Familiegegevens en opleiding
Mattheus Kwint werd geboren te Leek op 23 februari 1832 als zoon van de schipper Hendrik Hendriks Kwint en Kornelske Ennes Vonk.
Hij trouwde op 07 februari 1856 te Groningen als stuurman met Aaltje Bartels, geboren te Groningen als dochter van veehouder Jan Bartels Bartels en Geertruid Severijn. Aaltje hetrouwde met kapitein Berend Jansz Harkema.
Zij overleed op 22 april 1913 te Enumatil, gem. Zuidhorn, 84 jaar.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt M.H.Kwint als gezagvoerder gedurende:
* 1851 t/m 1855 van de galjoot “Johanna Geziena”, gebouwd in 1851 te Sappemeer, 130 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen. Het schip voer in 1856 voor kapitein/eigenaar M.H.Kwint te Groningen en was herdoopt in “Margaretha”;
* 1856 t/m 1858 van de kof “Anna Berendina”, gebouwd in 1855 te Hoogezand, 63 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Hoogezand;
* 1880 van de 2-mastschoener “Presto” ex Anna, gebouwd in 1867, bouwplaats niet vermeld, 147 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam. Het schip is in 1880 in de Noordzee gezonken.
Monsterrollen op site van het Noordelijk Scheepvaart Museum te Groningen vermelden dd.:
11 juni 1846, Mattheus Hindriks Kwint, 14 jaar uit Groningen als kok op de tjalk “Vrouw Cornelia” onder schipper Hindrik Hindriks Kwint
08 november 1847, Mattheus H.Kwint, 15 jaar uit Groningen als kok op de smak “Cornelia” onder schipper Hendrik Hendriks Kwint.
19 februari 1849, Mattheus H.Kwint, 17 jaar uit Groningen, als kok op de kof “Jantina” onder schipper Hindrik Hindriks Kwint
Overige bijzonderheden
NRC 08 december 1849114
Rendsburg, 2 december. In deze haven, op de Eider en in Holtenau bevinden zich de volgende schepen onder Nederlandse vlaggen om te overwinteren, als:
Alhier: ULRIKA, kapt. J.H. Bekkering, JONGE TIJS, kapt. H.T. Bakker, ELSINA CATHARINA, kapt. W.H. Scholten, FOKKIENA, kapt. J.H. Waterborg, JACOBA, kapt. B.P. Teensma, MARGRIETHA, kapt. P.F. Lenning, MEINSINA, kapt. D.D. Klontje, GOEDE VERWACHTING, kapt. N.J. Riensema, BROEDERLIEFDE, kapt. H.L. van Sluis, JOHANNA, kapt. M.H. Kwint, VREDE, kapt. N.W. Hazewinkel, GOEDE VERWACHTING, kapt. H.K. Tent, WILMINA, kapt. H.W. Glim, GEERDINA, kapt. A.H. Schaap.
Op de Eider: WELDAAD, kapt. G.T. de Jonge, CATHARINA CORNELIA, kapt. W.U. de Jong, MARIA, kapt. H.C. Brockema…..
Provinciale Groninger Courant 18 april 1851114
Groningen, 17 april. Sedert de vorige opgave zijn alhier vier nieuwe schepen binnengebracht, als:
De schoener-galjoot WICHERDINA, groot 93 ton, kapt. D.A. Degenhart, van Veendam, gebouwd bij H.G. van de Werf, te Stadskanaal; de schoener-galjoot JOHANNA GEZIENA, groot ca. 70 last, kapt. M.H. Kwint, van Groningen, gebouwd bij J.G. Berg, te Sappemeer; de schoener-galjoot HARMONIE, groot 75 last, kapt. H. Doewes, te Veendam, en aldaar gebouwd bij J.A. Bieze, zo mede bij denzelfde gebouwde schoener-kof EGBERDINA SCHURINGA, gemeten op 100¾ ton, kapt. G.J. Orsel, van Veendam.
NRC 23 april 1851114
Groningen, 20 april. Ten vervolge op onze vroegere berichten delen wij thans een lijst van schepen mede, die vanaf de 1e januari tot de 16e april j.l. hier binnen gebracht zijn om opgetuigd en verder afgewerkt te worden:….
….14 april: de schoener-galjoot WICHERDINA, kapt. D.A. Degenhart, groot 93 tonnen, gebouwd aan het Stads-Kanaal, de schoener-galjoot JOHANNA GEZIENA, kapt.M.H. Kwint, groot 70 lasten, gebouwd te Sappemeer, de schoener-galjoot HARMONIE, kapt. H. Doewes, groot 75 lasten, gebouwd te Veendam, en de schoener-kof EGBERDINA SCHURINGA, kapt.G.J. Orsel, groot 100 tonnen, gebouwd te Veendam……
Groninger Courant 16 september 1851114
LIJST van 56 nieuwe brik- schoener- en kofschepen, die sedert de 16e januari dezes jaars te Groningen zijn binnengebracht om opgetuigd te worden. Het overzicht geeft achtereenvolgens type schip, naam schip, naam gezagvoerder en naam scheepsbouwmeester, de beide laatstgenoemden met hun woonplaats:….
