Inloggen
SENIOR - ID 9171


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1919-11-06 / 1939-08-25 | Reden uitgevlagd: Verkocht naar het buitenland

Identification Data

Bouwjaar: 1897
Nat. Official Number: 335 MIDD 1897
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Klipperaak
Masten: Two masts
Material Hull: Steel
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: Firma Borsius & van der Leijé, Middelburg, Zeeland, Netherlands
Delivery Date: 1897-07-00
Technical Data

Gross Tonnage: 128.00 Gross tonnage
Net Tonnage: 88.00 Net tonnage
Deadweight: 170.00 tonnes deadweight (1000 kg)
 
Length 1: 30.95 Meters Length overall (Loa)
Length 2: 28.78 Meters Length between perpendiculars (Lbp)
Beam: 5.92 Meters Breadth, moulded
Depth: 2.26 Meters Depth, moulded
Draught: 1.95 Meters Draught, maximum
Configuration Changes

Datum 00-00-1924
Type: Fitted with engine
Omschrijving: Te Glückstadt gemotoriseerd: 2tew 2 cil 870 Pk Callesen, Apenrade. (nu nieuwe tonnenmaat: 133g, 88n, 170d.)

Ship History Data

Date/Name Ship 1918-02-25 GEERTRUIDA
Manager: Jan Kunst, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Jan Kunst, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands
Additional info: Binnenvaarder/ ex LENA MAATJE/ koopprijs Hfl. 12.000,--

Date/Name Ship 1919-12-06 SENIOR
Manager: Derk Roelof Kajuiter, Groningen, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Derk Roelof Kajuiter, Groningen, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Groningen / Netherlands
Callsign: PSBF

Date/Name Ship 1928-12-31 BALTIC
Manager: Jan Pekelder Klaaszn., Groningen, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Jan Pekelder Klaaszn., Groningen, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Groningen / Netherlands
Callsign: NGJV

Date/Name Ship 1939-08-25 BALTIC
Manager: John Sörman, Stockholm, Sweden
Eigenaar: John Sörman, Stockholm, Sweden
Shareholder:
Homeport / Flag: Stockholm / Sweden

Date/Name Ship 1941-00-00 BALTIC
Manager: Leander Persson, Hällevik, Sweden
Eigenaar: Leander Persson, Hällevik, Sweden
Shareholder:
Homeport / Flag: Hällevik / Sweden
Callsign: SEIM

Date/Name Ship 1963-00-00 WETTERN
Manager: J. Frederiksen, Baskarp, Sweden
Eigenaar: A/B Baskarpsand, Baskarp, Sweden
Shareholder:
Homeport / Flag: Baskarp / Sweden
Callsign: SEIM

Date/Name Ship 1964-00-00 ANYA
Manager: Johan W. Backman, Pernä, Finland
Eigenaar: Johan W. Backman, Pernä, Finland
Shareholder:
Homeport / Flag: Lovisa / Finland
Callsign: OGJO

Date/Name Ship 1971-00-00 ANYA
Manager: Reino Henriksson, Lovisa, Finland
Eigenaar: Reino Henriksson, Lovisa, Finland
Shareholder:
Homeport / Flag: Lovisa / Finland
Callsign: OGJO
Additional info: 1973 Abborsfors

Ship Events Data

1897-00-00: Gebouwd als binnenklipper "Lena Maatje" van Hendrik van Maaren, schipper te Middelburg, later "Geertruida". Zie bijgaand bericht: MC 09-05-1896: Op de scheepstimmerwerf 'De Volharding', tevens inrichting tot herstellen van stoom- en andere werktuigen, van de Firma den Bouwmeester, Borsius & van der Leijé werden drie ijzeren binnenvaartuigen gebouwd en afgeleverd, terwijl aan twee andere werd begonnen; voorts werden aan verschillende binnenschepen herstellingen verricht; gemiddeld 30 personen vonden er werk.
1923-00-00: Op de 1e Pinksterdag 1923 lag in de haven van Aarhus (Denemarken) de SENIOR. De heer en mevrouw Kajuiter wachtten hier de geboorte van hun dochter af. De dochter (2e kind) kreeg de naam Renke, hun 1e kind was een zoon genaamd Jan.
1927-03-24: Gestrand tijdens slecht weer t.h.v. Stenshuved vuur op de Deense kust. Op 26 maart 1927 vlotgebracht. Geen schade.
1929-01-02: Op 02-01-1929 als SENIOR, zijnde een motorschip, groot 375.55 m3, liggende te Groningen, door D. Loorbach, scheepsmeter te Groningen, ten verzoeke van Derk Roelof Kajuiter, schipper, gedomicilieerd te Groningen, voorzien van een nieuw brandmerk door het inbeitelen van 35 Z MIDD 1928 op 't achterschip voor tegen de roef aan stuurboordzijde. (Opm.: Brandmerk 335 MIDD 1897 is vernietigd.) Omschrijving: Stalen motorklipper, 1 dek, 2 masten, voor volkslogies, 1 laadruim, 1 machinekamer waarin 80 PK Apenrademotor, 1 watertank en daarboven 1 woonroef, wordt mechanisch voortbewogen door 1 schroef, zijnde een zeilschip met hulpmotor.
1932-01-21: Collision
Op 21 Januari 1932 is het motorzeilschip BALTIC, kapt. J. Pekelder nabij de Vlierede tot tweemaal toe aangevaren door de zeesleepboot NOORDVAARDER.
1936-09-07: Stranded
De “BALTIC“. Op 7 september 1936 strandde op de Koffieboonplaat (een “los liggende“ bank nabij de Oostpunt van Terschelling) de Nederlandse motorschoener “Baltic“.
1939-08-01: Sunk
Op 01-08-1939 tijdens de reis van Höganas (Denemarken) naar Örebrø (Zweden) met een lading klinkers in zware storm op het Hjälmarenmeer nabij Notholmen (Zweden) op een ondiepte gestoten en half gezonken. Na berging opgelegd te Notholmen. Later door de verzekering total loss verklaard. Verkocht geborgen en weer inde vaart.
1976-00-00: Opgelegd in Lovisa.
1978-12-00: Final Fate:
Verkocht voor de sloop aan Loviisan Kone Ja Metalli O/Y te Lovisa.

Monsterrollen

Opgemaakt Terschelling
Datum: 1938-02-01
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: BALTIC
Schipper: Pekelder, Jan
Scheepstype: motorzeilschip
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen Bekijk alle monsterrollen
Afbeeldingen


Omschrijving: Familie Kajuiter aan boord van de "Senior" 1897. Van links naar rechts: Vader D.R., zoon Jan en moeder.)
Collectie: Schmaal, Gerrit J.
Vervaardiger: Onbekend

Omschrijving: Familie Kajuiter en de bemanning aan boord van de "Senior"1897. Van links naar rechts: Dochter Renke, Moeder, zoon Jan, Vader D.R., Duitse matroos en Duitse stuurman met scheepshond.
Collectie: Schmaal, Gerrit J.
Vervaardiger: Onbekend

Omschrijving: Lena Maatje - Uittreksel Kadaster 335 MIDD 1897 d.d. 21-03-1897.
Collectie: Onbekend
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: Geertruida - Uittreksel Kadaster 335 MIDD 1897 d.d. 25-02-1918.
Collectie: Onbekend
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: Senior - Uittreksel Kadaster 335 MIDD 1897 d.d. 06-12-1919.
Collectie: Onbekend
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: Baltic 1897 ex Senior gestrand op de Koffiplaat, Oost Terschelling op 07-09-1936.
Collectie: Schmaal, Gerrit J.
Vervaardiger: Onbekend
Onderwerp: Stranding

