-02-1850 wordt voor de SPITSBERGEN door de firma Barend Visser & Zoon uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor commandeur Peter Nagel.
NRC 160350
Harlingen, 9 maart. Heden zijn van hier vertrokken, bestemd ter robben- en walvisvangst naar Groenland, de schepen DIRKJE ADAMA en SPITSBERGEN, bemand met 105 koppen en voorzien van 15 sloepen en de nodige visvangers gereedschappen. Beide schepen behoren toe aan de heren Barend Visser & Zoon te Harlingen.
NRC 040450
Vlie, 30 maart. Vertrokken DIRKJE ADAMA, O. Mehlen, naar Groenland. SPITSBERGEN, P. Nagel, naar Groenland.
LC 210550
Leeuwarden, den 20 mei. Volgens ingekomen bericht van commandeur Peter Nagel, voerende het schip SPITSBERGEN, uit Groenland dato 25 april 1850, was hij elf dagen na zijn vertrek van de Vlie rede aan het ijs gekomen en had tot opgemelde datum 4600 robben geslagen; door bezetting in het baai ijs, was hij in meerdere vangst verhinderd; was toen uit het ijs en voornemens zijne pogingen aan de Robbenkust westwaarts voort te zetten.
Hoewel commandeur P. Nagel door zijne bezetting in het Baai ijs gene gelegenheid heeft gehad commandeur O. Mehlen te ontmoeten, zo vermoedde hij toch dat het schip DIRKJE ADAMA grotere vangst zoude hebben, waardoor dus het vroegere bericht van commandeur Burnett, te Peterhead aangekomen, als zoude laatstgemeld schip 7000 robben hebben geslagen, bevestigd wordt.
LC 160750
Leeuwarden, den 15 juni. Volgens bericht van de Groenlandsvaarder STADT ALTONA, den 7 dezer te Elmshorn aangekomen, had de Harlinger Groenlandsvaarder SPITSBERGEN, commandeur P. Nagel, den 8 juni 4500 robben geslagen.
AH 050850
De Harlinger Groenlandsvaarder SPITSBERGEN, commandeur P. Nagel, is de 1e augustus met 4.800 robben in het Vlie binnengekomen.
LC 060850
Nadat de te Harlingen te huis behorende Groenlandsvaarder DIRKJE ADAMA, commandeur O. Mehlen, reeds voor ongeveer zes weken van de visserij met 9.000 robben was teruggekeerd, is den 2 dezer ook het schip SPITSBERGEN, commandeur P. Nagel, met 4.800 robben te Harlingen aangekomen.
NRC 070850
Rotterdam, 6 augustus. Uit Harlingen schrijft men ons d.d. 4 augustus het volgende. De Groenlandsvaarder SPITSBERGEN is op vrijdag de 2e augustus hier binnengelopen, hebbende 6.500 robben gevangen. De vangst is dus dit jaar zeer gunstig over het geheel, want de reeds voor enige weken gearriveerde DIRKJE ADAMA bracht ruim 9.600 robben aan.
1851
DC 130351
Dordrecht, 12 maart. De Harlinger Groenlandsvaarders SPITSBERGEN, commandeur P. Nagel, en DIRKJE ADAMA, commandeur O. Mehlen, zijn ll. zaterdag uit het Vlie in zee gezeild naar de visserij.
NRC 310751
Harlingen, 28 juli. De Harlinger Groenlandsvaarder DIRKJE ADEMA, kapt. Mehlen, is heden in onze haven binnengelopen met de aanzienlijke vangst van 3.500 robben en een walvis. De andere, gelijktijdig van hier vertrokken SPITSBERGEN, kapt. P. Nagel, is ter rede van ’t Vlie gearriveerd met 900 robben, zodat deze minder gelukkig is geslaagd.
1852
Op 13-02-1852 wordt voor de SPITSBERGEN door de firma Barend Visser & Zoon uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor commandeur H. Stockfleth.
NRC 010652
De Harlinger Groenlandsvaarder SPITSBERGEN, commandeur Nagel (opm: Stockfleth), had den 20sten april 850 robben geslagen.
NRC 060752
Cuxhaven, 3 juli. Volgens hier ontvangen rapport hadden de 15e juni de schepen DIRKJE ADAMA 100 en SPITSBERGEN 700 robben geslagen.
NRC 010852
Vlie, 29 juli. Heden arriveerde alhier SPITSBERGEN, kapt. H. Stokfleth, van Groenland, met 1.000 robben.
