Deze naam wordt met twee vlagnummers vermeld als lid van het Rotterdamse zeemanscollege. Het is vooralsnog onduidelijk of dit twee personen zijn.
Familiegegevens en opleiding
Jan Mulder Drenth werd geboren op 17 maart 1823 te Elde. Hij woonde te Amsterdam en vestigde zich op 01 juni 1855 te Rotterdam waar hij o.a. woonde aan de Botersloot Wijk 9 nr. 538 (nieuw nr. 169). Hij vertrok op 11 november 1875 naar Delft.
Hij was getrouwd met Henriëtta Johanna van Vliet, geboren 13 augustus 1830 te Rotterdam, Nederlands Hervormd005
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.Mulder Drenth werd met vlagnummer 612 effectief lid van Zeemanshoop per 09 januari 1855 op voorspraak van G.Rotgans. Zijn schip was de "Riga"002.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 02/09 januari 1855 staan vermeld dat tot effectief lid zijn voorgedragen/benoemd Jan Mulder Drenth, oud 31, voerend de kof “Riga”, voor rekening van H.van Rijckevorsel te Rotterdam, op voordracht van kapitein G.Rotgans.023.
Bouma025 vermeldt geen kapitein Mulder Drenth als gezagvoerder van de “Riga” die in 1855 voor van Rijckevorsel voer.
J.Mulder Drenth was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1855 t/m (vermoedelijk) 1880 met vlagnummer 612.
J.Mulder Drenth was met vlagnummer R31 in de periode 1861 t/m 1880 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
J.Mulder Drenth was in 1869 secretaris van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Er is ook sprake van een J.Mulder/Muller Drenth, J. die met vlagnummer R431in de periode 1855 t/m 1866(?) effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. In de ledenlijsten uit Sweijs021 staat deze kapitein t/m 1866, maar in de beschikbare ledenlijsten uit de Jaarverslagen van de Maatschappij is de laatste vermelding in 1859 en niet meer in de zestiger jaren058.
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat deze kapitein J.Mulder Drenth met vlagnummer R431 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1855 van de sch. “Africaan” 60 last varend voor H. van Ryckevorsel te Rotterdam
* 1858, 1859 van het fregat “Geertruida Maria” 475 last varend voor Klerk & de Voogd te Dordrecht
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 december 1883 vraagt kapitein J.Mulder Drenth of hij met bijbetaling effectief lid mag worden. Maar dit wordt afgewezen.042
In een Bijlage bij de Bestuursvergadering dd 27 december 1883 (Stadsarchief Amsterdam, 491-39) is een brief dd Vlissingen 24 december 1883 van kapitein J.Mulder Drenth. Hij verzoekt weer terug te mogen keren als effectief lid “Ik wil natuurlijk Alle achterstallige contributiën aanzuiveren daar ik thans in staat ben zulks te kunnen doen”. In de kantlijn van de brief staat vermeld dat op dit verzoek afwijzend is beschikt.042.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
612 1855 sch.bark Afrikaan H.van Rijckevorsel te Rotterdam
1856-1857 schoner Benin idem
1858-1860 geen vermelding van schip en boekhouder
1861-1868 bark Jacob Ebeling & Co te Rotterdam
1869 sch.brik Kiu-Siú geen opgave
1870 geen vermelding van schip en boekhouder
1871-1876 stoomb. Maasstroom Ned.Stoomb.Maatschappij te Rotterdam
1876-1877 stoomb. Stad Middelburg Maatsch.Zeeland
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat deze kapitein J.Mulder Drenth met vlagnummer R31 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1862 t/m 1867 van de bark “Jacob” 312 last voor A.F.Ebeling & Co te Rotterdam