Omschrijving: Baltic 1897 ex Senior gestrand op de Koffiplaat, Oost Terschelling op 07-09-1936.
Collectie: Schmaal, Gerrit J.
Vervaardiger: Onbekend
Onderwerp: Stranding

Omschrijving: De Senior (ex Geertruida) lossende in Norresundby
Collectie: Martens, R.G. (Rob)
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: Het schip als BALTIC, met stuurhuis
Collectie: Martens, R.G. (Rob)
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: Een bakboordsopname van de BALTIC.
Collectie: Martens, R.G. (Rob)
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: Baltic 1897 ex Senior, half gezonken op het Hjälmarenmeer nabij Notholmen, Zweden.
Collectie: Olinga, Frits J.
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: Anya 1897 ex Wettern ex Baltic ex Senior.
Collectie: Scholten, B.W. (Ben)
Vervaardiger: Backman, John Wilhelm
Algemene informatie

1897 – 1919

In de binnenvaart
NVD 010719
Hansweert, 28 juni. Gepasseerd GEERTRUIDA, Kunst naar Akkrum.

1920

SV 240820
Delfzijl, 23 augustus. Uitgezeild SENIOR, Kajuiter naar Kopenhagen met briketten.
DCOU 280920
Te Kopenhagen, 21 september. SENIOR, Kajuiter van Hoorn.
RN 081020
Kopenhagen, 1 oktober. Vertrokken SENIOR, Kajuiter naar Elseneur.
RN 131220
Kopenhagen, 6 december. Vertrokken SENIOR, Kajuiter naar Aalborg.

1921

DMB 290121
Kopenhagen, 25 januari. Aangekomen SENIOR, Kajuiter van (niet vermeld)
DMB 060921
Kopenhagen, 2 september. Binnengekomen SENIOR, Kajuiter van Malmö.
DMB 021021
Kopenhagen, 29 september. Aangekomen SENIOR, Kajuiter van Malmö.
DMB 081021
Kopenhagen, 4 oktober. Vertrokken SENIOR, Kajuiter naar Aarhus.

1922

TEL 110222
Hamburg, 4 februari. Aangekomen SENIOR, Kajuiter van Korsor.
DMB 060322
Hamburg, 5 maart. Aangekomen SENIOR, Kajuiter van (niet vermeld)
DCOU 210422
Hamburg, 18 april. Binnengekomen SENIOR, Kajuiter van Nakskov.
VRWT 130722
Delfzijl, 12 juli. Vertrokken SENIOR, Kajuiter naar Nykoping.

1923

DMB 130123
SENIOR, Kajuiter, 10 januari, van Kopenhagen naar Kastrup.
DMB 160623
Hamburg, 12 juni. Aangekomen SENIOR, Kajuiter van Frederica.
AH 220723
Holtenau, 19 juli. Binnengekomen SENIOR, Kajuiter van Horsens.
AH 270723
Hamburg, 24 juli. Aangekomen SENIOR, Kajuiter van Horsens.
AH 070823
Hamburg, 1 augustus. Vertrokken SENIOR, Kajuiter naar Ligston.
DMB 191023
Holtenau, 17 oktober. Gepasseerd SENIOR, Kajuiter van Aalborg naar Hamburg.
TEL 131123
Hamburg, 7 november. Vertrokken SENIOR, Kajuiter naar (niet vermeld)

1924

TEL 271024
Hamburg, 24 oktober. Vertrokken SENIOR, Kajuiter naar Skive.

1925

NVD 070225
Altona, 3 februari. Vertrokken SENIOR, Kajuiter naar Harburg.
DMB 180425
Kopenhagen, 16 april. Vertrokken SENIOR, Kajuiter naar Bogense.
DMB 240525
Holtenau, 21 mei. Gepasseerd SENIOR, Kajuiter van Bogense naar Hamburg.
TEL 020625
Hamburg, 28 mei. Vertrokken SENIOR, Kajuiter naar Kopenhagen.
DMB 120625
Kopenhagen, 9 juni. Vertrokken SENIOR, Kajuiter naar de vrijhaven.
DMB 230725
Holtenau, 21 juli. Gepasseerd SENIOR, Kajuiter van Sonderburg naar Hamburg.
DMB 100825
Hamburg, 7 augustus. Vertrokken SENIOR, Kajuiter naar Hamm in W.
AH 110925
Delfzijl, 9 september. Vertrokken SENIOR, Kajuiter naar Nyekjöbing.
DMB 031025
Kopenhagen, 30 september. Aangekomen SENIOR, Kajuiter van Thisted.
DMB 141225
Kopenhagen, 10 december. Vertrokken SENIOR, Kajuiter naar Svendborg.

1926

DMB 050226
Wilhelmsburg, 2 februari. Vertrokken SENIOR, Kajuiter naar Hamburg.
DMB 010326
Delfzijl, 27 februari. Aangekomen SENIOR, Kajuiter van Schwarzehutte met cement.
DMB 130426
Delfzijl, 11 april. Vertrokken SENIOR, Kajuiter naar Horsens.
DMB 060526
Kopenhagen, 3 mei. Aangekomen SENIOR, Kajuiter van Randers.
DMB 250526
Hamburg, 22 mei. Vertrokken SENIOR, Kajuiter naar Flensborg.
AH 130726
Delfzijl, 10 juli. Aangekomen SENIOR, Kajuiter van Harburg.
AH 050826
Delfzijl, 2 augustus. Vertrokken SENIOR, Kajuiter naar Elseneur.
AH 180826
Holtenau, 16 augustus. Aangekomen SENIOR, Kajuiter van Ströby.
DMB 111026
Hamburg, 8 oktober. Vertrokken SENIOR, Kajuiter naar Denemarken.

1927

AH 050227
Holtenau, 3 februari. Aangekomen ms SENIOR, Kajuiter van Grena.
DMB 280227
Hamburg, 24 februari. Aangekomen SENIOR, Kajuiter van Grena.
DMB 030327
Hamburg, 28 februari. Vertrokken SENIOR, Kajuiter naar Nakskov.
DMB 100427
Hamburg, 7 april. Binnengekomen SENIOR, Kajuiter van Svendsborg.
DMB 150427
Hamburg, 12 april. Vertrokken SENIOR, Kajuiter naar Nyekjöbing.
DMB 190527
Hamburg, 17 mei. Binnen SENIOR, Kajuiter van Aarhus.
DMB 080727
Holtenau, 7 juli. Gepasseerd SENIOR, Kajuiter van Hobro naar Hamburg.
DMB 050827
Holtenau, 3 augustus. Gepasseerd SENIOR, Kajuiter van Fredericia naar Hamburg.
AH 270827
Holtenau, 25 augustus. Aangekomen SENIOR, Kajuiter van Korsor.
DMB 280927
Hamburg, 24 september. Binnen SENIOR, Kajuiter van Rendsburg.
DMB 251027
Holtenau, 24 oktober. Gepasseerd SENIOR, Kajuiter van Kopenhagen naar Hamburg.
DMB 251127
Aalborg, 22 november. Vertrokken SENIOR, Kajuiter naar Hamburg.
DMB 121227
Holtenau, 9 december. Gepasseerd SENIOR, Kajuiter van Faaborg naar Hamburg.

