Familiegegevens en opleiding
Pieter werd geboren te Texel 15 augustus 1826 te Oudeschild op Texel ca.1829 (volgens opgave in overlijdensakte, maar geen geboorteakte gevonden ) als zoon van Johannes Flens en Marretje Zunderdorp.
Hij trouwde op 30 juni 1853 te Texel als koopvaardijkapitein met Trijntje Koning, geboren ca. 1825 te Texel als dochter van de grondeigenaar Jan Koning en Elisabeth Boon. Trijntje overleed op 20 augustus 1904 te Texel, 79 jaat, weduwe.
Pieter overleed volgens een aangifte 08 december 1868 te Texel op 26 september 1868 te Batavia 39 jaar.
“Heden ontving ik het voor mij zo smartelijk berigt dat mijn geliefde Echtgenoot P.FLENS JOHANZ , op den 26sten September ll te BATAVIA is overleden, in den ouderdom van ruim 39 Jaren.
BURG OP TEXEL TRIJNTJE KONING
6 November 1865 Wed. P.FLENS JOHZ”
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
P.Flens Jz was met vlagnummer R301 in de periode 1851 t/m 1856 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein P.Flens Jz met vlagnummer R301als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1851 van de bark “Otto” ? last varend voor M.Lels te Kinderdijk
* 1855 van de bark “Johanna & Geertruida” 380 last varend voor M.Lels te Kinderdijk
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
P.Flens Johanna & Geertruida 16 oktober 1857
In de annoncecollectie van het Centraal Bureau voor Genealogie bevindt zich een advertentie waarin wordt medegedeeld dat op 05 januari 1852 te Rotterdam in lading ligt de bark “Buitenzorg” onder kapitein P.Flens Joh. zn.. Adres ten kantore van M.Varkevisser.
Bouma025 vermeldt ene kapitein Flens (zonder initialen) als gezagvoerder in 1852 van de bark “Buitenzorg”, gebouwd in 1847 te Elshout, 389 ton o.m., varend voor P.Varkevisser te Scheveningen.
Bouma025 vermeldt P.Flensz Jz als gezagvoerder gedurende:
* 1853 t/m 1854 op de bark “Otto”, gebouwd in 1852 te Kinderdijk, 706 ton o.m., varend voor Murk Lels te Alblasserdam;
* 1856 t/m 1861 van de bark “Johanna & Geertruida”, gebouwd in 1855 te Kinderdijk, 690 ton o.m., varend voor Murk Lels te Alblasserdam. Het schip voer in 1862 voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam en was herdoopt in “Aeolus”;
* 1862 /m 1866 van de bark “Elisabeth Maria” ex Magdalena, gebouwd in 1850 te Amsterdam, 377 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Texel. Het schip werd in 1866 afgekeurd te Soerabaya.
Overige bijzonderheden
In het kader van de discussie over de invoering van de Tuchtwet in Nederlands Indië werd in 1865 een memorie aangeboden “aan zijn Excellentie den Gouverneur Generaal van Nederlandsch-Indië over de Wettelijke bepalingen omtrent de handhaving der orde en tucht aan boord der koopvaardijschepen binnen Nederlandsch-Indië.” Deze memorie werd ondertekend door P.Flens Joh.z 104.
NRC 02 april 1851
Rotterdam, 1 april. Door de Nederlandsche Handel Maatschappij zijn bevracht de navolgende 45 schepen als:
Voor Rotterdam: GERARDINA, kapt. M. J. Witch, BUITENZORG, kapt. P. Flens; HELENA CHRISTINA, ….
NRC 09 april 1852
Kinderdijk, 7 april. Heden is van de werf van de heren J. & K. Smit alhier met het beste gevolg te water gelaten het barkschip OTTO, groot 373 gemeten lasten. Dit schip is bestemd voor de grote vaart en zal worden gevoerd door kapt. P. Flens Johz. onder boekhouderij van de heer M. Lels alhier.
NRC 19 juni 1852
Rotterdam, 18 juni. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht geworden de navolgende 30 schepen:
Voor Rotterdam: NOORD, kapt. H.R. Ruhaak; JAN DANIEL, kapt. J.H. Zeeman; CORTGENE, kapt. J.A. Scott; SARA LYDIA, kapt. B. van der Tak; MENADO, kapt. N.N.; GENERAAL VAN DEN BOSCH, kapt. F. Parlevliet; WENA, kapt. J.F. des Ruelles; JULIA, kapt. J. Teygeler; OTTO, kapt. P. Flens. …..
