Inloggen
THEODORA JOSINA - ID 9056


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1845-11-01 / 1868-08-00 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1854
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Schoenerbrig/Brigantijn
Masten: Two masts
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: Emmo Hooites Meursing, Hoogezand, Groningen, Netherlands
Launch Date: 1854-09-11
Delivery Date: 1854-10-09
Technical Data

Gross Tonnage: 81.00 lasts
Gross Tonnage 2: 153.00 tons (oude meting)
 
Length 1: 26.10 Meters Registered
Beam: 4.74 Meters Registered
Depth: 2.78 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1854
Datum agenda: 1845-11-01
Register nr: 18540850
Scheepsnaam: THEODORA JOSINA
Type: Schooner
Lasten: 81
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Rietveld, H.
Plaats: Amsterdam
Kapitein op moment van verzoek: Vierow, H.H.
Opmerkingen: een zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1854-10-12 THEODORA JOSINA
Manager: Hermanus Isaac Rietveld, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands
Callsign: PTNM
Additional info: Call sign since 1867

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

Bijlage bij cedule 70 van 26 oktober 1854, schoener THEODORA JOSINA

Eigenaren:

H. Rietveld, Amsterdam (boekhouder en 2/16e part)
J. Westendorp Jut, Amsterdam (2/16e part)
Firma Hoyman & Schuurman, Amsterdam (2/16e part)
H.J. Rietveld, Amsterdam (1/16e part0
E.W. ’t Hoen, Amsterdam (1/16e part)
H.F. Smith, Amsterdam (1/16e part)
Firma Lapidoth & van Oosterwijk van Baak, Amsterdam (1/16 part)
Mevr. T.J. Rietveld, geboren Koppen (1/16e part)
Mevr. A.C. Rietveld, weduwe De Gijselaar Pzn., Amsterdam (1/16e part)
G. Jansen, Amsterdam (1/16e part)
M. van Geuns, Amsterdam (1/16e part)
en E.H. Meursing, Hoogezand (2/16e part)

Ship Events Data

1854-09-11: NRC 170954
Rotterdam, 16 september. Te Hoogezand is de 11e september van de werf van de scheepsbouwmeester E.H. Meursing te water gelaten het gekoperd schoenerschip THEODORA JOSINA, gebouwd voor rekening van de heer H. Rietveld te Amsterdam, zullende worden gevoerd door kapt. H. Vierow.
1858-05-07: NRC 070558
Amsterdam, 6 mei. Het schip THEODORA JOSINA, kapt. Tjakkes, zou van Paramaribo naar de Marowyne verzeilen, om een lading voor Amsterdam in te nemen.
1858-08-07: NRC 120858
Amsterdam, 11 augustus. Volgens brief van kapt. Tjakkes, voerende het schip THEODORA JOSINA, van de Marowijne herwaarts gedestineerd, in dato 7 dezer, bevond hij zich toen, met oosten wind kruisende, op de hoogte van Bevesier. Aan boord was alles wel.
1868-07-29: NRC 010169
Rotterdam, 31 december 1868. Aangaande de volgende Nederlandse schepen is sedert de daarbij gevoegde berichten niets vernomen:
THEODORA JOSINA, kapt. D.H. Tjakkes, de 29e juli (1868) van Demerary naar Queenstown vertrokken.
1868-08-00: Final Fate:
In 1868 vermist.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

In het Bevolkingsregister te Amsterdam 1851 komt voor Hans Hendrik Vierow, geboren op 18 juni 1795 te Stralsund, Nederduits Hervormd, zeeman, sedert 1820 ingeschreven op het adres Oude Spiegelstraat 3 te Amsterdam.

Tevens is er een overlijdensakte dd 18 juni 1861 van ene Hans Heinrich Vierow 38 jaar, van beroep boekbinder, zoon van Hans Heinrich Vierow en Wilhelmina Cornelia MacLaine, beiden overleden. Overlijdensmeldingen van beide ouders komen niet voor in de tienjarentafels van 1853-1862. Kapitein Vierow heeft in ieder geval gevaren t/m 1859, dus het lijkt erop dat het echtpaar buiten Amsterdam is overleden. Ik heb in de notulen van Zeemanshoop geen melding aangetroffen, waarbij een weduwe Vierow om een uitkering verzocht. Dat kan erop duiden dat zij eerder dan haar man is overleden.

