Familiegegevens en opleiding
Cornelis Jacobus Kaleshoek werd geboren te Buiksloot op 20 december 1808. Hij was Nederlands Hervormd en woonde te Rotterdam o.a. aan de Schiedamsche Singel nr. 610.
Hij trouwde met Mietje/Maatje Timmermans, geboren 01 maart 1810 op Tholen. Zij was Nederlands Hervormd005. Zij overleed op 23 juli 1901.118
Cornelis overleed in 1859.118
Cornelius Jacobus Calishoek ("schrijvende zich Kaleshoek") werd geboren te Embden op 20 december 1808.
Hij was gehuwd met Maatje Timmerman, geboren te Tholen op 01 maart 1811.003
Hij overleed in 1859
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
C.J.Kaleshoek was met vlagnummer R3 in de periode 1840 t/m 1858 lid van het Rotterdamse zeemanscollege "Maatschappij tot Nut der Zeevaart"058.
C.J.Kaleshoek was van 1843-1844, 1850 en 1856 afwisselend commissaris van de Maatschappij058.
C.J.Kaleshoek (adres J.R.Veder te Rotterdam) werd per 18 augustus 1840 met vlagnummer 546 en op voordracht van B.J.Doornik ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Zijn schip tijdens de inschrijving was de "Erfprinses van Oranje". Vermeld is "overleden"002. Ten tijde van de inschrijving waren Kaleshoek en zijn vrouw 32 resp. 30 jaar. Ingeschreven staat 1 zoon uit 1840002a.
In de Algemene Vergaderingen van 11/18 augustus 1840 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/aangenomen Cornelis Jacobus Kaleshoek, oud 32 jaar, voerend de bark “Erfprinses van Oranje”, varende voor J.Veder te Rotterdam, wonend te Rotterdam, op voordracht van kapitein B.J.Doornik.023.
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemansfonds van Zeemanshoop per 12 september 1843003.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1859 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat in de Staat van Ontvangst en Uitgaaf vermeld dat hij in 1859 is overleden. In hetzelfde Jaarverslag staat dat aan zijn weduwe een uitkering is gedaan van f 184,17 voor haar en één kind voor een periode van 13 maanden. Hieruit is te concluderen dat kapitein C.J.Kaleshoek is overleden in december 1858 (en niet in 1859!)058.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 31 maart 1859 vraagt de wed. C.J.Kaleshoek om een uitkering welke in de vergadering dd 28 april 1859 wordt toegekend met ingang van 01 februari 1859 voor haar en 1 kind.042
In de notulen van de Algemene Ledenvergadering van het Amsterdamse Zeemanscollege Zeemanshoop van 04 november 1828 wordt een ingekomen brief vermeld waarin C.J.Kalishoek verzoekt “om als stuurman geplaatst te worden”023
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 24 mei 1859 staat de melding dat per 01 februari 1859 een uitkering in de 1e klasse wordt toegekend aan de wed. C.J.Kaleshoek voor haar en 1 kind.023
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat C.J.Kaleshoek als gezagvoerder vermeld in058:
* 1849 op de bark “Erfprinses van Oranje” 351 last varend voor J.R.Veder te Rotterdam
* 1851,1855 op de bark “Constantia” 375 last varend voor J.R.Veder te Rotterdam
* 1858 op het fregat “Susanne” 507 last varend voor J.R.Veder & Zn te Rotterdam
C.J.Kaleshoek was in 1840 gezagvoerder van de "Erfprins van Oranje" (400 last), op 14 augustus 1840 te water gelaten op de scheepstimmerwerf van Jan Otto te Krimpen aan de IJssel voor reder J.R.Veder027.