1928

DMB 280328
Holtenau, 24 maart. Gepasseerd SENIOR, Kajuiter van Odense naar Hamburg.
DMB 170428
Holtenau, 16 april. Gepasseerd SENIOR, Kajuiter van Fredercia naar Hamburg.
DMB 180528
Holtenau, 16 mei. Gepasseerd SENIOR, Kajuiter van Korsor naar Hamburg.
AH 250528
Hamburg, 22 mei. Vertrokken SENIOR, Kajuiter naar Holtenau.
NVD 150628
Holtenau, 11 juni. Aangekomen SENIOR, Kajuiter van Norresundby.
AH 300628
Delfzijl, 28 juni. Aangekomen SENIOR, Kajuiter van Harburg.
DMB 210728
Holtenau, 20 juli. Gepasseerd SENIOR, Kajuiter van Fredercia naar Hamburg.
AH 040828
Delfzijl, 2 juli. Binnengekomen SENIOR, Kajuiter van Harburg.

1929

DMB 180329
Delfzijl, 16 maart. Het motorschip SENIOR vroeger bevaren door kapt. Kajuiter is verkocht aan kapt. J. Pekelder te Groningen. Het schip, thans genaamd „BALTIC" zal van hier naar Emden vertrekken om daar ijzer te laden met bestemming Denemarken.
DMB 300429
Holtenau, 27 april. Gepasseerd BALTIC, Pekelder van Norresundby naar Hamburg.
DMB 010629
Delfzijl, 31 mei. Aangekomen BALTIC, Pekelder van Loitz met bomen.
DMB 100729
Delfzijl, 9 juli. Aangekomen BALTIC, Pekelder van Malmö met tarwe.
DMB 041029
Delfzijl, 2 oktober. Binnengekomen BALTIC, Pekelder van Emden met cokes.
DMB 221029
Delfzijl, 20 oktober. Aangekomen BALTIC, Pekelder van Dagebull met haver.
SV 291029
Cargalijst Rotterdam. Van Dagebull per m.s. BALTIC kapt Pekelder Cargadoors: De Vries & Co. 165.000 kilo haver.
DMB 051229
Holtenau, 4 december. Gepasseerd BALTIC, Pekelder van Aarhus naar Hamburg.
DMB 311229
Hamburg, 27 december. Vertrokken BALTIC, Pekelder naar Korsor.

1930

RN 250230
Kopenhagen, 21 februari. Aangekomen BALTIC, Pekelder van Köge.
NNO 140630
Delfzijl, 13 juni. Vertrokken BALTIC, Pekelder naar Holtenau.
DMB 260730
Delfzijl, 25 juli. Aangekomen BALTIC, Pekelder van Wismar met bomen.
DMB 270830
Hamburg, 25 augustus. Aangekomen BALTIC, Pekelder van Kleve.
RN 081230
Holtenau, 5 december. Gepasseerd BALTIC, Pekelder van Aalborg naar Hamburg.

1931

VRWT 010431
Terschelling, 31 maart. Aangekomen m.s. BALTIC, Pekelder van Veghel naar Harburg.
NVD 300631
Vlieland, 29 juni. Aangekomen BALTIC, Pekelder van Stralsund.
TEL 180731
Terschelling, 17 juli. Aangekomen BALTIC, Pekelder van Schoonaarde naar Kolding.
NNO 190831
Delfzijl, 18 augustus. Binnen BALTIC, Pekelder van Demmin.
DMB 250931
Delfzijl, 24 september. Aangekomen BALTIC, Pekelder van Zwartsluis ledig.
DMB 260931
Delfzijl, 24 september. Vertrokken BALTIC, Pekelder naar Stralsund ledig.

1932

DMB 070332
Delfzijl, 5 maart. Aangekomen BALTIC, Pekelder van Spijck met koeken.
DMB 080332
Delfzijl, 5 maart. Vertrokken BALTIC, Pekelder naar Emden met koeken.
NNO 160332
Delfzijl, 15 maart. Vertrokken BALTIC, Pekelder naar Kopenhagen.
NNO 270632
Delfzijl, 25 juni. Vertrokken BALTIC, Pekelder naar Kopenhagen.
Raad van de Scheepvaart 050732
Uitspraak No 67 1932 van de Raad voor de Scheepvaart.
in zake de aanvaring van het motorzeilschip BALTIC en de zeesleepboot NOORDVAARDER ter Vlierede. Op 21 Januari 1932 is het motorzeilschip BALTIC nabij de Vlierede tot tweemaal toe aangevaren door de zeesleepboot NOORDVAARDER
1 . In overeenstemming met het voorstel van den hoofdinspecteur voor de scheepvaart besliste de commissie uit den Raad voor de Scheepvaart, bedoeld bij art. 29 der Schepenwet, dat de Raad een onderzoek naar de oorzaak van deze aanvaring zou instellen, welk onderzoek ter zitting van den Raad van 28 April 1932 in tegenwoordigheid van den hoofdinspecteur voor de scheepvaart heeft plaats gehad. De Raad nam kennis van de stukken van het voorlopig onderzoek der scheepvaartinspectie en hoorde als getuigen Jan Pekelder en Hessel Helfrich, onderscheidenlijk schipper op de BALTIC en schipper op de NOORDVAARDER tijdens het ongeval. Uit een en ander is den Raad het volgende gebleken: De BALTIC is een Nederlandsen motorzeilschip, metende 132,57 bruto-, 88,19 netto-registerton, in 1897 te Middelburg van staal gebouwd. Het schip draagt als onderscheidingssein de letters N.G.J.V., behoort toe aan den schipper Jan Pekelder, te Groningen, en heeft een motor van 80 pk. De NOORDVAARDER is een Nederlandsche zeesleepboot, metende 183,99 bruto-registerton, van de firma G. Doeksen & Zn., te Terschelling. Het schip, in 1897 te Danzig van staal gebouwd, draagt als onderscheidingssein de letters P.N.C.G., en doet de laatste jaren dienst als loodsvaartuig voor het zeegat van Terschelling. De BALTIC was op reis van Rostock naar 's-Hertogenbosch met een lading telefoonpalen. Den 21sten januari 1932, kort na middernacht, kwam bij het Noordgat (zeegat van Terschelling) de loods voor het Vlie aan boord. Op diens aanwijzing voer het schip naar binnen en kwam omstreeks 2.15 uur 's nachts ter Vlierede even bewesten de R.Z.H.G.-gasboei n°. 6 ten anker voor zestig vadem ketting, Noord voorliggende. Alvorens ten anker te gaan, had de loods het roer stuurboord aan boord gedraaid. De navigatielichten werden voor een ankerlicht verwisseld. De ankerlantaarn werd 4 a 5 m hoog aan het voorstag gehesen en brandde helder. Het was inmiddels tamelijk dik van mist geworden, zodat geluidseinen op de klok werden gegeven. Als naar gewoonte zou de loods daar ter plaatse weer worden afgehaald. Omstreeks 2.30 uur naderde de loodsboot, liep voor de voorsteven van de BALTIC over en werd, vermoedelijk ten gevolge van de juist doorgekomen vloed, met B.B.-zijde tegen het kluifhout van de BALTIC gedreven, waardoor dit rondhout brak. Tijdens deze aanvaring is op de BALTIC even ketting gestoken. Vervolgens kwam de loodsboot op ongeveer 65 m West van de BALTIC ten anker en heeft met een vlet de loods van boord gehaald. Ongeveer een uur na deze aanvaring ging de loodsboot weer ankerop en liep thans opnieuw voor de voorsteven van de BALTIC langs. Andermaal werd de BALTIC geraakt, waardoor een verschansingplaat aan stuurboord van de steven afscheurde. De NOORDVAARDER sloeg achteruit om vrij te komen en dreef dwarsstrooms achter de BALTIC af. Desgevraagd verklaarde getuige Pekelder nog, dat in de positie van zijn schip na de eerste aanvaring geen verandering was gekomen. Aldus de verklaring van de schipper van de BALTIC. De NOORDVAARDER had 21 Januari 1932, kort na middernacht, bij het Noordgat een loods op het motorzeilschip BALTIC afgegeven. Daarna begaf het schip zich naar het zeegat Stortemelk. Getuige Helfrich is sedert 1928 schipper op de NOORDVAARDER. Hij bezit geen diploma, doch hij bevaart reeds gedurende 19 jaren in dienst der firma Doeksen met sleepboten de zeegaten en kust ter plaatse, zodat hij daar zeer goed bekend is. Van het Stortemelk stoomde de NOORDVAARDER naar de Vlierede terug om den loods weer af te halen. Het was inmiddels zeer mistig geworden. Ter rede werd het mistsein van een ten anker liggend schip gehoord. Het was vloedtij. Benedenstrooms van het vaartuig werd opgedraaid en daarna langzaam opgestoomd om het schip te zoeken. Na enige ogenblikken werd het ankerlicht aan bakboord vooruit waargenomen. De machine werd gestopt, doch vrijwel tegelijkertijd kwam de NOORDVAARDER, die nog Noord vóór lag, in aanraking met de BALTIC. Het ten anker liggende schip scheen stuurboord uit te gaan en zwaaide voor de boeg van de NOORDVAARDER, waardoor de kluiverboom van de BALTIC over de sleepboot heenging en afbrak. Na deze aanvaring zag de schipper van de NOORDVAARDER het roer van de BALTIC stuurboord aan boord liggen. Hij vermoedt, dat dit, in verband met de stroom, invloed heeft gehad op het ongeval. Vervolgens is de NOORDVAARDER op ongeveer 100 m bewesten de BALTIC dwars van dit vaartuig voor anker gegaan en heeft met de sloep den loods afgehaald. Het bleef dik van mist. Slechts nu en dan werd op de NOORDVAARDER iets van de BALTIC waargenomen. Omstreeks halfvier is de NOORDVAARDER ankerop gegaan.