* 1874 van het ss. “Holland” 381 last voor de Ned. Stoomb. Mij. Te Rotterdam
* 1877 van het ss. “Stad Midelburg” ? last voor de Stoomv.-Mij te Middelburg
* 1878 van het ss. “Stad Vlissingen” 1300 last voor de Stoomv. Mij. te Middelburg
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
J.Mulder Drenth Geertruida Maria 23 november 1858 17 oktober 1860
Jacob 29 augustus 1861 04 augustus 1862
Jacob 11 september 1862 27 juni 1863
Jacob 30 september 1863 01 september 1864
Jacob geen melding 10 april 1866
Jacob geen melding 17 juli 1867
Jacob 11 oktober 1867 geen melding
Bouma025 vermeldt J.M.Drenth als gezagvoerder gedurende:
* 1856 van de 2/m sch. “Afrikaan” ex Tropicus, gebouwd in 1843 te Rotterdam, 114 ton o.m., varend voor H.van Rijckevorsel te Rotterdam;
* 1857 t/m 1858 van de sch.brik “Benin” ex Pio Nono, gebouwd in 1848 te Rotterdam, 243 ton o.m., varend voor H.van Rijckevorsel te Rotterdam;
* 1859 t/m 1860 op het 3/m schip “Geertruida Maria”, gebouwd in 1841 te Dordrecht, 899 ton o.m., varend voor Klerk & Voogd te Dordrecht;
* 1862 t/m 1869 op de bark “Jacob”, gebouwd in 1855 te Rotterdam, 593 lton o.m., varend voor A.F.Ebeling & Co te Rotterdam. Het schip voer in 1870 voor Batenburg & Co te Rotterdam en werd herdoopt in “Anna & Johanna”;
* 1870 van de schbrik “Kiu Siu”, gebouwd in 1869 te Dordrecht, 285 ton o.m., varend voor de Nederl. Handel-Maatschappij te Amsterdam. Het schip werd in 1870 verkocht naar Japan;
* 1872 t/m 1874 van het ijzeren schroefsstoomschip “Maasstroom”, gebouwd in 1869 te Rotterdam, 396 ton o.m., varend voor de Nederl. Stoomb. Maatschappij, dir D.L.Wolfson;
* 1875 van het schr.ss “Holland”, gebouwd in 1874 te Rotterdam, 720 ton o.m., varend voor de Ned. Stoomb. Mij. Dir. D.L.Wolfson te Rotterdam;
* 1879 van het rader ss “Stad Vlissingen” ex Northern, gebouwd in 1865 te Liverpool, 1816 ton o.m., varend voor de Stoomv. Mij. Zeeland te Vlissingen.
Het ss. “Stad Vlissingen werd gebouwd in 1865 bij Jones, Quiggin & Co te Liverpool, mat 1816 Brt. en voer voor de Stoomvaart Maatschappij “Zeeland” te Vlissingen072.
Bij Nieuwersluis op een berm gevaren en gebroken;
Overige bijzonderheden
J.Mulder Drenth verzorgde per 30 september 1863 vanuit Brouwershaven met de “Jacob” een troepentransport van 4 officieren en 25 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 03 maart 1864 na een reis van 155 dagen. In St.Georg d’Elmina bleven 2 manschappen achter en werden 3 Europesche militairen en 100 Afrikaanse recruten aan boord genomen065.
Op 14 december 1879, op weg van Vlissingen naar Queensbro, liep tijdens dikke mist het ss. “Stad Vlissingen” bij Nieuwe Sluis op een berm. Het schip brak op 15 december. Er vielen geen slachtoffers.
Geertruida Maria. CSR 439/103: 899 tons. 31 crew. Captain = T. Mulder Departed Sunderland, England on 6 January 1859 with a cargo of coals and arrived at Albany on 28 April 1859. Where intended bound – Batavia. 110
Van Blokland-Visser064 vermeldt dat volgens monsterrol 1851 dd 23 november 1858 Dirk Jans Mulder Drenth samen met Cornelis Spiegelberg gezagvoerder wass op het fregat “Geertruida Maria” en met 32 man uitvoer via Sunderland naar George Town.
Volgens monsterrol 2284 dd 19 september 1867 was Dirk Jans Mulder Drenth gezagvoerdxer van de brik “Zeevaart” 146 last, varend voor reder Abraham Sandberg & Co te Dordreccht met als mede-eigenaar Jan Mulder kapitein uit Veendam. Het schip voer uit met 10 man naar Brazilië via Cardiff.