NRC 30 juni 1852
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Batavia voor goederen en passagiers, waartoe hetzelve uitmuntend is ingericht, het nieuw, extra op de zeilage gebouwd en gekoperd barkschip OTTO, kapt. W. Flens Jr. Dit schip is voorzien van een toestel om zeewater drinkbaar te maken en voert een geëxamineerde scheepsdokter. Adres ten kantore van Kuyper, van Dam & Smeer en Hudig & Blokhuyzen. (opm: eerste reis)
Javasche Courant 27 oktober 1852
Batavia, 26 oktober. Alhier zijn aangekomen: …..
…..De 22e oktober het Nederlandse schip OTTO, kapt. P. Flens, vertrokken van Rotterdam de 23e juli……
NRC 26 augustus 1853
Rotterdam, 25 augustus. Volgens de Engelse bladen lagen l.l. zaterdag te London niet minder dan 17 Nederlandse bodems naar verschillende havens van Australië bevracht, als:…..
….. Naar Hobart Town: OTTO (379 ton), kapt. P. Flens; JACOB ROGGEVEEN (756 ton), kapt. J. Vos van Marken; en MACASSAR (437 ton), kapt, W. Timmermans……
NRC 16 maart 1855
Kinderdijk, 15 maart. Heden is van de scheepstimmerwerf van de heren J. en K. Smit alhier met het beste gevolg te water gelaten het barkschip genaamd JOHANNA EN GEERTRUIDA, groot circa 400 gemeten lasten, bestemd voor de grote vaart, voor rekening ener rederij onder directie van de heer M. Lels, te Alblasserdam, zullende worden gevoerd door kapt. P. Flens…..
NRC 18 juli 1856
Door de Nederlandse Handel-Maatschappij zijn bevracht de volgende negen schepen, als: Voor Rotterdam: OLIVIER VAN NOORD, kapt. F. Guijt; JOHANNA EN GEERTRUIDA, kapt. P. Flens Jz. ….
NRC 08 mei 1860
Rotterdam, 7 mei. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn heden bevracht de navolgende 38 schepen, als:
Voor Rotterdam: JOHANNA GEERTRUIDA, kapt. P. Flens Jzn; ….
NRC 02 april 1861
Alblasserdam, 1 april. Volgens bericht van kapt. P. Flens, Johzn, voerende het schip JOHANNA EN GEERTRUIDA, van Banjoewangie naar Rotterdam, had hij op de hoogte van de Kaap veel slecht weder doorgestaan. In de morgen van de 9e februari werd men weder door stormweder overvallen en had men tegen een hoge wilde zee te worstelen, zodat het schip herhaaldelijk met de boegspriet onder water stampte. De kluiverboom met twee zich daarop bevindende mannen, die bezig waren de losgewaaide kluivers beter vast te maken, sloegen weg en een derzelve verdween in de golven. Kort daarna brak de voorsteng en groot bramsteng en was men verplicht door de hoog lopende zee en het zware werken van het schip het gebrokene zo spoedig mogelijk weg te kappen. Het schip is dicht en liep de 15e februari de Tafelbaai binnen om de geleden schade te herstellen.
NRC 02 augustus 1861
Advertentie. De makelaars F.N. Montauban van Swijndregt, W. van Dam H.Hzn, W.H. Montauban van Swijndregt, B.C.D. Hanegraaff en H.N. Montauban van Swijndregt te Rotterdam, zullen als last hebbende van hun meester, op dinsdag de 27e augustus 1861,des middags ten 12 ure, in de zaal aan de Scheepmakershaven, wijk 1, no. 499, publiek verkopen: het extra snelzeilend, tot het vervoer van passagiers bijzonder ingerichte, gekoperd en kopervast Nederlands campagne barkschip JOHANNA GEERTRUIDA, laatst gevoerd door kapt. P. Flens Jzn, volgens meetbrief lang 41 el 55 duim, wijd 7 el 17 duim, hol 5 el 21 duim, en alzo groot 690 ton of 364 lasten, met al deszelfs rondhout, staand en lopend want, ankers, kettingen, touwen, zeilen en verdere scheepsgereedschappen, zoals hetzelve thans is liggende in de Haringvliet binnen deze stad.
Java Bode 23 oktober 1861
In Nederland geveilde schepen en scheepsparten.
Te Rotterdam de 27e augustus 1861:
- Schip JOHANNA EN GEERTRUIDA, kapt. Flens (opm: de bark JOHANNA GEERTRUIDA, kapt. P. Flens Jzn), gebouwd in 1855, groot 364 lasten, voor NLG 62.500 verkocht aan de rederij A. van Hoboken & Zn te Rotterdam. (opm: herdoopt in AEOLUS)……
NRC 01 april 1865
Kaap de Goede Hoop, 23 februari. Het Nederlandse oorlogsschip ’t LOO vertrok op 15 januari uit Tafelbaai naar Nederland. Het enige Nederlandse schip dat sedert de vorige mail in deze haven aankwam, was de ELIZABETH EN MARIA (opm: bark), kapt. P. Flens, van Montevideo, vracht zoekende.