Het roer werd stuurboord aan boord gelegd om met langzaam werkende machine achter de BALTIC langs te gaan en naar de gasboei te zoeken, ten einde verkenning te hebben. Toen men ankerop ging werd de BALTIC niet gezien. Toen de NOORDVAARDER Oost voorlag, werd eensklaps een licht aan stuurboord gerapporteerd. Onmiddellijk werd volle kracht achteruit gegeven, doch dit kon niet voorkomen, dat de NOORDVAARDER de BALTIC wederom raakte. De NOORDVAARDER stoomde vervolgens naar de gasboei en vandaar naar het Schuitengat. Te 6 uur 's morgens was het vaartuig weer in de haven van Terschelling. Aldus de verklaring van den schipper van de NOORDVAARDER. De hoofdinspecteur voor de scheepvaart heeft aangevoerd: dat, wat de eerste aanvaring betreft, uit het onderzoek is gebleken, dat de BALTIC in zodanige positie was gekomen, dat de NOORDVAARDER, die langszijde wilde komen, het schip plotseling in een schuine positie, dus niet in de stroomrichting, aantrof, waarop het aan boord liggen van het roer van de BALTIC wel van invloed zal zijn geweest; dat, indien de BALTIC in de richting van de stroom had gelegen, deze aanvaring vermoedelijk niet zou zijn voorgekomen; dat het met de tweede aanvaring enigszins anders is gesteld; dat immers toen de NOORDVAARDER wist waar de BALTIC lag en de omstandigheden van de stroom toen ook volkomen bekend waren; dat de NOORDVAARDER dan ook eerst achteruit had moeten slaan alvorens rond te gaan. De Raad is van oordeel, dat de eerste aanvaring moet worden toegeschreven aan de voor de NOORDVAARDER onverwachte omstandigheid, dat de BALTIC niet in de stroomrichting lag. De omstandigheid, dat het roer stuurboord aan boord is blijven liggen, heeft hoogstwaarschijnlijk veroorzaakt, dat de BALTIC is gaan gieren. De Raad neemt daarbij aan, dat de stroom toen reeds was doorgekomen — gelijk door de schipper van de NOORDVAARDER in tegenstelling met de verklaring van de schipper van de BALTIC, is verklaard —, en het is onder deze omstandigheden, al is dan het gieren van een ten anker liggend schip op zich zelf geen vreemd verschijnsel, wel begrijpelijk, dat de NOORDVAARDER er op rekende, dat de BALTIC Noord vóór zou liggen. De NOORDVAARDER had weinig vaart, de aanvaring was van weinig betekenis en het was dik van mist, zodat, alles te samen genomen, de Raad geen aanleiding vindt de schipper van de NOORDVAARDER van deze aanvaring een verwijt te maken. Wat de tweede aanvaring betreft, ook hier was de mist een ongunstige factor. Echter moet hier tevens worden geconstateerd, dat de schipper van de NOORDVAARDER niet de nodige voorzichtigheid heeft betracht. De afstand tot de BALTIC was te kort om te draaien en de NOORDVAARDER had er in elk geval niet op mogen rekenen, dat bij het maken van deze manoeuvre de BALTIC de NOORDVAARDER niet in de weg zou komen. Wat deze aanvaring betreft is voor de NOORDVAARDER geen verontschuldiging aan te voeren, zodat deze geheel aan haar schuld is te wijten. De schipper van de NOORDVAARDER heeft wel aangevoerd, dat de BALTIC achteruit moet zijn gezakt in de richting van de gasboei. Dit laatste is niet onmogelijk, maar het is niet in te zien, hoe de schipper van de NOORDVAARDER daardoor zou zijn te verontschuldigen. De manoeuvre was in elk geval te gewaagd, dus niet verantwoord. Aldus gedaan door de heren prof. mr. B.M. Taverne, plaatsvervangend voorzitter; A.L. Boeser, B.C. van Walraven, leden; F J. Witteveen, plaatsvervangend lid; P.A. Arriëns, buitengewoon lid, in tegenwoordigheid van 's Raadssecretaris, mr. H.B. Tjeenk Willink, en uitgesproken door voornoemde plaatsvervangend voorzitter ter openbare zitting van de Raad van 16 Juni 1932. (Get .) B.M. Taverne, A. . Boeser , van Walraven, F.J. Witteveen, P.A Arriëns, H.B. Tjeenk Willink. Voor eensluidend afschrift, H.B. Tjeenk Willink, secretaris.
AH 140732
Vlie, 14 juli. Aangekomen BALTIC, Pekelder van Stralsund.
NNO 020932
Delfzijl, 1 september. Het motorschip „BALTIC", kapt. J. Pekelder, kwam hier zeilende van zee met motorschade binnen. Het schip is met een lading hout op reis van Stralsund naar Amsterdam. De schade zal hier gerepareerd worden.
NNO 290932
Delfzijl, 28 september. Vertrokken BALTIC, Pekelder naar Kolding.
NVD 261032
Delfzijl, 24 oktober. Aangekomen  BALTIC, Pekelder van Wismar.
NNO 051132
Delfzijl, 4 november. Vertrokken BALTIC, Pekelder naar Aarhus.
NNO 161232
Delfzijl, 15 december. Aangekomen BALTIC, Pekelder van Wismar.
NVD 221232
Delfzijl, 20 december. Vertrokken BALTIC, Pekelder naar Bremen.