Familiegegevens en opleiding
Charles Albert Maximilien Virgile Dalloyaux werd geboren te Barbencon in België op 06 mei 1833 als zoon van de kok Pierre Charles Albert Dalloyaux en Engelina Petronella Castelijns. Hij ondertrouwde/trouwde op 17 februari/03 maart 1859 te Amsterdam met Geertruida Elisabeth op de Macks, geboren te Amsterdam op 28 deccember 1833 als dochter van Jan Andreas op de Macks en Wilhelmina Margretha Thuring. Charles overleed op 03 maart 1871op de reede van Brouwershaven aan boord van zijn schip de “Anna & Johanna” terugkomend van Batavia naar Rotterdam. Uit krantenberichten van 1871 blijkt dat de “Anna & Johanna” al op 05 februari 1871 was te Brouwershaven was gearriveerd, maar dat de rivieren naar Rotterdam waren dichtgevroren, waardoor een reeks van schepen op de reede van Brouwershaven moesten blijven liggen. Charles liet een weduwe en vier jonge kinderen achter. Zijn vrouw had hem nog enkele dagen voor zijn dood opgezocht. Hij werd te Rotterdam begraven op 08 maart 1871. Zijn vrouw Geertruida overleed te Amsterdam op 10 augustus 1905 en werd begraven te Buitenveldert op 14 augustus 1905.
Charles Dalloyaux woonde in Amsterdam. In mei 1854 verhuisde hij van de Oude Schans 168 naar de Kerkstraat 127 en op 03 december 1857 naar de Kerkstraat 590. Hierna woonde hij enige tijd in het “`Zeemanshuis” op het Kadijksplein 18. In maart 1859, dus na zijn huwelijk, trok hij in bij de familie Wagner op de Schippersgracht 423. Gerrit A.Wagner, een zwager van Charles, was eveneens gezagvoerder (zie aldaar) In mei 1861 woonde hij op de Schippersgracht 422 (later hernummerd in nr. 3) en in mei 1868 op 418 (later 7).
Charles Dalloyaux was gezagvoerder van de “Johannes Martinus” (1864-1869) en van de “Anna & Johanna” (1869-1871). Hij voer voor de rederij Batenburg & Co uit Rotterdam en was lid van het Rotterdamse zeemanscollege met nr. R98.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
C.Dalloyaux was met vlagnummer R98 in de periode 1869 t/m 1872 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt C.Dalloyaux als gezagvoerder gedurende:
* 1865 t/m 1869 van de bark “Johannes Martinus” ex Per Aspera ad Astra, gebouwd in 1854 te Capelle aan de IJssel, 503 ton o.m., varend voor Batenburg & Co te Rotterdam. Het schip voer in 1870 voor C.Smit te Barsingerhorn en was herdoopt in “West Vriesland;
* 1870 t/m 1871 van de bark “Anna & Johanna” ex Jacob, gebouwd in 1855 te Rotterdam, 593 ton o.m., varend voor Batenburg & Co te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
W.H.Hofstee (adres Peperstraat U/231) werd met nr.880 effectief lid van Zeemanshoop per 04 februari 1873 op voorspraak van P.Buijs Jr. Zijn schip was de "Twee Gezusters"002.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 28 januari/04 februari 1873 staan vermeld dat tot effectief lid voor de vlag is voorgedragen/benoemd W.H.Hofstee, geen leeftijd vermeld, voerend de “Twee Gezusters”, voor rekening van J.H.A.E.Meijjes, op voordracht van kapitein P.Buys Jr. 023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
880 1872-1879 bark Twee Gezusters J.H.A.E.Meijjes te Amsterdam
1880-1888 geen opgave van schip en boekhouder
lid van het Harlinger zeemanscollege Zeemansvoorzorg036
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
geen 1868-1869 brik Batoe Bassie (ex Machtilda Simonetta) Harmens & Co, Harlingen
Bouma025 vermeldt W.H.Hofstee als gezagvoerder gedurende:
* 1869 t/m 1870 van de brik “Batoe Bassie” ex Machtilda Simonetta, gebouwd in 1864 te Drammen, 160 (325?) ton o.m., varend voor Harmens & Zn te Harlingen;
* 1872 t/m 1873 van de bark “Anna & Johanna” ex Jacob, gebouwd in 1855 te Rotterdam, 593 ton o.m., varend voor Batenburg & Co te Rotterdam. In 1874 voer het schip voor J.H.A.E.Meyes te Amsterdam en was herdoopt in “Twee Gezusters;
* 1874 t/m 1879 van de bark “Twee Gezusters” ex Anna, ex Johanna, ex Jacob, gebouwd in 1855 te Rotterdam, 567 ton o.m., varend voor J.H.A.E.Meijjes te Amsterdam. Het schip werd in 1879 zinkend verlaten op 44oN en 16oW.
Overige bijzonderheden
Geen