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
546 1840-1849 bark Erfprinses van Oranje J.R.Veder, Rotterdam
1850-1853 bark Constantia idem
230 1854-1855 bark Constantia idem
1856-1858 fregat Susanne idem
Bouma025 vermeldt C.J.Kaleshoek als gezagvoerder gedurende:
* 1841 t/m 1850 van de bark “Erfprinses van Oranje”, gebouwd in 1840 te Krimpen aan de IJssel, 752 ton o.m., varend voor J.R.Veder te Rotterdam;
* 1851 t/m 1856 van de bark “Constantia”, gebouwd in 1850 te Krimpen aan de IJssel, 741 ton o.m., varend voor J.R.Veder te Rotterdam;
* 1857 t/m 1859 van het 3/mschip “Suzanne”, gebouwd in 1857 te Stormpolder aan de IJssel, 959 ton o.m., varend voor J.R.Veder & Zn te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
C.J.Kaleshoek verzorgde per 29 april 1851 vanuit Hellevoetsluis met de “Constantia” een troepentransport van 3 officieren en 150 manschappen naar Nederlands Oost Indië. Hij arriveerde te Batavia op 08 augustus 1851 na 101 dagen. Onderweg was 1 manschap overleden065.
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
E.Vonck was met vlagnummer R102 in de periode 1853 t/m 1871 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein E.Vonk met vlagnummer R102 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1855 met de bark “Neêrlands Koningin” 351 last varend voor J.R.Veder te Rotterdam
* 1858 met de bark “Constantia” 375 last varend voor J.R.Veder & Zoon te Rotterdam
* 1859 met het fregat “Susanna” 507 last varend voor J.R.Veder & Zoon te Rotterdam
* 1862 t/m 1867 met het fregat “Susanna” 507 last varend voor J.R.Veder & Zonen te Rotterdam
Bouma025 vermeldt E.Vonk als gezagvoerder gedurende:
* 1854 t/m 1856 van de bark “Neerlands Koningin” ex Erfprinses van Oranje, gebouwd in 1840 te Capelle a/d IJssel, 664 ton o.m., varend voor J.R.Veder te Rotterdam.
Bouma025 vermeldt C.Vonck als gezagvoerder gedurende:
* 1857 t/m 1860 van de bark “Constantia”, gebouwd in 1850 te Krimpen aan de IJssel, 741 ton o.m., varend voor J.R.Veder te Rotterdam;
* 1860 t/m 1868 van het 3/mschip “Suzanne”, gebouwd in 1857 te Stormpolder aan de IJssel, 959 ton o.m., varend voor J.R.Veder & Zn te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Algemeen Handelsblad 25 maart 1858 in de rubriek “Nederlandsche Kolonien, Batavia 25 Januari 1858”
“Sints eenige dagen liepen hier geruchten omtrent een aan zekeren kapitein Vonk, destijds voerende het schip Koningin der Nederlanden, bij deszelfs terugreis naar Nederland, overkomen voorval. De waarheid daarvan is, dat, op zijne laatste terugreis naar Nederland, Kapt. Vonk, aan de noordelijken ingang van Straat Bali, door een rooversvaartuig met 100 koppen bemand en met 7 stukken geschut van zwaar kaliber gewapend, werd aangehouden en stapte de bevelhebber daarvan aan boord over. Hij vroeg kapt. Vonk, aan welke firma zijn schip geconsigneerd was en, op verkregen antwoord, zeide hij, dat kapt. Vonk zich gelukkig moest achten niet aan de firma … geconsigneerd te zijn, dewijl hij zich in dat geval zoude genoodzaakt hebben gezien, zijn schip buit te maken. Hij verklaarde kapt. Vonk, dat hij van der W… genaamd was en een pas, onder den naam van de Vent, waarvan hij zich in der tijd bediend had, om van Soerabaija te vertrekken, bij zich had. Hij reikte kapt. Vonk een vrijgeleide uit, ten einde, voor de zeerovers beveiligd, den Archipel te kunnen doorreizen. Van der W… is vroeger ambtenaar bij den waterstaat te Soerabaija geweest en schijnt, ten gevolge van eene onaangename zaak voor den raad van justitie aldaar, met den bovengemelden valschen pas die plaats verlaten te hebben. Gedurende eenigen tijd voer hij hierop ten handel en moet daarbij in handen der zeerovers gevallen te zijn. Naar men vermoedt, heeft hij met dezen, op voorwaarde, dat zij hem ongemoeid zouden laten, eene overeenkomst aangegaan en bevindt zich thans waarschijnlijk in de Soloosche Zee.”