….Schoenergaljoot JOHANNA GEZIENA, M.H. Kwint, Groningen, J.G. Berg, Sappemeer….
Familiegegevens en opleiding
Mense Kwint werd geboren op 06 december 1828 te Leek als zoon van de scheepkapitein Mattheus Hendriks Kwint en Janna Menses Feringa.
Hij trouwde op 01 februari 1855 te Groningen als scheepskapitein met Grietje Plenter, geboren 12 oktober 1834 te Groningen als dochter van de koemelker, later veehouder Beerent Plenter en Reina Broeksema. Grietje overleed op 24 augustus 1915 te Groningen, 80 jaar, weduwe.
Mense overleed op 18 maart 1877 te Groningen, 48 jaar, grutter.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
M.M.Kwint was effectief lid van het Groninger zeemanscollege “ De Groninger Eendracht” met vlagnummer 52 in de periode 1856 t/m 1863.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt M.M.Kwint als gezagvoerder gedurende:
* 1856 t/m 1861 van de galjoot “Margaretha”, ex Johanna Geziena, gebouwd in 1851 te Sappemeer, 130 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen. Het schip is in september 1861 gestrand bij Schagen.
In de ledenlijst van “De Groninger Eendracht” van de zeemansalmanak van Wildervank en Nieuwe Pekela van 1862 staat met vlagnummer 52 M.M.Kwint als gezagvoerder van de “Margaretha” .
Monsterrollen op site van het Noordelijk Scheepvaart Museum te Groningen vermelden d.d.:
23 februari 1846, Mense M.Hindriks, 17 jaar uit Groningen als kok op de tjalk “Johanna” onder schipper Mattheus Hindriks Kwint
15 februari 1849, Mense Kwint, 20 jaar uit Groningen als stuurman op de kof “Johanna” onder schipper Mattheus Hendriks Kwint,
24 mei 1851, Menze M.Kwint, 22 jaar uit Groningen als matroos op de kof “Johanna Gezina” onder schipper Mattheus Hindriks Kwint.
23 februari 1859, Martinus Mense Kwint, 30 jaar uit Groningen, kapitein op de schoenergaljoot “Margaretha”
Overige bijzonderheden
NRC 23 december 1859114
Delfzijl, 17 december. De schepen JACOBA, kapt. Muntendam, van Dantzig (opm: Gdansk) naar Emden; MARGARETHA, kapt. Kwint, van Grangemouth en ST. PAULUS, kapt. Freerichs, van Memel (opm: Klaipeda), beiden naar Leer, zijn alhier wegens ijsgang binnengelopen.
NRC 19 augustus 1861114
Elseneur, 17 augustus. Het Nederlandse schip (opm: galjoot) MARGARETHA, kapt. M.M. Kwint, van Gefle naar Hull, is alhier lek en met gebroken boegspriet binnengelopen. De lading ijzer moet gelost worden om te repareren. (opm: strandt echter in september bij Skagen, zie o.a. NRC 250961)
NRC 29 september 1861114
Frederikshaven, 27 september. De Nederlandse kof (opm: galjoot) MARGARETHA, kapt. M.M. Kwint, van Gefle, met ijzer naar Hull, is eergisteren bij Skagen gezonken (en niet gestrand als vroeger [opm: zie NRC 250961] gemeld), en wel zo spoedig, dat de bemanning slechts weinig van haar goederen heeft kunnen redden.
Provinciale Groninger Courant 23 febriari 1867 114
Dagvaarding. Ten verzoeke van Mense Mattheus Kwint, van beroep grutter, voor Jan Mattheus Kwint.
-
Aangezien de gedaagde in de jare 1862 zijn woonplaats Groningen heeft verlaten ten einde als stuurman te varen.
-
Aangezien de gedaagde aan boord van het Nederlandse kofschip DRIE GEZUSTERS, kapt. J. van ‘t Hoff op 12 oktober 1863 is vertrokken van Hooksiel, gelegen in Oldenburg, welk schip was beladen met gerst en bestemd naar Londen.
-
Aangezien dat schip door storm op de gronden van Norderney heeft gestoten, tegen het einde der maand oktober met averij te Bremerhaven is binnengelopen en vandaar volgens ingekomen bericht op 28 november 1863 is vertrokken.
-
Aangezien sinds dat vertrek nooit meer iets van het schip en de bemanning enig taal of teken is ingekomen het welk onmogelijk is te achten, in aanmerking genomen de vaart van Bremerhaven op Londen, indien niet het schip met man en muis, in het begin der maand december daaraanvolgende hevige stormen was vergaan.
Ten einde van zijn in leven zijn te doen blijken. (opm: bekort)