NRC 13 mei 1865
Rotterdam, 12 mei. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de
navolgende 22 schepen, als:….
…..- Voor Amsterdam: JACOB EN ANNA, kapt. M.C. Bonger; ELISABETH EN MARIE; kapt. P. Flens Jzn; ….
NRC 05 januari 1866
Batavia, 29 november. Het Nederlandse schip ELISABETH EN MARIA, kapt. Flens, 9 november van hier naar Nederland vertrokken, is heden uit zee teruggekomen.
NRC 06 januari 1866
Batavia, 29 november. Het Nederlandse schip ELISABETH MARIA, kapt. Flens, de 19e dezer uit zee teruggekomen, is lek.
NRC 03 april 1866
Amsterdam, 2 april. Volgens brief uit Soerabaja, d.d. februari, is het Nederlandse schip MARIA ELISABETH, kapt. Flens, van Batavia herwaarts, lek uit zee terug gekomen (vroeger gemeld) aldaar afgekeurd; de lading zal in een ander schip worden overgescheept.
Familiegegevens en opleiding
Nicolaas Jacob de Vries werd geboren op 05 december 1827 te Amsterdam, Nederlands Hervormd. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Schiekade Wijk 14 nr. 375.
Hij was gehuwd op 10 juni 1857 met Adriana Johanna Jacoba Pelt, geboren op 27 februari 1828 te Rotterdam, Nederlands Hervormd005
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
N.J. de Vries was met vlagnummer R133 in de periode 1858 t/m 1906 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Hij staat wèl in de ledenlijst van het Jaarverslag 1858 maar niet in het inschrijfregister in het verslag058.
N.J.de Vries was in 1871 afwisselend commissaris van de Maatschappij058.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein N.J. de Vries met vlagnummer R133 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1858, 1859 van de 3/m sch. “Zephyr” 309 last varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam
* 1862 t/m 1867 van de bark “Aeolus” 364 last varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam
* 1874, 1877, 1878, 1880 t/m 1883, 1885 t/m 1888, 1890 t/m 1902 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt N.J.de Vries als gezagvoerder gedurende:
* 1858 t/m 1862 van de 3/msch “Zephir”, gebouwd in 1857 te Rotterdam, 585 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam;
* 1862 t/m 1871 op de bark “Aeolus” ex Johanna Geertruida, gebouwd in 1855 te Kinderdijk, 690 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
N.J.de Vries vertrok op 06 oktober 1859 vanuit Brouwershaven met de “Zephyr” en een detachement van 8 officieren en 110 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 08 januari 1860 na 94 dagen. Onderweg was 1 manschap overleden.
J.W. (moet zijn N.J.) de Vries vervoerde per 30 november 1862 met de “Aeolus” 1 officier naar Nederlands Oost-Indië. Hij arriveerde te Batavia op 08 februari 1863065.
“Een … wedstrijd … werd in 1858 gezeild tusschen twee schepen van de Rotterdamsche reederij Van Hoboken. Op den 15den Maart van dat jaar nam kapitein De Vries van de Zephir op de reede van Batavia afscheid van zijn collega J.Louwerse van de Jason. Dat schip was nog niet helemaal klaar met inladen, hetgeen nog wel een weekje kon duren. “Ik zal je vrouw als ik thuis ben alvast zeggen, dat ze je over een week of twee, drie kan verwachten”, zei De Vries tegen Liuwerse, toen die weer naar zijn schip terugkeerde.
Ter hoogte van Kaap de Goede Hoop zagen de mannen van de Zephir een ander clipper aan de kim, die toen hij dichter bij kwam de Triton bleek te zijn, eveneens een schip van Van Hoboken. Fe Triton was ook den 15den Maart vertrokken, exhter van de reede van Banjoewangi. Door Straat Bali was hij op den Oceaan gekomen, zoodat zijn weg naar het vaderland vrijwel even lang was als die van de Zephir, die door Straat Soenda was gevaren van Batavia uit.