In voorgaand bericht is de scheepsnaam kennelijk verhaspelt, gezien de opgave bij Bouma025. Voorts staan de stippeltjes achter de namen van de firma … en van der W … in de krantentekst.
In het kader van de discussie over de invoering van de Tuchtwet in Nederlands Indië werd in 1865 een memorie aangeboden “aan zijn Excellentie den Gouverneur Generaal van Nederlandsch-Indië over de Wettelijke bepalingen omtrent de handhaving der orde en tucht aan boord der koopvaardijschepen binnen Nederlandsch-Indië.” Deze memorie werd ondertekend door E.Vonck.104.
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
M.A.Overgauw was met vlagnummer R150 in de periode 1851 t/m 1876 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
M.A.Overgauw was in 1866 afwisselend commissaris van de maatschappij058
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein M.A.Overgauw met vlagnummer R150 als gezagvoerder in de ledenlijst van058:
1849 bark “Ida Elisabeth” 232 last varend voor W.Ruysch J.Dz. te Rotterdam
1851 bark “Johanna Maria” 352 last varend voor J.R.Veder te Rotterdam
1855 bark “Johanna Maria” 352 last varend voor J.R.Veder & Zoon te Rotterdam
1858 bark “Maria Anna” 292 last varend voor J.R.Veder & Zoon te Rotterdam
1859, 1862 t/m 1865 bark “Constantia” 375 last varend voor J.R.Veder & Zonen te Rotterdam
1866, 1867 fregat “Johanna Maria” 472 last varend voor J.R.Veder & Zonen te Rotterdam
1874 fregat “Sunda” 900 last varend voor J.R.Veder & Zonen te Rotterdam
M.A.Overgauw was vanaf 1852 gezagvoerde van de bark “Ida Elisabeth” varende voor W.Ruys J.Dz te Rotterdam. Het schip strandde op een reis van Liverpool naar Batavia op de westkust van Engeland bij South Light en raakte wrak overigens zonder verlies van mensenlevens024 en 025.
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093
M.A.Overgauw Johanna Maria 09 mei 1857 geen opgave
Constantia 22 juli 1862 geen opgave
Constantia geen melding 06 juni 1863
Op 20 april 1859 vertrok van Hellevoetsluis de bark “Maria Anna van J.R.Veder & Zn onder kapitein M.A.Overgaauw en arriveerde te Batavia op 08 augustus 1859 na een reis van 109 zeedagen026(38/049).
Bouma025 vermeldt M.A.Overgauw als gezagvoerder gedurende:
* 1852 t/m 1854 van de bark “Ida Elisabeth”, gebouwd in 1847 te Kinderdijk, 444 ton o.m., varend voor Wm. Ruys JDz te Rotterdam. Het schip is op weg van Liverpool naar Batavia gestrand bij Southlight en wrak geraakt;
* 1858 t/m 1859 van de bark “Johanna Maria”, gebouwd in 1840 te Slikkerveer, 666 ton o.m., varend voor J.R.Veder te Rotterdam;
* 1860 van de bark “Maria Anna”, gebouwd in 1851 te Krimpen aan de IJssel, 553 ton o.m., varend voor J.R.Veder & Zn te Rotterdam
* 1861 t/m 1866 van de bark “Constantia”, gebouwd in 1850 te Krimpen aan de IJssel, 741 ton o.m., varend voor J.R.Veder te Rotterdam;
* 1867 t/m 1869 van het 3/m schip “Johanna Maria”, gebouwd in 1866 te Slikkerveer, 893 ton o.m., varend voor J.R.Veder & Zn te Rotterdam;
* 1870 t/m 1876 van het 3/mschip “Sunda” ex Royal Arch, gebouwd in 1865 te Miramichi (Nw. Brunswick) 1701 ton o.m., varend voor J.R.Veder & Zn te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Adriaan Dirk Brinkerink werd op 29 augustus 1840 ingeschreven als leerling van de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam010(533-1926). Hij werd geboren te Obdam op 02 december 1826 als zoon van Adrianus Jacobus Brinkerink, onderwijzer te Obdam, en Geesje Alders.