1933

NNO 140233
Delfzijl, 13 februari. Aangekomen BALTIC, Pekelder van Lubeck.
NNO 230233
Delfzijl, 22 februari. Vertrokken BALTIC, Pekelder naar Aarhus.
NNO 250333
Delfzijl, 24 maart. Aangekomen BALTIC, Pekelder van Wismar.
AH 070533
Vlie, 6 mei. Aangekomen BALTIC, Pekelder van Loits.
RN 260533
BALTIC, Pekelder, 22 mei, van Bremen naar Wismar.
NNO 030633
Delfzijl, 2 juni. Aangekomen BALTIC, Pekelder van Wismar.
NVD 110733
Delfzijl, 8 juli. Aangekomen BALTIC, Pekelder van Wismar.
NNO 210833
Delfzijl, 19 augustus. Vertrokken BALTIC, Pekelder Naar Wormerveer.
SV 140933
Cargalijst Rotterdam. Van Aarhus per m.s BALTIC kapt. Pekelder cargador: Vermaas’ Scheepvaart Bedrijf  met 1.144 zakken sojaschroot 50.000 kilo lijnkoeken.

1934

RN 220234
Hamburg, 19 februari. Vertrokken ms BALTIC, Pekelder naar (niet vermeld)
NNO 170334
Terschelling,15 mei. Aangekomen de Nederlandse ms BALTIC, kapt. Pekelder van Rijnhausse.
NNO 230434
Terschelling, 20 april. Aangekomen de Nederlandse ms BALTIC, Pekelder van Neuvith.
NNO 280534
Terschelling, 23 mei. Aangekomen de Nederlandse ms BALTIC, Pekelder van Rotterdam en vertrok 24 mei naar Aarhus.

1935

NNO 210135
Vlierede, 18 januari. Gepasseerd: de Nederlandse ms BALTIC, Pekelder van Kopenhagen op weg naar Rotterdam.
SV 040535
Vlieland, 2 mei. Vertrokken ms BALTIC, Pekelder van Wormerveer naar Aabenraa.
RN 180535
Vlieland, 16 mei. Aangekomen BALTIC, Pekelder van Aarhus naar Leeuwarden.
NVD 190635
Amsterdam, 17 juni. Aangekomen BALTIC van Aarhus met veevoeder.
SV 050735
Vlie, 4 juli. Vertrokken BALTIC, Pekelder, van Duisburg naar Sleeswijk.
NNO 090835
Flensburg, 7 augustus. Aangekomen ms BALTIC, Pekelder van Amsterdam.
NNO 120835
Flensburg, 11 augustus. Vertrokken ms BALTIC, Pekelder naar Holbeck.
RN 030935
Hansweert, 2 september. Gepasseerd BALTIC, Pekelder naar Nakskov.
SV 211035
Vlieland, 17 oktober. Vertrokken BALTIC, Pekelder naar Aalborg.

1936

SV 110236
Vlieland, 8 februari. Vertrokken BALTIC, Pekelder naar Gotenburg.
RN 030336
Gotenburg, 26 februari. Vertrokken BALTIC, Pekelder naar Skive.
NNO 040536
Terschelling, 1 mei. Aangekomen ms BALTIC, Pekelder van Denemarken naar Brussel.
RN 230636
Gotenburg, 19 juni. Aangekomen ms BALTIC, Pekelder van Hengelo.
AMS 070936
De Nederlandsche motor klipper aak „BALTIC”, kapitein-reder J. Pekelder, te Groningen, 133 ton bruto metende, op weg van Zweden naar Grouw (Fr.) trachtte gistermorgen het Noord-Oostgat bij Terschelling binnen te lopen in verband met de zware zee. Dit mocht echter niet gelukken. Later op de dag is het met hout geladen vaartuig het Westgat van Terschelling ingevaren. Het is over de banken heen geslagen en ligt nu, benoorden de Boschplaat in een uiterst gevaarlijke positie. Het schip heeft het noodsein gehesen. De motorreddingboot „BRANDARIS” van de Noord- en Zuid-Hollandsche Reddingmaatschappij de „INSULINDE” van Oostmahorn is er in geslaagd verbinding te krijgen en heeft de opvarenden, de kapitein, diens vrouw en twee matrozen, aan boord genomen. Men zou nu tot het aanbreken van de dag in de nabijheid van het schip blijven, om dan nader de situatie onder ogen te zien. De „INSULINDE” is naar haar post teruggevaren, evenals de roeireddingboot van Hollum.

Naar wij vernemen, is de „BRANDARIS” met de opvarenden bij het krieken van de dag naar Terschelling opgestoomd, waar de schipbreukelingen behouden aan land zijn gezet. De „BALTIC” ,die op de Boschplaat is vastgelopen, zal vermoedelijk met het opkomen van den vloed weer vrij kunnen komen.
08-09-1936 Krant van Ameland:
De “BALTIC“. Op 7 september 1936 strandde op de Koffieboonplaat (een “los liggende“ bank nabij de Oostpunt van Terschelling) de Nederlandse motorschoener “BALTIC “. Zowel de “BRANDARIS “ als de “INSULINDE“ (die beide een motorreddingboot hadden) zette koers naar het gestrande schip. Ook de roeireddingboot van Hollum werd met de meeste spoed naar het strand gebracht. Voerlui en bemanning lieten even zien wat ze konden. Op het strand ging er nogal wat tijd verloren, doordat men de nieuwe methodiek nog niet helemaal onder de knie had: men had namelijk moeite met het achteruit te water laten van de boot. Ook het tij speelde de redding-bootbemanning echter parten, zodat ze een harde strijd moest voeren-tegen de vloed in, om het schip te bereiken. Op een rug nabij Terschelling die de mannen over moesten kregen ze drie maal een flinke hoos water over zich heen; onder de bekwame leiding van den schipper Botte Neij slaagden ze er ten slotte bij het gestrande schip te komen. Bij de “BALTIC“ schoot de “BRANDARIS “ de roeizeilboot van Hollum voorbij en nam de opvarenden van de “BALTIC“ aan boord, zodat de reddingboot van Hollum overbodig werd en de terugtocht aanvaarde. Commissielid G.J. Visser schreef hier over. Wel dankbaar dat de mensen waren gered doch enigzins ontmoedigd door zo’n afmatting en opofferingen behoefd verder geen betoog, hoe reikhalzend dan zulke mensen uitzien naar hun nieuwe motorreddingboot (de “ABRAHAM FOCK“ welke in aanbouw was.) De bemanning bestond uit schipper Botte Neij en de roeiers S. de Jong, D. Roep, P. IJnsen, G. Lap, C. Bruin, K. Bruin, H. Wijnberg, H. de Boer en A. Smit. Allen kregen, aangezien het een zeer zware en een ontmoedigende tocht is geweest, een dubbele beloning.

