1860-05-21: |
NRC 210560
Rotterdam, 20 mei. Men schrijft uit Amsterdam aan de Middelburgsche Courant het volgende:
Het uit het Handels en Effectenblad in uw courant overgenomen bericht omtrent de proeven met het ijzeren stoomschip KROONPRINSES LOUISE bevat gedeeltelijk een onjuiste voorstelling. Gemeld stoomschip, behorende aan de heren Paul van Vlissingen en Dudok van Heel en vroeger in Engeland gebouwd en aangekocht, is ontegenzeggelijk een goede zeeboot van die soort als er in de vaart op de Europese zeeën gebezigd worden en waarmede met vertrouwen ook een transatlantische reis en een tocht naar Oost-Indië kan ondernomen worden, maar niet een zodanige om bij de tegenwoordige hoogte van ijzeren scheepsbouw tot de uitmuntende en fraaie gerekend te worden. Het heeft bij de proeven zeer goed voldaan en zal ongetwijfeld in Indië tussen de verschillende stations nuttige diensten kunnen doen. Dat de diepgang echter slechts 4 voet zou zijn en het dus voor de rivieren geschikt zou maken, waartegen de grote lengte reeds bezwaren zou opleveren, kwam mij direct onmogelijk voor, en ware dat zo, dan zou het ook daardoor min geschikt voor de grote reis zijn. Toen het hier weder terugkwam, ik meen met de kolenhokken gevuld maar overigens ongeladen, was de diepgang vóór 11 en achter 13 Engelse voeten. Ook heeft er nimmer plan bestaan het voor marine, maar wel voor koloniën aan te kopen, en geloof ik ook niet dat er kwestie bestaat van het aankopen van meerdere; wel worden er in de fabriek der heren Paul van Vlissingen en Dudok van Heel voor dat departement enige kleine vaartuigen van 45 en 80 paardenkrachten vervaardigd, om in Indië te worden ineen- gezet voor de speciale dienst op de rivieren.
|