In een 3-maandelijks overzicht van 1841-1843 werden de vorderingen bijgehouden in de vakken zeevaartkunde zeevaartkunde, “schoolonderwijs” (nederlands, frans en engels) en scheepswerk. Voorts:
“29 july 1842 bekomt de prijs der tweede classe zeevaartkunde zijnde Pilaar sterrekunde
1 maart 1843 aangenomen tot lidmaat der Ned.Herv.Gemeente door DoWeyland
9 maart 1843 gepl. als jongen op het schip Stad Utrecht Capt Jaski naar Batavia voor Amsterdam ¦8,-“.
4 Augs 1843 bekomt den hoogsten prijs in de zeevaartkunde zijnde de octant
24 febr 1844 terug van de reis met goed attest
11 maart 1844 gepl. als jongen op het schip Stad Utrecht capt Jaski naar Batavia voor Amsterdam ...
10 january 1845 terug van de reis met goed attest
15 dito eervol ontslagen”.
Op een apart briefje staan o.a.de volgende aantekeningen: havenmeester Vlissingen Alkmaar 86 jr overleden 1914.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
A.D.Brinkerink werd met nr.747 effectief lid van Zeemanshoop per 17 augustus 1858 op voorspraak van A.Zeilingen Ez. Zijn schip was de “Maria Cornelia”002.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 03/10 augustus 1858 staat vermeld dat tot effectief lid is voorgedragen/benoemd Adrianus Dirk Brinkerink, oud 31 jaar, voerend de sch.brik “Maria en Cornelia”, wonende te Opdam, op voordracht van kapitein A.Zeilinga Ez.023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 maart 1869 staat een bericht van kapitein A.D.Brinkerink “bedankend voor de voortdurende deelneming en het lidmaatschap van het Collegie onder voorbehoud bij de reize deel te nemen”. Bestuur vraagt naar de preciese bedoeling van de kapitein.042.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
747 1858-1862 sch.brik Maria en Cornelia J.Spekham Duyvis te Koog a/d Zaan
1863-1865 sch.brik Maria en Cornelia T.Duyvis Jr te Koog a/d Zaan
1866-1868 bark Constantia J.Veder en Zn te Rotterdam
1869-1872 geen opgave van schip en reder
A.D.Brinkerink was gezagvoerder van de “Maria Cornelia” van 1859-1865. Het schip voer tot 1862 voor rederij J.Spekham Duijvis en van 1863 voor reder T.Duijvis Jz, beiden te Koog aan de Zaan025.
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
A.D.Brinkerink Maria Cornelia 20 augustus 1860 15 maart 1861
Maria Cornelia 08 april 1861 04 juni 1861
Maria Cornelia 12 juni 1861 15 januari 1862
Maria Cornelia 28 februari 1862 28 juni 1863
Maria Cornelia 29 juli 1863 19 november 1863
Maria Cornelia 11 februari 1864 20 juni 1864
Maria Cornelia 10 juli 1864 26 augustus 1864
Maria Cornelia 1864 31 augustus 1865
Constantia 09 juni 1866 26 maart 1867
Constantia 18 septmber 1867 geen melding
Bouma025 vermeldt A.D.Brinkerink als gezagvoerder gedurende:
-
1857 t/m 1858 van de brik “Cesar”, gebouwd in 1850 te Kinderdijk, 344 ton o.m., varend voor Hoogland & Schluiter te Amsterdam;
-
1859 t/m 1862 van de 2/msch “Maria Cornelia”, gebouwd in 1856 te Harlingen, 190 ton o.m., varend voor J.Spekham Duyvis te Koog aan de Zaan;
-
1863 t/m 1865 van hetzelfde schip maar nu varend voor T.Duyvis Jz te Koog aan de Zaan;
-
1867 t/m 1869 van de bark “Constantia”, gebouwd in 1850 te Krimpen aan de IJssel, 741 ton o.m., varend voor J.R.Veder te Rotterdam;
Overige bijzonderheden
Rienk Jans Roda, kok, geboren 27 juni 1821 te Terschelling, huwde op 19 december 1850 te Terschelling met Cornelia Jacobs Grol en overleed op 06 mei 1860 te Punamboru (Pernambuco?) “aan boord van de Nederlandse schoener “Maria Cornelia” onder kapitein Brinkerink op vertrek naar Fallsmouth”. Uit: J.P.N.L.Roorda van Eijsinga. Roda van Terschelling, een geslacht van zeevarenden. Naaldwijk/Oostburg, 1966. (CBG G/-/port/554)
A.D.Brinkerink verzorgde per 21 februari 1869 vanuit Brouwershaven met de “Constantia” een troepentransport van 2 offiicieren en 125 manschappen naar Indië. Hij arriveerde te Batavia op 22 mei 1869 na een reis van 90 dagen065.