NNO 080936
De Groningse „BALTIC” gestrand. Alle opvarenden gered. Gistermiddag omstreeks 6 uur kwam te Terschelling bericht van den Amelander vuurtorenwachter, dat het Groningse motorschip BALTIC, kapitein J. Pekelder, op een bank tussen Ameland en Terschelling was gelopen en dat het schip de noodvlag in top had. Direct hierop voer de reddingboot BRANDARIS van de Noord- en Zuid-Hollandsche Redding Mij. ter assistentie uit. Om 8 uur 's avonds kreeg de moedige bemanning het in nood verkeerende schip in het oog en na een uur werken was de equipage hiervan aan boord van de BRANDARIS. Hedenmorgen omstreeks 10 uur kwam de reddingboot met zijn kostbare lading bestaande uit kapitein, vrouw, stuurman R. van Urk en den matroos B. Bijl, de haven van Terschelling binnen. De sleepboot HOLLAND van de rederij Doeksen is naar de plaats van het schip gevaren en zal trachten het schip te bergen.

30-09-1936.
UIt de provincie: De motorschoener „ BALTIC”. Hollum(A.), 28 september. De motorschoener "BALTIC”, op 7 September j.l. op de „Koffieboonplaat, een zandbank tussen Ameland en Terschelling, gestrand, wacht nog steeds op een gunstige gelegenheid om afgesleept te worden, waarvoor de sleepboot „STORTEMELK” van de firma Doeksen in de nabijheid blijft. Nadat de deklast van de houtlading was verwijderd, heeft de bergingsmaatschappij een geul laten graven naar zee, met het resultaat, dat het schip enige meters naar beneden kon worden gesleept. Met een harde Noordooster is echter de geul vol zand geslagen, waardoor het schip weer hopeloos vast zit. De motorboot „VLIELAND” van de firma Doeksen, die de verbinding tussen de „BALTIC” en sleepboot moest tot stand brengen, is op de plaat vastgelopen en zit nog 200 meter hoger op. 't Wachten is thans op een zeer hoge vloed, die alleen bij een harde Noordwester storm verwacht wordt. De stuurman en kapitein zijn geregeld aan boord.

LC 021036
Pogingen om de „ BALTIC” vlot te krijgen mislukt. Ameland, 1 oktober. De verwachtingen, die de bergingsmaatschappij Doeksen te Terschelling had om de motorschoener „ BALTIC”, welke op 7 september j.l. op de koffieboonplaat — een zandbank tussen Terschelling en Ameland — gestrand was, vlot te krijgen, zijn niet in vervulling gegaan. Nadat 't schip gistermiddag 24 meter verder in diepzee is gesleept, meende men, dat de boot bij het volgende getij wel los zou komen. Doordat echter de wind van west naar oost draaide, is deze verwachting geen werkelijkheid geworden. Toch blijft men hopen, dat bij het komend hoog water het schip vlot zal komen en binnengaats zal kunnen worden gesleept.
NNO 091036
Terschelling, 6 oktober. Aangekomen de Nederlandse ms BALTIC, Pekelder (door bergingsboten firma Doeksen) in de haven.
NNO 231136
Delfzijl, 21 november. Vertrokken BALTIC, Pekelder naar Holtenau.
NNO 291236
Delfzijl, 28 december. Vertrokken BALTIC, Pekelder naar Barth.

1937

TEL 020137
Delfzijl, 31 december 1936, Binnengekomen BALTIC, Pekelder van Emden.
NNO 090137
Delfzijl, 8 januari. Vertrokken BALTIC, Pekelder naar Kolding.
NNO 250137
Flensburg, 22 januari. Aangekomen ms BALTIC, kapt. Pekelder van Kolding.
DMB 020437
Kopenhagen, 29 maart. Vertrokken BALTIC, Pekelder naar Norrköping.
DMB 240437
Kopenhagen, 20 april. Vertrokken BALTIC, Pekelder naar Frederikshaven.
NNO 280637
Terschelling, 24 juni. Binnengekomen BALTIC, Pekelder van Aalborg naar Rotterdam.
NNO 290737
Uitspraak No. 72 Raad voor de Scheepvaart 1936
De stranding van het motorzeilschip “BALTIC” in het zeegat van Ameland. Op 7 september 1936 is het motorzeilschip “BALTIC” tijdens hevig stormweer in het zeegat van Ameland gestrand. De “BALTIC” is een Nederlandse motorzeilklipper metende 132.57 bruto 88,19 netto registerton, eigendom van de kapitein te Groningen. Het schip is in het jaar 1897 te Middelburg van staal gebouwd, later is een motor van 80-100 Apk in het vaartuig geplaatst. Het schip dat niet geklasseerd is bij een der hier te lande erkende particuliere onderzoeksbureau, heeft een certificaat van deugdelijkheid voor het beperkte vaargebied onder letter C (de Oostzee tot de lijn Gotenburg –Frederikshaven en langs de oostkust van de Noordzee van Calais tot het Aggerkanaal) De “BALTIC” was op 25 augustus 1936 van Norsund (Zweden) vertrokken met bestemming Grouw in Friesland beladen met gezaagd hout waarvan een gedeelte aan dek. De bemanning bestond uit de kapitein de stuurman en een matroos, terwijl de vrouw van de kapitein mede aan boord was. Op 7 september werd te 8.10 uur voor middag de verkenningston van het Huibertgat gepasseerd, te 10 uur die van het Friesche Zeegat, waarvan gevaren werd naar het Noordgat van Terschelling om op de Vlierede in te klaren. Reeds vanaf Cuxhaven was het weer ruw zuidoostelijke wind met regenbuitjes kalme zee. De barometer was dalende doch de zee bleef vrij goed onder vol zeil werd langs de Terschellinger kust gevaren om zo spoedig mogelijk het Noordgat te bereiken. Toen de “BALTIC” nog ongeveer een half uur varens van de tonnen van het Noordgat was verwijderd werd zeil geminderd om gemakkelijker te kunnen manoeuvreren. Gaffeltopzeil en kluiver werden gestreken. De wind nam in kracht toe. Te 2.30 uur ‘s middags werd de eerste ton van het Noordgat gepasseerd: te 3 uur ruimde de wind eensklaps in een zware bui tot westen nam toe tot orkaankracht. Vergeefs werd getracht naar binnen te gaan. Met veel moeite werd het schip door de wind gebracht en weer zee gekozen. Het was echter niet mogelijk het vaartuig op de wind te houden. Besloten werd te gaan lenzen en opper te zoeken op de Reede van Ameland. Tot de spitse ton no 1 van het Westgat-Zeegat van Ameland ging alles goed. Olie werd gestort. Doch toen vernielde een zware zee het stuurgerei en ook het daarna vervaardigde noodstuurgerei werd stukgeslagen. Het schip dreef in de richting van de Boschplaat. Getracht werd met zeilen en motor nog enige richting aan het vaartuig te geven, doch ten slotte werden te 6.45 uur n.m beide ankers gepresenteerd. Beide ankerkettingen braken evenwel kort na elkaar af, zodat het schip hulpeloos het zeegat indreef. Noodseinen werden gegeven. Zoveel mogelijk werd nog met de motor gemanoeuvreerd om het vaartuig vrij van de grond te houden, doch omstreeks te 7.15 uur namiddags stootte de “BALTIC” en zat spoedig geboeid op een bank tussen het Bochgat en het Borndiep. De lichttoren van Ameland werd oost per kompas gepeild. Te ongeveer 9 uur n.m kwam de motorreddingsboot “BRANDARIS“ langszijde. De schipper oordeelde de toestand levensgevaarlijk en adviseerde de bemanning van het vaartuig te verlaten. Hiertoe werd besloten. De “BRANDARIS“ landde de schipbreukelingen in de morgen van 8 september op Terschelling. Ongeveer een maand lang is het schip ter plaatse blijven zitten toen afgebracht en later geheel hersteld. De Raad is met de plaatsvervangend inspecteur-generaal voor de scheepvaart van oordeel, dat deze ramp is veroorzaakt door de storm die de “BALTIC“ plotseling heeft overvallen, toen het schip op het punt was het Noordgat binnen te varen. Het was toen voor de kapitein heel moeilijk om te voorkomen dat het vaartuig aan lager wal geraakte. Hij is er aanvankelijk in geslaagd het schip door de wind te krijgen en langs de kust van Terschelling terug te gaan, ten einde het Amelandse Gat op te zoeken. Helaas is het niet mogen gelukken dat gat veilig binnen te lopen, doch op de navigatie van de kapitein valt geen aanmerking te maken, hij heeft gedaan wat hij kon. De ondervonden tegenslag was echter te groot. In het algemeen wil de Raad er nog op wijzen dat het bij het onder moeilijke omstandigheden aanlopen van een zeegat aanbeveling verdient gebruik te maken van een drijfanker, waardoor het schip niet zo gemakkelijk uit zijn koers raakt, daargelaten nu, of in dit geval de kapitein van de “BALTIC “ bij dit middel baat zou hebben gevonden. De Raad weet echter bij ervaring, dat slechts uiterst zelden van dit eenvoudige middel wordt gebruik gemaakt. Toen de “BALTIC “ eenmaal op de zogenaamde Koffiebonenplaat was vastgelopen, zat zij lang niet gemakkelijk. Het was, gelijk de kapitein verklaarde, noodweer, het onweerde hevig er stond een ziedende zee. Het was dan ook voor de motorreddingsboot “BRANDARIS“ vooral ook nu ter plaatse slechts 1 1/2 meter water stond, zeer moeilijk om in de stik donkeren nacht de mensen van de “BALTIC “over te nemen. Door een geslaagde manoeuvre is het echter aan de reddingsboot gelukt de mensen van het schip af te halen. Een woord van hulde voor schipper en bemanning van de “BRANDARIS“ voor dit kranig stukje reddingswerk is hier zeker op zijn plaats.
Uitgesproken 28 Juli 1937.
DMB 200837
Delfzijl, 19 augustus. Aangekomen BALTIC, Pekelder van Hernösand met gezaagd hout.
NNO 260837
Zoutkamp, 25 augustus. Vertrokken BALTIC, J. Pekelder naar Hengelo.