Uit de leeftijd van zoon Hans is te concluderen dat de ouders getrouwd zijn zo rond 1820. Ik heb niet gezocht naar een trouwakte in Amsterdam.

Een H.H.Vierow uit Stralsund was buitengewoon honorair lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart”. In de ledenlijsten van dat College staat hij vermeld als wonende te Stralsund, hetgeen er op wijst dat hij na zijn Nederlandse zeemansloopbaan weer terug is gegaan naar zijn geboorteplaats.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.Vierow werd met vlagnummer 822 per 11 juni 1850 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein C.Koert. Als zijn schip is genoemd de “Onderneming”. Toegevoegd in het register is “vermist”.002 (deze opmerking kan niet slaan op een “vermissing” als gezagvoerder van de “Onderneming”, daar hij later nog als gezagvoerder van de “Theodora en Josina” heeft gevaren)002. Ten tijde van de inschrijving was Vierow 53 jaar002a.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 04/11 juni 1850 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Hans Heinrich Vierow, oud 53 jaar, voerend de schoner “Onderneming”, op voordracht van kapitein C.Koert.023

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 24 januari 1850 staat het bericht dat in de Wekelijkse Vergadering de zilveren medaille van de Zuid-Hollandsche Maatschappij tot Redding van Schipbreukelingen plus ook f 100,- van Zeemanshoop zijn uitgereikt aan H.H.Vierow..042.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                 jaren          type                 scheepsnaam                                       naam reder/boekhouder

      822                          1850          kof                  Onderneming                                       geen opgave

                                     1851-1852    kof                  Onderneming                                       H.Rietveld

                                        1853          sch.kof           Onderneming                                       idem

      431                       1854-1857    sch.brik           Theodora Josina                                 idem

                                     1858-1859    geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt H.H.Vierow als gezagvoerder gedurende:

*     1850 t/m 1851 van de schkof “Onderneming” ex Onderneming van Zwol, gebouwd in 1828 te Nieuwendam, 150 ton o.m., varend voor J.Muysken te Amsterdam;

*     1852 t/m 1854 op hetzelfde schip maar nu varend voor H.Rietveld te Amsterdam;

*     1855 t/m 1857 van de sch.brik “Theodora Josina”, gebouwd in 1854 te Hoogezand, 153 ton o.m., varend voor H.Rietveld te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

In het Jaarverslag van de Vereniging Nederlands Historisch Scheepvaartmuseum, 1989, p.24. staat een samenvatting van een boekje getiteld: “De vreeselijke schipbreuk, van den Oost-Indie-Vaarder de Jan Hendrik gevoerd wordende door Kapitein Eickelberg, van Rotterdam naar Batavia” door F.G.L.Holst, 1845. Het boekje is in bezit van de bibliotheek van het Scheepvaartmuseum. Ik citeer hieruit:

“De bark JAN HENDRIK onder kapitein H.W.Eickelberg vertrok op 26 april 1845 van de rede van Hellevoetsluis naar Batavia. Het was de eerste reis van het schip. Aan boord bevonden zich 30 personen, waaronder de eerste stuurman H.H.Vierow, zijn zoon, die als ligtmatroos meevoer en de scheepsheelmeester J.Hanou Jr. Vierow en Hanou hebben een verslag van hun belevenissen gemaakt.

Op 29 mei, ’s nachts om 2 uur, liep het schip op St Pauls Rots, circa 180 mijl uit de Braziliaanse kust en een toen veel gebruikt verkenningspunt.Het schip werd snel aan stukken geslagen. 27 mensen wisten zich te redden doordat men er in slaagde een lijn van het schip naar een rots te brengen. Uit het schip had men wat voedsel en een vat jenever weten te redden en op de rots broedden eetbare vogels op eetbare eieren.

De derde dag na de schipbreuk kwam er een schip in de buurt van het eiland. Acht mannen, waaronder de stuurman, klommen in de sloep om naar het schip te gaan, maar het schip voer door. De primitief getuigde sloep kon de rots niet meer bereiken, dus besloot men naar Brazilië te varen.

Op de vijfde dag na de schipbreuk kwam het Engelse schip CHANCE onder kapitein Roxby bij St.Pauls Rots. Nadat de eerste acht mensen met de sloep van de CHANCE aan boord waren gehaald voer het schip weg. De achterblijvers waren verbijsterd. Zij wisten echter niet dat het schip door de wind was afgedreven en daarna nog zes dagen vruchteloos geprobeerd had de rots te bereiken.

