NRC 210579. Rotterdam, 20 mei. Na gisteren te hebben vermeld dat er heden namiddag van de werf der Nederlandsche Stoomboot-Maatschappij op Fijenoord een stoomschip zou worden te water gelaten, kunnen wij thans mededelen dat dit met het beste gevolg heeft plaats gehad.

Nadat een aantal aandeelhouders en genodigden met hun dames ten ongeveer 5 ure op de versierde tribune hadden plaats genomen en al de werklieden der fabriek zich op het terrein hadden geschaard, werden de schoorbalken en stutten vlug weggeslagen, de achterste toestellen op de helling in werking gebracht en weldra zag men, onder het eenparig gejuich der aanwezigen, en aan boord der rondom liggende zeil- en stoomschepen, het met vlaggen getooide gevaarte statig de Maasstroom doorklieven. Daarop volgende de gebruikelijke felicitaties aan de heren D.L. Wolfson, directeur, Laxerveld Bisdom, ingenieur, enz. en hiermede was de eenvoudige, maar voor de Maatschappij gewichtige handeling afgelopen. Het is een ijzeren schip, lang 62, breed 8,62, hol 5,28 meter en dus van nagenoeg gelijke inhoud als het stoomschip HOLLAND, van dezelfde Maatschappij, hetwelk genoteerd staat op 720 ton oude maat, 676 nieuwe na aftrek van de ruimte der machinekamer 524 ton. Het enig verschil is, dat in het nieuwe schip de machinekamer iets korter en daardoor de overige ruimte iets meerder is. Men heeft het de naam van FIJENOORD gegeven, naar die van het schip, hetwelk in 1849 gebouwd en in 1850 in dienst genomen is, doch veel minder inhoud heeft. Het heeft een dubbele bodem tot het inlaten van 30 ton waterballast en zal worden voorzien van een machine 120 paardenkracht nominaal. Het is bestemd voor de dienst der Maatschappij op Londen in gemeenschap met haar andere schepen MAASSTROOM, BATAVIER en HOLLAND, respectievelijk gebouwd in 1869, 1872 en 1874, terwijl de oude FIJENOORD buiten dienst zal worden gesteld. Het nieuwe schip heeft een vierbladige schroef.

NRC 100979. Rotterdam, 9 september. Heden vertrok van hier in de wekelijkse vaart naar Londen het ijzeren schroefschip FIJENOORD van de Nederlandsche Stoombootmaatschappij, tot vervanging van het welbekende vaartuig van die naam, dat sedert 1850 in deze lijn dienst deed. Het nieuwe schip, binnen een jaar nevens vele andere werken aan de werf en fabriek der maatschappij gebouwd, beantwoordt geheel aan de tegenwoordige eisen van de stoomvaart;--- in al de onderdelen zijn de laatste erkende verbeteringen toegepast. De lengte is 62,2, de breedte 8,6, de holte 5,1, de gemiddelde diepgang 3,7 meter, het laadvermogen tot 600 ton wicht, of meer dan het dubbel van de voorganger. De werktuigen van 500 werkelijke paardenkracht zijn van enkel hoge druk. Voor de overvoer van passagiers 1^e en 2^e  klasse zijn op het bovendek ruime, luchtige, gerieflijke inrichtingen aangebracht, en er is ook gezorgd zowel voor beschutting van dekpassagiers, als voor geschikte verblijven ten behoeve der bemanning. Vee en goederen kunnen in grote hoeveelheden in de ruimen veilig worden overgebracht. Bij de proefvaarten binnengaats en in zee, welke aan de indienststelling voorafgingen, zijn zeer bevredigende uitkomsten verkregen ten opzichte van de hechte bouw, het sturen en de snelheid. De werktuigen waren van het begin tot het einde der proeftochten in gang, zonder enige stoornis of gebreken hoegenaamd, en gaven aan het schip een snelheid van 10½ Duitse mijl dooreen in de wacht van vier uur, hetwelk voor een stomer, die het vervoer van goederen en vee tot hoofdbestemming heeft, voldoende kan worden geacht.