1955-01-20: |
De Telegraaf 24-01-1955: Kustvaarder liep op een mijn. Kopenhagen. Zondag. UP/AFP — Zaterdagmiddag is in de haven van Grenaa aan de Oostkust van Jutland de Nederlandse kustvaarder "Zwaantiena" (500 t.) door een trawler binnengesleept. Het schip liep Donderdagavond in het Kattegat op een magnetische mijn. Niemand van de bemanning werd gewond, maar de machines, de radio en de stuurinrichting raakten defect. Een trawler nam het schip op sleeptouw naar Grenaa, waar het wacht op een Nederlandse sleepboot, die de „Zwaantina" naar Groningen zal brengen.
Het Vrije Volk 04-02-1955: Kustvaarder “Zwaantiena” van binnen gehavend. Na drama in Kattegat nu bij werf Vuijck. (Van een onzer verslaggevers) Uiterlijk ongeschonden, maar inwendig zeer zwaar beschadigd is de vijfhonderd ton metende Groningse kustvaarder „Zwaantiena" door een Duitse sleepboot de Nieuwe Waterweg binnengesleept. Een magnetische mijn trof het schip, toen het zich in het Kattegat, ter hoogte van Fornes bevond, onderweg van Hobro (Denemarken) naar Wismar (Oost-Duitsland).
Dat gebeurde op 20 Januari, om vijf uur in de middag van die rampzalige Donderdagmiddag. Een geweldige zuil van water en vuur spoot achter het schip omhoog. Onmiddellijk daarna was de „Zwaantiena" een onttakeld wrak. Alle leidingen knapten en de machine viel uit. Stuurman J. Stegmeijer uit Delfzijl stond op de brug, maar hij weet zich niet veel meer van het drama te herinneren. Door de enorme slag werd hij tegen het plafond van de stuurhut geslingerd. Bewusteloos viel hij achterover. En het verging machinist M. Sprenger uit Winschoten niet veel beter. „Ik was rustig aan het werk in de machinekamer," vertelde hij, “maar plotseling werd ik van de plaat af geslingerd. Dat was een grote schrik, want meteen stroomde het water binnen. Op handen en voeten ben ik naar boven gekropen, terwijl ik zo hard als ik kon schreeuwde, dat we lekgeslagen waren." „Het beroerde was," zei kapiteineigenaar P. Pot uit Delfzijl, “dat alle leidingen ontzet waren, zodat we ook geen licht hadden. Dat maakte de verwarring des te groter. 'Maar gelukkig hield iedereen, ook de mannen, die achteruit aan het werk waren, zich kalm, toen de eerste schrik achter de rug was.” Ze gingen meteen na die ontploffing voor anker en toen leerde een nader onderzoek, dat de „Zwaantiena" deerlijk gehavend was. Met dekens stopten ze de lekkage en meer konden ze niet doen, want de machine was verschoven en onklaar. De verwarming viel uit en de sanitaire inrichting was onbruikbaar. Ook de electrische leidingen bleven onklaar. Kou geleden. “We hebben die nacht veel kou geleden," vertelde stuurman Stegmeijer, nadat het schip bij de werf Vuijck in Capelle a. d. IJssel was afgemeerd. „We zochten warmte bij een blaaslampje, maar dat hielp niet veel, want het vroor meer dan tien graden. De volgende morgen werden ze ontdekt door een Deens vissersvaartuig. Dat was toeval want ook de radio-installatie was buiten werking. Die visser bracht de „Zwaantiena" naar de Deense haven Grena, waar de lekkende naden, beter gedicht werden. Een Duitse sleepboot haalde ze daar op en sleepte de Groningers naar Rotterdam. De reparatie zal zeker, twee maanden vergen. De „Zwaantiena" heeft veel schade en het achterschip is geheel ontzet. De bemanning, blijft aan boord, maar komt Zaterdag naar huis. „We hebben pech gehad, maar een geluk bij een ongeluk was zeker, dat die mijn achter het schip ontplofte. Als dat onder het schip was gebeurd, konden we het niet navertellen," overwoog kapitein Pot. |