De 15e juni werden de laatste mensen door een ander langsvarend schip, de ELIZE van Kapt. William Snell, opgepikt. Zij hadden 17 dagen op de kale rots gezeten. Ook de mensen die met de sloep naar Brazilië waren vertrokken overleefden de tocht; zij wisten de kust te bereiken. Bij deze ramp zijn dus slechts drie mensen omgekomen.”

 

Handelend over dezelfde schipbreuk is in o.a. de bibliotheek van het Nederlands Scheepvaartmuseum te Amsterdam is aanwezig:

DE St PAULUS ROTS, dichtstuk van BERNARD ter HAAR; gevolgd door een naauwkeurig verhaal der schipbreuk van het Nederlandsche barkschip Jan Hendrik, in bloeimaand 1845, opgemaakt uit de papieren van den scheeps-heelmeester J.HANOU Jz en den opperstuurman H.VIEROW. Tweede Druk. Amsterdam. G.W.Tielkemeijer en W.Willems. 1847

Het gedicht is in een zeer gezwollen taal geschreven en beschrijft de schipbreuk en de redding van een deel van de bemanning. Het bevat geen opmerkingen die niet al in het voormelde verhaal van Holst zijn verteld en die extra informatie voor deze Lexicon geven.

Aan het gedicht zijn door de auteur een aantal toelichtende opmerkingen gegeven. Interessant zijn de afbeeldingen van twee zilveren kannen die door “Zeemanshoop” resp. de reeder A.Ahlers Jr aan de kapitein Roxby van de “Chance” zijn uitgereikt, als dank voor zijn aandeel in de redding. (p.119).

Voorts (p.125) een voetnoot, waarin de auteur melding maakt van “het loffelijk gedrag van den Stuurman en diens merkwaardige lotgevallen”. Bij de toezending van een exemplaar van zijn gedicht aan de Koning deed hij daarover eveneens een opmerking en zegt dat hij “bij een Kabinets-schrijven van 16 April l.l., ten behoeve van den eersten Stuurman van het verongelukte schip, en diens huisgezin, eene som van f 100 heb mogen ontvangen uit ’s Konings eigene fondsen.”

Voorts zijn toegevoegd de belevenissen van de scheepsheelmeester J.Hanou Jz en van stuurman H.H.Vierow.

Uit het verslag van Hanou zijn de volgende opmerkingen vermeldswaard:

  1. De “Jan Hendrik” onder kapitein H.W.Eickelberg verliet Hellevoetsluis op 26 april 1845 (p.129);
  2. Op 27 mei 1845 werd de Nederlandse bark “Maasnimf” onder kapitein Muntendam, op weg van Batavia naar Rotterdam, gepraaid. (zie bij J.J.Muntendam) (p.130);
  3. Een groep schipbreukelingen werd door kapitein William Snell van het Engelse schip “ Elize” naar Bahia gebracht

     “Te Bahia vonden wij een Hollandsch schip, de Agneta genoemd, gevoerd door Kapitein D.M.van Leeuwen, die, op zijn reize van Amsterdam naar Batavia, vrij beduidende zeeschade bekomen had en daarom hier was binnengeloopen. Tot geene geringe vreugde verstrekte het ons eenen Landgenoot aan te treffen. Deze nam ons dadelijk bij zich aan boord, en was ons in alles behulpzaam. Een Braziliaansch schip lag in de haven zeilree, om naar Londen te vertrekken. Wij werden … op dit vaartuig overgeplaatst, verlieten op den 5den Julij de reede van Bahia, en kwamen na eene reis van drie en vijftig dagen … daarmede te Londen aan. … na drie dagen toevens bragt de stoomboot op Rotterdam ons naar de vaderlandsche kust.”

Stuurman H.H.Vierow was één van de bemanningsleden die met een boot de St.Paulusrots verlieten, om achter een passerend schip aan te varen. Toen het niet lukte om dit schip in te halen, en het ook niet mogelijk bleek naar de rots terug te keren, heeft men met succes geprobeerd de Braziliaanse kust te bereiken. Het verslag gaat over deze ontberingstochten is alleszins de moeite waard om een indruk te krijgen van het doorzettingsvermogen en leiderschap van stuurman Vierow. Het verslag bevat overigens geen genealogische bijzonderheden van andere personen uit mijn Lexicon.