Familiegegevens en opleiding
Jan Daniël van Monnom werd geboren op 28 november 1819 te Amsterdam als zoon van de Nederlands Hervormde Daniël Cornelis van Monnom en Suzanna Margaretha van Diessen. Hij vestigde zich op 05 april 1859 te Rotterdam en woonde o.a. aan de Groote Draaisteeg Wijk 1 nr. 84. Hij behaalde op 31 maart 1860 het diploma 1e stuurman voor de grote vaart.
Hij trouwde op 07 juli 1858 te Rotterdam met Cornelia Clasina Zandbergen, geboren op 18 januari 1829 te Den Haag als dochter van de Remonstrantse Nicolaas Zandbergen en Catharina de Ruiter. Cornelia was de weduwe van Cornelis Frederik Fahnholltz.
Jan Daniël overleed op 25 februari 1870 te Rotterdam aan de Boomgaardslaan nr. 69005.
NRC 27 februari 1870
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Hij was met vlagnummer R363 in de periode 1859 t/m 1870 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
J.D.van Monnom was in 1868 afwisselend commissaris van de Maatschappij058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein J.D. de Monnom met vlagnummer R363 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1859 van de bark “Constantia” 375 last varend voor J.R.Veder & Zoon te Rotterdam
* 1862 t/m 1866 van de bark “Maria Anna” 293 last varend voor J.R.Veder & Zonen te Rotterdam
* 1867 van de bark “Zeemanshoop” 376 last varend voor J.R.Veder & Zonen te Rotterdam
Bouma025 vermeldt J.D. van Monnom als gezagvoerder gedurende:
* 1861 t/m 1867 op de bark “Maria Anna”, in 1851 gebouwd te Krimpen aan de IJssel, 553 ton o.m., varend voor J.R.Veder te Rotterdam. Het schip werd in 1867 verkocht en gesloopt;
* 1868 t/m 1869 van de bark “Zeemanshoop” ex Jan Schouten, gebouwd in 1853 te Dordrecht, 721 ton o.m., varend voor J.R.Veder & Zn te Rotterdam. Het schip voer in 1870 voor van Overzee & Co te Rotterdam en was herdoopt in “Ada”;
* 1870 van de bark “Constantia”, gebouwd in 1850 te Krimpen aan de IJssel, 741 ton o.m., varend voor J.R.Veder te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
“In verband met het aan de grond lopen in de Roompot van het te Rotterdam thuis behorende schip Maria Anna werd volgens W.C. de Crane (een reeder uit Zierikzee) “een intrique” op touw gezet “die niets meer of minder bedoelde, dan het zeegat De Roompot, waarvan mijne woonplaatst Zierikzee de klaringspost is, feitelijk zoo goed als af te sluiten voor de groote zeevaart”. Een en ander is opgeschreven in W.C. de Crane Wederlegging eener onjuiste beoordeeling van het zeegat DE ROOMPOT, Zierikzee. !867067.
Na raadpleging van Bouma025 concludeer ik dat het hier gaat om de stranding in de Roompot van de bovenvermelde bark “Anna Maria” onder commando van kapitein van Monnom.
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.D.Valentien was met vlagnummer R27 in de periode 1870 t/m 1873 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.D.Valentien als gezagvoerder gedurende:
* 1871 t/m 1872 van de bark “Constantia”, gebouwd in 1850 te Krimpen aan de IJssel, 741 ton o.m., varend voor J.R.Veder te Rotterdam. Het schip werd in 1872 verkocht naar Engeland.
Overige bijzonderheden
Geen
|