NRC 020852
Harlingen, 30 juli. Gisteren liep de Harlinger Groenlandsvaarder DIRKJE ADEMA hier de haven binnen met een vangst van 200 robben en een kleine vis (opm: walvis). De andere, SPITSBERGEN, wacht nog voor de haven op hoger vloed en zal waarschijnlijk heden avond binnenlopen. De laatste brengt 1.000 robben aan. De vangst is dus niet zeer groot.
GRC 030852
Harlingen, 29 juli. Binnengekomen DIRKJE ADEMA, Mehlen en den 31 sten SPITSBERGEN, Stockfleet van beide van Groenland.
1853
NRC 270253
Harlingen, 24 februari. De Groenlandsvaarders DIRKJE ADEMA en SPITSBERGEN zijn deze morgen onder de gunstigste omstandigheden uit onze haven vertrokken.
NRC 060353
Vlie, 1 maart. Vertrokken DIRKJE ADEMA, O. Mehlen; SPITSBERGEN, H. Stockfleth, beiden naar Groenland.
AH 200553
Harlingen, 18 mei. Men heeft hier het verblijdend bericht ontvangen, dat de twee thans nog in zee zijnde Harlinger Groenlandsvaarders reeds een goede vangst hadden gemaakt, want de SPITSBERGEN had 3.500 en de DIRKJE ADAMA 8.300 robben voordat zij ter walvisvangst voeren.
AH 020653
Harlingen, 31 mei. Volgens hier ontvangen zeer geloofwaardige tijding is de Harlinger Groenlandsvaarder SPITSBERGEN reeds in een onzer zeegaten binnengekomen met 6.000 robben. Wegens averij zou men de walvisvisserij niet hebben kunnen bezoeken, maar deze goede vangst is dan toch zeer tot troost in die teleurstelling van enige weken te vroeg binnenkomen.
NRC 060653
Harlingen, 4 juni. De Groenlandsvaarder SPITSBERGEN is met een getal van ongeveer 5.000 robben hier aangekomen. Het schip is zwaar lek.
PGC 090653
Leeuwarden, 6 juni. Naar wij uit Harlingen vernemen, is gisteren de Groenlands-vaarder DIRKJE ADEMA binnengekomen met 9.000 robben aan boord, welke goede vangst de commandeur moet hebben doen besluiten geen gevolg te geven aan het vroeger bestaan hebbende voornemen om naar de visserij op te zeilen. Laatstleden dinsdag is in het Vlie binnengekomen de Harlinger Groenlands-vaarder SPITSBERGEN, commandeur H. Stockfleth, hebbende 4.500 robben geslagen. Wegens bekomen schade zou dit schip de walvisvangst hebben moeten opgeven.
NRC 250653
Advertentie. De notaris Goslings te Harlingen zal aldaar op woensdag de 29e juni 1853, des namiddags 3 uur provisioneel, en des avonds 7 ure finaal, telkens in het Heeren Logement van D. Minnema, in het openbaar verkopen het barkschip (opm: brik) SPITSBERGEN, varende onder Nederlandse vlag, gemeten op 122 lasten of 251 tonnen, met de bij biljetten omschreven inventaris, liggende thans in de Zuiderhaven te Harlingen, gevoerd door kapt. Herm. Stokfleeth. Nadere informatiën te bekomen bij de heren Barend Visser & Zoon aldaar en bij bovengenoemde notaris.
Op 23-07-1853 wordt voor de TRITON door J. Fockens uit Harlingen een zeebrief voor kapt. H. Stockfleth.
RC 270753
Vlie, 24 juli. Uitgezeild TRITON, H. Stockfleth naar Nerva.
RC 270853
Nerva, 12 augustus. Uitgezeild TRITON, H. Stockfleth naar Harlingen.
RC 210953
Vlie, 17 september. Binnengekomen H. Stockfleth van Nerva.
AH 220953
Harlingen, 20 september. Een werkman, bezig op de voormalige Groenlandsvaarder SPITSBERGEN, nu TRITON genoemd, is heden in het ruim gevallen en heeft, behalve belangrijke verwonding ook nog een voet gebroken.
RC 291053
Te Dantzig, 23 oktober, TRITON, H. Stockfleth van Harlingen.
1854
NRC 030354
Harlingen,1 maart. De enige nog overige Groenlandsvaarder DIRKJE ADAMA, is heden van hier ter visserij uitgezeild. Het is te wensen, dat een goede vangst deze tak van nijverheid aanmoedige, opdat er in plaats van het ten vorige jaren alzo afgeschafte schip SPITSBERGEN, een ander in de vaart gebracht worde.
1855
Op 12 november 1855 wordt de zeebrief van de TRITON door de ontvanger te Harlingen naar Den Haag teruggezonden, zonder opgave van reden.