De verslagen van Hanou en Vierow maken het mogelijk de namen van alle bemanningsleden te traceren.

 

 

In de Verhandelingen en Berigten betrekkelijk het Zeewezen en de Zeevaartkunde (door Jacob Swart en Jhr. G.A.Tindal) 1850 nr. 1 p.1-11 staat het artikel “Het vergaan van het barkschip Geertruida medegedeeld door H.Vierow”, door H.Vierow.

Het artikel vermeldt dat het gaat om de eerste stuurman H.Vierow en ik neem aan dat het hier gaat om de latere kapitein H.H.Vierow.

     Het verslaat het “ongelukkig wedervaren met het barkschip Geertruida, van Pangool tot bij Kaap de Goede Hoop … “. Op 11 juli 1849 werd Pangool verlaten en de reis verliep voorspoedig tot op de hoogte van Mauritius, waarna het weer omsloeg. Op de 19de augustus tussen Madagaskar en de kust van Afrika sloeg de bliksem in de barksteng en veroorzaakte nogal wat schade. Op de 25ste augustus was men onder de Afrikaanse kust en kort daarop raakte men in een hevige storm. Er onstond grote schade en op de 26ste “sloeg een zware stortzee over”. “ … de kapitein, de 2e stuurman, de timmerman, een matroos, een ligtmatroos en 2 jongens (werden) … in zee geworpen. De hofmeester … werd nog behouden, doch in een deerniswaardige toestand”. Na nog een stortzee gingen masten verloren, raakten sloepen onklaar en kwam veel water binnen. Tot overmaat van ramp ging de koffielading zwellen en begon het schip uit elkaar te barsten. Op de 28ste ontwaarde men een ander schip en op de 29ste kon de bemanning op dit engelse schip overgaan. “Ten 11½ ure bevonden wij ons allen behouden aan boord van het Engelsche schip The Minerva, Kapt. James Moier, komende van Madras en bestemd naar Londen”. De positie was 35o20’Z.Br./23o46’OL. Door de overbezetting van het schip moest de watervoorziening gerantsoeneerd worden. “Na met veel stormachtig weder en veranderlike winden geworsteld te hebben, kwamen wij den 12den September behouden in de Simonsbaai ten anker”.

Uit Bouma025 is te concluderen dat ten tijde van de schipbreuk kapitein H.C.G.B.Behrends, met vlagnummer A701, de gezagvoerder was, die dus tijdens de ramp omkwam. Zie aldaar.

 

Uit een aantekening van L.Smit, mij meegedeeld door K.Suyk te Heiloo, blijkt het volgende::

De Zuid Hollandsche Maatschappij tot Redding van Drenkelingen: besluit in haar vergadering van Januari 1850 aan H.Vierow, 1e stuurman van de Geertruida een groote zilveren medaille en vereerend getuigschrift te schenken, voor zijn manmoedig gedrag, zeemanskunde en beleid, gedurende de ondergang van de “Geertruida” van Amsterdam, zoowel in de ongelukkige schipbreuk van de “Jan Hendrik” op de St.Paulusrots.

Dit bericht wordt bevestigd inmededelingen in de notulen van de Bestuursvergadering en de Algemene Vergadering beide dd 22 januari 1850 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop042 en 023

“Niemand in de hoofdelijke omvrage eene schriftelijk voorstel doende, doet de Voorzitter in de Vergadering binnen komen den Stuurman H.H.Vierow, en geeft aan denzelven, met eene hartelijke en allezints toepasselijke toespraak te kennen, dat het Bestuur van de Zuid Hollandsche Maatschappij tot redding van Schipbreukelingen, het Bestuur van dit collegie heeft uitgenoodigd om aan hem Vierow uit te reiken den groote Zilveren Medaille en het vereerend getuigschrift door gezegde Maatschappij hem toegekend, wegens zijn gehouden kloek gedrag op den 29ste Mei 1845 bij het vergaan van de Jan Hendrik op de St Paulus Rots, als op den 28ste Augustus 1849 bij de stranding van de Geertruida; den Secretaris uitnoodigende gezegd getuigschrift en het opschrift der medaille alvorens aan de Vergadering voor te lezen. Hieraan door den Secretaris van Hasselt voldaan zijnde overhandigt de Voorzitter aan Stuurman Vierow het eermetaal en het getuigschrift, die hierop onder betuiging zijner erkentelijkheid verzoekt aan de voormelde Maatschappij zijnen dank over te brengen. De Voorzitter opnieuw het woord nemende zegt op eene hartelijke wijze aan den bekroonde, dat ook het Bestuur van het Collegie Zeemanshoop bij deze gelegenheid zijn blijk van goedkeuring aan hem Vierow heeft willen te kennen geven en besloten heeft aan hem een Som van f 100,- aan te bieden, welke hij hem hierop overhandigd en door Vierow onder betuiging van zijnen dank wordt aangenomen.