Het werd een spannende wedstrijd tusschen de beide schepen. Ze gaven elkaar niets toe en tefelijk stormden ze het Kanaal binnen … Bijna kop aan kop lagen ze, toen ze aan de kim Brouwershaven zagen opduiken en alles zetten de beide kapiteins er op om den ander nog een beetje voor te komen. …
De Zephir scheen tenslotte toch nog te winnen, het schip liep iets uit en kapitein De Vries dacht al overwinnaar te ziijn, toen zijn blik opeens verstarde. Want op de reede zag hij rustig achter zijn ankers met opgedoekte zeilen … de Jason, die zes dagen na hem was vertrokken en reeds de vorige dag was aangekomen. “Ik heb je vrouw al geschreven dat je onderweg bent”, zei kapitein Louwerse toen hij op de Zephir kwam om zijn collega te begroeten. Met een reis van 90 dagen had hij de race gewonnen. … “
Uit “De Clippers” van Anno Teenstra.Uitgave Holdert & Co, Amsterdam, 1945, 306 pp. en wel op pp. 74-75.
Familiegegevens en opleiding
Cornelis Julianus Augustinus Rosalius Reckers werd geboren op 05 mei 1830 te Rotterdam als zoon van de Rooms-Katholieke Jacobus Johannes Reckers, kantoorbediende/boekhouder/koopman, en Joanne Marie Josephine Fortunier. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Nieuwenhaven Wijk 12 nr. 220 en Steiger Wijk 7 nr. 142 (nieuw nr. 35). Hij vertrok op 26 januari 1875 naar Batavia. Hij behaalde op 30 april 1859 het diploma 1e stuurman op de grote vaart. Hij trouwde op 15 maart 1854 te Rotterdam met Alexandrina Johanna Wolffers, particulier, geboren te Rotterdam als dochter van Johannes Jozephus Wolffers en Margaretha Adriana Deylermans, winkelierster. Hij trouwde voor de 2e maal op 23 mei 1860 te Rotterdam met Christina Pieternella van Loon, geboren op 20 november 1837 te Rotterdam als dochter van de Nederlands Hervormde David van Loon en Willemina Magdalena Tuinzing, opzichster005
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
C.J.A.R.Reckers was met vlagnummer R95 van 1863 t/m 1876 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
.In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein C.J.A.R.Reckers met vlagnummer R95 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1863 t/m 1867 van de bark “Bezoekie “397 last A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam
* 1874 geen vermelding van schip en boekhouder
C.J.A.Reckers maakte de volgende reizen:
* Bezoeki 1863 Rotterdam - Batavia - Fagal - Rotterdam terug: suiker, koffie
1864/65 Rotterdam - Batavia - Texel - Rotterdam heen: diversen; terug: ballast
1865 Rotterdam - Batavia diversen
1866/67 Rotterdam - Batavia - Banjoewangi - Rotterdam heen: diversen; terug: suiker
1868 Batavia - Rotterdam diversen
1868 Rotterdam - Batavia diversen
1869 Rotterdam - Batavia geen opgave van lading
Bouma025 vermeldt C.J.A.R.Reekers (sic) als gezagvoerder gedurende:
* 1864 t/m 1872 op de bark “Bezoeki”, gebouwd in 1853 te Rotterdam, 747 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam. Het schip werd in 1872 verkocht naar Duitsland.
Volgens Verhoeff werd het schip in 1872 verkocht naar Duitsland en herdoopt in “Louise”.
* 1874 van de bark “Aeolus”, ex Johanna Geertruida, gebouwd in 1855 te Kinderdijk, 690 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Vanuit het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart werd in januari 1854 opgericht de Commissie ter bevordering van het onderzoek naar verschijnselen op de oceaan, de zg Oceaancommissie. Er was intensieve samenwerking met het KNMI. De commissie wilde de medewerking stimuleren van zeelieden om waarnemingen te doen, die voor de zeevaart van belang waren. “Om de medewerking van de gezagvoerders te stimuleren werden door de commissie of andere instanties eerbewijzen of premies uitgedeeld. De Oceaancommissie te Rotterdam beloonde vanaf 1958 iedere gezagvoerder die tweemaal een door het K.N.M.I. als goed beoordeeld journaal had ingeleverd met een zilveren medaille. De gezagvoerder die voor een dere maal een “goed” journaal inleverde kreeg een gouden medaille toegekend. … Het Rotterdamse lid C.J.A.R.Reckers bijvoorbeeld kreeg in 1864 een getuigschrift uitgereikt voor de waarnemingen die hij had verricht op de reis naar Java met het schip “Bezoeki”. Zes jaar later, in 1870 ontving Reckers een gouden medaille van de Oceaancommissie”005.
C.J.A.R.Reckers vertrok per 23 november 1867 van Brouwershaven met de “Bezoeki” en 1 landmachtofficier. Hij arriveerde te Batavia op 04 maart 1868 na een reis van 102 dagen065.