1918

DMB 121218
Nieuwe Waterweg, 11 december. Uitgezeild FLEVO VIII,(vrachtlogger) Bertram met stukgoed naar Christiansand.

1919

AH 21 maart 1919
Rotterdam, 20 maart. Het Nederlandse zeilschip FLEVO VIII, op reis van Christiansund naar Hull, is te Haugesund met stormschade binnengelopen. Het schip zal, na hersteld te zijn, eind van deze maand de reis voortzetten.
NVC 120419
Flamborough Head, 5 april. Gepasseerd om de Zuid FLEVO VIII, Bootsman.
AH 120419
Londen, 10 april. Aangekomen FLEVO VIII, van Haugesund.
NVC 140519
Antwerpen, 12 mei. Aangekomen FLEVO VIII, W. Bootsman van Londen, 6 mei vertrokken.
DCOU 240519
Vlissingen, 22 mei. Gepasseerd FLEVO VIII, naar Newcastle.
NVC 040619
Shields, 29 mei. Aangekomen FLEVO VIII, W. Bootsman van Antwerpen.
NVC 110619
Shields, 2 juni. Uitgezeild FLEVO VIII, W. Bootsman naar Caen.
AH 140619
Caen, 8 juni. Aangekomen FLEVO VIII, van Newcastle.
DCOU 270619
Caen, 18 juli. Uitgezeild FLEVO VIII, Visser? naar Newcastle.
RN 28 juni 1919
Yarmouth, 24 juni. De schoener FLEVO VIII, van Caen naar de Tyne, is met assistentie van de sleepboot VARE hier in de haven gekomen. Het schip heeft bakboordsanker en 15 tot 20 vaam ketting verloren; het ankerspil is beschadigd.
DMB 030719
Great Yarmouth, 1 juli. Uitgezeild FLEVO VIII, naar Newcastle.
AH 04 juli 1919
Rotterdam, 3 juli. Volgens mededeling van de rederij kan het bericht aangaande de stranding van de vrachtloggers FLEVO I en FLEVO II geen betrekking hebben op eerstgenoemd schip, daar dit binnendoor van hier naar Antwerpen is vertrokken. De FLEVO II, FLEVO III en FLEVO VI zijn de 28e juni, de FLEVO VIII de 1e dezer van hier naar Yarmouth vertrokken.
AH 080719
Shields, 4 juli. Aangekomen FLEVO VIII, van Calais.
NVC 160719
Shields, 9 juli. Uitgezeild FLEVO VIII, W. Bootsman naar Calais.
DMB 240719
Caen, 16 juli. Aangekomen FLEVO VIII, van Newcastle.
DMB 300719
Caen, 26 juli. Vertrokken FLEVO VIII, (schoener) naar Fowey.
DMB 030819
Fowey, 29 juli. Aangekomen FLEVO VIII, van Caen.
NVC 190819
Vlissingen, 17 augustus. Gepasseerd FLEVO VIII, W. Bootsman van Fowey naar Antwerpen.
DMB 020919
Antwerpen, 30 augustus. Uitgezeild FLEVO VIII, naar Newcastle.
DMB 050919
Newcastle, 4 september. Aangekomen FLEVO VIII, van Antwerpen.
NVC 160919
Newcastle, 12 september. Uitgezeild FLEVO VIII, W. Bootsman naar St. Valery en Caux.
NVC 230919
St. Valery, 16 september. Aangekomen FLEVO VIII, W. Bootsman Newcastle.
DMB 260919
St. Valery, 25 september. Vertrokken FLEVO VIII, naar Newcastle.
NVC 071019
Shields, 1 oktober. Binnengekomen FLEVO VIII, W. Bootsman van St. Valery en Caux, vertrok 25 september.
NVC 141019
Middlesbro, 6 oktober. Aangekomen FLEVO VIII, W. Bootsman en FLEVO III, F. de Jong om te laden.
AH 161019
Middlesbro, 14 oktober. Uitgezeild FLEVO VIII, naar Antwerpen.
DMB 181019
Vlissingen, 17 oktober. Gepasseerd FLEVO VIII, van Middlesbro naar Antwerpen.
SV 281019
Rotterdam, 27 oktober. Aangekomen FLEVO VIII, ledig van Antwerpen.
SV 101119
Nieuwe Waterweg, 8 november. Uitgezeild FLEVO VIII, naar Grangemouth.
AH 131119
Londen. 12 november. De vrachtlogger „ FLEVO VIII , 8 dezer van Rotterdam naar Grangemouth vertrokken, is mastloos opgepikt en te Hartlepool binnengesleept.
AH 151119
Hartlepool. 12 november. De vrachtlogger FLEVO VIII werd op15 mijl van Whitby opgepikt en hier binnengebracht door de admiraliteitsdrifter BOREALIS.