     De Secretaris van Hasselt vraagt hierop het woord en zegt dat hij twee voorstellen aan de vergadering heeft te doen, het eerste om namens de vergadering aan de ZuidHollandsche Maatschappij den dank van het Collegie te betuigen voor de vereerende taak ten deze door haar aan het collegie opgedragen en ten tweede om aan den Voorzitter voor de waardige wijze waarop hij zich van die taak heeft gekweten, welke voorstellen door de vergadering luide worden toegejuichd.”

     In de notulen dd 29 januari 1850 van de Algemene Vergadering staat : “… schriftelijk voorstel houdende verzoek om eene inteekenlijst … ten einde eenige gelden in te zamelen voor stuurman H.H.Vierow … dat voorstel (wordt) door de vergadering toegejuicht … “. In de notulen van de Bestuursvergadering dd 21 februari 1850 en die van de Algemene Vergadering dd 02 april 1850 staat dat er een bedrag van f 195,- is ingezameld.042 en 023

 

     In het dagboek van de Roever 073 vermeldt hij tijdens een reis van Amsterdam naar Indië met de “Stad Utrecht” onder kapitein F.P.Jaski het volgende voorval:

   Noorder Atlantische Oceaan op weg naar Batavia kort ten N. van de evenaar.

     “ … praaiden den 6de Juli (1845) de Hendrik Jan (moet zijn Jan Hendrik), Kapitein Eikelenberg, dezelfde die eenige dagen later op de Poulsrots verloor, passeerden den 10de de Linie … “.

 

In 2005 verscheen een publicatie (48.pp) van de Stichting Nederlandse KaapHoorn-vaarders onder de titel “DE SCHIPBREUK Van het Barkschip Jan Hendrik op de St.Paulusrots”, waarin de dagboeken van Hanou, Vierow en ook een recent verkregen dagboek van de scheepstimmerman Jan van Heijst werden besproken. Op de omslag van de publicatie staat een afbeelding van het schilderij in het Brabants Museum.

In deze publicatie is opgenomen een verslag van Vierow van het vergaan van de “Geertruida” onder kapitein Heinrich C.D.Behrends. in 1849 tussen Pangool en Madagascar in de Indische Oceaan. Vierow was 1e stuurman op dit schip

 

 

Datum vanaf: 1854
Kapitein: Vierow, Hans Heinrich

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

 

Vertrek en terugkomst in Amsterdam093

Kapitein                         Naam van het schip                                       Aankomst                     Vertrek

D.H.Tjakkes                 Theodora Josina                                             13 oktober 1860           13 mei 1861

                                        Theodora Josina                                             01 juni 1861                 09 november 1861

 

Bouma025 vermeldt D.H.Tjakkes als gezagvoerder gedurende:

*   1852 t/m 1855 van de kof “Maria Elisabeth”, gebouwd in 1846 te Veendam, 101 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam. Het schip werd in 1855 verkocht;

*   1856 van de schkof “Onderneming” ex Onderneming van Zwol; gebouwd in 1828 te Nieuwendam, 150 ton o.m., varend voor H.Rietveld te Amsterdam. Het schip is in februari 1856, op weg van Amsterdam naar Newcastle, in zinkende toestand verlaten;

*   1857 t/m 1858 van de 2/msch. “Curacao” ex Dora Ann, gebouwd in 1842 te Kiel, 89 ton o.m., varend voor H.Rietveld te Amsterdam;

*   1858 t/m 1868 van de sch.brik “Theodora Josina”, gebouwd in 1854 te Hoogezand, 153 ton o.m., varend voor H.Rietveld te Amsterdam. Het schip werd in 1868 vermist.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1858
Kapitein: Tjakkes, D.H.
Overige informatie: 0