1938

DMB 260238
Kopenhagen, 22 februari. Vertrokken BALTIC, Pekelder naar Odense.
DMB 150538
Kopenhagen, 11 mei. Vertrokken BALTIC, Pekelder naar Köge.
DMB 120738
Lobith, 11 juli. Gepasseerd BALTIC, Pekelder naar Duitsland.
DMB 190838
Delfzijl, 17 augustus. Binnengekomen BALTIC, Pekelder van Rafso met gezaagd hout.
DMB 230838
Delfzijl, 22 augustus. Vertrokken BALTIC, Pekelder naar Hilversum.
DMB 171138
Gotenburg, 12 november. Vertrokken BALTIC, Pekelder naar Kopenhagen.

1939

NNO 210339
Delfzijl, 20 maart. Binnengekomen BALTIC, Pekelder van Wennerslund.
RN 050439
Lobith, 4 april. Gepasseerd BALTIC, Pekelder naar Berlijn.
NNO 030839
Groninger motor klipper aak gezonken op het Hjälmeer. De opvarenden allen gered.
Tijdens een hevige storm is de Groninger motorklipperaak, BALTIC bij Notholmen aan de grond geraakt en bijna onmiddellijk gezonken. De schipper-eigenaar, de heer J. Pekelder, wist de scheepspapieren te redden, waarna de gehele bemanning werd opgepikt door een Zweeds zeilschip. De schipper en zijn vrouw die vrijwel het gehele jaar aan boord van hun schip verblijven, hebben al hun bezittingen verloren, terwijl ook de andere opvarenden vrijwel alles kwijt zijn. De BALTIC begaf zich van Goeganaes naar Oerebo met een lading stenen. Het schip was in 1897 gebouwd en had een inhoud van 133 bruto en 88 netto ton.
NNO 120939
Het vergaan van de BALTIC - Een verklaring van de kapitein.
De Raad voor de Scheepvaart te Amsterdam behandelde vanmorgen het onderzoek van de oorzaak van het stranden en zinken van het Groninger motorzeilschip BALTIC op 1 augustus jl. nabij Notholmen op de Hjalmären, een binnenzee in Zweden. Opgeroepen was de kapitein-eigenaar van het ruim 132 bruto registerton metende vaartuig, de heer J. Pekelder uit Groningen. Hij was evenwel niet verschenen, zodat in openbare zitting volstaan moest worden met het voorlezen van de verklaring, die de kapitein van het verongelukte schip de scheepvaartinspectie schriftelijk heeft gegeven en die door de stuurman is bevestigd. In dit rapport over de toedracht van het ongeluk deelt de kapitein mede, dat de BALTIC 26 juli jl. beladen met 153.000 kg. klinkers van Höhenar aan de westkust van Zweden vertrok met bestemming Köpingen en Örebro. De diepgang voor was 1,70 meter en achter 1,72 meter. Op 29 juli werd in Köpingen 20.000 kg. klinkers gelost. Twee dagen later werd de reis naar Örebro vervolgd. Aanvankelijk had de tocht een voorspoedig verloop, op 1 augustus werd de Notholmensluis in het Hjalmarenkanaal gepasseerd, waarna langzaam in peiling op tonnen de Hjalmaren binnenzee werd opgevaren. De kapitein was ter plaatse onbekend. Hij had nog getracht een zgn. wegwijzer aan boord te krijgen, maar was daarin niet geslaagd. De vroegere was overleden en niemand had zijn baantje overgenomen. In Notholmen had hij gehoord, dat de BALTIC het tweede Nederlandse schip was dat hier tot nu toe was geweest. Aan de hand van kaarten en met behulp van tonnen zocht de BALTIC gedurende een uur zijn weg over deze Zweedse binnenzee, doch 's middags te 05.55 uur van de eerste augustus werd de motor gestopt, omdat de kapitein constateerde, dat de buitentonnen, die hij volgens de kaart moest passeren, niet in zicht kwamen. Later is gebleken, dat deze niet meer aanwezig waren. De zee was op dat moment erg ruw. Kort nadat het schip gestopt lag,  stootte het voorste gedeelte op een steen, waardoor de BALTIC lek sloeg en binnen tien minuten in de diepte was verdwenen. Een duikeronderzoek wees de volgende dag, dat een scherpe kant van een grote steen door de huidplaten was gedrongen, waardoor een zeer grote en brede scheur was ontstaan. De bemanning — de kapitein, diens echtgenote, een stuurman en een matroos — kon nog tijdig in de reddingboot overgaan. Zij werd door een motorvlet opgepikt en aan de wal gebracht. De kapitein-eigenaar verkocht zijn schip als wrak. De Raad zal later uitspraak doen.
NNO 161139
Het vergaan van de BALTIC. Kapitein vrijgesproken.
De Raad voor de Scheepvaart, heeft heden uitspraak gedaan in zake het stoten en verloren gaan van het motorzeilschip BALTIC nabij Notholmen op de Hjaelmaren binnenzee in Zweden op 1 augustus van dit jaar. De raad is van oordeel, dat deze ramp waarbij het motorzeilschip BALTIC geheel verloren is gegaan, is te wijten aan de onvoldoende betonning van het vaarwater, in verband met de ongunstige weersgesteldheid. Uit alles blijkt, dat de betonning daar voor iemand, die ter plaatse niet bekend is, voldoende kan worden genoemd. De kapitein treft dan ook geen verwijt.
041239
Uitspraak No. 181 Raad voor de Scheepvaart