1920

NVC 120320
West Hartlepool, 10 maart. Vertrokken FLEVO VIII, W. Bootsman naar Grangemouth. (na reparatie)
AH 160320
Grangemouth, 15 maart. Aangekomen FLEVO VIII, van West Hartlepool.
SV 220320
Grangemouth, 17 maart. Het Nederlandse zeilschip FLEVO VIII van Rotterdam via West Hartlepool naar Grangemouth heeft tijdens slecht weer meerdere schade belopen gedurende de reis, het schip is hier onderzocht.
NVC 180520
Grangemouth, 6 mei. Vertrokken FLEVO VIII, W. Bootsman naar Foaborg via Dysart.
NVC 280520
Grangemouth, 25 mei. Uitgezeild FLEVO VIII, W. Bootsman naar Dysart.
SV 100620
Dysart, 5 juni. Uitgezeild FLEVO VIII, naar Faaborg.
DMB 250620
Zeilschip FLEVO VIII,  Faaborg. 24 juni. Na 40 ton der kolenlading in lichters gelost te hebben, is de Nederlandsche vrachtlogger FLEVO VIII vlot gekomen en hier binnengelopen. Ogenschijnlijk is het schip onbeschadigd.
NVC 250620
Faaborg, 22 juni. Aangekomen FLEVO VIII met steenkolen, na bij Svendsborg aan de grond te hebben gezeten.
NVC 020720
Faaborg, 30 juni. Uitgezeild FLEVO VIII, W. Bootsman naar Veile.
NVC 130720
Veile, 11 juli. Vertrokken FLEVO VIII, W. Bootsman naar Derwentaugh.
NVC 200720
Skagen, 12 juli. Gepasseerd FLEVO VIII, W. Bootsman van Faaborg naar Amsterdam.
SV 240720
Shields, 20 juli. Aangekomen FLEVO VIII van Denemarken.
SV 020820
Shields, 29 juli. Uitgezeild FLEVO VIII naar Amsterdam.
NVC 030820
Hardinxveld, 1 augustus. Aangekomen FLEVO VIII, W. Bootsman van Newcastle.
AH 250820
Raad voor de scheepvaart. (verhoren)
Daarna behandelde de Raad het onderzoek maar de oorzaak van het aan den grond lopen in de Kleine Belt op 22 Juni 1920 van het zeilschip „FLEVO VIII". Reederij N.V. Maatschappij „Flandria" te Rotterdam; gezagvoerder J. Maan te Katwijk aan Zee. Het zeilschip „ FLEVO VIII " (121.90 bruto ton metende) was bemand met vier koppen, toen het met een lading kolen op reis van Dysart (Schotland) was naar Faaborg op het eiland "Fijen (Denemarken). Na op 17 juni Skagen te zijn gepasseerd, werd op 21 juni in de Kolding fjord (Klein Belt) geankerd. De 22ste juni ging men ankerop en zeilde om 8 uur des voormiddags met helder zicht, wind West, de Lyö Krog in. Na het passeren van de bakens van Lyö Trille en Lyö Sand draaide men over stuurboord bij om de loodsvlag op te zetten, doch de lijn brak. Kort daarop liep het schip aan de grond op de Knastegrund. In deze zaak werden gehoord schipper Jacob Maan, wien nalatigheid wordt verweten, alsmede stuurman Jacob de Jong.
SV 141020
Raad voor de scheepvaart.. Uitspraken op 8 oktober 1820. No. 67
Uitspraak betreffende het aan de grond lopen van het zeilschip FLEVO VIII. De Raad is van oordeel, dat de FLEVO VIII op de Knastegrund in de Kleine Belt is vastgelopen omdat men te lang over stuurboord is blijven liggen en daardoor aan lager wal is geraakt. Men had eerder overstag moeten gaan of het anker moeten laten vallen om op de loods te wachten. De Raad acht bij deze vergissing van de schipper, waartoe het niet zien van de bakens van Knastegrund zal medegewerkt hebben, geen termen aanwezig een tuchtmaatregel op hem toe te passen.