Monsterrollen

Opgemaakt Groningen
Datum: 1854-12-02
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: THEODORA JOSINA
Schipper: Vieron, Hans Heinrich
Scheepstype: schoener
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen
Afbeeldingen


Omschrijving: THEODORA JOSINA, aquarel gemaakt in 1855, kapitein H.H. Vierow (vlagnummer 431)
Collectie: Nederlands Scheepvaart Museum - Amsterdam
Vervaardiger: Morel, Casparus Johannes
Onderwerp: Zeeopname
Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

Noord-Hollands Archief, Haarlem Archiefnummer Amst.198.3181-1854.70

DVD XII – 6606, 6607
BIJLBRIEF
Naam schip THEODORA JOSINA

Plaats en datum acte bijlbrief, Hoogezand, 12 oktober 1854

type schip schoener

bouwwerf/verkoper Emmo H. Meursing, scheepsbouwer te Hoogezand

gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper H. Rietveld

te voeren door kapt. H.H. Vierow

grootte in tonnen 153 tonnen (meetbreif Groningen, 9 oktober 1854)

tuigage / aantal dekken

afmetingen 26,10 x 4,74 x 2,78 meter

kiellegging

tewaterlating

plaats / datum registratie Groningen, 9 oktober 1854

nummer van registratie deel 20, folio 134, recto, vak 3.

notaris verklaring voor burgemeester van Hoogezand.

prijs NLG

bijzonderheden






researcher/datum research: ML / 030608

Naam THEODORA JOSINA
Archiefinstelling Noord-Hollands Archief, Haarlem
Jaar 1854
Toegang 198
Inventaris 3181

Noord-Holl.Archief, Haarlem Archiefnummer Amst.198.3172.1854.70

DVD XLIV – 2523-2526
CEDULE

Naam schip THEODORA JOSINA

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 26 oktober 1854

type schip schoener

bouwwerf/verkoper

gevoerd door kapt.

eigenaar H. Rietveld, Amsterdam, boekhouder en mede-reder (zie bijlage)

te voeren door kapt. H.H. Vierow

grootte in tonnen 81 lasten of 153 tonnen

tuigage / aantal dekken twee masten, een dek

afmetingen

kiellegging

tewaterlating binnenslands gebouwd

plaats / datum registratie Amsterdam, 27 oktober 1854

nummer van registratie deel 67, folio 74, verso, vak 6

datum eedsaflegging voor verkrijging zeebrief: 31 oktober 1854

prijs NLG.

Bijzonderheden: Het schip had niet eerder een zeebrief. De bijlbrief en bevestigende verklaring burgemeester van Hoogezand worden overlegd. Het schip is gebouwd voor rekening van de in de bijlage genoemde reders.
Schip ligt thans te Groningen



Bijlage bij cedule 70 van 26 oktober1854, schoener THEODORA JOSINA



Eigenaren:

H. Rietveld, Amsterdam (boekhouder en 2/16e part)
J. Westendorp Jut, Amsterdam (2/16e part)
Firma Hoyman & Schuurman, Amsterdam (2/16e part)
H.J. Rietveld, Amsterdam (1/16e part0
E.W. ’t Hoen, Amsterdam (1/16e part)
H.F. Smith, Amsterdam (1/16e part)
Firma Lapidoth & van Oosterwijk van Baak, Amsterdam (1/16 part)
Mevr. T.J. Rietveld, geboren Koppen (1/16e part)
Mevr. A.C. Rietveld, weduwe De Gijselaar Pzn., Amsterdam (1/16e part)
G. Jansen, Amsterdam (1/16e part)
M. van Geuns, Amsterdam (1/16e part)
en E.H. Meursing, Hoogezand (2/16e part)


ML / 010610

Naam THEODORA JOSINA
Archiefinstelling Noord-Hollands Archief, Haarlem
Jaar 1854
Toegang 198
Inventaris 3172

Bronnen

Jaar: 1854
Bron: Noord-Hollands Archief/Haarlem
Omschrijving: Bijlbrief : Noord-Hollands Archief, Haarlem / Archiefnummer Amst.198.3181-1854.70
Documentatie Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders (SKHV), w.o. collectie Hoedemaker/Smit/Suyk