In zake het stoten en verloren gaan van het motorzeilschip BALTIC nabij Notholmen op de Hjalmarenbinnenzee in Zweden. Op 1 Augustus 1939 heeft het motorzeilschip BALTIC op de Hjalmarenbinnenzee in Zweden nabij Notholmen gestoten en is dientengevolge gezonken. In overeenstemming met het voorstel van de inspecteur-generaal voor de scheepvaart besliste een commissie uit de Raad voor de Scheepvaart, als bedoeld bij artikel 29 der Schepenwet, dat de Raad een onderzoek naar de oorzaak van dit ongeval zou instellen. Het onderzoek heeft plaats gevonden ter zitting van 12 september 1939 buiten tegenwoordigheid van den inspecteur-generaal voor de scheepvaart, die verhinderd was de zitting bij te wonen. De Raad nam kennis van de stukken van het voorlopig onderzoek der scheepvaartinspectie en hoorde als getuige Jan Pekelder, kapitein van de BALTIC ten tijde van het ongeval. De door de kapitein gebezigde zeekaart — Zweedsche kaart n°. 87 — was ter tafel aanwezig. Uit een en ander is de Raad het volgende gebleken: De BALTIC was een Nederlandse motorklipperaak, metende 132,57 bruto-, 88,19 netto-registerton, roepnaam PCYD, eigendom van de kapitein Jan Pekelder, te Groningen. Op 26 Juli 1939 vertrok de BALTIC, beladen met 153 000 kg klinkers, van Höganas aan de westkust van Zweden, met bestemming Köping en örebro. De diepgang was vóór 1,70 m, achter 1,72 m. Op 29 Juli kwam het schip te Köping, waar 20 000 kg klinkers werden gelost. Op 31 Juli vervolgde men van daar de reis naar örebro. De diepgang was thans geworden vóór 1,60 m, achter 1,62 m. Op 1 Augustus des morgens te 4.15 uur vertrok het schip van Arninge, voer verder door het kanaal en passeerde te 5 uur 's morgens Notholmen, de toegang tot de Hjalmarenbinnenzee. De kapitein verklaarde: dat hij te Notholmen niemand kon krijgen om hem op de verdere route de weg te wijzen, doch dat hij een tot 1 april 1939 bijgewerkte nieuwe kaart, Zweedsche kaart n°. 87, aan boord had en besloot, deze kaart raadplegende, de reis te vervolgen, hoewel hij nog nimmer ter plaatse had gevaren; dat het bij vertrek reeds daglicht was, ruw weer, wind W.Z.W., 6—7, af en toe regenvlagen, gevolgd door helderen zonneschijn; dat Z. t. W. h W. magnetisch werd gestuurd; dat hij scherp uitkeek naar de witte prik en de zwarte ballonprik, welke aan weerszijden van een ondiepte moeten liggen, van welke bakens hij de witte prik aan stuurboord moest houden; dat hij echter bij het ruwe weer, ten gevolge van de witte golfkoppen de bakens niet kon ontdekken en daarom de motor stopte; dat hij kort daarop een rode prik (stok met takkenbos) en een wit geschilderd benzinevat zag, doch niet de zwarte ballonprik; dat hij het witte vat aan stuurboord hield, doch op een ondiepte stootte, waarna het voorschip onmiddellijk begon te zinken en het gehele schip weldra onder water was verdwenen; dat men in de reddingboot was gegaan en deze vervolgens door een motorboot naar Notholmen terug is gesleept; dat een duiker later heeft geconstateerd, dat er grote gaten in het schip waren en dit als wrak is verkocht; dat hij de zwarte ballonprik later te Notholmen op de sluis heeft zien liggen, welk baken men zeide, dat daar reeds enige maanden lag; dat hij ten slotte vermoedt, dat het genoemde witte vat op de plaats moet hebben gelegen, waar feitelijk de zwarte ballonprik moest liggen. De Raad is van oordeel, dat deze ramp, waarbij het motorzeilschip BALTIC geheel verloren is gegaan, is te wijten aan de onvoldoende betonning van het vaarwater, in verband met de ongunstige weersgesteldheid. De kapitein heeft nog getracht een wegwijzer te krijgen, doch de man, die vroeger als zodanig dienst deed, was overleden en niet door een ander vervangen. De omstandigheid, welke ten slotte den doorslag heeft gegeven, is deze, dat de ballonprik, welke, gelijk de kapitein later bleek, op de sluis te Notholmen lag, was vervangen door een benzinevat. De kapitein meende, dat dit vat de witte prik verving, dien hij aan stuurboord moest houden. In werkelijkheid was echter dit vat neergelegd — althans zo is de kapitein later gebleken — ter vervanging van de zwarte ballonprik, die hij aan bakboord had moeten houden. Zo komt het dus, dat de kapitein, onder ongunstige weersomstandigheden, zoekend naar de witte prik, daarvoor hield voormeld benzinevat, waaraan hij ook verklaarde witte verf te hebben gezien. Uit dit alles blijkt, dat de betonning daar voor iemand, die ter plaatse niet bekend is, niet voldoende kan worden genoemd. Den kapitein treft dan ook geen verwijt. Aldus gedaan door de heren prof. mr. B.M. Taverne, eerste plaatsvervangend-voorzitter, J.N. Egmond, lid, F.J. van Veen, plaatsvervangend lid, G. Mulder, buitengewoon lid, in tegenwoordigheid van 's Raads secretaris mr. H.B. Tjeenk Willink, en uitgesproken door voornoemde voorzitter ter openbare zitting van de Raad van 16 november 1939. (get.) B.M. Taverne en H.B. Tjeenk Willink. Voor eensluidend afschrift, H.B. Tjeenk Willink, secretaris.

 

Bronnen

Jaar: 1897
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: Uitspraak No. 67 1932 van de Raad voor de Scheepvaart
Uitspraak No. 72 1935 van de Raad voor de Scheepvaart
Uitspraak No. 181 1939 van de Raad voor de Scheepvaart
AH = Algemeen Handelsblad
AMS = De Amsterdammer
DCOU = De Courant
DMB = De Maasbode
NNO = Nieuws van het Noorden
NVD = Nieuws van de Dag
RN = Rotterdamsch Nieuwsblad
SV = Scheepvaart
TEL = De Telegraaf
VRWT = Voorwaarts