1921

RN 040521
Zes zeilschepen verkocht. De Scheepvaartmaatschappij „Flandria" alhier heeft haar 6 zeilschepen, genaamd Flevo I, II, III, V. VI en VIII, aan een combinatie van Hollandse kopers verkocht.
NVC 071021
Verkochte schepen. De vrachtlogger FLEVO III, thans eigendom van de Scheepsbouwwerf De Mierwede te Hardingsveld, is naar Wildervank verkocht, terwijl de vrachtlogger (opm. Schoener) FLEVO VIII van dezelfde eigenaars, verkocht is naar Groningen.
DMB 031221
De Nederlandse schoener FLEVO VIII is naar Groningen verkocht en herdoopt in HAMINA.(opm: HARMINA)
DMB 201221
IJmuiden, 18 december. Binnengekomen HARMINA, Bakker van Kallundborg.

1922

NNO 250822
Sundswall, 24 augustus. Aangekomen HARMINA, Bakker van Helsingborg.
DMB 271122
Kopenhagen, 22 november. Aangekomen het zeilschip HARMINA, Bakker van Helsingfors.
DMB 281122
Kopenhagen, 25 november. Vertrokken HARMINA, Bakker naar Moss.

1923

DMB 030623
Lowestof, 30 mei. Aangekomen HARMINA, Bakker van Yarmouth.

1924

DMB 210524
Londen, 20 mei. Uitgeklaard ms HARMINA, Bakker naar Grangemouth.
DMB 310824
Holtenau, 29 augustus. Gepasseerd zeilschip HARMINA, Bakker van Sonderburg naar Hamburg.
DMB 110924
Hamburg, 8 september. Aangekomen HARMINA, Bakker van Sonderburg.
DMB 231224
Londen, 19 december. Uitgeklaard HARMINA, Bakker naar Oldenburg.

1925

RC 290525
Raad voor de Scheepvaart.
De Raad voor de Scheepvaart heeft gisteren een onderzoek ingesteld naar de kwestie inzake de stranding van de motorschoener HARMINA aan de Zweedse kust op 31 maart jl. De schipper-eigenaar G.B. uit Groningen, verklaarde, dat het schip te Lübeck een lading los zout had ingenomen, totaal 190 ton, met bestemming naar Oscarhavn in Zweden. Het schip had een diepgang van 10 voet. Op 29 maart ging men van Lübeck en men bleef die avond te Sgravemunde liggen. In de ochtend van 30 maart vertrok het schip naar zee met stil weer en zette koers 0N0 op Gjedser lichtschip, hetwelk 's middags om 4 uur werd gepasseerd; van daar werd koers gezet NO ten O ½ O, naar Udlerlan in Zweden. De Udlangerboei werd 31 maart om kwart na 3 ‘s namiddags gepasseerd; daarop werd koers gezet NO de Valmarund in. De wind was toen ZW. De motor stond te werk met het grootzeil bij. Het uitzicht werd door stofregenbuien belemmerd. De koers was gesteld op de lichtboei van Stengrond, welke men om 6 u.25 moest passeren. Men kon echter de lichtboei niet waarnemen, waarop de schipper het nodig achtte te ankeren. Plotseling echter, terwijl men met het anker bezig was, liep het schip aan den grond, met naar getuige’s mening 3 mijls vaart. Het schip bleef vastzitten, hoewel de motor dadelijk volle, kracht achteruit werkte. Door de aanlopende zeegang stootte het schip voortdurend zwaar. Weldra ging het schip slagzij over bakboord. De bemanning heeft zich met een boot gered. De volgende dag is een bergingsboot gekomen, welke de inventaris, die nog boven water was, van het schip heeft gehaald. De stranding geschiedde dichtbij de Olsangeboei, waar de bodem zeer steenachtig is. Het schip is geheel wrak geslagen. De raad zal later uitspraak doen.

1926

NNO 230126
We ontvingen verslag en balans 1925 over het 20e boekjaar van de vereeniging „Oranje", onderlinge verzekering van schepen, gevestigd te Groningen.
Wat het financieele verloop der Vereeniging betreft deze is zeer gunstig, hoewel twee totale verliezen, n.l.
SPES-MEA, schipper Sijtzema welke 1 oktober van Helsingborg vertrok met bestemming naar Sundswall, en waarvan tot heden geen enkel bericht is ingekomen en de „HARMINA", kapt. G. Bakker zijn te betreuren.